788153
7
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/64
Next page
Inbouwoven
HN978GQ.1
nl Gebruikershandleiding en installatie-instructies
Register your product on My Siemens and discover exclusive servi-
ces and offers.
siemens-home.bsh-group.com/welcome
The future moving in.
Siemens Home Appliances
nl Veiligheid
2
Raadpleeg de Digitale Gebruikersgids voor meer infor-
matie.
Inhoudsopgave
GEBRUIKERSHANDLEIDING
1 Veiligheid..............................................................2
2 Materiële schade vermijden ................................8
3 Milieubescherming en besparing........................9
4 Uw apparaat leren kennen.................................10
5 Functies ..............................................................12
6 Accessoires........................................................14
7 Voor het eerste gebruik .....................................15
8 De Bediening in essentie...................................16
9 Snel voorverwarmen..........................................18
10 Tijdfuncties.........................................................18
11 Stomen................................................................19
12 Magnetron ..........................................................22
13 Ventilatiefunctie Knapperig...............................24
14 Kerntemperatuurmeter ......................................24
15 Gerechten ...........................................................27
16 Favorieten...........................................................29
17 Kinderslot ...........................................................30
18 Basisinstellingen ...............................................30
19 HomeConnect ...................................................31
20 Reiniging en onderhoud ....................................33
21 Reinigingsfunctie Pyrolyse activeClean...........36
22 Reinigingsondersteuning humidClean.............37
23 Ontkalken ...........................................................37
24 Drogen ................................................................38
25 Apparaatdeur......................................................39
26 Rekjes .................................................................40
27 Storingen verhelpen ..........................................41
28 Afvoeren .............................................................44
29 Servicedienst......................................................44
30 Informatie over vrije software en opensour-
cesoftware ..........................................................44
31 Conformiteitsverklaring.....................................45
32 Zo lukt het...........................................................45
33 MONTAGEHANDLEIDING ..................................56
33.1 Algemene montage-instructies .........................56
1 Veiligheid
Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in
acht.
1.1 Algemene aanwijzingen
¡Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door.
¡Bewaar de gebruiksaanwijzing en de pro-
ductinformatie voor later gebruik of voor
volgende eigenaren.
¡Sluit het apparaat in geval van transport-
schade niet aan.
1.2 Bestemming van het apparaat
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Houd het speciale installatievoorschrift aan.
Apparaten zonder stekker mogen alleen door
geschoold personeel worden aangesloten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting kunt u
geen aanspraak maken op garantie.
Gebruik het apparaat uitsluitend:
¡om voedsel en dranken te bereiden.
¡In het huishouden en soortgelijke toepas-
singen zoals bijvoorbeeld: in keukens voor
medewerkers in winkels, kantoren en ande-
re commerciële omgevingen, in boerderij-
en; van klanten in hotels en andere verblij-
ven, in bed and breakfasts.
¡tot een hoogte van 4000m boven zeeni-
veau.
Dit apparaat voldoet aan de norm EN55011
resp. CISPR11. Het is een product van groep
2, klasse B. Groep 2 betekent dat er micro-
golven worden geproduceerd om levensmid-
Veiligheid nl
3
delen te verwarmen. Klasse B houdt in dat het
apparaat geschikt is voor huishoudelijk ge-
bruik.
1.3 Inperking van de gebruikers
Dit apparaat kan worden bediend door kinde-
ren vanaf 8 jaar en door personen met fysie-
ke, sensorische of geestelijke beperkingen of
met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien
zij onder toezicht staan of zijn geïnstrueerd in
het veilige gebruik van het apparaat en de
daaruit resulterende gevaren hebben begre-
pen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spe-
len.
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen
niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij
ze 15jaar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8
jaar niet bij het apparaat of de aansluitkabel
kunnen komen.
1.4 Veiliger gebruik
Accessoires altijd op de juiste manier in de
binnenruimte schuiven.
→"Accessoires", Pagina14
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Brandbare voorwerpen die in de binnenruimte
worden bewaard kunnen vlam vatten.
Bewaar nooit brandbare voorwerpen in de
binnenruimte.
Wanneer er rook wordt geproduceerd moet
het apparaat worden uitgeschakeld of de
stekker uit het stopcontact worden gehaald
en moet de deur gesloten worden gehou-
den om eventueel optredende vlammen te
doven.
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen
in brand vliegen.
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de
verwarmingselementen en de accessoires
vrij te maken van grove verontreiniging.
Bij het openen van de apparaatdeur ontstaat
er een luchtstroom. Het bakpapier kan dan de
verwarmingselementen raken en vlam vatten.
Plaats nooit bakpapier bij het voorverwar-
men en tijdens het bereiden los op het ac-
cessoire.
Bakpapier altijd op maat maken en verzwa-
ren met een vorm.
WAARSCHUWING‒Kans op
brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en
haar onderdelen die men kan aanraken heet.
Wees voorzichtig om het aanraken van ver-
warmingselementen te voorkomen.
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de
buurt worden gehouden.
Accessoires of vormen worden zeer heet.
Neem hete accessoires en vormen altijd
met behulp van een pannenlap uit de bin-
nenruimte.
In de hete binnenruimte kunnen alcoholdam-
pen vlam vatten. De apparaatdeur kan open-
springen. Er kunnen hete dampen en steek-
vlammen naar buiten treden.
Gebruik slechts geringe hoeveelheden
drank met een hoog alcoholpercentage.
Geen alcoholhoudende dranken (≥ 15 %
vol.) in onverdunde toestand (bijv. voor het
opgieten of overgieten van gerechten) ver-
hitten.
Apparaatdeur voorzichtig openen.
De telescooprails worden heet bij het gebruik
van het apparaat.
Laat hete telescopische rails afkoelen voor-
dat u deze aanraakt.
Raak de telescopische rails uitsluitend aan
met pannenlappen.
WAARSCHUWING‒Kans op
brandwonden!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke
onderdelen heet.
De hete onderdelen nooit aanraken.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Bij het openen van de apparaatdeur kan hete
stoom vrijkomen. Stoom is afhankelijk van de
temperatuur niet altijd zichtbaar.
Apparaatdeur voorzichtig openen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Door water in de hete binnenruimte kan hete
waterdamp ontstaan.
Nooit water in de hete binnenruimte gieten.
nl Veiligheid
4
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de appa-
raatdeur zitten, kan dit barsten.
Gebruik geen scherp of schurend reini-
gingsmiddel of scherpe metalen schraper
voor het reinigen van het glas van de oven-
deur omdat dit het oppervlak kan beschadi-
gen.
Het apparaat en de delen ervan die aange-
raakt kunnen worden kunnen scherpe randen
hebben.
Wees voorzichtig bij gebruik en reinigen.
Draag indien mogelijk veiligheidshand-
schoenen.
Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur
bewegen de scharnieren zich en kunnen ze
klem komen te zitten.
Kom niet met uw handen bij de scharnie-
ren.
Bepaalde onderdelen in de apparaatdeur kun-
nen scherpe randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
In de hete binnenruimte kunnen alcoholdam-
pen vlam vatten en kan de apparaatdeur
openspringen en er eventueel afvallen. De
deurramen kunnen kapot gaan en versplinte-
ren.
→"Materiële schade vermijden", Pagina8
Gebruik slechts geringe hoeveelheden
drank met een hoog alcoholpercentage.
Geen alcoholhoudende dranken (≥ 15 %
vol.) in onverdunde toestand (bijv. voor het
opgieten of overgieten van gerechten) ver-
hitten.
Apparaatdeur voorzichtig openen.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische
schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel
mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveon-
derdelen worden gebruikt voor reparatie
van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat bescha-
digd raakt, moet het ter vermijding van risi-
co's worden vervangen door de fabrikant,
de servicedienst of een andere gekwalifi-
ceerde persoon.
Een beschadigde isolatie van het netsnoer is
gevaarlijk.
Nooit het aansluitsnoer met hete apparaat-
onderdelen of warmtebronnen in contact
brengen.
Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten
of randen in contact brengen.
Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of
veranderen.
Binnendringend vocht kan een elektrische
schok veroorzaken.
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger
gebruiken om het apparaat te reinigen.
Een beschadigd apparaat of een beschadigd
netsnoer is gevaarlijk.
Nooit een beschadigd apparaat gebruiken.
Nooit aan het netsnoer trekken, om het ap-
paraat van het elektriciteitsnet te scheiden.
Altijd aan de stekker van het netsnoer trek-
ken.
Wanneer het apparaat of het netsnoer is
beschadigd, dan direct de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact halen of de ze-
kering in de meterkast uitschakelen.
Contact opnemen met de servicedienst.
→Pagina44
WAARSCHUWING‒Gevaar:
magnetisme!
Let op! magnetisme
Opgelet voor personen met pacema-
ker
Op het bedieningspaneel of worden perma-
nente magneten toegepast. Deze kunnen de
werking van elektronische implantaten, bijv.
pacemakers of insulinepompen beïnvloeden.
Personen met elektronische implantaten
dienen minimaal een afstand van 10 cm tot
het bedieningspaneel aan te houden.
WAARSCHUWING‒Kans op
verstikking!
Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over
het hoofd trekken en hierin verstrikt raken en
stikken.
Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kin-
deren houden.
Laat kinderen niet met verpakkingsmateri-
aal spelen.
Veiligheid nl
5
Kinderen kunnen kleine onderdelen inademen
of inslikken en hierdoor stikken.
Kleine onderdelen uit de buurt van kinde-
ren houden.
Kinderen niet met kleine onderdelen laten
spelen.
1.5 Magnetron
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSVOORSCHRIF-
TEN ZORGVULDIG LEZEN EN VOOR HET
VERDERE GEBRUIK BEWAREN
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Oneigenlijk gebruik van het apparaat is ge-
vaarlijk en kan schade veroorzaken. Verwarm-
de pantoffels, granen- pittenkussens kunnen
bijvoorbeeld ook na uren nog vlam vatten.
Droog nooit gerechten of kleding met het
apparaat.
Nooit pantoffels, pitten- of granenkussens,
zwammen, vochtige poetslappen e.d. met
het apparaat opwarmen.
Gebruik het apparaat uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en dranken.
Levensmiddelen en de verpakkingen ervan
kunnen ontbranden.
Nooit levensmiddelen opwarmen in verpak-
kingen die bestemd zijn om ze warm te
houden.
Levensmiddelen nooit zonder toezicht ver-
warmen in voorwerpen van kunststof, pa-
pier of ander brandbaar materiaal.
Bij de magnetron nooit een te groot vermo-
gen of te lange tijdsduur instellen. Houd u
aan de opgaven in deze gebruiksaanwij-
zing.
Nooit levensmiddelen drogen met de mag-
netron.
Levensmiddelen die weinig water bevatten,
zoals bijv. brood, nooit met een te hoog
magnetronvermogen of gedurende een te
lange tijd ontdooien of verwarmen.
Spijsolie kan vlam vatten.
Nooit uitsluitend spijsolie opwarmen met de
magnetron.
WAARSCHUWING‒Kans op explosie!
Vloeistof of andere voedingsmiddelen in dicht
afgesloten vormen kunnen gemakkelijk explo-
deren.
Nooit vloeistof of andere voedingsmiddelen
verhitten in dicht afgesloten vormen.
WAARSCHUWING‒Kans op
brandwonden!
Levensmiddelen met een vaste schil of pel
kunnen tijdens, maar ook nog na het opwar-
men, exploderen.
Nooit eieren in de eierschaal koken of
hardgekookte eieren in de eierschaal op-
warmen.
Nooit schaal- en kreeftachtige dieren ko-
ken.
Bij spiegeleieren of eieren in een glas dient
u eerst de dooier door te prikken.
Bij levensmiddelen met een vaste schil of
pel, bijv. appels, tomaten, aardappelen en
worstjes, kan de schil knappen. Prik voor
het opwarmen gaatjes in de schil of vel.
De warmte wordt niet gelijkmatig verdeeld in
de babyvoeding.
Warm nooit babyvoeding op in gesloten
verpakkingen.
Verwijder altijd het deksel of de speen.
Na het verwarmen goed roeren of schud-
den.
Voordat de voeding aan het kind wordt ge-
geven dient de temperatuur te worden ge-
controleerd.
Verhitte gerechten geven warmte af. De vor-
men kunnen heet worden.
Neem vormen en accessoires altijd met be-
hulp van een pannenlap uit de binnenruim-
te.
De verpakking van luchtdicht verpakte levens-
middelen kan knappen.
Houd altijd de opgaven op de verpakking
aan.
Neem gerechten altijd met een pannenlap
uit de binnenruimte.
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke
onderdelen heet.
De hete onderdelen nooit aanraken.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
De droogfunctie bij de hoogste standen bij de
magnetronfunctie schakelt automatisch een
verwarmingselement bij en verhit de binnen-
ruimte.
Raak nooit de hete oppervlakken in de bin-
nenruimte of de verwarmingselementen
aan.
Houd kinderen uit de buurt.
nl Veiligheid
6
Het onjuiste gebruik van het apparaat is ge-
vaarlijk. Voorwerpen zoals oververhitte pantof-
fels, pitten- of graankussen, sponzen, vochtige
schoonmaakdoekjes e.d. kunnen verbranding
tot gevolg hebben.
Droog nooit gerechten of kleding met het
apparaat.
Nooit pantoffels, pitten- of granenkussens,
zwammen, vochtige poetslappen e.d. met
het apparaat opwarmen.
Gebruik het apparaat uitsluitend voor het
bereiden van gerechten en dranken.
WAARSCHUWING‒Kans op
brandwonden!
Bij het verwarmen van vloeistof kan er kook-
vertraging ontstaan. Dit houdt in dat de kook-
temperatuur wordt bereikt zonder de kenmer-
kende bellen ontstaan. Al bij een kleine schok
van het recipiënt is voorzichtigheid geboden.
De hete vloeistof kan plots overkoken en weg-
spatten.
Zorg ervoor dat er tijdens het verwarmen
altijd een lepel in de vorm staat. Zo wordt
kookvertraging voorkomen.
