123709
26
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/30
Next page
9000 222 213 (8610)

Gebruiksaanwijzing
nl
Inhoud
Veiligheidsvoorschriften 4 . . . . . . . .
Kennismaking met het apparaat 5 .
Wateronthardingsinstallatie 6 . . . . .
Vul onthardingszout 7 . . . . . . . . . . . .
Vullen met glansspoelmiddel 8 . . . .
Serviesgoed 9 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Afwasmiddel 12 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
auto 3in1 13 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Programma-overzicht 15 . . . . . . . . . .
Afwassen 16 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Extra functies 18 . . . . . . . . . . . . . . . . .
Schoonmaken en onderhoud 19 . . . .
Opsporing van storingen 21 . . . . . . . .
Inschakelen van de Servicedienst 24
Aanwijzingen 24 . . . . . . . . . . . . . . . . .
Installatie 25 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Afvoeren van de verpakking
en van uw oude apparaat 26 . . . . . . .
nl
4
Veiligheidsvoorschriften
Bij aflevering
Controleer onmiddellijk of de
verpakking en de afwasautomaat
tijdens het transport beschadigd zijn.
Een beschadigd apparaat niet in
gebruik nemen maar contact opnemen
met uw leverancier.
Het verpakkingsmateriaal volgens de
bestaande milieuvoorschriften (laten)
afvoeren.
Bij de installatie
Het apparaat volgens het installatie-
en montagevoorschrift plaatsen en
aansluiten.
Tijdens het installeren mag de
afwasautomaat niet op het lichtnet
zijn aangesloten.
Overtuig u ervan dat het aardings-
systeem van de elektrische
huisinstallatie volgens de geldende
elektrotechnische voorschriften is
geïnstalleerd.
De elektrische aansluitvoorwaarden
moeten overeenkomen met de
gegevens op het typeplaatje van
de afwasautomaat.
Als de afwasautomaat in een hoge kast
moet worden ingebouwd, dan moet hij
volgens de voorschriften en bovendien
aan de achterwand bevestigd worden.
Voor een goede stabiliteit van het
apparaat mogen integreerbare of
onderbouwapparaten alleen onder een
doorlopend werkblad worden
ingebouwd dat aan de kasten ernaast
is vastgeschroefd.
Na het plaatsen van het apparaat moet
de stekker gemakkelijk te bereiken zijn.
Niet bij alle modellen:
Het kunststof huis aan de water-
aansluiting bevat een elektrisch
ventiel. In de toevoerslang bevinden
zich de aansluitingsleidingen. De slang
niet doorsnijden en het kunststof huis
niet in water onderdompelen.
Waarschuwig
Als het toestel niet in een nis staat en
daardoor een zijwand toegankelijk is, dan
moeten de deurscharnieren om
veiligheidsredenen bedekt worden (gevaar
voor verwondingen).
De afdekkingen krijgt u als extra
toebehoren bij de klantendienst of uw
dealer.
Dagelijks gebruik
Attentie
Messen en andere voorwerpen met
scherpe punten met de punten naar
beneden in de bestekkorf zetten of plat in
de servieskorf leggen.
De afwasautomaat alleen in het
huishouden gebruiken en alleen voor
het aangegeven doel: het afwassen
van huishoudelijk serviesgoed.
Niet op de geopende deur gaan zitten
of staan. Het apparaat kan kantelen.
Bij vrijstaande apparaten erop letten dat
het apparaat naar voren kan kiepen bij
te vol geladen servieskorven.
Het water in de spoelruimte is geen
drinkwater.
Doe geen oplosmiddel in de
spoelruimte. Kans op explosie.
Tijdens het programmaverloop de deur
alleen heel voorzichtig openen. Er kan
namelijk heet water uit het apparaat
spuiten.
Om verwondingen bijv. door struikelen
te voorkomen: de afwasautomaat
tijdens het in- en uitladen zo kort
mogelijk openen.
Let op de veiligheidsvoorschriften resp.
de aanwijzingen bij het gebruik op
de verpakkingen van het afwas-
en glansspoelmiddel.
nl
5
Bij kinderen in het huishouden
Maak gebruik – indien aanwezig – van
de kinderbeveiliging. Een nauwkeurige
beschrijving vindt u achter in de
omslag.
Laat kinderen nooit met het apparaat
spelen of het bedienen.
Kinderen uit de buurt van afwasmiddel
en glansspoelmiddel houden. Deze
kunnen irritaties in mond, keel en ogen
veroorzaken of tot verstikking leiden.
Kinderen uit de buurt van de geopende
afwasautomaat houden. Er kunnen nog
resten afwasmiddel in het apparaat zijn
achtergebleven.
Bij een hoog ingebouwd apparaat bij
het openen en sluiten van de deur erop
letten dat kinderen zich niet tussen de
deur van het apparaat en de kastdeur
eronder wringen en/of bekneld raken.
Bij schade
Reparaties en ingrepen mogen alleen
door een vakkundig monteur worden
uitgevoerd. Hierbij mag het apparaat
niet op het lichtnet zijn aangesloten.
Stekker uit het stopcontact trekken
(alleen aan de stekker trekken, niet aan
de aansluitkabel) resp. de zekering
uitschakelen of losdraaien. Kraan
dichtdraaien.
Bij het afvoeren van het
apparaat
Het afgedankte apparaat onmiddellijk
onbruikbaar maken om eventuele
ongelukken te voorkomen.
Het apparaat op een milieuvriendelijke
wijze (laten) afvoeren.
Waarschuwig
Kinderen kunnen in het toestel ingesloten
raken (verstikkingsgevaar) of in andere
situaties terechtkomen.
Daarom: Stekker uittrekken, netkabel
afsnijden en weggooien. Deurslot zodanig
kapot maken dat de deur niet meer sluit.
Kennismaking met het
apparaat
De afbeeldingen van het
bedieningspaneel en van de binnenruimte
van het apparaat vindt u vooraan in
de omslag van deze gebruiksaanwijzing.
