327183
4
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/39
Next page
Inhoudsopgave
1.
WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN HET GEBRUIK _______ 81
2. INSTALLATIE VAN HET TOESTEL ________________________________ 83
3. AANPASSING AAN VERSCHILLENDE GASTYPES ___________________ 88
4. AFSLUITENDE HANDELINGEN___________________________________ 90
5. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGEN ___________________________ 91
6. GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT__________________________________ 98
7. GEBRUIK VAN DE OVENS _____________________________________ 100
8. BESCHIKBARE ACCESSOIRES _________________________________ 102
9. ADVIES VOOR DE BEREIDING__________________________________ 104
10. REINIGING EN ONDERHOUD ___________________________________ 112
11. BUITENGEWOON ONDERHOUD ________________________________ 116
DEZE AANWIJZINGEN ZIJN ENKEL GELDIG VOOR DE LANDEN VAN BESTEMMING
WAARVAN DE IDENTIFICATIESYMBOLEN AANGEDUID WORDEN OP DE COVER VAN
DEZE HANDLEIDING.
AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATEUR: deze zijn bestemd voor
de gekwalificeerde technicus die moet zorgen voor een gepaste
controle van de gasinstallatie, en die de installatie, de inwerkingstelling
en het uittesten van het toestel moet uitvoeren.
AANWIJZINGEN VOOR DE GEBRUIKER: hier vindt u advies
betreffende het gebruik, de beschrijving van de bedieningen en de
correcte handelingen voor de reiniging en het onderhoud van het
toestel.
@
Ga voor meer informatie over onze producten naar onze website:
www.smeg.com
80
Presentatie
1. WAARSCHUWINGEN VOOR DE VEILIGHEID EN
HET GEBRUIK
DE HANDLEIDING IS EEN INTEGREREND DEEL VAN HET TOESTEL. DE
HANDLEIDING MOET GEDURENDE DE VOLLEDIGE LEVENSDUUR VAN HET
FORNUIS INTACT EN BINNEN HANDBEREIK WORDEN BEWAARD. WIJ
BEVELEN AAN OM DEZE HANDLEIDING EN ALLE ERIN OPGENOMEN
AANWIJZINGEN AANDACHTIG DOOR TE LEZEN ALVORENS HET FORNUIS IN
GEBRUIK TE NEMEN. BEWAAR EVENEENS DE REEKS BIJGELEVERDE
STRAALPIJPEN. DE INSTALLATIE MOET UITGEVOERD WORDEN DOOR
GEKWALIFICEERD PERSONEEL EN DOOR DE VAN KRACHT ZIJNDE
NORMEN TE RESPECTEREN. DIT TOESTEL IS BESTEMD VOOR
HUISHOUDELIJK GEBRUIK, EN IS CONFORM DE EEG-RICHTLIJNEN DIE
ACTUEEL VAN KRACHT ZIJN. HET TOESTEL WERD GEBOUWD VOOR DE
VOLGENDE FUNCTIE: HET BEREIDEN EN VERWARMEN VAN VOEDSEL; ELK
ANDER GEBRUIK DIENT ALS ONEIGENLIJK TE WORDEN BESCHOUWD.
DE CONSTRUCTEUR KAN NIET AANSPRAKELIJK WORDEN GESTELD VOOR
ANDERE DAN DE VERMELDE GEBRUIKSTOEPASSINGEN.
LAAT DE RESTEN VAN DE VERPAKKING NIET ONBEWAAKT IN HUIS
ACHTER. SORTEER HET VERSCHILLENDE VERPAKKINGSAFVAL, EN
BEZORG HET AAN HET DICHTST BIJZIJNDE CENTRUM VOOR GESCHEIDEN
AFVALVERWERKING.
DE AARDING MOET VERPLICHT VOORZIEN WORDEN VOLGENS DE
VOORZIENE VEILIGHEIDSNORMEN VAN DE ELEKTRISCHE INSTALLATIE.