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Ongeschikte vormen kunnen barsten. Vormen
van porselein en keramiek kunnen kleine
gaatjes hebben in de handgrepen en deksels.
Achter deze gaatjes bevindt zich een holle
ruimte. Als er vocht in deze ruimte komt, kan
dit barsten veroorzaken in de vormen.
Alleen servies gebruiken dat geschikt is
voor de magnetron.
Bij gebruik van de magnetronfunctie kunnen
vormen van metaal of vormen met metalen
coating leiden tot het ontstaan van vonken.
Het apparaat wordt dan beschadigd.
Gebruik nooit metalen vormen bij gebruik
van uitsluitend de magnetron.
Alleen vormen die geschikt zijn voor de
magnetron in combinatie met een verwar-
mingsmethode gebruiken.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische
schok!
Het apparaat werkt met hoogspanning.
Nooit de behuizing verwijderen.
WAARSCHUWING‒Kans op ernstig
gevaar voor de gezondheid!
Gebrekkige reiniging kan het oppervlak van
het apparaat vernietigen, de gebruiksduur ver-
korten en tot gevaarlijke situaties leiden, zoals
bijvoorbeeld naar buiten komende magnetron-
energie.
Het apparaat regelmatig schoonmaken en
resten van voedingsmiddelen direct verwij-
deren.
Houd de binnenruimte, deurafdichting, deur
en deuraanslag altijd schoon.
→"Reiniging en onderhoud", Pagina33
Het apparaat nooit gebruiken wanneer de
deur van de binnenruimte of deurdichting be-
schadigd is. Er kan energie van de microgol-
ven naar buiten komen.
Het apparaat nooit gebruiken wanneer de
deur van de binnenruimte, de deurafdich-
ting of de kunststof omlijsting van de deur
beschadigd is.
Alleen door de servicedienst laten repare-
ren.
Bij apparaten waarvan de behuizing niet is af-
gedekt komt energie van microgolven vrij.
De afdekking van de behuizing nooit verwij-
deren.
Neem voor onderhouds- of reparatiewerk-
zaamheden contact op met de klantenservi-
ce.
1.6 Stoom
Houd deze instructie aan wanneer een een
stoomfunctie gebruikt.
WAARSCHUWING‒Kans op
brandwonden!
Wanneer het apparaat de volgende keer
wordt gebruikt kan het water in de tank sterk
worden verhit.
Na gebruik van de stoomfunctie moet de
tank altijd worden leeggemaakt.
Er ontstaat hete damp in de binnenruimte.
Tijdens het gebruik van de stoomfunctie
mag u niet met uw handen in de binnen-
ruimte komen.
Veiligheid nl
7
Tijdens het uitnemen van de accessoires kan
hete vloeistof over de rand stromen.
Hete accessoires voorzichtig verwijderen,
met de ovenwant.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Door hete oppervlakken in de binnenruimte
kunnen dampen van brandbare vloeistoffen
vlam vatten (explosieve verbranding). De ap-
paraatdeur kan openspringen. Er kunnen hete
dampen en steekvlammen naar buiten treden.
Doe geen ontvlambare vloeistoffen (bijv. al-
coholhoudende dranken) in de watertank.
Vul de watertank uitsluitend met water of
de door ons aanbevolen ontkalkingsoplos-
sing.
1.7 Braadthermometer
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische
schok!
Bij gebruik van een verkeerde braadthermo-
meter kan de isolatie beschadigd raken.
Gebruik alleen de braadthermometer die
voor dit apparaat bestemd is.
1.8 Reinigingsfunctie
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen
tijdens de reiniging vlam vatten.
Verwijder altijd de grove verontreiniging uit
de binnenruimte voordat de reiniging start.
Accessoires nooit meereinigen.
De buitenkant van het apparaat wordt zeer
heet tijdens het reinigen.
Nooit brandbare voorwerpen, zoals bijv.
droogdoeken, aan de deurgreep hangen.
Voorkant van het apparaat vrijhouden.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Bij beschadigde deurafdichting ontsnapt grote
hitte in het bereik van de deur.
De dichting niet schuren en niet afnemen.
Nooit het apparaat met beschadigde af-
dichting of zonder afdichting gebruiken.
WAARSCHUWING‒Kans op ernstig
gevaar voor de gezondheid!
Het apparaat wordt zeer heet tijdens het reini-
gen. De antiaanbaklaag van bakplaten en vor-
men wordt aangetast en er ontstaan giftige
gassen.
Bij gebruik van de reinigingsfunctie nooit
platen en vormen met een antiaanbaklaag
meereinigen.
Accessoires nooit meereinigen.
WAARSCHUWING‒Kans op gevaar
voor de gezondheid!
De reinigingsfunctie warmt de binnenruimte
tot een heel hoge temperatuur op zodat res-
ten van braden, grillen en bakken verbranden.
Hierbij komen dampen vrij die tot irritaties van
de slijmvliezen kunnen leiden.
Tijdens de reinigingsfunctie de keuken
grondig ventileren.
Niet gedurende langere tijd in de ruimte
verblijven.
Kinderen en huisdieren uit de buurt hou-
den.
WAARSCHUWING‒Kans op
brandwonden!
De binnenruimte wordt zeer heet tijdens het
reinigen.
Nooit de apparaatdeur openen.
Het apparaat laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
De buitenkant van het apparaat wordt zeer
heet tijdens het reinigen.
Nooit de apparaatdeur aanraken.
Het apparaat laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
nl Materiële schade vermijden
8
2  Materiële schade vermijden
2.1 Algemeen
LET OP!
Alcoholdampen kunnen in de hete binnenruimte ont-
vlammen en tot een permanente beschadiging van het
apparaat leiden. Door de explosieve verbranding kan
de apparaatdeur openspringen en er eventueel afval-
len. De deurramen kunnen kapot gaan en versplinte-
ren. Door de onderdruk die ontstaat kan de binnen-
ruimte naar binnen sterk vervormen.
Geen alcoholhoudende dranken (≥ 15 % vol.) in on-
verdunde toestand (bijv. voor het opgieten of over-
gieten van gerechten) verhitten.
Water op de bodem van de binnenruimte bij temperatu-
ren boven de 120°C leidt tot schade aan het emaille.
Geen programma starten wanneer zich water op de
bodem van de binnenruimte bevindt.
Voor gebruik het water van de bodem van de bin-
nenruimte opnemen.
Als de temperatuur hoger is dan 50°C ontstaat er
warmteophoping door voorwerpen op de bodem van
de binnenruimte. De bak- en braadtijden kloppen niet
meer en het email wordt beschadigd.
Nooit toebehoren, bakpapier of folie, van welke
soort dan ook op de bodem van de binnenruimte
leggen.
Uitsluitend een vorm op de bodem van de binnen-
ruimte plaatsen wanneer een temperatuur van min-
der dan 50°C ingesteld is.
Door siliconenvormen, afdekkingen, accessoires of fo-
lie die silicone bevatten kan de baksensor beschadigd
raken. Ook wanneer de baksensor niet wordt gebruikt,
kan er schade ontstaan.
Gebruik geen vormen van silicone of silicone-hou-
dende, folie, afdekkingen of accessoires.
Nooit voorwerpen van silicone in de binnenruimte
bewaren.
Wanneer de hete binnenruimte water bevat, ontstaat er
waterdamp. Door de temperatuurverandering kan er
schade optreden.
Giet nooit water in de hete binnenruimte.
Zet nooit servies met water op de bodem van de
binnenruimte.
Wanneer er langere tijd vocht aanwezig is in de binnen-
ruimte ontstaat er corrosie.
Laat na het gebruik de binnenruimte drogen.
Geen vochtige levensmiddelen gedurende langere
tijd in de gesloten binnenruimte bewaren.
Geen eten in de binnenruimte bewaren.
Wanneer er wordt afgekoeld terwijl de apparaatdeur
open staat, raken aangrenzende meubelfronten op den
duur beschadigd.
Na een bereiding met hoge temperaturen de bin-
nenruimte alleen met gesloten deur laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er niets tussen de apparaatdeur be-
klemd raakt.
Alleen na gebruik met veel vocht de binnenruimte
met open deur laten drogen.
Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat vlekken
achter die niet meer kunnen worden verwijderd.
De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet te
overvloedig bedekken.
Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
Gebruik van ovenreiniger in de warme binnenruimte
leidt tot beschadiging van het email.
Gebruik nooit ovenreiniger in de warme binnenruim-
te.
Vóór het opnieuw opwarmen de resten uit de bin-
nenruimte en van de apparaatdeur volledig verwijde-
ren.
Is de afdichting sterk vervuild, dan sluit de deur tijdens
het gebruik niet meer goed. De aangrenzende meubel-
fronten kunnen dan beschadigd raken.
Zorg ervoor dat de afdichting altijd schoon is.
Nooit het apparaat met beschadigde afdichting of
zonder afdichting gebruiken.
Wanneer de apparaatdeur wordt gebruikt als vlak om
iets op te zetten of te leggen kan de apparaatdeur be-
schadigd raken.
Niets op de apparaatdeur zetten, er aan hangen of
laten steunen.
Geen vormen of accessoires op de apparaatdeur
plaatsen.
Afhankelijk van het apparaattype kunnen de accessoi-
res krassen veroorzaken op de ruit dan de apparaat-
deur wanneer deze gesloten wordt.
Accessoires altijd op de juiste manier in de binnen-
ruimte leggen.
De cameralens kan bekrast raken.
Gebruik geen ruwe spons.
Gebruik geen RVS-schuurspons.
Ovenreiniger uitsluitend in een koude binnenruimte
volgens aanwijzingen van de fabrikant gebruiken.
2.2 Magnetron
Volg deze aanwijzingen op wanneer u de magnetron
gebruikt.
LET OP!
Als het metaal tegen de wand van de binnenruimte aan
komt, ontstaan er vonken waardoor het apparaat be-
schadigd kan raken of de deurruit aan de binnenkant
kan worden aangetast.
Metalen voorwerpen, zoals een lepel in een glas,
moeten minstens 2cm van de wanden van de bin-
nenruimte en de binnenkant van de deur verwijderd
zijn.
Accessoires die te dicht tegen elkaar worden geplaatst
veroorzaken vonken.
Het rooster niet combineren met de braadslede.
Accessoires alleen op de eigen hoogte inschuiven.
Wordt alleen de magnetron gebruikt, dan is de braad-
slede of de bakplaat niet geschikt. Er kunnen vonken
ontstaan waardoor de binnenruimte wordt beschadigd.
Gebruik het meegeleverde rooster om er iets op te
zetten.
Aluminium schalen in het apparaat kunnen vonken ver-
oorzaken. Door de vonken die ontstaan wordt het ap-
paraat beschadigd.
Gebruik geen vormen van aluminium in het appa-
raat.
Milieubescherming en besparing nl
9
Het gebruik van het apparaat zonder gerechten in de
binnenruimte leidt tot overbelasting.
Start nooit de magnetron zonder dat er zich etens-
waar in de binnenruimte bevindt. Alleen een korte
serviestest vormt hierop een uitzondering.
Wordt er bij het maken van popcorn in de magnetron
een te hoog vermogen gebruikt, dan kan de deurruit
barsten als gevolg van overbelasting.
Nooit een te hoog magnetronvermogen instellen.
Maximaal 600watt gebruiken.
Het popcornzakje altijd op een glazen schaal leg-
gen.
2.3 Stoom
Volg deze aanwijzingen op wanneer u de stoomfunctie
gebruikt.
LET OP!
Vormen met roestplekken kunnen corrosie veroorzaken
in de binnenruimte. De kleinste plekken kunnen al cor-
rosie in de binnenruimte veroorzaken.
Gebruik geen vormen die roestplekken vertonen.
Heet water in de watertank kan het stoomsysteem be-
schadigen.
Vul de watertank uitsluitend met koud water.
Water op de bodem van de binnenruimte bij temperatu-
ren boven de 120°C leidt tot schade aan het emaille.
Geen programma starten wanneer zich water op de
bodem van de binnenruimte bevindt.
Voor gebruik het water van de bodem van de bin-
nenruimte opnemen.
Bij gebruik met de stoommethoden ontstaat veel water-
damp. Condens, dat zich in de lekgoot onder de bin-
nenruimte verzamelt, kan overstromen en aangrenzen-
de meubels beschadigen.
Open tijdens het gebruik de apparaatdeur niet of zo
weinig mogelijk.
Wanneer er kalkoplosmiddel op het bedieningspaneel
of andere gevoelige oppervlakken terechtkomt raken
deze beschadigd.
Kalkoplossingsmiddel direct met water verwijderen.
Wanneer de watertank in de vaatwasser wordt gerei-
nigd veroorzaakt dit schade.
De watertank niet reinigen in de vaatwasmachine.
Reinig de watertank met een zachte doek en een in
de handel gebruikelijk schoonmaakmiddel.
3  Milieubescherming en besparing
3.1 Afvoeren van de verpakking
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kun-
nen worden hergebruikt.
De afzonderlijke componenten op soort gescheiden
afvoeren.
3.2 Energie besparen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, verbruikt uw apparaat
minder stroom.
Verwarm het apparaat alleen voor wanneer het recept
of de insteladviezen dit aangeven.
¡Wanneer u het apparaat niet voorverwarmt, dan be-
spaart u tot 20 % energie.
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bak-
vormen.
¡Deze bakvormen nemen de hitte bijzonder goed
op.
Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo weinig
mogelijk.
¡De temperatuur in de binnenruimte blijft constant
en het apparaat hoeft niet na te verwarmen.
Meerdere gerechten direct achter elkaar of parallel
bakken.
¡De binnenruimte is na de eerste keer bakken opge-
warmd. Hierdoor is de baktijd voor het gebak dat
vervolgens wordt gebakken korter.
Bij langere bereidingstijden het apparaat 10minuten
voor het einde van de bereidingstijd uitschakelen.
¡De restwarmte is voldoende om het gerecht verder
te bereiden.
