9
Onderhoud
Voor de eerste keer wassen
Geen was inladen! Waterkraan openen. In het compartiment II vullen:
– ca. 1 liter water
– Wasmiddel (dosering volgens opgaven van de fabrikant voor lichte vervuiling en volgens
de waterhardheid)
Programmakiezer op Kreukherstellend 60 °C instellen en Start/Bijvullen kiezen. Na afloop
van het programma de programmakiezer op Uit zetten.
Behuizing machine, bedieningspaneel
– Met een zachte, vochtige doek afnemen.
– Geen schurende doeken, schuursponsjes of reinigingsmiddelen (RVS-reiniger) gebruiken.
– Wasmiddelä en reinigerresten direct verwijderen.
– Reinigen met waterstraal niet toegestaan.
Doseerbakje reinigen ...
... wanneer was- of wasverzachterresten aanwezig zijn.
1. Er uit trekken, borging naar beneden drukken, lade volledig uitnemen.
2. Inzet uitnemen: Met de vinger de inzet van onderen naar boven drukken.
3. Doseerbakje en inzet met water en borstel reinigen en drogen.
4. Inzet plaatsen en inklikken (cilinder op geleidepen steken).
5. Doseerbakje inschuiven.
Doseerbakje open laten zodat restvocht kan opdrogen.
Wastrommel
Vuldeur open laten zodat de trommel kan drogen.
Roestvlekken- chloorvrij poetsmiddel gebruiken, geen staalwol.
Ontkalken Geen was in de wasmachine!
Ontkalken volgens opgave van de producent van het ontkalkingsmiddel, bij een juiste
wasmiddeldosering niet nodig.
Noodontgrendeling, bijv. bij uitval van de elektriciteit
Het programma loopt verder, wanneer de stroom weer is ingeschakeld. Moet toch het
wasgoed worden verwijderd, dan kan de vuldeur als volgt worden geopend:
Verbrandingsgevaar!
Wassop en wasgoed kunnen heet zijn. Eventueel eerst laten afkoelen.
Niet in de trommel grijpen wanneer deze nog draait. Niet de vuldeur
openen wanneer er nog water achter het venster zichtbaar is.
1. Programmakiezer op Uit zetten en de stekker uit het stopcontact halen.
2. Sop afvoeren a blz. 10.
3. Noodontgrendeling met een gereedschap naar onder trekken en loslaten.
Vervolgens kan de vuldeur worden geopend.
Instructies op het display afhankelijk van model
F: 16 Vuldeur goed sluiten; evtl. wasgoed ingeklemd.
F: 17 Waterkraan volledig openen, toevoerslang geknikt/afgeklemd;
Zeef reinigen a blz. 10, waterdruk te laag.
F: 18 Soppomp verstopt; Soppomp reinigen a blz. 10.
Afvoerslang/afvoerbuis verstopt; Afvoerslang bij sifon reinigen a blz. 10.
F: 21 Motorstoring. Contact opnemen met de Servicedienst!
F: 23 Water in bodembak, apparaat lek. Contact opnemen met de Servicedienst!
– Elektrocutiegevaar!
Netstekker uit het stopcontact halen!
– Explosiegevaar! Geen oplosmiddelen!
10
Onderhoud
Soppomp
Programmakiezer op Uit zetten, stekker uit het stopcontact halen.
1. Serviceäklep openen en verwijderen.
2. Voor modellen met slang voor legen: Slang voor het legen uit de
houder nemen en uit de behuizing trekken. Een bak er onder plaatsen.
Afsluitkap verwijderen, wassop weg laten lopen.
Afsluitdop er op drukken en slang voor het legen in de houder duwen.
2* Voor modellen zonder slang voor legen: Pompdeksel voorzichtig
losdraaien, tot het sop er begint uit te lopen. Wanneer de serviceklep half
vol is, pompdeksel vastdraaien en service-klep legen. Stappen herhalen
tot het sop er volledig er is uitgelopen.
3. Pompdeksel voorzichtig losschroeven (restwater)
4. Binnenruimte, schroefdraad van het pompdeksel en pomphuis reinigen
(waaier van de pomp moet gedraaid kunnen worden).
5. Pompdeksel weer plaatsen en vastschroeven.
6. Serviceklep plaatsen en sluiten.
Om te voorkomen dat bij de volgende keer wassen het wasmiddel ongebruikt in de afvoer
stroomt: 1 liter water in compartiment II gieten en programma Afpompen starten.
Afvoer slang op sifon
Programmakiezer op Uit zetten, stekker uit het stopcontact halen.
1. Slangenklem losmaken, afvoerslang voorzichtig lostrekken (restwater).
2. Afvoerslang en sifonklemmen reinigen.
3. Afvoerslang weer plaatsen en aansluitplek met slangenklem borgen.
Zeef in watertoevoer
Elektrocutiegevaar!
AquaäStopäveiligheidsvoorziening niet in water onderdompelen (bevat elektrische
afsluiter).
Waterdruk in toevoerslang afbouwen:
1. Waterkraan sluiten!
2. Gewenst programma instellen (behalve Spoelen/Centrifugeren /
Afpompen).
3. Start/Bijvullen kiezen. Programma ca. 40 seconden laten lopen.
4.
Programmakiezer op
Uit
zetten. Netstekker uit contactdoos trekken.
Zeef reinigen:
1. Afhankelijk van model:
Slang van waterkraan nemen.
Zeef met een kleine borstel reinigen.
en/of bij modellen Standard en Aqua-Secure:
Slang aan de achterzijde van het apparaat afnemen,
zeef met tang verwijderen en reinigen.
2. Slang aansluiten en op lekdichtheid controleren.
– Verbrandingsgevaar!
Wassop laten afkoelen!
– Waterkraan dichtdraaien!