61
Dooiwatergootje en afvoergaatje 3
regelmatig schoonmaken, zodat het
dooiwater ongehinderd kan weglopen.
Afvoergaatje met een stokje of iets
dergelijks doorprikken.
Zorg dat het sop niet door het
afvoergaatje in de
dooiwaterĆopvangschaal terechtkomt.
Legplateaus en bakjes nooit in de
afwasautomaat reinigen. Ze kunnen
hierdoor vervormen.
S Het apparaat in een droge, goed te
ventileren ruimte plaatsen! Niet direct
inĂde zon of in de buurt van een
warmtebron (bijv. verwarmingsradiator,
fornuis). Gebruik eventueel een
isolatieplaat.
S Warme gerechten en dranken eerst
laten afkoelen, daarna in het apparaat
plaatsen!
S De diepvrieswaren om te ontdooien in
de koelruimte leggen. Hierdoor benut
uĂde koude van de diepvrieswaren voor
het koelen van de levensmiddelen in de
koelruimte.
S De deur van het apparaat zo kort
mogelijk openen!
- de koelmachine loopt.
of - het
koelmiddel stroomt door de leidingen.
- de motor schakelt in of uit.
Het apparaat met behulp van een
waterpas stellen. Gebruik hiervoor de
schroefvoetjes of leg er iets onder.
Het apparaat van het meubel of het
apparaat ernaast wegschuiven.
Controleer de delen die eruit gehaald
kunnen worden en zet ze eventueel
opnieuw in het apparaat.
De flessen of het serviesgoed los van
elkaar zetten.