Bedieningspaneel
1
Hoofdschakelaar
2
Toets om de deur te openen
3
Programmakiezer (te verzinken*)
4
Extra functies*
5 Indicatie Watertoevoer controleren
6
Indicatie zout bijvullen
7
Indicatie glansspoelmiddel bijvullen
8 Cijferindicatie
* niet bij alle modellen
Binnenkant van het apparaat
20
Bovenste servieskorf met etagère
21
Extra bestekkorf voor de bovenste
servieskorf*
22
Bovenste sproeiarm
23
Onderste sproeiarm
24
Reservoir voor onthardingszout
25
Zeven
26
Bestekkorf
27
Onderste servieskorf
28
Vergrendeling voor
afwasmiddelbakje
29
Voorraadreservoir voor
glansspoelmiddel
30
Afwasmiddelbakje
31
Typeplaatje
* niet bij alle modellen
Inkopen voordat u het apparaat
voor het eerst in gebruik neemt:
zout
– afwasmiddel
– glansspoelmiddel
Gebruik enkel producten die geschikt zijn
voor de vaatwasmachine.
nl
6
Wateronthardingsinstallatie
Voor een goed afwasresultaat heeft de
afwasautomaat zacht water, d.w.z. water
met weinig kalk nodig. Anders zetten zich
witte kalkresten op het serviesgoed en de
binnenkant van de spoelruimte af.
Leidingwater met een te hoge
hardheidsgraad moet voor gebruik in de
afwasautomaat onthard, d.w.z. ontkalkt
worden.
Dit gebeurt met behulp van speciaal zout
in de wateronthardingsinstallatie van de
afwasautomaat.
De instelling en daarmee de benodigde
hoeveelheid zout zijn afhankelijk van de
hardheidsgraad van het leidingwater.
Instellen van de
wateronthardingsinstallatie
Vraag de hardheidsgraad van het water
bij het waterleidingbedrijf of bij de
Servicedienst op.
De juiste instelling vindt u in de tabel
voor de waterhardheid.
Tabel voor de waterhardheid
Deur sluiten
Programmakiezer
3
uit de
12-uur-stand tegen de wijzers van
de klok in één klik naar links draaien.
Hoofdschakelaar
1
inschakelen
en min. 3 sec. ingedrukt houden.
Op de cijferindicatie
8
verschijnt
de actuele instelwaarde van de
waterhardheid en de zoutindicatie
6
knippert (de instelling van de water-
hardheid is in de fabriek op stand 4
ingesteld).
Om de instelling te wijzigen:
programmakiezer
3
draaien.
U kunt een instelwaarde tussen 0 en 7
kiezen, afhankelijk van de hardheid van
het leidingwater.
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen. De
ingestelde waarde is in het geheugen
opgeslagen.
Om de onthardingsinstallatie te regeneren
is ca. 4 liter water nodig. Hierdoor wordt
het waterverbruik per afwasprogramma –
afhankelijk van de instelling voor de
waterhardheid – met 0 tot 4 liter verhoogd.
nl
7
Vul onthardingszout
Onmiddellijk vóór het inschakelen van het
apparaat zout bijvullen. Hiermee bereikt
u dat de overgelopen zoutoplossing
onmiddellijk wordt uitgespoeld en corrosie
aan het spoelreservoir wordt voorkomen.
De schroefdop van het
voorraadreservoir
24 eraf draaien.
Vóór het eerste gebruik ca. 1 liter water
in het zoutreservoir gieten.
Hierna zoveel zou bijvullen (geen
tafelzout) tot het zoutreservoir vol
is (max. 1,5 kg). Als u het reservoir
met zout vult, dan wordt het water
verdrongen en loopt weg.
De indicatie zout bijvullen
6
op het
bedieningspaneel brandt eerst en gaat na
enige tijd uit als zich een voldoende
zoutconcentratie heeft gevormd.
Bij de instelwaarde van de waterhardheid
geen onthardingszout gebruiken
omdat tijdens het afwassen geen zout
wordt verbruikt. De zoutindicatie is
uitgeschakeld.
Waarschuwig
Het zoutreservoir nooit met afwasmiddel
vullen. Hierdoor gaat de
onthardingsinstallatie kapot.
Indicatie zout bijvullen
Zodra in het bedieningspaneel de indicatie
zout bijvullen
6
brandt, moet
u onmiddellijk vóór de volgende
afwasbeurt zout bijvullen.
Afhankelijk van het aantal
afwasbeurten en de instelling van
de wateronthardingsinstallatie kan
het meerdere maanden duren voordat
het zout bijgevuld dient te worden.
nl
8
Vullen met
glansspoelmiddel
Glansspoelmiddel hebt u nodig voor
streeploos gedroogd serviesgoed en
heldere glazen.
Gebruik alleen glansspoelmiddel voor
huishoudelijke afwasautomaten.
Deksel van het voorraadreservoir voor
glansspoelmiddel
29 openklappen.
Hiertoe op de markering (1
) op het
deksel drukken en tegelijkertijd het
deksel met het bedieningslipje (2
)
optillen.
Het reservoir voorzichtig tot net
onder de rand van de vulopening met
glansspoelmiddel vullen.
Deksel sluiten tot u een klik hoort.
Eventueel gemorst glansspoelmiddel
met een doekje verwijderen om
overmatige schuimontwikkeling bij
de volgende afwasbeurt te voorkomen.
Instellen van de juiste dosering
van glansspoelmiddel
De dosering van de hoeveelheid
glansspoelmiddel kan traploos worden
ingesteld. De instelknop is door de fabriek
op 4 ingesteld.
Verander de instelling van de instelknop
voor glansspoelmiddel als er strepen
(draaien in richting –) of watervlekken
(draaien in richting +) op het serviesgoed
achterblijven.
29
Instelknop voor
glansspoelmiddel
Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen
Zodra de glansspoelmiddelindicatie
op het bedieningspaneel
7
brandt,
moet glansspoelmiddel worden bijgevuld.
Bij gebruik van reinigingsproducten
met geïntegreerd glansspoelmiddel kan
de glansspoelmiddelindicatie worden
uitgeschakeld (zie „Glansspoelmiddel-
indicatie uit- en inschakelen” in het
hoofdstuk „auto 3in1”).
nl
9
Serviesgoed
Ongeschikt servies
Bestek en servies met houten
onderdelen.
