nl
8
Gebruik van onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen van het
apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt
u dat de overgelopen zoutoplossing
onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie
aan het spoelreservoir wordt voorkomen.
–Deschroefdopvanhet
voorraadreservoir 1B eraf draaien.
– Het reservoir met water vullen (alleen
nodig bij het eerste gebruik).
– Hierna onthardingszout bijvullen (geen
tafelzout).
Hierdoor wordt het water verdrongen
en loopt weg.
*afhankelijk vanhetmodel
De indicatie zout bijvullen P op het
bedieningspaneel blijft nog even branden
en gaat pas na een tijdje uit, als zich
een voldoende zoutconcentratie heeft
gevormd.
Bij instelwaarde ‹ geen onthardingszout
gebruiken omdat er tijdens het afwassen
geen zout verbruikt wordt. De zoutindicatie
is uitgeschakeld. Bij het instellen op ‚ tot
ˆ moet het zoutreservoir met zout gevuld
worden.
Reinigin gsproducte metzoutcomponente
Gebruik van reinigingsproducten
met zoutcomponenten
Bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten
met zoutcomponenten hoeft in het
algemeen tot een waterhardheid
van 21°dH (37°fH, 26°Clarke, 3,7mmol/l)
geen onthardingszout gebruikt te worden.
Bij een waterhardheid boven 21° dH is
ook hier het gebruik van onhardingszout
noodzakelijk.
Ontharding uitschakele n
Indicatie zout bijvullen
Zodra de indicatie zout bijvullen P
op het bedieningspaneel brandt, moet
opnieuw zout worden bijgevuld.
Afhankelijk van het aantal afwasbeurten en
de instelling
van de wateronthardingsinstallatie kan het
meerdere maanden duren voordat het zout
bijgevuld dient te worden.
Als de indicatie zout bijvullen P stoort
(bijv. bij gebruik van gecombineerde
reinigingsproducten
met zoutcomponenten), dan kan deze
uitgeschakeld worden.
– Ga te werk zoals onder
„Onthardingsinstallatie instellen”
is beschreven en de waarde op ‹
zetten.
Hiermee zijn de onthardingsinstallatie
en de indicatie zout bijvullen
uitgeschakeld.
ã=Waarschuwing
Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel
vullen. Hierdoor gaat
de onthardingsinstallatie kapot.
Onthardingszout $