Verwijder niet gebruikte accessoires uit de binnen-
ruimte.
¡Overtollige accessoires hoeven niet verwarmd te
worden.
Laat diepgevroren producten vóór de bereiding ont-
dooien.
¡Hierdoor wordt bespaard op de energie om het
voedsel te ontdooien.
Schakel het display uit in de basisinstelling
→Pagina30.
¡Er wordt energie bespaard wanneer het display
wordt uitgeschakeld.
Twee glazen of kopjes met vloeistof tegelijkertijd ver-
warmen.
¡Het opwarmen van meerdere gerechten tegelijker-
tijd vraagt minder energie dan het verwarmen van
meerdere gerechten na elkaar.
Opmerking:
Het apparaat verbruikt:
¡in netwerkgebonden standby max.2W
¡in niet netwerkgebonden gebruik met ingeschakeld
display max.1W
¡in niet netwerkgebonden gebruik met uitgeschakeld
display max.0,5W
nl Uw apparaat leren kennen
10
4  Uw apparaat leren kennen
4.1 Bedieningspaneel
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw ap-
paraat instellen en informatie krijgen over de gebruiks-
toestand.
Afhankelijk van het apparaattype kunnen details op de
afbeelding verschillen, bijv. de kleur en de vorm.
1
2
1
Display
Op het display ziet u de actuele instelwaarden,
keuzemogelijkheden of aanwijzingsteksten.
→"Display", Pagina10
2
Knoppen
Met de toetsen stelt u de verschillende functies
direct in.
→"Knoppen", Pagina10
4.2 Display
Het display is onderverdeeld in verschillende gebieden.
Statusregel
Boven in het display bevindt zicht de statusregel.
Al naar gelang de instelstap kunt u acties uitvoeren.
Symbool Functie
Eén instelling terug gaan.
Basisinstellingen openen.
Behalve tekstinformatie ziet u ook de actuele stand van
verschillende functies aan de hand van symbolen.
Symbool Betekenis
Tijd bijv.
"12min10s"
Aanwijzing lopende tijdfuncties.
→"Tijdfuncties", Pagina18
Timer is geactiveerd.
→"Timer instellen", Pagina19
Kinderslot is geactiveerd.
→"Kinderslot", Pagina30
Vanwege de reinigingsfunctie of het kin-
derslot is de apparaatdeur vergrendeld.
→"Reinigingsfunctie 'Pyrolyse activeC-
lean'", Pagina36
→"Basisinstellingen", Pagina30
Symbool Betekenis
WiFi-signaalsterkte voor HomeConnect.
Hoe meer lijntjes van het symbool ge-
vuld zijn, des te beter is het signaal.
Wanneer het symbool is doorgestreept
⁠, dan is er geen WiFi-signaal.
Wanneer er een "x" bij symbool ⁠ is,
dan is er geen verbinding met de Ho-
meConnect server.
→"HomeConnect ", Pagina31
Start op afstand met HomeConnect is
geactiveerd.
→"HomeConnect ", Pagina31
Diagnose op afstand met HomeCon-
nect voor onderhoud is geactiveerd.
→"HomeConnect ", Pagina31
Camera in de binnenruimte is geacti-
veerd.
→"Camera", Pagina11
Instelbereik
Het instelbereik is in tegels weergegeven.
Het aantal tegels toont u de actuele selectiemogelijkhe-
den en reeds uitgevoerde instellingen. Druk op de be-
treffende tegel om een functie te kiezen.
Informatie wordt tevens in tegels weergegeven.
Veeg over het display om meerdere tegels naar links of
rechts te bladeren.
Mogelijke symbolen in tegels
Symbool Betekenis
Instelwaarde via het numerieke toetsen-
bord invoeren.
Instelwaarde resetten.
Tegel sluiten.
Opmerking:Een blauwe stip of een blauwe ster in een
tegel geeft aan dat met de HomeConnect app een
nieuwe functie, een nieuwe favoriet of een update op
uw apparaat werd gedownload.
Inforegel
Al naar gelang de instelstap ziet u onder in het display
extra informatie over uw instellen en kunt u acties uit-
voeren.
4.3 Knoppen
Met de knoppen kiest u de verschillende functies di-
rect.
Knop Functie
Apparaat in- of uitschakelen.
→"De Bediening in essentie",
Pagina16
Functie magnetron direct kiezen.
→"Magnetron", Pagina22
Timer selecteren.
→"Timer instellen", Pagina19
Uw apparaat leren kennen nl
11
Knop Functie
Ca. 4 seconden ingedrukt houden: kin-
derslot activeren of deactiveren.
→"Kinderslot", Pagina30
Bedieningspaneel openen om de water-
tank te verwijderen.
→"Watertank vullen", Pagina19
4.4 Binnenruimte
Verschillende functies in de binnenruimte ondersteunen
bij het gebruik uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte schuiven.
→"Accessoires", Pagina14
Uw apparaat heeft 5 inschuifhoogtes. De inschuifhoog-
tes worden van beneden naar boven geteld.
De rekjes zijn afhankelijk van het type apparaat op een
of meerdere niveaus met telescooprails uitgerust.
De rekjes kunt u, bijvoorbeeld om te reinigen, verwijde-
ren.
→"Rekjes", Pagina40
Verlichting
Een of meerdere ovenlampen verlichten de binnenruim-
te.
Wanneer u de deur van het apparaat opent, gaat de
verlichting in de binnenruimte aan. Blijft de deur langer
dan ca. 18 minuten open, dan gaat de verlichting weer
uit.
Bij de meeste functies schakelt de verlichting in zodra
het gebruik wordt gestart. Als het gebruik wordt beëin-
digd, schakelt de verlichting uit.
Camera
Met de camera in de binnenruimte kunt u het berei-
dingsproces via de HomeConnect app in de gaten
houden.
Met de functie "Gerechten" kunt u de bruiningssensor
gebruiken en de individuele bruiningsgraad van uw ge-
recht instellen.
→"Gerechten", Pagina27
Informatie over de bediening van de camera vindt u in
de HomeConnect app.
Om de camera te kunnen gebruiken, activeert u de ca-
mera in de basisinstellingen.
→"Basisinstellingen", Pagina30
Opmerking:Let er op met het oog op privacy-redenen,
dat niet betrokken personen, die zich in de ruimte be-
vinden, met de camera door de apparaatdeur gefilmd
kunnen worden.
Koelventilator
De koelventilator schakelt afhankelijk van de tempera-
tuur van het apparaat in en uit. De warme lucht ont-
snapt via de deur.
LET OP!
Door het afdekken van de ventilatiesleuven raakt het
apparaat oververhit.
Dek de ventilatiesleuven niet af.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat het
apparaat na gebruik sneller afkoelt.
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens het gebruik,
wordt de werking stopgezet. Sluit u de apparaatdeur,
dan wordt de werking automatisch voortgezet.
Wanneer u bij het gebruik van de magnetronfunctie de
apparaatdeur sluit, dient u de werking voort te zetten.
Watertank
De watertank hebt u nodig voor de stoom-verwarmings-
methoden.
De watertank bevindt zich achter het bedieningspaneel.
→"Watertank vullen", Pagina19
1 2
3
1
Tankdeksel
2
Opening voor het vullen en leegmaken
3
Handgreep voor het verwijderen en inschuiven
nl Functies
12
5  Functies
Hier krijgt u een overzicht van de hoofd- en andere
functies van uw apparaat.
Tip:Al naar gelang het apparaattype kunt u met de Ho-
meConnect app extra of uitgebreide functies benutten.
Informatie daarover kunt u vinden in de app.
Functie Gebruik
Verwar-
mingsme-
thoden
Fijn afgestemde verwarmingsmethoden
voor een optimale bereiding van uw ge-
rechten kiezen.
→"De Bediening in essentie",
Pagina16
Gerechten Geprogrammeerde, aanbevolen instel-
lingen voor verschillende gerechten ge-
bruiken.
→"Gerechten", Pagina27
Stomen Met stoom-verwarmingsmethoden ge-
rechten behoedzaam bereiden.
→"Stomen", Pagina19
Functie Gebruik
Magnetron Met magnetron sneller bereiden, verhit-
ten of ontdooien.
→"Magnetron", Pagina22
Reiniging Reinigingsfunctie voor de binnenruimte
kiezen.
→"Reinigingsfunctie 'Pyrolyse activeC-
lean'", Pagina36
→"Reinigingsondersteuning 'humid-
Clean'", Pagina37
→"Ontkalken", Pagina37
→"Drogen", Pagina38
Favorieten Eigen opgeslagen instellingen gebrui-
ken.
→"Favorieten", Pagina29
Home Con-
nect
Verbind de oven met een mobiel eind-
apparaat en op afstand bedienen om
de volledige functionaliteit van het ap-
paraat te benutten.
→"HomeConnect ", Pagina31
5.1 Verwarmingsmethoden
Om altijd de passende verwarmingsmethode voor uw
gerechten te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over
de verschillen en toepassingen.
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
Wanneer u een verwarmingsmethode kiest, stelt het ap-
paraat u een passende temperatuur of stand voor. U
kunt de waarde overnemen of wijzigen in het weerge-
geven gebied.
Bij temperatuurinstellingen boven 275°C en grillstand
3 verlaagt het apparaat de temperatuur na ca. 40 mi-
nuten tot ca. 275°C resp. grillstand 1.
Sym-
bool
Verwarmingsmetho-
de
Temperatuurbe-
reik
Gebruik en werkwijze
Eventuele extra functies
4D-Hetelucht 30 - 275°C Op één of meer niveaus bakken of braden.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Onderwarmte 30 - 250°C Gerechten nabakken of au bain-marie bereiden.
De warmte komt van onderen.
Boven- en onder-
warmte
30 - 300°C Traditioneel bakken of braden op één niveau. De verwarmings-
methode is bijzonder geschikt voor gebak met vochtige bedek-
king.
De warmte komt gelijkmatig van boven en van onderen.
Boven-onderwarmte
zacht
30 - 300°C Gekozen gerechten voorzichtig garen.
De warmte komt van boven en van onderen.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen 150-
250°C.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen van
het energieverbruik in de conventionele modus.
coolStart- functie 30 - 275°C Voor een snelle bereiding van diepvriesproducten zonder voor-
verwarmen. Kies de temperatuur die de fabrikant aangeeft. Ge-
bruik de hoogste temperatuur die op de verpakking staat aange-
geven.
Drogen 30 - 130°C Kruiden, fruit of groente drogen.
Grill, groot Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Platte producten, zoals steaks, worstjes of toast grillen. Gerech-
ten gratineren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
Functies nl
13
Sym-
bool
Verwarmingsmetho-
de
Temperatuurbe-
reik
Gebruik en werkwijze
Eventuele extra functies
Grill, klein Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Kleine hoeveelheden grillen, zoals steak, worstjes of toast. Kleine
hoeveelheden gratineren.
Het middelste oppervlak onder de grill wordt heet.
Hetelucht zacht 30 - 275°C Gekozen gerechten zonder voorverwarmen op één niveau voor-
zichtig garen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte. Het pro-
duct wordt in fasen bereid met behulp van restwarmte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmethode tussen
125-250°C.
Houd de deur van het apparaat tijdens het bereiden gesloten.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het ener-
gieverbruik in de circulatieluchtmodus en de energieklasse ge-
bruikt.
Circulatiegrillen 30 - 300°C Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit.
De ventilator wervelt de hete lucht rond het gerecht.
Intensieve warmte 30 - 300°C Gerechten met een knapperige bodem bereiden.
De hitte komt van boven en bijzonder sterk van onderen.
Pizzastand 30 - 275°C Pizza's of gerechten klaarmaken die veel warmte van onderen
nodig hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterwand zijn ingeschakeld.
Langzaam garen 70 - 120°C Kort aangebraden, mals vlees in open vormen voorzichtig en
langzaam garen.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven
en van onderen.
Servies voorverwar-
men
30 - 90°C Servies voorverwarmen.
Warmhouden 50 - 100°C Gerechten die al klaar zijn warmhouden.
Stoommethoden
Hier vindt u een overzicht van de stoommethoden en het gebruik ervan.
Sym-
bool
Verwarmingsmetho-
de met stoom
Temperatuurbe-
reik
Gebruik en werkwijze
Eventuele extra functies
Regenereren 80 - 180°C Bordgerechten en bakwaren behoedzaam opnieuw opwarmen.
Door de toegevoerde stoom drogen de gerechten niet uit.
Deeg laten rijzen 30 - 50°C Gistdeeg laten rijzen.
Het deeg rijst duidelijk sneller dan bij kamertemperatuur. Het op-
pervlak van het deeg droogt niet uit.
5.2 Temperatuur
Tijdens het opwarmen kunt u op het display bij de
meeste verwarmingsmethoden de actuele temperatuur
in de binnenruimte en de ingestelde temperatuur naast
elkaar aflezen, bijv. ⁠120°/210°C.
Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijdstip voor
het plaatsen van het voedsel bereikt, zodra de opwarm-
lijn volledig is gevuld en een akoestisch signaal klinkt.
Opmerking:Door thermische traagheid kan de weer-
gegeven temperatuur een beetje afwijken van de wer-
kelijke temperatuur in de binnenruimte.
Restwarmte-indicatie
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, geeft het dis-
play de restwarmte in de binnenruimte weer met sym-
bool ⁠. Hoe verder de temperatuur daalt, des te min-
der is zichtbaar van het symbool. Bij ca.60°C en lager
dooft het symbool helemaal.
nl Accessoires
14
5.3 Magnetronvermogen
Hier vindt u een overzicht van de magnetronvermogens en het gebruik ervan.
De magnetronvermogens zijn standen en komen niet altijd overeen met het precieze aantal Watt dat door het appa-
raat wordt gebruikt.
Magnetronvermogen
in Watt
Maximale duur in uur Gebruik
90W 1:30 Gevoelige gerechten ontdooien.
180W 1:30 Gerechten ontdooien en verder bereiden.