Gevoelige gedecoreerde glazen,
kunstnijverheidsservies en -vazen en
antiek servies. De decoraties zijn niet
bestand tegen afwassen in een
afwasautomaat.
Kunststof voorwerpen/onderdelen die
gevoelig zijn voor heet water.
Koperen en tinnen serviesgoed.
Serviesgoed dat bevuild is met as,
kaarsvet, smeerolie of verf.
Materiaal dat water absorbeert, zoals
sponzen of doeken.
Geglazuurd serviesgoed en voorwerpen
van aluminium en zilver kunnen bij het
afwassen gaan verkleuren of verbleken.
Ook sommige soorten glas (bijv.
voorwerpen van kristal) kunnen dof
worden nadat ze vele malen zijn
afgewassen.
Advies:
koop voortaan alleen serviesgoed waarop
staat aangegeven dat het geschikt is voor
de afwasmachine.
Schade aan glas en
serviesgoed
Oorzaken:
glassoort en fabricagewijze van het
glas;
chemische samenstelling van het
afwasmiddel;
temperatuur van het water en
programmaduur van de
afwasautomaat.
Advies:
gebruik glas en porcelein dat door de
fabricant aangeduid wordt als geschikt
voor afwasautomaten.
Gebruik afwasmiddel dat het
serviesgoed ontziet. U kunt dit
informeren bij de fabricant van het
afwasmiddel.
Kies een programma met een zo laag
mogelijke temperatuur en een korte
programmaduur.
Om beschadigingen te voorkomen glas
en bestek na afloop van het programma
zo snel mogelijk uit de afwasautomaat
halen.
Serviesgoed inruimen
Grove etensresten verwijderen.
Voorspoelen onder stromend water
is niet nodig.
Het serviesgoed zodanig inruimen dat
D
het stevig staat en niet kan
omvallen;
D
alle soorten serviesgoed met de
opening naar beneden staan;
D
serviesgoed met een ronding of een
holte schuin staat zodat het water
er vanaf kan lopen;
D
het de twee sproeiarmen tijdens het
ronddraaien niet belemmert.
Heel kleine stukken kunnen niet in de
machine gewassen worden omdat ze
makkelijk uit de manden kunnen vallen.
Vaatwerk uit de machine halen
Om te vermijden dat waterdruppels van de
bovenste mand op het vaatwerk in de
onderste mand vallen, is het aan te raden
om eerst de onderste en dan de bovenste
mand te legen.
nl
10
Kopjes en glazen
Bovenste servieskorf
20
* niet bij alle modellen
Pannen
Onderste servieskorf
27
Bestek
Bestek altijd ongesorteerd met het eetvlak
naar beneden inruimen. Zo kan de
sproeistraal elk stuk bestek beter
bereiken.
Om verwondingen te voorkomen: lange,
puntige bestekdelen en messen op de
etagère (niet bij alle modellen) of op de
besteketagère (tegen meerprijs
verkrijgbaar) leggen.
Omklapbare bordensteunen *
* niet bij alle modellen
De bordensteunen zijn omklapbaar
waardoor pannen en schalen practischer
kunnen worden ingeruimd.
De etagère *
* niet bij alle modellen
Hoge glazen en glazen op een hoge voet
niet tegen het servies maar tegen de rand
van de etagère laten leunen.
Lange voorwerpen, voorsnij- en
slacouverts, pollepels of messen op de
etagère leggen zodat de sproeiarmen
ongehinderd kunnen ronddraaien. U kunt
de etagère naar wens in- en uitklappen.
nl
11
Houder voor kleingoed *
* niet bij alle modellen
Hier kunnen lichte voorwerpen van
kunststof zoals bekers, deksels enz.
vastgeklemd worden.
Verstellen van de korfhoogte *
* niet bij alle modellen
De bovenste servieskorf kan – indien
gewenst – in de hoogte versteld worden
om in de bovenste of in de onderste
servieskorf meer ruimte te maken voor
hoger serviesgoed.
Hoogte van het appa-
raat in cm
81 86
max. ø in cm boven 20/25* 20/25*
max. ø in cm onder 30/25* 34/29*
Afhankelijk van de uitvoering van
de bovenste servieskorf in uw model
afwasautomaat kunt u kiezen uit een van
de volgende manieren om te werk te
gaan:
bovenste servieskorf met boven
en onder een paar rollen
De bovenste servieskorf uittrekken.
De bovenste servieskorf eruit halen
en op de bovenste resp. onderste rollen
weer inhangen.
Bovenste servieskorf met
hendels aan de zijkant
(Rackmatic)
De bovenste servieskorf uittrekken.
Om de korf te laten zakken: de twee
hendels links en rechts aan de
buitenkant van de korf een voor een
naar binnen drukken. Hierbij de korf
aan de zijkant aan de bovenste rand
vasthouden om te voorkomen dat hij
plotseling naar beneden valt.
Om de korf op te tillen: de korf aan de
zijkant aan de bovenste rand
vastpakken en naar boven trekken.
Overtuig u ervan dat de korf – voordat u
hem weer in het apparaat schuift – aan
beide zijden op dezelfde hoogt ligt.
Anders kan de deur van het apparaat
niet dicht en heeft de bovenste
sproeiarm geen verbinding met het
aansluitpunt van de watertoevoer.
nl
13
auto 3in1
Het gebruik van zogenaamde
gecombineerde reinigingsproducten kan
het gebruik van glansspoelmiddel en/of
onthardingszout overbodig maken.
Op het moment zijn verschillende soorten
gecombineerde reinigingsproducten
verkrijgbaar:
2in1: deze bevatten afwasmiddel en
glansspoelmiddel of een zoutfuntie.
3in1: deze bevatten afwasmiddel,
glansspoelmiddel en een zoutfunctie.
4in1: deze producten bevatten
afwasmiddel, glansspoelmiddel,
zoutfunctie en een extra
glasbeschermingscomponent.
Daarnaast worden – afhankelijk van
de fabrikant – nog andere gecombineerde
producten met een vergelijkbare werking
aangeboden.