DE STEKKER DIE WORDT AANGESLOTEN OP DE STROOMKABEL EN HET
RELATIEVE STOPCONTACT MOETEN VAN HETZELFDE TYPE EN CONFORM
DE VAN KRACHT ZIJNDE NORMEN ZIJN.
HET STOPCONTACT MOET BEREIKBAAR BLIJVEN NA INBOUW VAN HET
TOESTEL.
TREK NOOIT AAN DE KABEL OM DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT TE
VERWIJDEREN.
VOER ONMIDDELLIJK NA DE INSTALLATIE EEN KORTE KEURING VAN HET
TOESTEL UIT, VOLGENS DE AANWIJZINGEN DIE VERDER WORDEN
AANGEDUID. BIJ EEN SLECHTE WERKING MOET HET TOESTEL
LOSGEKOPPELD WORDEN VAN HET ELEKTRICITEITSNET, EN MOET U HET
DICHTSTBIJZIJNDE TECHNISCHE ASSISTENTICENTRUM CONTACTEREN.
PROBEER NOOIT OM HET TOESTEL ZELF TE HERSTELLEN.
NA HET GEBRUIK VAN DE KOOKPLAAT MOET STEEDS GECONTROLEERD
WORDEN OF DE BEDIENINGSKNOPPEN ZICH IN DE POSITIE
(UIT)
BEVINDEN.
ZET NOOIT ONTVLAMBARE VOORWERPEN IN DE OVENS: EEN
ONVERWACHTE ONTSTEKING ERVAN ZOU TOT BRAND KUNNEN LEIDEN.
81
Presentatie
HET IDENTIFICATIEPLAATJE MET DE TECHNISCHE GEGEVENS, HET
SERIENUMMER EN HET MERK IS GOED ZICHTBAAR AANGEBRACHT IN DE
BERGRUIMTE.
DIT PLAATJE MAG NOOIT VERWIJDERD WORDEN.
PLAATS NOOIT PANNEN DIE GEEN PERFECT EFFEN EN REGELMATIGE
BODEM HEBBEN OP DE ROOSTERS VAN DE KOOKPLAAT.
DIT TOESTEL MAG NIET GEÏNSTALLEERD WORDEN OP VERHOOGDE
VLAKKEN.
HET TOESTEL WORDT TIJDENS HET GEBRUIK ZEER HEET. LET OP DAT U
DE WARMTE-ELEMENTEN IN DE OVEN NIET AANRAAKT.
GEBRUIK GEEN RECIPIËNTEN OF GRILLPLATEN WAARVAN DE DIAMETER
GROTER IS DAN DE BUITENOMTREK VAN DE KOOKPLAAT.
DIT TOESTEL MAG NIET WORDEN GEBRUIKT DOOR PERSONEN (KINDEREN
INBEGREPEN) MET VERMINDERDE FYSISCHE OF PSYCHISCHE
VERMOGENS, OF DOOR PERSONEN DIE GEEN ERVARING HEBBEN IN HET
GEBRUIK VAN ELEKTRISCHE APPARATUUR, TENZIJ DIT GEBEURT ONDER
TOEZICHT OF INSTRUCTIE VAN VOLWASSENEN DIE VOOR HUN VEILIGHEID
INSTAAN.
DIT TOESTEL IS VOORZIEN VAN HET MERKTEKEN VOLGENS DE EUROPESE
RICHTLIJN 2002/96/EG IN VERBAND MET ELEKTRISCHE EN ELEKTRONISCHE
TOESTELLEN (WASTE ELECTRICAL AND ELECTRONIC EQUIPMENT - WEEE).
DEZE RICHTLIJN BEPAALT DE NORMEN VOOR HET INZAMELEN EN
RECYCLEREN VAN AFGEDANKTE TOESTELLEN, EN GELDT VOOR HET
VOLLEDIGE GRONDGEBIED VAN DE EUROPESE UNIE.
VOORDAT HET TOESTEL IN WERKING WORDT GESTELD, MOETEN ALLE OP
EN IN HET TOESTEL AANGEBRACHTE ETIKETTEN EN BESCHERMENDE
FOLIES VERWIJDERD WORDEN.