360W 1:30 Vlees en vis bereiden. Gevoelige gerechten opwarmen.
600W 1:30 Gerechten verwarmen en bereiden.
800W "Boost" 0:30 Verwarmen van vloeistoffen.
Opmerking:Het maximale magnetronvermogen
"Boost" is niet bedoeld voor het verwarmen van ge-
rechten. Ter bescherming van het apparaat wordt het
magnetronvermogen in de eerste minuten stapsgewijze
op 600Watt gereduceerd. Het maximale vermogen is
na een afkoelperiode weer beschikbaar.
6  Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het
apparaat afgestemd.
Opmerking:Wanneer de accessoires heet worden,
kunnen deze vervormen. De vervorming heeft geen in-
vloed op de werking. De vervorming verdwijnt weer na-
dat de accessoires zijn afgekoeld.
De meegeleverde accessoires kunnen variëren, afhan-
kelijk van het type apparaat.
Accessoires Gebruik
Rooster ¡Bakvormen
¡Ovenschalen
¡Vormen
¡Vlees, bijv. braad- of grillstukken
¡Diepvriesgerechten
Braadslede ¡Vochtig gebak
¡Gebak
¡Brood
¡Grote braadstukken
¡Diepvriesgerechten
¡Afdruipende vloeistof opvangen, bijv vet
bij het grillen op het rooster.
Bakplaat ¡Plaatgebak
¡Klein gebak
Schraper voor vitrokerami-
sche kookplaat
Gebruik de schraper voor vitrokeramische
kookplaat uitsluitend voor het reinigen van
de cameralens.
6.1 Aanwijzingen bij het toebehoren
Sommig toebehoren is alleen voor bepaalde functies
geschikt.
Magnetrontoebehoren
Voor de zuivere magnetronfunctie is alleen het meege-
leverde rooster geschikt.
Platen, bijv. de universele braadslede of de bakplaat,
kunnen vonken vormen en zijn niet geschikt.
Neem de aanwijzingen m.b.t. de magnetron in acht.
6.2 Vergrendelingsfunctie
De vergrendelingsfunctie voorkomt dat de accessoires
kantelen wanneer ze worden uitgetrokken.
U kunt het accessoire tot ongeveer de helft uittrekken,
tot deze vastklikt. De kantelbeveiliging functioneert al-
leen wanneer u het accessoire op de juiste manier in
de binnenruimte schuift.
Voor het eerste gebruik nl
15
6.3 Accessoire in de binnenruimte schuiven
Het accessoire altijd op de juiste manier in de binnen-
ruimte schuiven. Alleen zo kan het accessoire zonder
te kantelen tot ongeveer de helft worden uitgetrokken.
1. Het accessoire zo draaien, dat de pal ⁠ zich aan de
achterkant bevindt en naar beneden wijst.
2. De accessoires altijd tussen de beide geleidestan-
gen van een inschuifhoogte plaatsen.
Rooster Het rooster met de open kant naar
de apparaatdeur en de welving ⁠
naar beneden in de oven schuiven.
Plaat
bijv. braad-
slede of
bakplaat
De plaat met de afschuining gericht
naar de ⁠ ovendeur in de oven
schuiven.
3. Om de accessoires bij inschuifhoogten met tele-
scooprails te plaatsen, de telescooprails uittrekken.
Rooster of
plaat
De accessoire er zo opleggen, dat
het accessoire op de achterste aan-
slag van het uittreksysteem wordt in-
gelegd.
Opmerking:De telescooprails met een lichte druk
terugschuiven in de binnenruimte.
4. Het toebehoren volledig inschuiven, zodat het de
apparaatdeur niet raakt.
Opmerking:Haal de accessoires die u niet nodig hebt
bij het gebruik uit de binnenruimte.
6.4 Meer accessoires
Meer accessoires kunt u kopen bij de servicedienst, in
speciaalzaken of op het internet.
U vindt een uitgebreid aanbod voor uw apparaat in on-
ze folders of op internet:
siemens-home.bsh-group.com
Voor de verschillende apparaten zijn specifieke acces-
soires beschikbaar. Geef bij de aankoop altijd de pre-
cieze aanduiding (E-nr.) van uw apparaat op.
Welke accessoires beschikbaar zijn voor uw apparaat,
kunt u zien in de online-shop of navragen bij de klan-
tenservice.
7  Voor het eerste gebruik
Stel de opties voor het eerste gebruik in. Reinig het apparaat en de accessoires.
7.1 Bepaal vóór het eerste gebruik de waterhardheid
Informeer voordat u de eerste inbedrijfstelling uitvoert,
bij uw lokale waterbedrijf naar de waterhardheid van
uw leidingwater. Om ervoor te zorgen dat het apparaat
u er op het juiste moment aan kan herinneren om te
ontkalken, dient u de juiste waterhardheid in te stellen.
LET OP!
Wanneer een verkeerde waterhardheid is ingesteld,
dan kan het apparaat u niet tijdig aan het ontkalken
herinneren.
Waterhardheid correct instellen.
Schade aan het apparaat door gebruik van ongeschik-
te vloeistoffen.
Gebruik geen gedistilleerd water, geen sterk chlori-
dehoudend leidingwater (> 40 mg/l) of andere vloei-
stoffen.
Gebruik uitsluitend vers, koud leidingwater, onthard
water of mineraalwater zonder koolzuur.
Kans op functiestoringen bij het gebruik van gefilterd of
gedemineraliseerd water. Het apparaat vraagt eventu-
eel om na te vullen terwijl de watertank vol is, of de
stoomfunctie wordt na ongeveer 2 minuten afgebroken.
Meng gefilterd of gedemineraliseerd water eventueel
met mineraalwater zonder koolzuur, in de verhou-
ding één op één.
Opmerkingen
¡Gebruikt u mineraalwater, stel dan waterhardheid op
“zeer hard“ in. Gebruikt u mineraalwater, gebruik
dan uitsluitend mineraalwater zonder koolzuur.
¡Wanneer uw leidingwater sterk kalkhoudend is, advi-
seren wij u onthard water te gebruiken. Gebruikt u
uitsluitend onthard water, stel dan het waterhard-
heidbereik in op "onthard".
nl De Bediening in essentie
16
Instelling Waterhardheid in mmol/
l
Duitse hardheid °dH Franse hardheid °fH
0 (onthard)1---
1 (zacht) tot 1,5 tot 8,4 tot 15
2 (gemiddeld) 1,5-2,5 8,4-14 15-25
3 (hard) 2,5-3,8 14-21,3 25-38
4 (zeer hard)2hoger dan 3,8 hoger dan 21,3 hoger dan 38
1Alleen instellen wanneer er uitsluitend onthard water wordt gebruikt.
2Ook voor mineraalwater instellen. Uitsluitend mineraalwater zonder koolzuur gebruiken.
7.2 Eerste keer in gebruik nemen
Nadat je het apparaat op het lichtnet hebt aangesloten,
moet je de instellingen voor de eerste ingebruikname
van het apparaat vastleggen. Het kan enkele minuten
duren tot op het display de instellingen verschijnen.
Opmerking:U kunt de instellingen ook met de Ho-
meConnect app uitvoeren. Als je apparaat verbonden
is, volg dan de aanwijzingen in de app.
1. Schakel het apparaat in met ⁠.
aDe eerste instelling verschijnt.
2. Indien nodig de instelling wijzigen.
Mogelijke instellingen:
Taal
Home Connect
Tijd
Datum
Waterhardheid
3. Ga met ⁠ naar de volgende instelling.
4. De instellingen doorlopen en wijzigen indien ge-
wenst.
aNa de laatste instelling verschijnt een aanwijzing op
het display dat de eerste ingebruikname is afgeslo-
ten.
5. Om ervoor te zorgen dat het apparaat zich vóór het
eerste verwarmen controleert, de deur van het appa-
raat een keer openen en sluiten.
7.3 Het apparaat reinigen voordat u het voor
het eerst gebruikt
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de accessoires te
reinigen.
1. De productinformatie en het toebehoren uit de bin-
nenruimte nemen. Verpakkingsresten, zoals korrel-
tjes piepschuim en tape aan binnen- en buitenzijde
van het apparaat verwijderen.
2. Gladde oppervlakken in de binnenruimte afnemen
met een zachte, vochtige doek.
3. Schakel het apparaat in met ⁠.
4. De watertank vullen.
→"Watertank vullen", Pagina19
5. Volgende instellingen uitvoeren:
Verwarmingsmethode 4Dhetelucht ⁠
Temperatuur maximaal
Toevoer van stoom 03
Tijdsduur 1uur
→"De Bediening in essentie", Pagina16
6. In werking stellen.
Zorg ervoor dat de keuken geventileerd is zolang
het apparaat opwarmt.
aWanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display verschijnt een aanwij-
zing, dat de werking is beëindigd.
7. Schakel het apparaat uit met ⁠.
8. Als het apparaat is afgekoeld, gladde oppervlakken
in de binnenruimte met zeepsop en een schoon-
maakdoekje reinigen.
9. De accessoires met zeepsop en een schoonmaak-
doekje of een zachte borstel grondig reinigen.
10. Leeg de watertank en droog de binnenruimte.
→"Na elk gebruik met stoom", Pagina21
8  De Bediening in essentie
8.1 Apparaat inschakelen
Schakel het apparaat in met ⁠.
aOp het display verschijnt het menu.
8.2 Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet nodig
heeft. Wanneer u het apparaat langere tijd niet bedient,
gaat het automatisch uit.
Schakel het apparaat uit met ⁠.
aHet apparaat gaat uit. Lopende functies worden af-
gebroken.
aOp het display verschijnt de tijd of de restwarmte-in-
dicatie.
De Bediening in essentie nl
17
8.3 In werking stellen
Elke functie moet u starten.
LET OP!
Water op de bodem van de binnenruimte bij temperatu-
ren boven de 120°C leidt tot schade aan het emaille.
Geen programma starten wanneer zich water op de
bodem van de binnenruimte bevindt.
Voor gebruik het water van de bodem van de bin-
nenruimte opnemen.
Start de werking met "Start".
aOp het display verschijnen de instellingen.
8.4 Werking onderbreken
U kunt de werking onderbreken en weer hervatten.
1. Druk op "Stop" om de werking te onderbreken.
2. Om de werking voort te zetten, op "Start" drukken.
8.5 Functie instellen
Nadat u het apparaat heeft ingeschakeld, verschijnt het
menu op het display.
1. Veeg op het display naar links of rechts om door de
verschillende keuzemogelijkheden te bladeren.
2. Druk op de betreffende tegel om een functie te kie-
zen.
aAl naar gelang de functie verschijnen mogelijke in-
stelwaarden of verdere tegels waaruit gekozen kan
worden.
3. Druk indien gewenst op een andere tegel.
4. Om instelwaarden te wijzigen:
Over de blauwe instellijn vegen of op de instellijn
op de betreffende plek drukken.
Of druk op ⁠ en voer de waarde direct in via het
numerieke veld dat verschijnt.
5. Start de werking met "Start".
6. Wanneer de werking is beëindigd:
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met ⁠ wanneer het ge-
recht klaar is.
Tip:Uw instellingen kunt u als "Favorieten" ⁠ opslaan
en opnieuw gebruiken.
→"Favorieten", Pagina29
8.6 Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
1. Druk op "Verwarmingsmethoden".
2. Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
3. Stel de temperatuur in via de instellijn of voer deze
direct in via het numerieke veld ⁠.
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken:
→"Snel voorverwarmen", Pagina18
→"Tijdfuncties", Pagina18
→"Stomen", Pagina19
→"Magnetron", Pagina22
→"Ventilatiefunctie 'Knapperig'", Pagina24
→"Kerntemperatuurmeter", Pagina24
4. Start de werking met "Start".
aHet apparaat begint op te warmen.
aOp het display staan de instelwaarde en de tijd hoe-
lang het programma al loopt.
5. Schakel het apparaat uit met ⁠ wanneer het gerecht
klaar is.
Opmerking:De meest geschikte verwarmingsmethode
voor uw gerechten vindt u in de beschrijving van de
verwarmingsmethoden.
Verwarmingsmethode wijzigen
Verandert u de verwarmingsmethode, dan worden ook
de andere instellingen teruggezet.
1. Druk op "Stop".
2. Druk op ⁠.
3. Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
4. Stel de werking opnieuw in en start met "Start".
Temperatuur wijzigen
Na het starten van de werking kunt u de temperatuur te
allen tijde wijzigen.
1. Op de temperatuur drukken.
2. Wijzig de temperatuur in via de instellijn of voer de-
ze direct in via het numerieke veld ⁠.
3. Druk op "Overnemen".
8.7 Informatie weergeven
In de meeste gevallen kunt u informatie bij de zojuist
uitgevoerde functie oproepen. Vele aanwijzingen ver-
schijnen automatisch, bijv. ter bevestiging of als oproep
of waarschuwing.
1. Druk op ⁠.
aWanneer er informatie aanwezig is wordt deze gedu-
rende enkele seconden weergegeven.
2. Bij veel inhoud in de tegel bladeren met ⁠ of ⁠.
3. Indien nodig de aanwijzing sluiten met ⁠.
8.8 Sabbatconform bedienen
Wanneer u uw apparaat sabbatconform wilt bedienen,
gebruik dan de tijdfuncties en wijzig de basisinstelling
voor de verlichting en standby display.
Opmerking:Wanneer u de apparaatdeur tijdens het
gebruik opent, houdt het apparaat op met verwarmen.
Wanneer u de apparaatdeur sluit, verwarmt het appa-
raat verder. Open, om uw apparaat sabatconform te
bedienen, de apparaatdeur pas na de werking.
1. Wijzig de basisinstelling "Verlichting" naar "Altijd uit".
→"Basisinstellingen", Pagina30
Zo blijft de verlichting in de binnenruimte tijdens het
gebruik en wanneer u de apparaatdeur opent altijd
uit.
2. Wijzig de basisinstelling "Standby-display" naar "Uit".
→"Basisinstellingen", Pagina30
Zo blijft het display tijdens het bedrijf altijd uit.