>>> Altijd nakijken om welk soort
afwasmiddel of gecombineerd
product het gaat!
De gebruiksaanwijzing of de aanwijzingen
op de verpakking altijd in acht nemen.
Het afwasprogramma past zich
automatisch zó aan dat altijd het best
mogelijke afwas- en droogresultaat
wordt bereikt.
Neem de volgende belangrijke
aanwijzingen in acht bij het gebruik van
gecombineerde reinigingsproducten:
Alleen tot een waterhardheid van
21_ dH (37_ fH, 26_ Clarke,
3,7 mmol/L) kan van het gebruik van
onthardingszout worden afgezien.
Andere instellingen aan het apparaat
zijn overbodig.
Bij een waterhardheid van meer dan
21_ dH (37_ fH, 26_ Clarke, 3,7 mmol/L)
is het gebruik van zout wel
noodzakelijk. Zoutreservoir
24
met
zout vullen en de
wateronthardingsinstallatie op stand
6 zetten.
Neem in geval van twijfel contact op met
de fabrikant van het reinigingsmiddel,
vooral als:
het serviesgoed na afloop van het
programma erg nat is,
er kalkaanslag ontstaat.
Attentie!
Optimale afwas- en droogresultaten
bereikt u door het gebruik van normale
afwasmiddelen in combinatie met
(apart) gebruik van onthardingszout en
glansspoelmiddel.
Het in acht nemen van de
gebruiksaanwijzing of de aanwijzingen
op de verpakking van de gecombineerde
reinigingsmiddelen is van groot belang
voor de effectiviteit van deze middelen.
Attentie!
Ook als de indicatie glansspoelmiddel
bijvullen en/of onthardingszout bijvullen
brandt, loopt het afwasprogramma bij
gebruik van 3in1 producten probleemloos
af.
Als de indicatie glansspoelmiddel bijvullen
7
of onthardingszout bijvullen
6
u stoort en u deze wilt uitschakelen,
ga dan als volgt te werk:
nl
14
Glansspoelmiddelindicatie uit-
of inschakelen*
* niet bij alle modellen
U kunt de glansspoelmiddelindicatie
7
uitschakelen als u een afwasmiddel met
geïntegreerd glansspoelmiddel gebruikt.
Deur sluiten.
Toets A indrukken en ingedrukt
houden.
Hoofdschakelaar
1
net zolang
indrukken tot de cijferindicatie brandt.
Beide toetsen loslaten.
Op de cijferindicatie
8
verschijnt
(glansspoelmiddelindicatie aan) en
toets
A knippert.
Door toets A in te drukken kunt
u de glansspoelmiddelindicatie uit-
of inschakelen .
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen;
De instelling blijft in het geheugen
opgeslagen.
„Vergeet niet de glansspoelmiddelindicatie
weer in te schakelen als u een
afwasmiddel zonder geïntegreerd
glansspoelmiddel gebruikt!”
Indicatie onthardingszout
bijvullen /
wateronthardingsinstallatie
uit- en inschakelen
Deur sluiten
Programmakiezer
3
uit de
12-uur-stand tegen de wijzers van
de klok in één klik naar links draaien.
Hoofdschakelaar
1
inschakelen
en min. 3 sec. ingedrukt houden.
Op de cijferindicatie
8
verschijnt
de actuele instelwaarde van de
waterhardheid en de zoutindicatie
6
knippert (de instelling van de water-
hardheid is in de fabriek op stand 4
ingesteld).
Om de instelling te wijzigen:
programmakiezer
3
draaien.
U kunt een instelwaarde tussen 0 en 7
kiezen, afhankelijk van de hardheid van
het leidingwater.
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen. De
ingestelde waarde is in het geheugen
opgeslagen.
Attentie!
Als u afwasmiddel en glansspoelmiddel
apart gebruikt of als u van gecombineerde
reinigingsmiddelen op de gebruikelijke
reinigingsproducten omschakelt, let er
dan op dat de indicatie glansspoelmiddel
bijvullen is ingeschakeld en de
wateronthardingsinstallatie op de juiste
waterhardheid is ingesteld.
nl
15
Programma-overzicht
In dit overzicht staat het maximaal mogelijke aantal programma’s vermeld. De bij uw apparaat
behorende programma’s kunt u op het bedieningspaneel aflezen.
Koffie, gebak, melk,
worst, koude dranken,
salade
Soep, soufflé, saus,
aardappelen,
deegwaren, rijst,
eieren, gebraden
gerechten
Gevoelig
Soort serviesgoed
bijv. porselein,
pannen,
bestek,
glazen etc.
Soort
etensresten bijv.
Programm-
averloop
Drogen
Glans-
spoelen
55_
Tussen-
spoelen
Schoon-
maken
40_
Voorspoelen
Glans-
spoelen
55_
Tussen-
spoelen
Schoon-
maken
45_
Soep,
aardappelen,
deegwaren,
rijst, eieren,
gebraden
gerechten
Afwas-
programma’s
heel
weinig
Hoeveelheid
etensresten
Toestand van
de etensresten
Intensief
70_
Eco
50_
Glas
40_
Snel
45_
Voor-
spoelen
Gemengd
Drogen
Glans-
spoelen
65_
Tussen-
spoelen
Schoon-
maken
50_
Voorspoelen
Drogen
Glans-
spoelen
70_
Tussen-
spoelen
Schoon-
maken
70_
Voorspoelen
40_
Afspoelen
als het
serviesgoed
enkele
dagen tot de
afwas in het
apparaat
bewaard
wordt.
Voorspoelen
weinigveel
GemengdOngevoelig
weinig aangekoekterg aangekoekt
Normaal
65_
Drogen
Glans-
spoelen
70_
Tussen-
spoelen
Tussen-
spoelen
Schoon-
maken
65_
Voorspoelen
Programmakeuze
Aan de hand van het soort en de
hoeveelheid serviesgoed, resp. van de
etensresten kunt u in het programma-
overzicht het juiste door u in te stellen
programma vinden.
De bijbehorende programmagegevens
vindt u in de korte handleiding.
nl
16
Afwassen
Besparingstip
Bij een niet vol beladen machine kunt u
meestal gebruik maken van een minder
sterk programma.