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor letsels
aan personen of materiële schade die wordt veroorzaakt door het niet in
acht nemen van deze voorschriften, of door het onklaar maken van zelfs
maar een enkel onderdeel van het toestel, of door het gebruik van niet-
originele reserveonderdelen.
82
Aanwijzingen voor de installateur
2. INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
Het toestel moet geïnstalleerd worden door een bevoegd technicus, en
volgens de van kracht zijnde normen.
Het toestel kan geïnstalleerd worden tegen wanden die hoger zijn dan
het werkblad, op een minimum afstand van 50 mm van de zijkant van
het toestel, zoals wordt aangeduid in de tekeningen A en B betreffende
de installatieklassen. Keukenkasten of afzuigkappen die zich boven het
werkblad bevinden, moeten zich op een afstand van minstens 750 mm
bevinden.
A B
Ingebouwd toestel Vrijstaand
2.1 Plaatsing en waterpas zetten van het toestel
Het toestel is uitgerust met wieltjes en regelbare voetjes om er de
plaatsing van te vereenvoudigen. Om de wieltjes aan de voorkant te
gebruiken moet u het voetje vastschroeven zoals afgebeeld in de figuur
hiernaast om het apparaat op de wielen aan de voorkant te laten rusten.
Om het toestel vrij te kunnen verplaatsen moet u echter ook de
achterkant opheffen volgens de onderstaande instructies:
schroef met een pijpsleutel van 10
de 2 zeskantige moeren onder de
ovenruimte vast: op deze wijze
komt het apparaat omhoog en kunt
u hem zowel waterpas zetten als
verplaatsen.
Schroef, na beëindiging van deze
handelingen, de zeshoekige
moeren en de voetjes aan de
voorkant weer vast om het fornuis
stabiel en vlak te zetten.
83
Aanwijzingen voor de installateur
84
2.2 Elektrische aansluiting
Het aansluiten van Smeg apparatuur.
Alle Smeg apparaten die Smeg Nederland verkoopt moeten op 220-240
volt worden aangesloten. Geen van de apparaten mag op 380 volt
worden aangesloten. Dit in tegenstelling van wat er in de diverse
gebruiksaanwijzingen staat. Apparaten die op 380 volt worden
aangesloten kunnen beschadigd raken.
De spanning bij 380 volt installaties noemt men krachtstoom. Ook bij
krachtstroom heeft men 220-240 volt, die meet men alleen tussen de
fase en de nul. Waar het echter fout gaat, is dat de spanning tussen 2
fasen in Nederland 380 volt is, bij een aantal apparaten kunnen
componenten doorbranden.
In Nederland komt bij de meeste woningen maar één fase, één nul en
één aarde draad binnen. Deze inkomende leiding wordt door het
energiebedrijf voor de meter afgezekerd met een hoog Ampèrage
zekering en na de meter wordt deze onderverdeeld in meerdere groepen
van 16 amp.
Als men nu tussen de fase en de nul meet men nog steeds 220 volt,
maar als je op de onderlinge groepen meet wordt er geen waarden
aangegeven. Hier is geen spanningsverschil aanwezig.
Een zekering van 16 ampère kan met een vermogen van 3520 Watt tot
3840 Watt belast worden. (afhankelijk van de spanning (220/240 Volt)).
Dit houdt in dat als een apparaat een aansluitwaard van 6,60 KW heeft,
er gezekerd moet worden met minimaal 2 zekeringen van ieder 16
Ampère. Deze zekeringen moeten geschakeld zijn, zodat ze altijd samen
uit of samen aan gaan. De wandcontactdoos dient een Perilex
aansluiting te zijn
Apparaten die op een geschakelde zekering (ovengroep) worden
aangesloten dienen een Perilexstekker te hebben.
In de volgende catalogi wordt bij ieder apparaat de benodigde spanning
vermeld, dus altijd 220/240 Volt.
Controleer of het voltage en de afmeting van de stroomtoevoerlijn
overeenstemmen met de kenmerken die worden aangeduid op het
plaatje in de bergruimte.