3. Stel de gewenste functie in.
→"Functie instellen", Pagina17
→"Verwarmingsmethode en temperatuur instellen",
Pagina17
4. Stel al naar gelang de functie de gewenste tijdsduur
in.
→"Tijdsduur instellen", Pagina18
→"Tijdfuncties", Pagina18
5. Stel met "Einde" het tijdstip in, waarop de werking
moet eindigen.
→"Einde instellen", Pagina19
→"Tijdfuncties", Pagina18
nl Snel voorverwarmen
18
6. Plaats het gerecht in de binnenruimte, voordat het
apparaat begint te verwarmen.
7. In werking stellen.
aHet display toont de starttijd. Het apparaat bevindt
zich in de wachtstand.
aAls de starttijd is bereikt, begint het apparaat op te
warmen en de tijdsduur loopt af.
8. Haal het gerecht uit de binnenruimte wanneer de
werking is beëindigd. Na ca. 15tot 20minuten
schakelt het apparaat volledig automatisch uit.
Opmerking:Wijzig indien nodig de basisinstelling
van de verlichting en het standby-display weer.
9  Snel voorverwarmen
Om tijd te besparen, kan het snel voorverwarmen ⁠ bij
ingestelde temperaturen boven 100°C de opwarmings-
duur verkorten.
Bij deze verwarmingsmethoden is snel voorverwarmen
mogelijk:
¡4Dhetelucht ⁠
¡Boven- en onderwarmte ⁠
¡Intensieve warmte ⁠
9.1 Snel voorverwarmen instellen
Om een gelijkmatig bereidingsresultaat te krijgen,
plaatst u uw gerecht pas na het snel voorverwarmen in
de binnenruimte.
Opmerking:Stel pas een tijdsduur in wanneer het snel
voorverwarmen beëindigd is.
1. Een geschikte verwarmingsmethode en een tempe-
ratuur vanaf 100°C instellen.
Vanaf een ingestelde temperatuur van 200°C wordt
het snel voorverwarmen automatisch ingeschakeld.
2. Druk op "Snel voorverwarmen".
aOp de tegel staat "Aan".
3. Start de werking met "Start".
aHet snel voorverwarmen start.
aWanneer het snel voorverwarmen is beëindigd,
klinkt er een signaal. Bij "Snel voorverwarmen" ⁠
staat "Uit".
4. Het gerecht in de binnenruimte plaatsen.
Snel voorverwarmen afbreken
Druk op "Snel voorverwarmen".
aOp het display verschijnt bij "Snel voorverwarmen"
⁠ "Uit".
10  Tijdfuncties
Voor gebruik kunt u de tijdsduur en de tijdstip, waarop
de werking moet eindigen, instellen. De timer kan onaf-
hankelijk van de werking worden ingesteld.
Tijdfunctie Gebruik
Tijdsduur ⁠ Wanneer u voor de werking een tijds-
duur instelt, houdt het apparaat na
het verstrijken van de tijdsduur auto-
matisch op met verwarmen.
Einde ⁠ Voor de tijdsduur kunt u een tijd in-
stellen waarop de werking eindigt.
Het apparaat start automatisch zodat
de werking op het gewenste tijdstip
klaar is.
Timer ⁠ De timer kunt u onafhankelijk van de
werking instellen. Hij beïnvloedt het
apparaat niet.
10.1 Tijdsduur instellen
De tijdsduur voor de werking kunt u instellen tot 24
uur.
Vereiste:Een werking en een temperatuur of stand zijn
ingesteld.
1. Druk op "Tijdsduur".
2. Druk om de tijdsduur in te stellen, op de betreffende
tijdswaarde, bijv. urenaanwijzing "h" of minutenaan-
wijzing "min".
aDe geselecteerde waarde is blauw gemarkeerd.
3. Stel de tijdsduur in via de instellijn of voer deze di-
rect in via het numerieke ⁠ veld.
Rest indien nodig de instelwaarde met ⁠.
4. Start de werking met "Start".
aHet apparaat begint op te warmen en de tijdsduur
loopt af.
aWanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display verschijnt een aanwij-
zing, dat de werking is beëindigd.
5. Wanneer de tijdsduur is verstreken:
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met ⁠ wanneer het ge-
recht klaar is.
Tijdsduur wijzigen
U kunt de tijdsduur altijd wijzigen.
1. Op de tijdsduur drukken.
2. Wijzig de tijdsduur via de instellijn of voer deze di-
rect in via het numerieke veld ⁠.
3. Druk op "Overnemen".
Tijdsduur afbreken
U kunt de tijdsduur te allen tijde afbreken.
1. Op de tijdsduur drukken.
2. Reset de tijdsduur met ⁠.
Opmerking:Bij functies waarbij een tijdsduur nodig
is, reset het apparaat de tijdsduur terug naar de
vooringestelde waarde.
3. Druk op "Overnemen".
Stomen nl
19
10.2 Einde instellen
Het tijdstip waarop de tijdsduur van de werking moet
zijn afgerond, kunt u tot maximaal 24 uur verschuiven.
Vereisten
¡Een werking en een temperatuur of stand zijn inge-
steld.
¡Er is een tijdsduur ingesteld.
1. Druk op "Einde".
2. Verschuif de tijd via de instellijn of voer deze direct
in via het numerieke veld ⁠.
Rest indien nodig de instelwaarde met ⁠.
3. Start de werking met "Start".
aHet display toont de starttijd. Het apparaat bevindt
zich in de wachtstand.
aAls de starttijd is bereikt, begint het apparaat op te
warmen en de tijdsduur loopt af.
aWanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display verschijnt een aanwij-
zing, dat de werking is beëindigd.
4. Wanneer de tijdsduur is verstreken:
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met ⁠ wanneer het ge-
recht klaar is.
Einde wijzigen
Om een goed bereidingsresultaat te verkrijgen, kunt u
de ingestelde tijd alleen wijzigen voordat de werking
gestart is en de tijdsduur afloopt.
1. Druk op "Einde".
2. Wijzig de tijd via de instellijn of voer deze direct in
via het numerieke veld ⁠.
3. Druk op "Overnemen".
Einde annuleren
U kunt de ingestelde tijd altijd wissen.
1. Druk op "Einde".
2. Reset de tijd met ⁠.
Opmerking:Bij functies waarbij een tijdsduur nodig
is, reset het apparaat het tijdstip, waarop de tijds-
duur eindigt, terug op de het volgende mogelijk tijd-
stip.
3. Druk op "Overnemen".
10.3 Timer instellen
De timer loopt onafhankelijk van de werking. U kunt de
timer bij ingeschakeld en uitgeschakeld apparaat tot
24uur instellen. De timer heeft een eigen signaal, zo-
dat u hoort of de timer of een tijdsduur eindigt.
1. Druk op de knop ⁠.
2. Druk om de timer in te stellen, op het display op de
betreffende tijdswaarde, bijv. urenaanwijzing "h" of
minutenaanwijzing "min".
aDe geselecteerde waarde is blauw gemarkeerd.
3. Stel de timer in via het numerieke veld ⁠.
Reset indien nodig de instelwaarde met ⁠.
4. Druk op "Start" om de timer te starten.
aDe timer loopt af.
aWanneer het apparaat is uitgeschakeld, dan blijft de
timer op het display zichtbaar.
aAls het apparaat is ingeschakeld, staan de instellin-
gen van de lopende werking op het display. De ti-
mer wordt in de statusregel weergegeven.
aWanneer de timer is verstreken, klinkt een signaal.
Op het display verschijnt een aanwijzing, dat de ti-
mer is beëindigd.
Timer wijzigen
U kunt de timer altijd wijzigen.
1. Druk op de knop ⁠.
2. Op "Pauze" drukken.
3. De timer wijzigen.
4. Op "Start" drukken.
Timer afbreken
U kunt de timer altijd annuleren.
1. Druk op de knop ⁠.
2. De timer met ⁠ resetten.
3. Op "Start" drukken.
11  Stomen
Met stoom bereidt u gerechten op een bijzonder voor-
zichtige manier. U kunt de stoommethoden gebruiken
of bij enkele verwarmingsmethoden de stoomonder-
steuning inschakelen.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Bij het openen van de apparaatdeur kan hete stoom
vrijkomen. Stoom is afhankelijk van de temperatuur niet
altijd zichtbaar.
Apparaatdeur voorzichtig openen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
11.1 Voor elk gebruik met stoom
Zorg er voor elk gebruik met stoom voor dat het appa-
raat voldoende water heeft.
Watertank vullen
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Door hete oppervlakken in de binnenruimte kunnen
dampen van brandbare vloeistoffen vlam vatten (explo-
sieve verbranding). De apparaatdeur kan opensprin-
gen. Er kunnen hete dampen en steekvlammen naar
buiten treden.
Doe geen ontvlambare vloeistoffen (bijv. alcoholhou-
dende dranken) in de watertank.
Vul de watertank uitsluitend met water of de door
ons aanbevolen ontkalkingsoplossing.
nl Stomen
20
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik van het apparaat kan de watertank
heet worden.
Heeft u het apparaat zojuist gebruikt, wacht dan tot
de watertank is afgekoeld.
Neem de watertank uit de tankschacht.
Vereiste:De waterhardheid is correct ingesteld.
1. Op ⁠ drukken.
aHet bedieningspaneel wordt automatisch naar voren
geschoven.
2. Trek het bedieningspaneel met beide handen naar
voeren en schuif het vervolgens naar boven, tot het
vergrendelt ⁠.
3. Til de watertank op en verwijder deze uit de tank-
schacht ⁠.
4. Druk het deksel op de watertank langs de afdichting
aan zodat er geen water meer uit de watertank kan
lopen.
5. Verwijder de afdekking ⁠ van de watertank.
6. Vul het water tot aan de markering "max" ⁠ in de
watertank.
7. Leg de afdekking weer in de opening op de water-
tank.
8. Plaats de gevulde watertank in het apparaat ⁠. Let
er daarbij op dat de watertank op de houders ⁠
vastklikt.
9. Schuif het bedieningspaneel langzaam naar bene-
den, en druk het vervolgens naar achteren, totdat
het bedieningspaneel volledig is gesloten.
11.2 Instelmogelijkheden met stoom
U kunt op verschillende manieren uw gerechten met
stoom bereiden.
Toevoer van stoom
Bij het bereiden met stoom brengt het apparaat met
verschillende tussenpozen stoom in de binnenruimte.
Het gerecht krijgt een knapperige korst en een glan-
zend oppervlak. Vlees wordt van binnen zacht en mals
en verliest slechts weinig volume.
U kunt stomen met de volgende functies combineren:
¡Verwarmingsmethoden →Pagina17
4Dhetelucht ⁠
Boven- en onderwarmte ⁠
Circulatiegrillen ⁠
Warmhouden ⁠
¡Gerechten →Pagina27
¡Kerntemperatuurmeter →Pagina24
Stoomstoot
Met de stoomstoot kunt u af en toe gericht intensieve
stoom toevoeren. Vooral brood en broodjes knappen
er van op, worden knapperig en krijgen een mooie
kleur.
Het apparaat geeft ca. 3 tot 5 minuten stoompulsen in
de binnenruimte. Al naar gelang de functie kunt u de
stoomstoot meerdere malen activeren.
U kunt de stoomstoot bij de volgende functies
toevoegen:
¡Verwarmingsmethoden →Pagina17
4Dhetelucht ⁠
Boven- en onderwarmte ⁠
Circulatiegrillen ⁠
¡Kerntemperatuurmeter →Pagina24
Opmerking:Gebruik de stoomstoot alleen bij binnen-
ruimtetemperaturen boven de 120°C.
11.3 Verwarmingsmethode met stoom
instellen
Opmerking:
Neem de gegevens over de verwarmingsmethoden
met stoom in acht:
¡
Stomen nl
21
Vereiste:De watertank is gevuld. Als de watertank tij-
dens het bedrijf leegloopt, verschijnt op het display een
aanwijzing. De werking wordt onderbroken.
→"Watertank vullen", Pagina19
1. Op "Stomen" drukken.
2. Druk op de gewenste verwarmingsmethode stomen.
3. Stel de temperatuur in via de instellijn of voer deze
direct in via het numerieke veld ⁠.
4. Op "Tijdsduur" drukken.
Bij de verwarmingsmethoden met stoom is altijd een
tijdsduur nodig.
5. Druk om de vooringestelde tijdsduur te wijzigen op
de betreffende tijdswaarde, bijv. minutenaanwijzing
"min" of secondenaanwijzing "s".
aDe geselecteerde waarde is blauw gemarkeerd.
6. Stel de tijdsduur in via de instellijn of voer deze di-
rect in via het numerieke ⁠ veld.
Reset indien nodig de instelwaarde met ⁠.
7. Start de werking met "Start".
aHet apparaat begint op te warmen en de tijdsduur
loopt af.
aWanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display verschijnt een aanwij-
zing dat de werking is beëindigd.
8. Wanneer de tijdsduur is verstreken:
Indien nodig kunt u verdere instellingen invoeren
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met ⁠ wanneer het ge-
recht klaar is.
9. Leeg de watertank en droog de binnenruimte.
→"Na elk gebruik met stoom", Pagina21
Verwarmingsmethode met stoom wijzigen
Verandert u de verwarmingsmethode met stoom, dan
worden ook de andere instellingen gereset.
1. Druk op ⁠.
2. Druk op ⁠.
3. Druk op de gewenste verwarmingsmethode met
stoom.
4. Stel de werking opnieuw in en start met ⁠.
Temperatuur wijzigen
Na het starten van de werking kunt u de temperatuur te
allen tijde wijzigen.
1. Op de temperatuur drukken.
2. Wijzig de temperatuur in via de instellijn of voer de-
ze direct in via het numerieke veld ⁠.
3. Druk op "Overnemen".
Tijdsduur wijzigen
U kunt de tijdsduur altijd wijzigen.