Programmagegevens
De programmagegevens vindt u
in de korte handleiding. Ze hebben
betrekking op normale omstandigheden.
Door:
verschillen in de hoeveelheid
serviesgoed
de temperatuur van het toegevoerde
water
de druk in de waterleiding
de omgevingstemperatuur
toleranties in de netspanning
en de toleranties in het apparaat (bijv.
temperatuur, hoeveelheid water,...)
kunnen grotere afwijkingen optreden.
De waarden van het waterverbruik
hebben betrekking op instelwaarde
4 van de waterhardheid.
Aqua-Sensor *
* niet bij alle modellen
De Aqua-Sensor is een optisch
meetsysteem (met lichtstraal) waarmee
de vertroebeling van het afwaswater wordt
gemeten.
Afhankelijk van het programma treedt
de Aqua-Sensor in werking. Als de
Aqua-Sensor actief is, kan het „schone”
afwaswater in de volgende reinigingsfase
gebruikt worden en/of de temperatuur
worden aangepast. Is het water te vuil,
dan wordt het afgepompt en door vers
water vervangen. Op deze manier kan het
waterverbruik met ca. 4 liter verminderd
worden.
Inschakelen van het apparaat
Deur sluiten.
Kraan helemaal opendraaien.
Programmakiezer
3
op het gewenste
programma draaien.
Hoofdschakelaar
1
inschakelen.
Op de cijferindicatie
8
verschijnt de
vermoedelijke duur van het programma.
Het programmaverloop start
automatisch.
Resttijdindicatie
Na het starten verschijnt op het display
de vermoedelijke duur van het
programma. De programmaduur wordt
beïnvloed door de temperatuur van het
water, de hoeveelheid serviesgoed en de
graad van vervuiling.
Door wijzigingen in deze gegevens kan
de looptijd (afhankelijk van het gekozen
programma) sterk variëren. Doordat de
beïnvloeding van de programmaduur pas
tijdens het programmaverloop wordt
herkend, kunnen grotere tijdsprongen
optreden.
Einde van het programma
Het programma is afgelopen als er op de
cijferindicatie
8
een verschijnt.
Uitschakelen van het apparaat
Enkele minuten na afloop van het
programma:
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen.
Kraan dichtdraaien
(niet van toepassing bij apparaten met
Aqua-Stop).
Na afkoeling het serviesgoed uit het
apparaat halen.
Om na afloop van het programma het
serviesgoed uit te ruimen: de deur
helemaal openen en niet op een kier laten
staan. Eventueel nog ontsnappende
waterdamp kan gevoelige werkbladen
beschadigen.
nl
17
Onderbreken van het
programma
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen.
Het indicatielampje gaat uit. Het
programma blijft in het geheugen
opgeslagen.
Als bij aansluiting op warm water of als het
apparaat al is opgewarmd de deur van het
apparaat geopend werd, de deur eerst
een paar minuten op een kier laten staan
en dan pas dichtdoen. Anders kan de deur
van het apparaat door expansie
openspringen.
Hoofdschakelaar weer inschakelen.
Afbreken van het programma
(Reset)
Alleen als de hoofdschakelaar
is ingeschakeld:
Programmakiezer op Reset draaien.
Na ca. 3 sec. verschijnt op de
cijferindicatie
.
Het programma is na ca. 1 minuut
afgelopen.
Hoofdschakelaar
1
na afloop van het
programma uitschakelen.
Om opnieuw een programma te starten:
programmakiezer
3
op het gewenste
programma draaien. Hoofdschakelaar
1
inschakelen. Het programmaverloop
start automatisch.
Wijzigen van het programma
Nadat het apparaat is ingeschakeld kan
binnen 2 minuten een ander programma
worden ingesteld.
Bij een latere programmawijziging worden
al gestarte programma-onderdelen
(bijv. reinigen) afgewerkt. De nieuwe
resttijd bestaat uit de resttijd van het vorige
programma-onderdeel en de resttijd van
het nieuw gekozen programma.
Intensief drogen *
* niet bij alle modellen
Door de functie „intensief drogen” te
activeren wordt in alle programma’s tijdens
het glansspoelen een hogere temperatuur
bereikt en daardoor een beter
droogresultaat. (Wees voorzichtig met
gevoelig serviesgoed bij een hogere
temperatuur.)
Deur sluiten.
Toets B ingedrukt houden en
hoofdschakelaar
1
inschakelen.
Beide toetsen loslaten.
Op de cijferindicatie
8
brandt
(aan) of (uit) en toets B knippert.
Om de instelling te wijzigen: toets B
indrukken.
Hoofdschakelaar
1
uitschakelen;
de instelling is in het geheugen
opgeslagen.
nl
18
Extra functies
* niet bij alle modellen, met de toetsen
extra functies
4
instelbaar.
Inweken *
Het programma Inweken loopt vóór het
hoofdprogramma af en moet vóór
het
starten van het programma gekozen
worden. In dit extra programma kan in
de onderste servieskorf serviesgoed
zoals pannen, schalen etc. worden
ingeweekt en voorgespoeld.
Wij raden u aan ca. 5 g afwasmiddel
op de deur van het apparaat te strooien.
Tijdverkorting/Tijd besparen*
De afwastijden en de droogfase worden
verkort. Door de tijdverkorting wordt het
afwas- en droogresultaat verminderd.
Tijd besparen (VarioSpeed) *
Met de functie >>Tijd besparen<< kan
de looptijd – afhankelijk van het gekozen
afwasprogramma – met ca. 20% tot 50%
verkort worden. De wijziging van de
looptijd wordt op de resttijdindicatie
aangegeven. Om bij verkorte looptijd
optimale reinigings- en droogresultaten te
bereiken, wordt het water- en
energieverbruik verhoogd.
Halve belading*
Als u maar weinig afwas hebt (bijv. glazen,
kopjes, borden), dan kunt u de „Halve
belading” bijschakelen. Bij de extra functie
„Halve belading” bespaart u water, energie
en tijd. Vul het afwasmiddelbakje met iets
minder afwasmiddel dan zoals aanbevolen
bij een volle belading van de machine.
h.
