13-1 Basis probleemoplossing
13-1-1 Het alarmpaneel kan niet registreren bij een
gsm-host (GSM Net-LED knippert snel):
a. SIM-kaart niet geplaatst of slecht contact.
b. De SIM-kaart moet vóór gebruik worden ontgrendeld
(gebruik een mobiele telefoon om in te stellen) om de
invoer van de PIN-code of PUK-code uit te schakelen.
c. Verander de positie van de HA788GSM.
d. Koppel de stroom los en verwijder de batterijen en plaats
de SIM-kaart opnieuw.
e. Zorg dat de SIM-kaart niet verlopen is.
13-1-2 Mobiele telefoon kan het alarm niet configureren en
er ook geen sms van ontvangen:
a. De “toon beller ID” functie op de mobiele telefoon dient
ingeschakeld te zijn. Het alarmpaneel accepteert geen
commando's als het nummer van de afzender niet herkend
kan worden.
b. Alleen een telefoonnummer dat is ingesteld als
telefoonnummer van de eigenaar, kan beheerdersrechten
hebben voor het configureren van parameters zoals spraak,
SMS, snelkiesnummers, vertragingstijd, sirene, volume en
starttijd. Normale SMS nummers worden niet
geaccepteerd.
c. Als GSM bezet is of een slecht signaal heeft, kan de sms
worden uitgesteld of niet worden verzonden.
d. Wanneer u een SMS vanaf een mobiele telefoon gebruikt,
wacht u tot het alarmpaneel de SMS retourneert voordat u
de volgende SMS gebruikt. Verzend de SMS opnieuw als
een minuut voorbij is en het alarmpaneel de retour SMS
nog steeds niet heeft verzonden.
e. Als er een SMS van een mobiele telefoon wordt gebruikt, is
de reden hiervoor misschien dat de verzonden SMS geen
acceptabel commando is. Raadpleeg SMS-functies in
appendix B voor de juiste opdrachten.
13-1-4 GSM status LED is uit:
a. Controleer de AC adapter om te zien of deze goed is
aangesloten en controleer het aan/uit lampje om te zien of
dat brandt. De GSM schakelt gedeeltelijk het vermogen uit
als deze niet op netstroom is aangesloten om de
gebruikstijd te verlengen.
b. Koppel alle stroombronnen (inclusief batterijen en
netspanning) los, sluit ze opnieuw aan en probeer het
opnieuw
13-1-5 Het lukt niet om een RFID-tag te gebruiken na het
inschakelen
Koppel alle stroombronnen inclusief batterijen en
voedingsadapter los. Wacht een minuut en schakel het
instellingen. Houd er rekening mee dat alle configuraties
(inclusief opgenomen alarmmeldingen, contactlijsten en
gekoppelde sensoren/apparaten) worden gewist. De PIN-code
wordt teruggezet naar de standaard PIN-code "1234".
1. Neem het toestel van de muur. Onthoud dat het alarm af
gaat door de sabotagebeveiliging.
2. Koppel alle stroombronnen inclusief batterijen en
voedingsadapter los.
3. Houd de reset-toets achterop (naast de
voedingsaansluiting) ingedrukt en plaats de batterijen of
voedingsstekker om het toestel weer aan te zetten. Blijf
op de reset-toets drukken tot u een pieptoon hoort. Laat
de toets los als u de toon hoort.
4. De DISARM LED gaat branden gevolgd door 5 korte
pieptonen wat aangeeft dat het terugzetten naar de
fabrieksinstellingen voltooid is.