10
Aanwijzingen bij Programma’s/Opties
ʑ
Automatische programma’s
De mate van vervuiling en het soort textiel worden automatisch herkend; het
programmaverloop en de intelligente dosering worden optimaal aangepast.
– Automaat: voor stevig textiel.
– Automatisch fijn: voorzichtiger behandeling van het wasgoed.
ʑ
Outdoor + Impregneren
Het wasgoed mag niet met wasverzachter
gespoeld zijn.
Speciaal wasmiddel en impregneermiddel dat geschikt is voor in de machine wasbaar textiel
is vooral verkrijgbaar in sportzaken. Dosering volgens de gegevens van de fabrikant.
1. Programmakiezer op Outdoor + Impregneren zetten. Wasgoed in de trommel doen.
2. Speciaal wasmiddel voor outdoorkleding in bakje Ä/Å doseren.
3. Start/Bijvullen kiezen.
Programma stopt vóór het impregneren.
4. Impregneermiddel in bakje Ä/Å doseren.
5. Start/Bijvullen kiezen.
Nabehandeling van het wasgoed volgens de gegevens van de fabrikant.
ʑ
Spoelen/Centrifugeren
Bij dit gecombineerde programma Spoelen/centrifugeren is onder de programma-optie
Extra spoelen 2
a
Blz. 6, een extra spoelbeurt vooraf ingesteld. Als er alleen
gecentrifugeerd moet worden: Extra spoelen 2 op Uit zetten.
ʑ
Vlekkenkeuze
Vlekken niet laten indrogen. Vaste bestanddelen eerst verwijderen. Het wasgoed zoals
gebruikelijk samenstellen en in de wasmachine doen. Het soort vlek kiezen (niet
combineren).
In totaal kunt u kiezen uit 16 verschillende vlekken. De wasmachine past de
wastemperatuur, trommelbeweging en inweektijd doelgericht aan het soort vlekken
aan. Warm of koud water, voorzichtige of intensieve wasbehandeling en lange
of korte inweektijden zorgen voor een speciaal verloop van het wasprogramma voor
elk soort vlekken.
Met toets dOptiesVlekkenkeuze kiezen; met de toetsen +/– Aanpassen Vlek kiezen.
Het resultaat: de vlekken worden optimaal behandeld.
ʑ
Vlekken
Aardbeien
Aarde en zand
Babyvoeding
Bloed
Boter/slaolie
Chocolade
Ei
Gras
Koffie
Make up
Rode wijn
Sinaasappel
Thee
Tomaten
Vuile sokken
Zweet
ʑ
2 vlekkenprogramma’s tot in detail verklaard (voorbeelden)
Ei Inweken in een teiltje lauw water, gekozen wasbeurt bij hoog waterniveau en een
extra spoelbeurt voor het verwijderen van kleine deeltjes.
Bloed Bloed wordt eerst in koud water „opgelost”, vervolgens wordt het gekozen
wasprogramma gestart.
Voor andere vlekken hebben wij in intensieve onderzoeken vergelijkbare oplossingen
verkregen.
11
Intelligent doseringssysteem (i-Dos)
Ingebruikneming
Het apparaat is in de fabriek tevoren ingesteld voor de dosering
van vloeibaar wasmiddel en wasverzachter, gekenmerkt door
bijpassende, verwisselbare inlegstroken in de vuldeksels:
–
ª Color wasmiddel, vooraf gemonteerd.
–
0 Wasverzachter alleen i-Dos 2, vooraf gemonteerd.
– « Totaal-/universeel wasmiddel, meegeleverd.
In plaats van wasverzachter kan in bakje i-Dos 2 ook een tweede
vloeibaar wasmiddel gebruikt worden. a Blz. 13
De inlegstroken kunnen indien nodig verwisseld worden.
Doseerbakjes vullen
1. Wasmiddellade opentrekken.
2. Vuldeksel openen.
3. Bakje maximaal tot de markering vullen.
4. Vuldeksel sluiten.
5. Wasmiddellade langzaam helemaal dichtschuiven.
De volledig ingeschoven lade wordt bij ingeschakeld apparaat
aangegeven door:
– de bijbehorende indicatie brandt bij gekozen intelligente dosering
i-Dos 1/i-Dos 2. a Blz. 11
– De indicatie knippert één keer als de intelligente dosering niet
werd gekozen. a Blz. 11
Bij de keuze van wasmiddel en wasverzorgingsmiddel de aanwijzigen van de fabrikant op de
verpakking in acht nemen. Wij adviseren vloeibaar totaal-, universeel- en Colorwasmiddel voor
alle in de machine wasbare, gekleurde textiel van katoen en synthetische weefsels.
– Alleen vloeibare producten gebruiken.
– Geen oplosmiddelhoudende, bijtende of desinfecterende middelen (bijv. bleekwater)
gebruiken.
– Wasmiddel en wasverzachter niet mengen.
– Geen te lang bewaarde en sterk ingedikte producten gebruiken.
– Om opdrogen te voorkomen het vuldeksel niet langere tijd open laten staan.
In het dagelijkse gebruik
ʑ
Indicatielampjes in de greep van de lade
– De indicatie brandt als de intelligente dosering voor het bakje
is gekozen.
– De indicatie knippert als het minimum-vulniveau niet is bereikt.
– De indicatie knippert kort als de lade er correct is ingeschoven
(bij niet gekozen intelligente dosering).
a apart Installatie-/Onderhoudsvoorschrift, Blz. 9