Radio-werking
RDS functies
RDS (Radio Data Systeem) maakt het
mogelijk om de naam van de ontvangen
zender aan te tonen.
Tijdens het rijden neemt RDS automatisch
de functie over, alternatieve frequenties van
de ingestelde zender te zoeken en indien
nodig in te stellen, om ook onder ongunsti-
ge omstandigheden de beste ontvangst
binnen het zendgebied te waarborgen.
Opslaan van RDS-zenders
Bij het opslaan van RDS-zenders dient de
bijbehorende zendertoets pas dan te wor-
den gedrukt, wanneer de naam van de
zender op het display wordt aangetoond.
Daarmee is er voor gezorgd, dat alle RDS-
gegevens zijn geanalyseerd en indien
nodig mee opgeslagen kunnen worden.
Let er bovendien op dat bij het opslaan
geen "looptext" op het display wordt aange-
toond, omdat anders deze text in plaats
van de zendernaam wordt opgeslagen.
Wanneer een opgeslagen RDS-zender
wordt opgevraagd, verschijnt de bijbeho-
rende zendernaam op het display. Wanneer
de opgeslagen frequentie niet meer ontvan-
gen kan worden, kiest het toestel automa-
tisch een alternatieve frequentie (Best-
Station-functie) van dezelfde zender.
Algemene opmerkingen
Onder ongunstige omstandigheden, bijv.
bij ritten door de bergen, controleert het
toestel erg vaak de alternatieve frequen-
ties. Hierbij kunnen korte mude-schakelin-
gen optreden.
Functie van RDS
Bij het normale radiosignaal wordt er bij
RDS een onhoorbare digitale datastroom
gezonden. Deze datastroom bevat onder
andere de volgende gegevens:
Programma-identificatie (PI-code):
Aan de PI-code herkent de radio de actu-
eel ontvangen zender.
Programma-Service naam (PS-code):
De PS-code geeft de naam door, die op
het display moet worden aangetoond.
Sommige zenders geven met behulp van
de PS-code nog meer informaties door,
die op het display worden aangetoond.
Alternatieve frequenties (AF-lijst):
Een zender wordt normaal gesproken
door meerdere zendstations op verschil-
lende frequenties uitgezonden. De AF-lijst
bevat die frequenties die de ontvanger
voor deze zenders in mag stellen.
Indentificeringsteken verkeersradio (TP-
code = Traffic Program):
Indentificeringsteken voor een verkeersra-
diozender.
Mededelings-identificeringsteken (T
A =
Traffic Announcement):
Aan de TA-code herkent het toestel een
verkeersmededeling. Indien nodig wordt
nu het geluidsvolume van het toestel
hoger gezet en de werking van de CD
onderbroken.
Muziek/spraak-omschakeling (MS-code):
Bij gesproken programma´s wordt door de
MS-code de frequentiegang op goede ver-
staanbaarheid van de taal omgeschakeld.
Rampmeldingen
(RDS-codeaanduiding = PTY 31)
Rampmeldingen hebben voorrang voor
alle andere functies.
EON (
Enhanced Information Concerning
Other Networks):
Zenders, die EON gebruiken nemen de
verkeersinformaties van een andere zen-
der over. Tijdens een melding staat de
naam van de andere zender op het dis-
play.
9
NL