1. Op de tijdsduur drukken.
2. Wijzig de tijdsduur via de instellijn of voer deze di-
rect in via het numerieke veld ⁠.
3. Druk op "Overnemen".
11.4 Stoomtoevoer instellen
Vereisten
¡Let op de informatie bij de betreffende functie.
→"Instelmogelijkheden met stoom", Pagina20
¡De watertank is gevuld. Als de watertank tijdens het
bedrijf leegloopt, verschijnt op het display een aan-
wijzing. De werking wordt zonder gebruik van stoom
voortgezet.
→"Watertank vullen", Pagina19
1. Druk op de gewenste functie.
2. De instellingen voor de functie invoeren, bijv. ver-
warmingsmethode en temperatuur.
3. Op "Toegevoegde stoom" ⁠ drukken.
4. Druk op de gewenste stoomstand.
Stoomstand Toevoer van stoom
1 gering
2 gemiddeld
3 sterk
5. Start de werking met "Start".
aHet apparaat begint op te warmen.
aOp het display staan de instelwaarden en de tijd
hoelang het programma al loopt.
6. Schakel het apparaat uit met ⁠ wanneer het gerecht
klaar is.
7. Leeg de watertank en droog de binnenruimte.
→"Na elk gebruik met stoom", Pagina21
Stoomtoevoer wijzigen
U kunt de stoomfunctie altijd wijzigen of deactiveren.
1. Druk op de stoomstand.
2. Stoomtoevoer wijzigen of deactiveren.
3. Druk op "Overnemen".
11.5 Stoomstoot instellen
Vereisten
¡Let op de informatie bij de betreffende functie.
→"Instelmogelijkheden met stoom", Pagina20
¡De watertank is gevuld. Als de watertank tijdens het
bedrijf leegloopt, verschijnt op het display een aan-
wijzing. De werking wordt onderbroken.
→"Watertank vullen", Pagina19
1. Druk op de gewenste functie.
2. Maak de instellingen bij de functie, bijv. verwar-
mingsmethode en temperatuur.
3. In werking stellen.
4. Druk op het gewenste moment op "Stoomstoot" ⁠.
aHet apparaat verwarmt het water.
5. Druk opnieuw op "Stoomstoot" ⁠ wanneer het water
is opgewarmd.
aDe stoomstoot begint en het apparaat geeft ca. 3
tot 5 minuten stoompulsen in de binnenruimte.
aWanneer de stoomstoot is afgerond, wordt de wer-
king voortgezet. Al naar gelang de functie kan de
stoomstoot indien gewenst opnieuw worden gestart.
6. Schakel het apparaat uit met ⁠ wanneer het gerecht
klaar is.
7. Leeg de watertank en droog de binnenruimte.
→"Na elk gebruik met stoom", Pagina21
Stoomstoot annuleren
U kunt de stoomstoot op elk moment annuleren.
Druk op "Stoomstoot" ⁠.
aOp het display verschijnt "Stoomstoot" ⁠ "Uit".
aDe werking wordt zonder stoomstoot voortgezet.
11.6 Na elk gebruik met stoom
Droog het apparaat na elk gebruik met stoom.
Opmerking:Na het gebruik met stoom kunnen kalk-
sporen in de binnenruimte achterblijven. De werking
van het apparaat wordt daardoor niet beïnvloed. U kunt
nl Magnetron
22
de kalksporen met warm water of een in azijn gedrenk-
te doek verwijderen. Neem de informatie over de reini-
ging in acht.
→"Reiniging en onderhoud", Pagina33
Watertank legen
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik van het apparaat kan de watertank
heet worden.
Heeft u het apparaat zojuist gebruikt, wacht dan tot
de watertank is afgekoeld.
Neem de watertank uit de tankschacht.
LET OP!
Het drogen van de watertank in de hete binnenruimte
leidt tot beschadiging van de watertank.
De watertank niet drogen in de hete binnenruimte.
Wanneer de watertank in de vaatwasser wordt gerei-
nigd veroorzaakt dit schade.
De watertank niet reinigen in de vaatwasmachine.
Reinig de watertank met een zachte doek en een in
de handel gebruikelijk schoonmaakmiddel.
1. Open het bedieningspaneel met ⁠.
2. Haal de watertank uit het apparaat.
3. Verwijder het deksel van de watertank voorzichtig.
4. De watertank legen, met een afwasmiddel reinigen
en met schoon water grondig uitspoelen.
5. Droog alle onderdelen met een zachte doek.
6. Wrijf de afdichting van het deksel droog.
7. Laat de watertank drogen met geopend deksel.
8. Plaats het deksel op de watertank en druk het aan.
9. Zet de watertank in het apparaat en sluit het bedie-
ningspaneel.
Lekgoot droogmaken
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Het apparaat wordt heet tijdens het gebruik.
Het apparaat voor het schoonmaken laten afkoelen.
Vereiste:De binnenruimte is afgekoeld.
1. De apparaatdeur openen.
2. Opmerking:
De lekgoot ⁠ bevindt zich onder de binnenruimte.
Het water in de lekgoot ⁠ met een sponsdoekje op-
zuigen en voorzichtig opnemen.
Binnenruimte drogen
Droog de binnenruimte na elk gebruik met stoom.
Droog de binnenruimte handmatig of gebruik de
droogfunctie.
→"Drogen", Pagina38
12  Magnetron
Met de magnetron kunt u bijzonder snel gerechten be-
reiden, verwarmen, bakken of ontdooien.
12.1 Vormen en accessoires met magnetron
Om uw gerechten gelijkmatig op te warmen en het ap-
paraat niet te beschadigen, dient u alleen geschikte
vormen en accessoires te gebruiken.
Houd u aan de aanwijzingen van de fabrikant van uw
vormen in acht.
Indien niet anders aangegeven, de vormen en acces-
soires inschuiven op hoogte 2.
Vormen en accessoires die geschikt zijn voor de
magnetron
Vormen van hitte- en magnetronbestendig materiaal:
¡Glas
¡Glaskeramiek
¡Porselein
¡Temperatuurbestendige kunststof
¡Volledig geglazuurd keramiek zonder barsten
¡Serveervormen
Vormen met gouddecor of zilverdecor alleen gebrui-
ken als de fabrikant de geschiktheid voor gebruik in
de magnetron garandeert.
¡Meegeleverd rooster
Platen, bijv. de universele braadslede of de bak-
plaat, kunnen vonken vormen en zijn niet geschikt.
Deze materialen laten microgolven door en worden niet
beschadigd.
Vormen en accessoires die niet geschikt zijn voor de
magnetron
Opmerking:Neem de gegevens over het vermijden
van materiële schade in acht.
→"Magnetron", Pagina8
¡Vormen en bakvormen van metaal
Metaal laat geen microgolven door. Hierdoor worden
de gerechten niet of nauwelijks opgewarmd. Metaal
kan bij puur magnetrongebruik vonken vormen.
Vormen bij bijgeschakelde magnetron bij een functie
Wanneer u bij een andere functie de magnetron bij-
schakelt, dan is naast servies en accessoires die ge-
schikt zijn voor de magnetron ook metaal mogelijk:
¡Vormen en bakvormen van metaal
Voorwerpen die metaal bevatten dienen minstens 2
cm van de wanden van de binnenruimte en de bin-
nenkant van de deur verwijderd te zijn.
¡Meegeleverde accessoires:
Rooster
Braadslede
Bakplaat
Magnetron nl
23
Vormen testen op hun magnetronbestendigheid
Als u niet zeker bent of uw vormen geschikt zijn voor
het gebruik in de magnetron, voert u een test van de
vormen uit.
LET OP!
Het gebruik van het apparaat zonder gerechten in de
binnenruimte leidt tot overbelasting.
Start nooit de magnetron zonder dat er zich etens-
waar in de binnenruimte bevindt. Alleen een korte
serviestest vormt hierop een uitzondering.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke onderde-
len heet.
De hete onderdelen nooit aanraken.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
1. De lege vorm in de binnenruimte plaatsen.
2. Het apparaat gedurende ½ - 1 minuut instellen op
de maximale vermogensstand.
3. In werking stellen.
4. De vorm meerdere keren controleren:
Wanneer de vorm koud of handwarm blijft, dan is
deze geschikt voor de magnetron.
Wanneer de vorm heet wordt of als r vonken ont-
staan, dan de serviestest afbreken. De vorm is
dan niet geschikt voor de magnetron.
12.2 Instelmogelijkheden met magnetron
De magnetron kunt u alleen of gecombineerd met een
andere functie gebruiken.
Pure magnetronfunctie
Alleen de elektromagnetische golven van de magne-
tron genereren energie, welke bijv in levensmiddelen in
warmte omgezet kunnen worden.
Om condens te vermijden, schakelt bij de magnetron-
vermogens 600Watt en 800Watt het apparaat auto-
matisch een verwarmingselement in. De binnenruimte
en het toebehoren worden heet. Het bereidingsresul-
taat wordt hierdoor niet beïnvloed.
Deze automatische droogfunctie kunt u in de basisin-
stellingen uitschakelen.
→"Basisinstellingen", Pagina30
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
De droogfunctie bij de hoogste standen bij de magne-
tronfunctie schakelt automatisch een verwarmingsele-
ment bij en verhit de binnenruimte.
Raak nooit de hete oppervlakken in de binnenruimte
of de verwarmingselementen aan.
Houd kinderen uit de buurt.
Bijgeschakelde magnetron
Door de bijgeschakelde magnetron bij een functie
wordt de bereidingsduur van gerechten verkort.
U kunt de magnetron met de volgende functies
combineren:
¡Verwarmingsmethoden →Pagina17
4Dhetelucht ⁠
Boven- en onderwarmte ⁠
Circulatiegrillen ⁠
Grill, groot ⁠
Grill, klein ⁠
¡Gerechten →Pagina27
¡Kerntemperatuurmeter →Pagina24
¡Knapperig laagje →Pagina24
Mogelijke magnetronvermogens in combinatie met een
functie zijn:
¡90watt
¡180watt
¡360watt
12.3 Magnetron instellen
Opmerking:
Zorg voor de juiste omgang met de magnetron:
¡→"Veiligheid", Pagina2
¡→"Materiële schade vermijden", Pagina8
¡→"Magnetronvermogen", Pagina14
¡→"Vormen en accessoires met magnetron",
Pagina22
1. Druk op "Magnetron".
Of direct met de toets ⁠ de magnetron selecte-
ren.
2. Druk op het gewenste magnetronvermogen.
3. Druk op "Tijdsduur".
Voor gebruik van de magnetron is altijd een tijds-
duur nodig.
4. Druk om de vooringestelde tijdsduur te wijzigen op
de betreffende tijdswaarde, bijv. minutenaanwijzing
"min" of secondenaanwijzing "s".
aDe geselecteerde waarde is blauw gemarkeerd.
5. Stel de tijdsduur in via de instellijn of voer deze di-
rect in via het numerieke ⁠ veld.
Reset indien nodig de instelwaarde met ⁠.
6. Start de werking met "Start".
aDe magnetron start en de tijdsduur loopt af. Bij het
maximale magnetronvermogen "Boost" geeft het
display de vermogensreductie aan.
→"Magnetronvermogen", Pagina14
aWanneer de tijdsduur is verstreken klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display verschijnt een aanwij-
zing dat de werking is beëindigd.
7. Wanneer de tijdsduur is verstreken:
Indien nodig kunt u verdere instellingen invoeren
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met ⁠ wanneer het ge-
recht klaar is.
8. Als u de droogfunctie voor de magnetron in de ba-
sisinstellingen hebt uitgeschakeld en zich in de bin-
nenruimte condens heeft gevormd, dan de binnen-
ruimte drogen.
→"Drogen", Pagina38
Opmerking:Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens
het gebruik, wordt de werking stopgezet. Als u de ap-
paraatdeur sluit, moet u de werking voortzetten. Heeft u
de basisinstelling hiervoor gewijzigd, zorg er dan voor
dat de magnetron niet verder loopt terwijl hij leeg is.
→"Basisinstellingen", Pagina30
nl Ventilatiefunctie "Knapperig"
24
Magnetronvermogen wijzigen
U kunt het magnetronvermogen te allen tijde wijzigen.
1. Druk op het magnetronvermogen.
2. Wijzig het magnetronvermogen.
3. Druk op "Overnemen".
Tijdsduur wijzigen
U kunt de tijdsduur altijd wijzigen.
1. Op de tijdsduur drukken.
2. Wijzig de tijdsduur via de instellijn of voer deze di-
rect in via het numerieke veld ⁠.
3. Druk op "Overnemen".
12.4 Magnetron bijschakelen instellen
Opmerking:
Zorg voor de juiste omgang met de magnetron:
¡→"Veiligheid", Pagina2
¡→"Materiële schade vermijden", Pagina8
¡→"Magnetronvermogen", Pagina14
¡→"Vormen en accessoires met magnetron",
Pagina22
Vereiste:Let op de informatie bij de betreffende func-
tie.
→"Instelmogelijkheden met magnetron", Pagina23
1. Druk op de gewenste functie.
2. Maak de instellingen bij de functie, bijv. verwar-
mingsmethode en temperatuur.
3. Druk op "Magnetron-aanvulling" ⁠.
4. Druk op het gewenste magnetronvermogen.
5. Druk op "Tijdsduur" en stel de tijdsduur in.
6. Start de werking met "Start".
aHet apparaat begint op te warmen en de tijdsduur
loopt af.
aWanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display verschijnt een aanwij-
zing, dat de werking is beëindigd.
7. Wanneer de tijdsduur is verstreken:
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met ⁠ wanneer het ge-
recht klaar is.
Bijgeschakelde magnetron wijzigen
U kunt de bijgeschakelde magnetron altijd wijzigen of
deactiveren.
1. Druk op het magnetronvermogen.
2. Het magnetronvermogen wijzigen of deactiveren.
3. Druk op "Overnemen".
13  Ventilatiefunctie "Knapperig"
De ventilatiefunctie "Knapperig" ⁠ onttrekt vocht uit de
binnenruimte, zodat uw gerecht knapperig wordt.