Starttijd kiezen *
U kunt het programma tot 19 uur later
(in stappen van een uur) laten starten.
Apparaat inschakelen.
Toets starttijd kiezen net zolang
indrukken tot de cijferindicatie
8
op springt.
Toets starttijd kiezen net zo vaak
indrukken tot de aangegeven tijd aan
uw wens voldoet.
Om de gekozen starttijd te wissen:
toets starttijd kiezen net zo vaak
indrukken tot op de cijferindicatie
verschijnt.
Tot de starttijd kunt u het programma
willekeurig wijzigen.
nl
19
Schoonmaken
en onderhoud
Regelmatige controle en onderhoud van
het apparaat dragen ertoe bij defecten te
voorkomen. Dit bespaart u tijd en ergernis.
Algemene toestand van
de machine
Spoelruimte controleren op kalkaanslag
en vetresten.
Als u zulke aanslag aantreft:
afwasmiddelbakje met afwasmiddel
vullen. Het apparaat zonder
serviesgoed in het programma met de
hoogste afwastemperatuur starten.
Om het apparaat te reinigen alleen
speciaal voor afwasautomaten geschikte
afwas-/schoonmaakmiddelen gebruiken.
Deurafdichting regelmatig met een
vochtig doekje afnemen.
Gebruik bij het reinigen van uw
afwasautomaat nooit een stoomreiniger.
De fabrikant kan niet aansprakelijk
worden gesteld voor eventuele gevolgen.
De voorkant van het apparaat en het
bedieningspaneel regelmatig met
water en een beetje afwasmiddel
schoonmaken. Geen schuursponsjes
gebruiken of schoonmaakmiddelen met
schuurmiddelen. Dit kan krassen op
de oppervlakken veroorzaken.
Attentie!
Gebruik nooit andere huishoudelijke
schoonmaakmiddelen die chloor bevatten!
Ze kunnen schadelijk zijn voor de
gezondheid!
Onthardingszout
en glansspoelmiddel
De bijvulindicaties
6
en
7
controleren. Eventueel zout en/of
glansspoelmiddel bijvullen.
Zeven
De zeven
25 zorgen ervoor dat grove
etensresten in het spoelwater niet in de
afvoerpomp terechtkomen. Door deze
etensresten kunnen de zeven verstopt
raken.
Het zeefsysteem bestaat uit een
zeefcylinder, een vlakke fijne zeef en –
afhankelijk van het type apparaat –
tevens uit een microzeef (*).
Na elke afwasbeurt de zeven op
etensresten controleren.
Na het losdraaien van de zeefcylinder
kunt u het zeefsysteem eruit halen.
Etensresten verwijderen en de zeven
onder stromend water schoonmaken.
nl
21
Afvoerpomp *
* niet bij alle modellen
Grove etensresten in het spoelwater die
niet door de zeven worden tegengehouden,
kunnen de afvoerpomp blokkeren. Het
spoelwater wordt dan niet afgepompt en
blijft boven de zeef staan.
In dit geval:
De stekker van het apparaat altijd eerst
uit het stopcontact trekken of de
trekschakelaar uitschakelen.
eventueel water eruit scheppen.
Zeven 25 eruit halen.
Schroef uit de afdekking schroeven
(torx T 20) en de afdekking eraf halen.
Binnenruimte controleren op vreemde
voorwerpen en deze – indien nodig –
verwijderen.
Afdekking weer aanbrengen en
vastschroeven.
Zeven er weer in zetten en
vastschroeven.
Torx T20
2
1
Opsporing van storingen
Kleine storingen zelf verhelpen
De meest voorkomende storingen in het
dagelijks gebruik van het apparaat kunt u
zelf verhelpen zonder de hulp van de
Servicedienst in te roepen. Hiermee
bespaart u kosten en bent u ervan zeker
dat u het apparaat weer snel kunt
gebruiken. Het volgende overzicht kan u
erbij helpen de oorzaken van de ontstane
storingen vinden.
Storingen
Attentie
Denk eraan: reparaties mogen alleen door
een vakkundig monteur worden
uitgevoerd. Mocht het uitwisselen van een
onderdeel noodzakelijk zijn, let er dan op
dat alleen originele onderdelen gebruikt
worden. Ondeskundige reparatie of
gebruik van niet-originele onderdelen kan
aanzienlijke schade en gevaar voor de
gebruiker opleveren.
... bij het inschakelen
Het apparaat start niet.
De zekering van de huisinstallatie
is niet in orde.
De stekker zit niet in het
stopcontact.
De deur van het apparaat is niet
goed dicht.
De kraan is niet open.
nl
22
De zeef aan de watertoevoerslang
is verstopt.
Apparaat uitschakelen en de
stekker uit het stopcontact trekken.
Kraan dichtdraaien. Hierna de zeef
schoonmaken die zich aan de
aansluiting van de toevoerslang
bevindt. Tenslotte het apparaat
weer op het elektriciteitsnet
aansluiten, kraan opendraaien en
het apparaat inschakelen.
... aan het apparaat
de onderste sproeiarm draait
moeilijk
Sproeiarm door kleine deeltjes of
etensresten geblokkeerd.
Deksel van het afwasmiddelbakje
kan niet gesloten worden
Doseerreservoir te vol.
Mechanisme door vastgeplakte
afwasmiddelresten geblokkeerd.
De controlelampjes knipperen
na het starten van het programma.
Geen programma gekozen.
Er kleven na de afwas resten
afwasmiddel in het reservoir
Reservoir was bij het vullen
vochtig, alleen een droog reservoir
met afwasmiddel vullen.
Controlelampjes gaan na de afwas
niet uit
Hoofdschakelaar nog
ingeschakeld.
De indicatie „Watertoevoer
controleren”
5
brandt.
Kraan dicht.
Watertoevoer onderbroken.
Zeef aan de kraan verstopt.
Watertoevoerslang geknikt.
De bijvulindicatie brandt niet.
Indicatie glansspoelmiddel
bijvullen uitgeschakeld.
(zie hoofdstuk auto 3in1)
Indicatie onthardingszout bijvullen
uitgeschakeld.