Dit plaatje mag nooit worden verwijderd.
De stekker en het stopcontact in de wand moeten van hetzelfde type zijn
(in overeenstemming met de geldende normen). Controleer of de
stroomvoorziening is uitgerust met een goede aarding. Vermijd het
gebruik van reductiestukken, adapters of afleidingen.
Wanneer een vaste aansluiting gebruikt wordt, moet op de toevoerlijn
van het toestel een omnipolair onderbrekingsmechanisme aanwezig zijn
met openingsafstand van de contacten van minstens 3 mm, op een
positie die makkelijk bereikbaar is en die zich nabij het toestel bevindt.
Aanwijzingen voor de installateur
Het toestel is achteraan
voorzien van een klemmenbord
voor de elektrische aansluiting.
Voor de elektrische aansluiting
verwijzen wij naar het volgende
schema.
Het is toegankelijk als u het
carter achter verwijdert.
Werking op 380-415V3N
of 220-240V3N
:
gebruik een vijfpolige kabel van het type
H05RR-F (kabel van 5 x 1.5 mm
2
).
Werking op 380-415V2N
of 220-240V2N
:
gebruik een vierpolige kabel van het type
H05RR-F (kabel van 4 x 2.5 mm
2
).
Werking op 220-240V
: gebruik een
driepolige kabel van het type H05RR-F
(kabel van 3 x 4 mm
2
).
Het uiteinde dat verbonden moet worden
met het apparaat moet een (geel-groene)
aardingsdraad hebben die minstens 20 mm
langer is.
De constructeur kan niet aansprakelijk gesteld worden voor
persoonlijke letsels of materiële schade als gevolg van het niet in acht
nemen van die voorschriften of door het onklaar maken van eender welk
deel van het toestel.
85
Aanwijzingen voor de installateur
86
2.3 Ventilatie van de ruimten
Het toestel mag enkel in permanent geventileerde ruimten worden
geïnstalleerd, zoals voorzien wordt door de van kracht zijnde normen. In
de ruimte waar het toestel geïnstalleerd is, moet een voldoende
luchttoevoer aanwezig zijn die nodig is voor de regelmatige
gasverbranding en de luchtverversing van de ruimte zelf. De
luchtinlaatopeningen, die beschermd worden door roosters, moeten
afmetingen conform de van kracht zijnde normen hebben, en moeten
zodanig geplaatst zijn dat ze niet, ook niet gedeeeltelijk, verstopt worden
.
2.4 Afvoer van verbrandingsproducten
De afvoer van de verbrandingsproducten moet verzekerd worden door
middel van een afzuigkap die verbonden is met een rookkanaal met een
efficiënte trek of met een geforceerde afzuiging. Een efficiënt
afzuigsysteem moet zorgvuldig ontworpen worden door een bevoegde
specialist, en moet uitgevoerd worden door de posities en de afstanden
te respecteren die voorzien worden door de normen. Na de handeling
moet de installateur een conformiteitscertificaat afgeven.
2.5 Gasaansluiting
Bij installatie met een rubberslang in overeenstemming met de norm
mag de slang niet langer zijn dan maximaal 1,5 meter; controleer of de
slang niet met beweegbare delen in aanraking komt of wordt afgeklemd.
De binnendiameter van de leiding moet 8 mm zijn voor VLOEIBAAR GAS,
en 13 mm voor METHAANGAS.
Controleer of aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan:
of de leiding bevestigd is aan een slanghouder met
veiligheidsklembandje;
of de leiding over de hele lengte (max. 2 m) geïnspecteerd kan worden;
of de leiding op geen enkel punt van de route in aanraking komt met
hete wanden (max. 50°C);
of hij niet blootstaat aan trekkrachten of spanningen, en geen scherpe
bochten maakt of afgekneld wordt;
of hij niet in aanraking komt met snijdende voorwerpen of scherpe
hoeken;
als de leiding niet perfect afgedicht is en gaslekkages in de omgeving
veroorzaakt, probeer hem dan niet te repareren: vervang hem door
een nieuwe slang;
controleer of de houdbaarheidsdatum van de slang niet overschreden
is.
