176
Verklarende woordenlijst
Gigaset S675/S685 IP / NL / A31008-M1915-M121-2-5419 / glossary.fm / 6.3.08
Version 4, 16.09.2005
Protocol
Beschrijving van de afspraken voor de
communicatie in een Netwerk. Bevat
regels voor het tot stand brengen,
beheren en verbreken van een verbin-
ding, via gegevensindelingen, tijdsver-
loop en eventuele foutafhandeling.
Proxy/Proxy-Server
Computerprogramma dat in computer-
netwerken de gegevensuitwisseling
tussen Client en Server regelt. Als de
telefoon een aanvraag doet aan de
VoIP-server, dan doet de proxy zich
tegenover het toestel voor als server en
tegenover de server als client. Een
proxy wordt via IP-adres/Domein-
naam en Poort geadresseerd
Q
Quality of Service (QoS)
Kwaliteit van de service
Geeft de kwaliteit van de service in
communicatienetwerken aan. Er wor-
den verschillende kwaliteitsklassen
onderscheiden.
QoS is van invloed op de stroom van
gegevenspakketten in het internet, bij-
voorbeeld door voorrang te geven aan
gegevenspakketten, bandbreedtereser-
vering en pakketoptimalisering.
Bij VoIP-netwerken is QoS van invloed
op de spraakkwaliteit. Als de totale
infrastructuur (router, netwerkserver,
enz.) beschikt over QoS, dan is de
spraakkwaliteit hoger, dat wil zeggen
minder vertraging, minder echo, en
minder ruis.
R
RAM
Random Access Memory
Opslagplaats waarvoor u lees- en
schrijfrechten heeft. In het RAM wor-
den bijvoorbeeld melodieën en logo’s
opgeslagen die u via de webconfigura-
tor op het toestel kunt laden.
Registrar
De registrar beheert de huidige IP-
adressen van de Netwerkgebruiker.
Wanneer u zich bij uw VoIP-provider
aanmeldt, wordt uw huidige IP-adres
op de registrar opgeslagen. Daardoor
bent u ook onderweg bereikbaar.
ROM
Read Only Memory
Alleen-lezen geheugen.
Router
Stuurt gegevenspakketten binnen een
netwerk en tussen verschillende net-
werken via de snelste route verder. Kan
Ethernet-netwerk en WLAN verbin-
den. Kan Gateway naar het internet
zijn.
Routing
Routing is het overbrengen van gege-
venspakketten naar een andere gebrui-
ker van een netwerk. Op weg naar de
ontvanger worden de gegevenspakket-
ten van een netwerkknooppunt naar
het volgende gestuurd, totdat deze op
hun bestemming zijn aangekomen.
Zonder dit doorsturen van gegevens-
pakketten zou een netwerk zoals inter-
net niet mogelijk zijn. De routing ver-
bindt de afzonderlijke netwerken met
dit wereldwijde systeem.
Een router maakt deel uit van dit sys-
teem; deze verstuurt zowel gegevens-
pakketten binnen het lokale netwerk,
als van het ene netwerk naar het
andere. Het versturen van gegevens
van het ene netwerk naar een ander
gebeurt op basis van een gemeen-
schappelijk protocol.
RTP
Realtime Transport Protocol
Wereldwijde standaard voor de over-
dracht van audio- en videogegevens.
Wordt vaak gebruikt in combinatie met
UDP. Hierbij worden RTP-pakketten
ingekapseld in UDP-pakketten.