(zie hoofdstuk auto 3in1)
Na afloop van het programma blijft
er water in het apparaat staan
De afvoerslang is verstopt of
geknikt.
De afvoerpomp is geblokkeerd.
De zeven zijn verstopt.
Het programma is nog niet
afgelopen. Wacht op het einde van
het programma (de cijferindicatie
geeft 0 aan).
Functie ”Reset” uitvoeren.
... bij de afwas
Abnormale schuimvorming
Handafwasmiddel in het reservoir
voor glansspoelmiddel.
Gemorst spoelmiddel kan bij de
volgende spoelbeurt tot
overmatige schuimvorming leiden,
daarom moet u het gemorste
spoelmiddel met een doek
verwijderen.
Het programma stopt tijdens de
afwas
Stroomtoevoer onderbroken.
Watertoevoer onderbroken.
Klappende geluiden tijdens de
afwas
Sproeiarm slaat tegen
serviesgoed.
nl
23
Kletterende geluiden tijdens de
afwas
Serviesgoed niet goed ingeruimd.
Klappende geluiden van de
vul-ventielen
Wordt veroorzaakt door de ligging
van de waterleiding en heeft geen
invloed op het functioneren van de
machine. Deze geluiden kunnen
niet verholpen worden.
... aan het serviesgoed
Er blijven gedeeltelijk etensresten
aan het serviesgoed plakken
Het serviesgoed was niet goed
ingeruimd, de waterstralen konden
het oppervlak niet bereiken.
De servieskorf was te vol.
Het serviesgoed ligt tegen elkaar
aan.
Te weinig afwasmiddel gebruikt.
Een te zwak programma gekozen.
Sproeiarmen konden niet
ongehinderd ronddraaien doordat
een stuk serviesgoed in de weg
stond.
Sproeiers van de sproeiarmen zijn
door etensresten verstopt.
De zeven zijn verstopt.
Zeven verkeerd ingezet.
Afvoerpomp geblokkeerd.
Er ontstaan verkleuringen op
kunststof onderdelen
Te weinig afwasmiddel gebruikt.
Er blijven gedeeltelijk witte vlekken
op het serviesgoed achter, de
glazen blijven melkkleurig
Te weinig afwasmiddel gebruikt.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
laag ingesteld.
Ondanks een hoge
hardheidsgraad van het
leidingwater geen zout
toegevoegd.
Onthardingsinstallatie te laag
ingesteld.
Het deksel van het zoutreservoir is
niet goed vastgedraaid.
Als u afwasmiddel zonder fosfaat
hebt gebruikt, probeer dan eens
afwasmiddel met fosfaat ter
vergelijking.
Het serviesgoed wordt niet droog
Programma zonder drogen
gekozen.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
laag ingesteld.
Serviesgoed te snel uit het
apparaat gehaald.
De glazen zien er dof uit
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
laag ingesteld.
Resten thee of lippenstift zijn
achtergebleven
Het afwasmiddel heeft te weinig
bleekwerking.
Een te lage afwastemperatuur
gekozen.
Roestsporen op het bestek
Het bestek is niet voldoende
roestbestendig.
Het zoutgehalte in het afwaswater
is te hoog.
Deksel van het zoutreservoir
niet goed vastgedraaid.
Tijdens het navullen te veel
zout toegevoegd.
De glazen worden dof en
verkleuren, de aanslag kan niet
worden afgewreven
Een ongeschikt afwasmiddel
gebruikt.
De glazen zijn niet geschikt voor
een afwasautomaat.
Op glazen en bestek blijven strepen
achter, de glazen zien er
metaalachtig uit.
Hoeveelheid glansspoelmiddel te
hoog ingesteld.
nl
25
Installatie
Om de afwasautomaat goed te laten
functioneren moet hij vakkundig worden
aangesloten. De gegevens van de
watertoevoer en -afvoer en de elektrische
aansluitwaarden moeten met de vereiste
criteria overeenkomen zoals deze in de
volgende alinea’s resp. in het
montagevoorschrift zijn beschreven.
Bij de montage de juiste volgorde van de
handelingen aanhouden:
– bij aflevering controleren
– plaatsen
– aansluiten op de waterafvoer
– aansluiten op de watertoevoer
– elektrische aansluiting
Aflevering
Uw afwasautomaat werd in de fabriek
zorgvuldig getest op functioneren
waardoor kleine watervlekken zijn
achtergebleven. Deze verdwijnen na de
eerste afwas.
Plaatsing
De vereiste inbouwmaten vindt u in het
montagevoorschrift. Het apparaat met
behulp van de verstelbare voetjes
waterpas zetten. Let erop dat het apparaat
stevig staat.
Aansluiten op de waterafvoer
De noodzakelijke handelingen vindt u in
het montagevoorschrift. Eventueel een
sifon met aansluitnippel monteren.
Afvoerslang met behulp van de
meegeleverde onderdelen op de
aansluitnippel van de sifon aansluiten.
Let erop dat de afvoerslang niet geknikt,
platgedrukt of ineengestrengeld is. (Let er
ook op dat de stop niet in de wasbak zit
zodat het water ongehinderd kan
weglopen!)
Aansluiten op de watertoevoer
Aansluiting volgens montagevoorschrift.
Toevoerslang met behulp van de
meegeleverde onderdelen op de kraan
aansluiten.
Let erop dat de watertoevoerslang niet
geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld
is. Bij vervanging van het apparaat moet
ook de watertoevoerslang voor de
aansluiting op de kraan vervangen
worden. De oude toevoerslang mag niet
meer gebruikt worden.
Waterdruk:
minimaal 0,05 MPa (0,5 bar), maximaal
1 MPa (10 bar).
Bij hogere druk een reduceerventiel
aanbrengen.
Hoeveelheid binnenstromend water:
minimaal 10 liter per minuut.
Temperatuur van het water:
bij voorkeur koud water. Warm water mag
maximaal een temperatuur van 60 °C
hebben.
Elektrische aansluiting
Het apparaat uitsluitend via een volgens
de voorschriften aangebracht, randgeaard
stopcontact op 230 volt wisselstroom
aansluiten.