Let op: gebruik uitsluitend bij een inspecteerbare installatie (Fig. B) een
aan de norm conforme rubberslang.
Aanwijzingen voor de installateur
2.5.1 Aansluiting op vloeibaar gas
Gebruik een drukregelaar en sluit de fles aan volgens de voorschriften
van de normen. Vergewis u ervan dat de voedingsdruk in
overeenstemming is met de waarden die vermeld worden in de tabel in
paragraaf “3.3 Tabel met kenmerken van de branders en de
straalpijpen”.
Schroef de kleine slanghouder F op de grote
slanghouder A; sluit het zo verkregen blok
aan op het gasverbindingsstuk B (of gebruik
de slanghouder G die rechtstreeks moet
worden aangesloten op het
gasverbindingsstuk B) en breng de pakking C
ertussen aan. Steek de uiteinden van de
rubberen slang H op de slanghouder A+F (of
G) en op de uitlaataansluiting van de
drukverminderaar op de gasfles. Bevestig het
uiteinde van de slang H op de slanghouders
A+F (of G) met het klembandje I.
2.5.2 Aansluiting met flexibele stalen stang (voor alle types gas)
Als het apparaat moet worden aangesloten tussen
meubels, moet de aansluiting van het gas geschieden met
een flexibele stalen slang met een continue wand, in
overeenstemming met de geldende norm.
Schroef het uiteinde van de flexibele slang L met de
pakking C ertussen op de gasverbinding B met mannelijk
schroefdraad ½” gas (ISO228-1)
87
Aanwijzingen voor de installateur
88
3. AANPASSING AAN VERSCHILLENDE
GASTYPES
Voordat de volgende handelingen uitgevoerd worden, moet de
stroomtoevoer naar het toestel uitgeschakeld worden.
De kookplaat van het fornuis is getest op methaangas G20/G25 (2E+) bij
een druk van 20 mbar. Als hij op andere gassoorten moet werken,
moeten de sproeiers op de branders worden vervangen en moet tenslotte
de minimum vlam op de gaskranen worden ingesteld. De sproeiers
moeten worden vervangen volgens de beschrijving in de volgende
paragraaf
3.1 Vervanging van de straalpijpen van de kookplaat
1. Verwijder de roosters, alle deksels en de vlamverdelers;
2. Draai alle straalpijpen van de branders los met met een buissleutel
van 7 mm;
3. Vervang de straalpijpen van de branders met diegene voor het gas
dat gebruikt zal worden (raadpleeg paragraaf "3.2 Tabel met
kenmerken van de branders en de straalpijpen").
Aanwijzingen voor de installateur
3.2 Tabel met kenmerken van de branders en de
straalpijpen
De kookplaat is getest en kan uitsluitend op G25 gas met een druk van 25
mbar functioneren, en hoeft dus niet meer te worden afgesteld.
Brander
Nominaal
warmtevermogen
(kW)
Methaangas – G25 25 mbar
Diameter mondstuk
1/100 mm
Beperkt debiet
(W)
Hulpbrander 1.05 72 - 0306 360
Halfsnelle 1.8 94 - 0210 450
Snel 3.0 121 - 0309 750
Vispan 1.9 100 – 0210 800
Zeer snel 4.2 148 - 0332 1600
Brander Nominaal
warmtever
mogen
(kW)
VLOEIBAAR GAS – G30/G31 28/37 mbar
Diameter
mondstuk
1/100 mm
By-pass
mm
1/100
Beperkt
debiet
(W)
Debiet g/h
G30
Debiet g/h
G31
Hulpbrander
1.05 50 30 400 76 75
Halfsnelle
1.8 65 33 500 131 129
Snel
3.0 85 45 800 218 215
Vispan
1.9 68 45 800 138 136
Zeer snel
4.0 100 65 1600 291 286
3.3 Plaats van de branders op de kookplaat
BRANDER
1 Hulpbrander
2 Halfsnelle
3 Snel
4 Zeer snel
5 Vispan
89
Aanwijzingen voor de installateur
90
4. AFSLUITENDE HANDELINGEN
Na vervanging van de sproeiers moeten de vlamverdelerkransen, de
kapjes van de branders en de roosters worden teruggeplaatst.