De hoeveelheid hete stoom welke kan ontspannen bij
het openen van de deur, wordt gereduceerd.
13.1 Geschikte verwarmingsmethoden met
ventilatiefunctie
Voor de ventilatiefunctie zijn alleen bepaalde verwar-
mingsmethoden geschikt.
Bij de volgende verwarmingsmethoden kunt u de
ventilatiefunctie gebruiken:
¡4Dhetelucht ⁠
¡Boven- en onderwarmte ⁠
¡Intensieve warmte ⁠
¡Pizzastand ⁠
¡Circulatiegrillen ⁠
13.2 Ventilatiefunctie instellen
U kunt de ventilatiefunctie te allen tijde bijschakelen,
ook na aanvang van de werking.
1. Stel een geschikte verwarmingsmethode en tempe-
ratuur in.
Indien nodig kunt u meer instellingen maken en met
de ventilatiefunctie combineren.
De toevoeging van stoom kan niet worden gecombi-
neerd met de ventilatiefunctie.
2. Op "Knapperig" drukken.
aOp de tegel staat "Aan".
3. Start de werking met "Start".
aHet apparaat begint op te warmen.
aHet display geeft de instelwaarden weer.
4. Schakel het apparaat uit met ⁠ wanneer het gerecht
klaar is.
Opmerking:Tijdens de werking kunnen luidere ventilat-
orgeluiden hoorbaar zijn.
Ventilatiefunctie annuleren
U kunt de ventilatiefunctie te allen tijde uitschakelen.
Druk op "Knapperig" ⁠.
aOp het display verschijnt bij "Knapperig" ⁠ "Uit".
aDe werking wordt zonder ventilatiefunctie voortge-
zet.
14  Kerntemperatuurmeter
U kunt uw gerechten heel nauwkeurig garen door er
een kerntemperatuurmeter ⁠ in te steken en op het ap-
paraat een kerntemperatuur in te stellen. De kerntem-
peratuurmeter meet de temperatuur in het binnenste
Kerntemperatuurmeter nl
25
van het product. Zodra de ingestelde kerntemperatuur
in het product is bereikt, houdt het apparaat automa-
tisch op te verwarmen.
14.1 Geschikte verwarmingsmethoden met
kerntemperatuurmeter
Voor het gebruik met de kerntemperatuurmeter zijn al-
leen bepaalde verwarmingsmethoden geschikt.
Bij deze verwarmingsmethoden kunt u de
kerntemperatuurmeter gebruiken:
¡4Dhetelucht ⁠
¡Boven- en onderwarmte ⁠
¡Onderwarmte ⁠
¡Boven-/onderwarmte zacht ⁠
¡Hete lucht zacht ⁠
¡Circulatiegrillen ⁠
¡Pizzastand ⁠
¡Warmhouden ⁠
¡Langzaam garen ⁠
¡Regenereren ⁠
14.2 Steek de kerntemperatuurmeter in het
vlees
Gebruik de meegeleverde kerntemperatuurmeter of be-
stel een geschikte kerntemperatuurmeter via onze klan-
tenservice.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Bij gebruik van een verkeerde braadthermometer kan
de isolatie beschadigd raken.
Gebruik alleen de braadthermometer die voor dit
apparaat bestemd is.
LET OP!
Anders kan de braadthermometer beschadigd raken.
Het snoer van de braadthermometer niet inklem-
men.
Gebruik geen gesloten vormen.
Om te voorkomen dat de braadthermometer be-
schadigd raakt door een te intensieve hitte, moet de
afstand tussen grillelement en braadthermometer
enkele centimeters bedragen. Het vlees kan tijdens
de bereiding uitzetten.
Als bij het gebruik met magnetron de punt van de
braadthermometer niet volledig in het gerecht steekt,
dan ontstaan er vonken.
De braadthermometer volledig in het gerecht ste-
ken.
1. Steek de kerntemperatuurmeter in het product.
De kerntemperatuurmeter heeft drie meetpunten.
Zorg ervoor dat minstens het middelste meetpunt in
het gerecht steekt.
Dunne
stukken
vlees
Steek de kerntemperatuurmeter opzij in
de dikste plaats van het vlees.
Dikke
stukken
vlees
Steek de kerntemperatuurmeter van bo-
ven schuin tot de aanslag in het vlees.
Opmerking:Wanneer u het product wilt
keren, steek dan de kerntemperatuur-
meter in de zijkant van het product, zo-
dat deze bij het keren niet verwijdert
hoeft te worden.
Gevogel-
te
De kerntemperatuurmeter in de dikste
plaats van de gevogelteborst steken tot
de aanslag. Steek de kerntemperatuur-
meter schuin of in de lengte in het gevo-
gelte, afhankelijk van de vorm.
Het gevogelte keren en met de borstzij-
de naar beneden op het rooster leggen.
Vis Bij hele vis de kerntemperatuurmeter
achter de kop in de richting van de
graat tot de aanslag insteken.
De vis zonder hem te keren in de zwem-
stand op het rooster plaatsen, bijv. met
een halve aardappel als steun.
2. Plaats het product samen met de kerntemperatuur-
meter in de binnenruimte.
3. De aansluiting van de kerntemperatuurmeter in de
linker bus in de binnenruimte steken.
Opmerkingen
¡Verwijdert u de kerntemperatuurmeter tijdens het
gebruik, dan worden alle instellingen gereset.
¡Wilt u het product keren, verwijder de kerntempera-
tuurmeter dan niet. Controleer na het keren van het
product of de kerntemperatuurmeter nog goed in
het gerecht zit.
nl Kerntemperatuurmeter
26
14.3 Kerntemperatuurmeter instellen
U kunt een kerntemperatuur tussen de 30°C en 99°C
instellen.
Vereisten
¡Het product met de kerntemperatuurmeter staat in
de binnenruimte.
¡De kerntemperatuurmeter is in de binnenruimte inge-
plugd.
1. Druk op "Verwarmingsmethoden".
2. Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
3. Stel de temperatuur van de binnenruimte in met de
instellijn of direct via het numerieke ⁠ veld.
Stel de temperatuur van de binnenruimte minstens
10°C hoger in dan de kerntemperatuur.
Stel de temperatuur van de binnenruimte niet hoger
in dan 250°C.
4. Druk op "Braadthermometer".
5. Stel de kerntemperatuur via de instellijn of voer de-
ze direct in via het numerieke ⁠ veld.
Reset indien nodig de instelwaarde met ⁠.
6. Start de werking met "Start".
aHet apparaat begint op te warmen.
aOp het display staan de instelwaarde en de tijd hoe-
lang het programma al loopt. Als uw apparaat met
HomeConnect is verbonden, wordt de voorspelde
resterende tijdsduur weergegeven.
7. WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
De binnenruimte, accessoires en braadthermometer
worden zeer heet.
Neem hete accessoires en de braadthermometer
altijd met behulp van een pannenlap uit de bin-
nenruimte.
Wanneer de kerntemperatuur is bereikt:
Indien nodig kunt u meer instellingen maken en
de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met ⁠ wanneer het ge-
recht klaar is.
Neem de kerntemperatuurmeter uit de aanslui-
ting in de binnenruimte.
Neem de kerntemperatuurmeter uit het product
en uit de binnenruimte.
Tips
¡U kunt de kerntemperatuurmeter ook met een
andere functie combineren, bijv.:
→"Stomen", Pagina19
→"Magnetron", Pagina22
→"Gerechten", Pagina27
¡u kunt de kerntemperatuurmeter ook zonder een in-
gestelde kerntemperatuur gebruiken. Zo kunt u de
kerntemperatuur van het gerecht op het display afle-
zen en handmatig de werking indien gewenst beëin-
digen.
Temperatuur wijzigen
Na de start van de werking kunt u de temperatuur van
de binnenruimte en de kerntemperatuur te allen tijde
wijzigen.
1. Druk op de temperatuur van de binnenruimte of de
kerntemperatuur.
2. Stel de temperatuur in via de instellijn of wijzig deze
direct via het numerieke veld ⁠.
3. Druk op "Overnemen".
Verwarmingsmethode wijzigen
Verandert u de verwarmingsmethode, dan worden ook
de andere instellingen teruggezet.
1. Druk op "Stop".
2. Druk op ⁠.
3. Druk op de gewenste verwarmingsmethode.
4. Stel de werking opnieuw in en start met "Start".
14.4 Voorspelling resterende tijd voor
gebruik
Wanneer uw apparaat is verbonden met HomeCon-
nect, dan kan het apparaat de vermoedelijke resteren-
de duur van het bereidingsproces voorspellen.
De eerste resterende tijd verschijnt na ca. 1 minuut op
het display. De resterende tijd wordt continu opnieuw
berekend en geactualiseerd.
14.5 Kerntemperatuur van verschillende
levensmiddelen
Hier vindt u richtwaarden voor kerntemperaturen van
verschillende levensmiddelen.
De richtwaarden hangen af van de kwaliteit en de soort
levensmiddelen. Gebruik geen diepvriesproducten.
Gevogelte Kerntemperatuur
in °C
Kip 80 - 85
Kipfilet 75 - 80
Eend 80 - 85
Eendenborst, rosé 55 - 60
Kalkoen 80 - 85
Kalkoenfilet 80 - 85
Gans 80 - 90
Varkensvlees Kerntemperatuur
in °C
Varkensnek 85 - 90
Varkensfilet, rosé 62 - 70
Varkensrug, doorbakken 72 - 80
Rundvlees Kerntemperatuur
in °C
Runderfilet of rosbief, Engels 45 - 52
Runderfilet of rosbief, rosé 55 - 62
Runderfilet of rosbief, doorbakken 65 - 75
Kalfsvlees Kerntemperatuur
in °C
Gebraden kalfsvlees of schouder-
stuk, mager
75 - 80
Gebraden kalfsvlees, schouder 75 - 80
Kalfsschenkel 85 - 90
Lamsvlees Kerntemperatuur
in °C
Lamsbout, rosé 60 - 65
Lamsbout, doorbakken 70 - 80
Lamsrug, rosé 55 - 60
Gerechten nl
27
Vis Kerntemperatuur
in °C
Vis, heel 65 - 70
Visfilet 60 - 65
Diversen Kerntemperatuur
in °C
Gebraden gehakt, alle vleessoor-
ten
80 - 90
15  Gerechten
Met de functie "Gerechten" helpt u uw apparaat bij de
bereiding van verschillende gerechten en kiest u auto-
matisch de optimale instellingen.
15.1 Vormen voor gerechten
Het bereidingsresultaat is afhankelijk van de kwaliteit
en de grootte van de vorm.
Gebruik een hittebestendige vorm, die geschikt is voor
temperaturen tot 300°C. Vormen van glas of glaskera-
miek zijn het meest geschikt. Braadstukken moeten de
bodem van de vorm voor ca. 2/3 bedekken.
Vormen van het volgende materiaal zijn niet geschikt:
¡licht gekleurd, glanzend aluminium
¡niet geglazuurde klei
¡Kunststof of kunststof grepen
Opmerking:Bij sommige gerechten schakelt het appa-
raat de magnetron in. Er verschijnt een aanwijzing op
het display dat een voor de magnetron geschikte vorm
dient te worden gebruikt.
→"Vormen en accessoires met magnetron", Pagina22
15.2 Instelmogelijkheden van de gerechten
Om de gerechten optimaal te bereiden, gebruikt het
apparaat, al naar gelang het gerecht, verschillende in-
stellingen.
Op het display ziet u de gebruikte instellingen. Bepaal-
de instellingen kunt u aanpassen. Volg de aanwijzingen
op het display.
Opmerking:Het bereidingsresultaat is afhankelijk van
de kwaliteit en de aard van de levensmiddelen. Ge-
bruik verse levensmiddelen, het best op koelkasttem-
peratuur. Diepvriesgerechten direct uit het diepvriesvak
gebruiken.
Tips en aanwijzingen bij de instellingen
Als u een gerecht instelt, geeft het display voor dit
gerecht relevante informatie weer, bijv.:
¡Geschikte inschuifhoogte
¡Geschikte accessoires of vormen
¡Toevoegen van vloeistof
¡Tijdstip voor het keren of omroeren
Zodra dit tijdstip bereikt is, klinkt er een signaal.
Druk op ⁠ om informatie op te roepen. Sommige aan-
wijzingen verschijnen automatisch.
Programma's
Bij programma's zijn het optimale verwarmingstype, de
temperatuur en de duur vast vooringesteld.
Om een optimaal bereidingsresultaat te behalen, moet
u tevens het gewicht, de dikte of de mate van gaarheid
instellen. U kunt alleen in het daarvoor bestemde be-
reik instellen.
Indien niet anders aangegeven, stelt u het totale ge-
wicht van uw gerecht in.
Insteladvies
Bij insteladviezen is de optimale verwarmingsmethode
vast vooringesteld.
De vooringestelde temperatuur en de tijdsduur kunt u
aanpassen.
Bereidingsmethoden
Bij enkele gerechten kunt u een voorkeursbereidings-
methode kiezen.
Voor een conventionele bereiding kiest u een
bereidingsmethode met de volgende waarde:
¡klassiek
Gerechten met kerntemperatuurmeter
Bij sommige gerechten kunt u de kerntemperatuurme-
ter ⁠ gebruiken.
Kies een bereidingsmethode, welke de volgende
waarde bevat:
¡tot op de graad nauwkeurig
De temperatuur en de kerntemperatuur kunt u aanpas-
sen.
→"Kerntemperatuurmeter", Pagina24
Gerechten met stoom
Bij enkele gerechten kunt u een bereidingsmethode
met stoom ⁠ kiezen. De gerechten worden voorzichtig
bereid.
Voor een bereiding met stoom kiest u een
bereidingsmethode met de volgende waarden:
¡zacht en sappig
zacht en knapperig
¡sappig
zacht en los
¡extra los
extra los en glanzend
¡glanzend en knapperig
goudkleurig en knapperig
¡als vers gebakken
als vers gekookt
¡voorzichtig
Neem de informatie over het gebruik met stoom in
acht.