Zie het typeplaatje 31
voor de vereiste zekering.
Het stopcontact moet zich in de buurt van
de afwasautomaat bevinden en
gemakkelijk bereikbaar zijn.
Veranderingen in de aansluiting mogen
alleen door een deskundig monteur
worden uitgevoerd.
Bij gebruik van een aardlekschakelaar
mag alleen een type met het teken
geïnstalleerd worden. Alleen deze
aardlekschakelaar voldoet aan de
nu geldende voorschriften.
nl
26
Demontage
De volgorde van de handelingen is ook
hier van belang: altijd eerst het apparaat
van het elektriciteitsnet loskoppelen.
Stekker uit het stopcontact trekken.
Kraan dichtdraaien.
Aansluiting op de waterafvoer en -toevoer
loskoppelen.
Bevestigingsschroeven onder het
werkblad eruit draaien. De plint – indien
aanwezig – demonteren.
Apparaat eruit halen en daarbij de slang
voorzichtig naar voren trekken.
Transport
De afwasautomaat leeg laten lopen. Losse
onderdelen vastzetten. Het apparaat
alleen rechtop vervoeren
Als het apparaat niet rechtop wordt
vervoerd, dan kan er resterend water in
het besturingsmechanisme
terechtkomen. Dit kan tot een verkeerd
programmaverloop leiden.
Het apparaat in de volgende stappen
legen:
kraan opendraaien.
Deur sluiten.
Programma ECO kiezen.
Hoofdschakelaar inschakelen.
Op de cijferindicatie verschijnt
de programmaduur in minuten.
Ca. 4 minuten wachten.
Programmakiezer op Reset
draaien.
Op de cijferindicatie verschijnt .
Na één minuut het apparaat
uitschakelen.
Kraan dichtdraaien.
Bescherming tegen vorst
Als het apparaat niet in een vorstvrije
ruimte staat (bijv. in een vakantiehuisje),
dan moet u het apparaat helemaal laten
leeglopen (zie transport).
Kraan dichtdraaien, toevoerslang
losmaken en laten leeglopen.
Afvoeren van de verpakking
en van uw oude apparaat
Afvoeren van de verpakking
en van uw oude apparaat
Een oud apparaat is geen waardeloos
afval! Door een milieuvriendelijke afvoer
kunnen waardevolle grondstoffen na
bewerking opnieuw gebruikt worden.
Bij afgedankte apparaten de stekker uit
het stopcontact trekken, aansluitkabel
doorknippen en samen met de stekker
verwijderen.
Deurslot en kinderbeveiliging (indien
aanwezig) onklaar maken. Hiermee
voorkomt u dat kinderen zichzelf tijdens
het spelen in het apparaat opsluiten en
in levensgevaar geraken.
Uw nieuwe apparaat werd tijdens het
transport naar u door de verpakking
beschermd. Voor de verpakking wordt
gebruik gemaakt van materialen die het
milieu kan verdragen en die geschikt zijn
voor hergebruik. Help daarom mee en
zorg ervoor dat de verpakking
milieuvriendelijk wordt afgevoerd. Alle
kunststofdelen van het apparaat zijn
gemerkt met een gestandaardiseerd
afkortingsteken (bijv. >PS< polystyreen).
Hierdoor kunnen de kunststof afvaldelen
bij de verwerking van het apparaat voor
een milieubewuste recycling gescheiden
worden.
U kunt bij uw leverancier of bij de
reinigingsdienst in uw gemeente
informeren hoe u uw oude apparaat
en het verpakkingsmateriaal van het
nieuwe apparaat kunt (laten) afvoeren.
nl
27
Afvoeren van de verpakking
Het verpakkingsmateriaal
milieuvriendelijk volgens de
geldende voorschriften afvoeren.
Laat kinderen niet met de verpakking
en de onderdelen daarvan spelen.
Kans op stikken door vouwdozen en
folie.
D
Het karton bestaat overwegend
uit oud papier.
D
Het CFK-vrije opvulmateriaal is
gemaakt van geschuimd
polystyreen.
D
Het foliemateriaal is gemaakt van
polyetheen (PE) en bestaat voor
een deel uit secundaire
grondstoffen.
D
Het hout (indien aanwezig)
is niet chemisch behandeld.
D
De banden (indien aanwezig) zijn
gemaakt van polypropeen (PP).
Afvoeren van uw oude apparaat
Het afgedankte apparaat onmiddellijk
onbruikbaar maken om eventuele
ongelukken te voorkomen.
Het apparaat op een milieuvriendelijke
wijze (laten) afvoeren.
Waarschuwig
Kinderen kunnen zichzelf tijdens
het spelen in het apparaat opsluiten
(kans op stikken) of in een andere
gevaarlijke situatie geraken.
Trek daarom de stekker uit het
stopcontact. Aansluitkabel doorknippen
en verwijderen. Deurslot onklaar maken
zodat de deur niet meer sluit.
Dit apparaat is gekenmerkt in
overeenstemming met de Europese
richtlijn 2002/96/EG
betreffende afgedankte elektrische en
elektronische apparatuur (waste electrical
and electronic equipment – WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor de in
de EU geldige terugneming en verwerking
van oude apparaten.
40 Kinderbeveiliging inschakelen
41 Deur openen bij ingeschakelde
kinderbeveiliging
42 Kinderbeveiliging uitschakelen
Bij geopende deur biedt de kinderbeveiliging
geen bescherming.
Kinderbeveiliging *
Grote bakplaten of roosters en borden met een doorsnede van meer dan 30 cm
(gourmetborden, pastaborden, onderborden) kunt u met behulp van deze sproeikop
reinigen.
Hiertoe de bovenste servieskorf eruit halen en de sproeikop zoals afgebeeld erin zetten.
De bakplaten zoals afgebeeld inruimen zodat de sproeistraal alle delen kan bereiken
(maximaal 4 bakplaten en 2 roosters).
De afwasautomaat altijd met de bovenste servieskorf of de bakplaat-sproeikop gebruiken!
Bakplaat-sproeikop *
* niet bij alle modellen
26


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Siemens se 55e252 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Siemens se 55e252 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 3,05 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info