Na instelling met een andere gassoort dan bij de keuring is gebruikt,
moet het etiket van het ingestelde gas dat op het apparaat aangebracht
is, worden vervangen door het etiket dat correspondeert met de nieuwe
gassoort.
4.1 Instelling van het minimum voor methaangas
Ontsteek de brander en zet hem op de minimum
stand
. Trek de knop van de gaskraan uit en
draai aan de stelschroef naast het staafje van de
kraan, totdat een regelmatige, minimum vlam
wordt verkregen.
Hermonteer de knop en controleer de stabiliteit
van de vlam van de brander (als de knop snel
van de grootste naar de kleinste stand gedraaid
wordt, mag de vlam niet uitgaan). Herhaal deze
operatie op alle gaskranen.
4.2 Montage van de plint
Plaats de plint boven de plaat en zorg er voor dat de gaten A
overeenkomen met de gaten B.
Bevestig de plint op de plaat, door de schroeven C vast te draaien.
Aanwijzingen voor de gebruiker
6.2 Praktisch advies voor het gebruik van de branders van de
kookplaat
Voor een optimaal rendement van de branders en een minimaal
gasverbruik moeten recipiënten gebruikt worden met een platte bodem
en met een deksel, en die geschikt zijn voor de brander, om te
voorkomen dat de vlam langs de zijkanten lekt (raadpleeg de paragraaf
“6.3 Diameter van de recipiënten”). Op het moment dat de vloeistof aan
de kook raakt moet u de vlam zover verminderen dat hij niet overkookt.
Om brandwonden te vermijden en schade aan de kookplaat te
voorkomen, moeten tijdens de bereiding alle recipiënten en
vleesroosters binnen de omtrek van de kookplaat blijven. Alle recipiënten
moet een vlakke en regelmatige bodem hebben. Wanneer olies of vetten
worden gebruikt, moet goed opgelet worden dat ze bij het heet worden
niet gaan branden. Wanneer de vlam toevallig uitgaat, moet de
bedieningsknop gesloten worden en moet minstens 1 minuut gewacht
worden voordat een nieuwe aanschakeling geprobeerd wordt.
6.3 Diameter van de recipiënten
BRANDERS
1 Hulpbrander
2 Halfsnelle
3 Snel
4 Zeer snel
5 Vispan
Ø min. en
max. (in cm)
12-14
16-20
18-24
20-26
speciale ovale
vispannen
6.4 Gebruik van de barbecueplaat
Deze plaat heeft een anti-aanbaklaag (Teflon). deze laag is
uiterst delicaat en kan worden beschadigd als u metalen
keukengerei gebruikt.
Gebruik uitsluitend gerei van hout of plastic dat
bestendig is tegen hoge temperaturen.
99
Aanwijzingen voor de gebruiker
100
7. GEBRUIK VAN DE OVENS
7.1 Algemene waarschuwingen en advies
Wanneer de oven voor het eerst wordt gebruikt, wordt aangeraden om op
te warmen tot de maximum temperatuur (250-220°C), en dit lang genoeg
zodat eventuele oliehoudende productieresten verbrand worden die aan
het voedsel een onaangename geur zouden kunnen verlenen.
Bedek tijdens de bereiding de bodem van de oven niet met
aluminiumfolie of dergelijk, en plaats hierop geen pannen of ovenschalen
om beschadiging aan het email te vermijden.
Bij gebruik van bakpapier
moet u er voor zorgen dat de circulatie van de warme lucht in de oven er
niet door wordt verhinderd.
Wanneer beide ovens gelijktijdig gebruikt worden, kan dit tot problemen
leiden met de delicate bereidingen.
