61
NL
11.11 Turbo-functie
LET OP!
~Bij het mixen van vloeistoffen mag er
maximaal 2,5 liter in de mixkom5 zitten,
omdat er anders vloeistof uit kan worden ge-
slingerd.
~Gebruik deze functie nooit, wanneer het roer-
opzetstuk20 wordt gebruikt.
Met de Turbo-functie kun je korte tijd snelheids-
stand 10 (maximum) kiezen. Deze is bijv. be-
stemd om noten, kleine hoeveelheden kruiden of
uien snel fijn te maken.
1. Druk op de toets TURBO. Er verschijnt een
nieuw venster.
2. Houd de draairegelaar8 ingedrukt zolang je
de functie nodig hebt.
Na 20 seconden wordt de functie automa-
tisch beëindigd.
3. Laat de toets los en druk er opnieuw op om te
herhalen.
AANWIJZINGEN:
• De Turbo-functie werkt alleen,
- wanneer het mesinzetstuk18 niet draait.
- wanneer de temperatuur van de levens-
middelen in de mixkom5 lager is dan
60 °C.
• De snelheid wordt in een mum van tijd naar
stand 10 (maximum) verhoogd.