Teneinde te voorkomen dat de eventuele damp
binnen in de oven last veroorzaakt, de ovendeur in
twee ogenblikken openen: de deur half open
houden (ongeveer 5 cm.) gedurende 4-5 seconden,
en ze daarna volledig openen.
Wanneer gerechten moeten gecontroleerd
worden tijdens de bereiding, moet u de ovendeur
zo weinig mogelijk openhouden om te vermijden
dat de temperatuur in de oven zodanig zakt dat
het slagen van de bereiding in gedrang komt.
5 cm
7.2 Ovenverlichting
Wordt ingeschakeld door de functiekeuzeschakelaar op een willekeurige
stand te zetten.
7.3 Koelventilatie
Het toestel is uitgerust met een koelsysteem, dat onmiddellijk in werking
wordt gesteld wanneer een bereidingsfunctie wordt geselecteerd. Dit
geldt eveneens voor de ingestelde bereidingen.
De werking van de ventilatoren veroorzaakt een normale luchtstroom die
onder de plint op de achterkant van de kookplaat naar buiten komt, en
die nog even kan doorgaan nadat de oven werd uitgeschakeld.
Dit ventilatiesysteem verzekert dat de temperatuur rondom het toestel
voldoet aan de standaards van de van kracht zijnde normenstelsels.
Aanwijzingen voor de gebruiker
9.9 Bereidingen met het draaispit (hulpoven)
FUNCTIEKEUZEKNOP
VARIABELE GRILL NAAR KEUZE TUSSEN
MIN. EN ¾ MAX.
Het wordt geadviseerd hiervan gebruik te maken voor kleine stukken.
Bereid het spit voor met het voedsel, door de schroeven A van de
vorken vast te zetten. Zet het frame B in de derde geleider van beneden
af. Verwijder de handgreep D en plaats de stang van het spit zo, dat de
poelie E op de uitholling van het frame B blijft. Schuif het frame B
helemaal naar binnen totdat de stang van het spit in de behuizing C
komt, waarin hij wordt aangedreven door de motor van het spit achter in
de oven. Plaats de schaal F op de onderste geleider en giet er een
beetje water op om rookvorming te vermijden.
De ovendeur moet tijdens de bereiding gesloten blijven.
Regelmatige knipperingen van de controlelamp van de thermostaat
tijdens de bereiding is normaal, en duidt aan dat de temperatuur in de
oven constant wordt gehouden.
109
Aanwijzingen voor de gebruiker
10.2.1 Barbecueplaat
Es Trek, na hem te hebben laten afkoelen,
de plaat uit diens behuizing door hem aan
de voorkant op te tillen, zoals afgebeeld in
de tekening, waarbij u ervoor moet
opletten dat u de resten die zich in de
gootjes aan de zijkanten hebben
verzameld, niet morst. Maak hem schoon
met een gewoon afwasmiddel en een niet-
schurende spons.
10.2.2 Schaal
Om de schaal onder het barbecue-
element te verwijderen:
1. moet u de plaat verwijderen zoals
beschreven onder punt 10.2.1;
2. het element optillen en blokkeren
door de sluiting naar rechts te
verplaatsen (zoals afgebeeld in de
tekening hiernaast);
3. nu kunt u de schaal bij de twee
handvatten vastpakken en
verwijderen. U kunt hem
schoonmaken met speciale
schoonmaakmiddelen voor
roestvrij staal en een niet-
schurende spons.
10.2.3 De roosters
Verwijder de roosters rechts (grill-+visrooster) zoals afgebeeld in de
tekening. Voor de roosters links geldt voor het verwijderen geen
bepaalde volgorde. Maak ze schoon in lauw water met een niet-
bijtend/schurend schoonmaakmiddel, en zorg ervoor dat alle
aankoekingen worden verwijderd. Plaats eerst het grillrooster terug,
daarna het rooster aan de zijkant.
113
914774305/ A
4


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Smeg cs 120 nl6 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Smeg cs 120 nl6 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,64 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

Others manual(s) of Smeg cs 120 nl6

Smeg cs 120 nl6 User Manual - German - 39 pages


The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info