→"Stomen", Pagina19
Gerechten met de magnetron
Bij enkele gerechten kunt u een bereidingsmethode
met magnetron ⁠ kiezen. De bereidingsduur wordt kor-
ter.
Kies een bereidingsmethode met de volgende
waarden:
¡sneller
¡voorzichtig en snel
Neem de informatie over het gebruik met de magne-
tron in acht.
→"Magnetron", Pagina22
nl Gerechten
28
Individuele bruining
Bij sommige gerechten kunt u de individuele bruinings-
graad ⁠ van uw gerechten instellen.
De bruiningssensor bewaakt met behulp van de came-
ra in de binnenruimte het bereidingsproces en het ap-
paraat stopt met werken wanneer de ingestelde brui-
ningsgraad is bereikt.
Activeer om de individuele bruining te kunnen gebrui-
ken, de camera in de basisinstellingen en verbind uw
apparaat met HomeConnect.
→"Basisinstellingen", Pagina30
→"HomeConnect ", Pagina31
Opmerkingen
¡Controleer om scherpe beelden voor de bruinings-
sensor te verkrijgen de cameralens en de verlichting
regelmatig op verontreiniging en reinig indien nodig.
→"Apparaat schoonmaken", Pagina35
¡Om de bruiningsgraad te meten, maakt het appa-
raat bij aanvang van het gebruik een eerste foto van
het gerecht. Start de werking pas wanneer het ge-
recht in de binnenruimte is.
¡Het meest geschikt zijn gerechten, waarvan de brui-
ningsgraad tijdens het bereiden duidelijk verandert,
bijvoorbeeld lichte broodjes.
¡Na aanvang van het gebruik de gerechten en hun
positie in de binnenruimte niet meer wijzigen.
¡Afhankelijk van het apparaattype moet u deze func-
tie eerst op uw apparaat downloaden. Kijk in de Ho-
meConnect app voor meer informatie.
Baksensor
Enkele gerechten zijn geschikt voor de bereiding met
de baksensor ⁠. U hoeft verder geen instellingen in te
voeren.
De baksensor bewaakt het bakproces in de binnen-
ruimte. Het apparaat regelt de instellingen zelfstandig
en beëindigt de werking wanneer het gerecht klaar is.
Opmerkingen
¡Gebruik de baksensor niet wanneer het gerecht al is
voorgebakken. Het bakresultaat zal dan niet meer
kloppen.
¡De apparaatdeur ca.5minuten na aanvang van het
gebruik met de baksensor niet meer openen. De
werking met baksensor wordt geannuleerd.
Wanneer u de apparaatdeur moet openen, start de
werking daarna dan zonder baksensor of annuleer
de werking en stel handmatig in. Houd de bereiding
in de gaten, tot het gerecht klaar is.
¡Om een optimaal bakresultaat te bereiken, gebruikt
u donkere bakvormen van metaal.
LET OP!
Door siliconenvormen, afdekkingen, accessoires of fo-
lie die silicone bevatten kan de baksensor beschadigd
raken. Ook wanneer de baksensor niet wordt gebruikt,
kan er schade ontstaan.
Gebruik geen vormen van silicone of silicone-hou-
dende, folie, afdekkingen of accessoires.
Nooit voorwerpen van silicone in de binnenruimte
bewaren.
Voorspelling resterende tijd voor gebruik
Wanneer uw apparaat is verbonden met HomeCon-
nect, dan kan het apparaat de vermoedelijke resteren-
de duur van het bereidingsproces voorspellen.
De eerste resterende tijd verschijnt na ca. 1 minuut op
het display. De resterende tijd wordt continu opnieuw
berekend en geactualiseerd.
15.3 Overzicht van de gerechten
Welke gerechten aan u ter beschikking staan, ziet u op
het apparaat wanneer u de functie oproept. De gerech-
ten zijn afhankelijk van de uitrusting van uw apparaat.
De gerechten zijn in categorieën en eten ingedeeld.
Opmerking:In de basisinstellingen kunt u de weerge-
geven gerechten regionaal specialiseren.
→"Basisinstellingen", Pagina30
Categorie Gerechten
Baksensor Gebak
Klein gebak
Brood, broodjes
Hartig gebak, pizza, quiche
Opmerking:Hier worden alleen gerech-
ten genoemd voor bereiding met bak-
sensor.
Individuele
bruining
Broodjes (afbakbroodjes)
Pizza
Lasagne hoog
Lasagne plat
Opmerking:Hier worden alleen gerech-
ten genoemd met individuele bruining.
Gebak Gebak in vormen
Gebak op de bakplaat
Klein gebak
Koekjes
Brood,
broodjes
Brood
Broodjes
Pizza, hartig
gebak
Pizza
Hartig gebak, quiche
Ovenscho-
tels, souf-
flés
Ovenschotel, pittig, vers, gegaarde in-
grediënten
Lasagne, vers
Lasagne, gekoeld
Aardappelgratin, rauwe ingrediënten,
4cm hoog
Ovenschotel, zoet, vers
Fruitcrumble
Soufflé in portievormen
Yorkshire Pudding
Gevogelte Kip
Eend, gans
Kalkoen
Vlees Varkensvlees
Rundvlees
Kalfsvlees
Lamsvlees
Wildbraad
Vleesgerechten
Vis Vis, heel
Visfilet
Diepvries-
producten
Pizza
Broodjes
Ovenschotels
Aardappelproducten
Vlees, gevogelte
Favorieten nl
29
Categorie Gerechten
Bijgerech-
ten, groente
Groente
Aardappelen
Rijst
Granen
Regenere-
ren, opbak-
ken
Groente
Menu
Gebak
Bijgerechten
Etenswaar
ontdooien
Brood, broodjes
Gebak
Vlees, gevogelte
Vis
15.4 Gerecht instellen
Vereiste:Het gerecht bevindt zich in de binnenruimte.
1. Druk op "Gerechten".
2. Druk op de gewenste categorie.
3. Druk op het gewenste voedsel.
4. Druk op het gewenste gerecht.
Tip:Bij enkele gerechten kunt u een voorkeursberei-
dingsmethode kiezen.
→"Instelmogelijkheden van de gerechten",
Pagina27
aOp het display verschijnen de instellingen bij het ge-
recht.
5. Indien nodig de instellingen aanpassen.
Al naar gelang het gerecht kunt u slechts bepaalde
instellingen aanpassen.
→"Instelmogelijkheden van de gerechten",
Pagina27
6. Druk op ⁠ voor informatie over bijvoorbeeld acces-
soires en inschuifhoogte.
7. Start de werking met "Start".
aHet apparaat begint op te warmen en de tijdsduur
loopt af.
aBij gebruik met baksensor wordt geen tijdsduur
weergegeven. Op het display staan de instelwaarde
en de tijd hoelang het programma al loopt. Als het
apparaat met HomeConnect is verbonden, wordt
de voorspelde resterende tijdsduur weergegeven.
→"Voorspelling resterende tijd voor gebruik",
Pagina28
aAls het gerecht klaar is, klinkt een signaal. Het ap-
paraat warmt niet meer op.
8. Wanneer de tijdsduur is verstreken:
Indien nodig kunt u verdere instellingen maken
en de werking opnieuw starten.
Schakel het apparaat uit met ⁠ wanneer het ge-
recht klaar is.
15.5 Automatische uitschakeling
De automatische uitschakelfunctie ⁠ bij de gerechten
zorgt ervoor dat u ontspannen kunt bakken en braden.
Wanneer het gebruik is beëindigd, dan houdt het appa-
raat automatisch op met verwarmen.
Haal om een optimaal bereidingsresultaat te bereiken
uw gerecht uit de binnenruimte wanneer de werking is
beëindigd.
16  Favorieten
In de favorieten kunt u uw instellingen opslaan en op-
nieuw gebruiken.
Opmerking:Afhankelijk van het apparaattype moet u
deze functie eerst op uw apparaat downloaden. Kijk in
de HomeConnect app voor meer informatie.
16.1 Favorieten opslaan
U kunt tot 30 verschillende functies als uw favorieten
opslaan.
1. Druk naast de titel van de functie op ⁠.
2. Indien gewenst de titel van de favoriet met het toet-
senbord op het display wijzigen.
3. Druk op "Overnemen".
16.2 Favorieten kiezen
Wanneer u favorieten heeft opgeslagen, dan kunt u de-
ze voor het instellen van de werking kiezen.
1. Druk op "Favorieten".
2. Druk op de gewenste favorieten.
3. Indien gewenst kunt u de instellingen wijzigen.
4. Start de werking met "Start".
aOp het display staan de instelwaarden.
Opmerking:
Let op de informatie bij de verschillende functies:
¡→"Stomen", Pagina19
¡→"Magnetron", Pagina22
¡→"Ventilatiefunctie 'Knapperig'", Pagina24
¡→"Kerntemperatuurmeter", Pagina24
16.3 Favorieten wijzigen
U kunt uw opgeslagen favorieten altijd wijzigen.
1. Druk op "Favorieten".
2. Druk op de gewenste favorieten.
3. Druk naast de titel van de favorieten op ⁠.
4. Wijzig de instellingen of de titel van de favorieten.
5. De wijziging bevestigen.
Favorieten sorteren
1. Druk op "Favorieten".
2. Druk naast de titel "Favorieten" op ⁠.
3. Houd de tegel van de gewenste favoriet ingedrukt
en sleep deze naar een andere positie.
Favorieten verwijderen
1. Druk op "Favorieten".
2. Druk bij de gewenste favorieten op ⁠.
3. Bevestig het verwijderen.
nl Kinderslot
30
17  Kinderslot
Beveilig uw apparaat, zodat kinderen het niet per onge-
luk inschakelen of instellingen eraan kunnen wijzigen.
17.1 Kinderslot activeren
U kunt het kinderslot activeren terwijl het apparaat in-
of uitgeschakeld is.
Houd ⁠ ca. 4 seconden lang ingedrukt om het kin-
derslot te activeren.
aOp het display verschijnt een aanwijzing ter bevesti-
ging.
aHet bedieningspaneel is geblokkeerd. Het apparaat
kan alleen met ⁠ worden uitgeschakeld.
aAls het apparaat is ingeschakeld, brandt ⁠. Wan-
neer het apparaat uitgeschakeld is, is ⁠ niet ver-
licht.
17.2 Kinderslot deactiveren
Zo kunt u het kinderslot op elk gewenst moment deac-
tiveren.
Houd ⁠ ca. 4 seconden lang ingedrukt om het kin-
derslot te deactiveren.
aOp het display verschijnt een aanwijzing ter bevesti-
ging.
18  Basisinstellingen
U kunt de basisinstellingen van uw apparaat volgens
uw wensen instellen.
18.1 Overzicht van de basisinstellingen
Hier vindt u een overzicht van de basis- en fabrieksin-
stellingen. De basisinstellingen zijn afhankelijk van de
uitvoering van uw apparaat.
Meer informatie over de afzonderlijke basisinstellingen
krijgt u op het display met ⁠.
Basisinstellin-
gen
Keuze
Taal Zie de keuze op het apparaat
HomeConnect De oven met een mobiel eindappa-
raat verbinden en op afstand bestu-
ren. Home Connect →Pagina31
Tijd Tijd in het 24h-formaat.
Datum Datum in formaat DD.MM.JJJJ
Display Keuze
Helderheid ¡Standen 1, 2, 3, 4 en 51
Stand-by-indi-
catie
¡Aan, qua tijd gelimiteerd1
¡Uit
Klok ¡Digitaal + datum1
¡Digitaal
¡Analoog + datum
¡Analoog
Afstelling ¡Display horizontaal en verticaal
stellen
1Fabrieksinstelling (kan afhankelijk van het apparaat-
type afwijken)
Geluid Keuze
Toetssignaal ¡Aan1
¡Uit
1Fabrieksinstelling (kan afhankelijk van het apparaat-
type afwijken)
Geluid Keuze
Volume ¡Standen 1, 2, 3, 4 en 51
Geluidssignaal ¡Zeer kort
¡Korte duur
¡Gemiddelde duur1
¡Lange duur
1Fabrieksinstelling (kan afhankelijk van het apparaat-
type afwijken)
Apparaatin-
stellingen
Keuze
Nalooptijd ven-
tilator
¡Minimaal
¡Aanbevolen1
¡Lang
¡Zeer lang
Verlichting ¡Ingeschakeld bij het garen en bij
het openen van de deur 1
¡Alleen bij het openen van de deur
¡Altijd uit
Magnetronver-
mogen voorin-
stelling
¡90 W
¡180 W
¡360 W
¡600 W1
¡Boost
Magnetron
hervatten
¡Aan
¡Uit1
Magnetron
drogen
¡Aan1
¡Uit
Waterhardheid ¡4 (zeer hard)1
¡3 (hard)
¡2 (gemiddeld)
¡1 (zacht)
¡0 (onthard)
Camera ¡Aan
¡Uit1
Time-lapse op-
name
¡Aan1
¡Uit
1Fabrieksinstelling (kan afhankelijk van het apparaat-
type afwijken)
HomeConnect  nl
31
Personalise-
ring
Keuze
Merklogo ¡Weergeven1
¡Niet weergeven
Werking na in-
schakelen
¡Hoofdmenu1
¡Verwarmingsmethoden
¡Magnetron
¡Gerechten
¡Favorieten
Verstreken be-
reidingstijd
¡Weergeven1
¡Niet weergeven
Magnetron-
bakblik
¡Aan1
¡Uit
Gerechten ¡Alle1
¡Geen varkensvlees
¡Alleen koosjer
Regionale ge-
rechten
¡Alle1
¡Europese gerechten
¡Gerechten volgens Britse wijze
Kinderslot ¡Alleen toets-blokkering1
¡Deurvergrendeling + toetsblokke-
ring
¡Alleen toets-blokkering1
¡Gedeactiveerd
Automatisch
snel voorver-
warmen
¡Aan1
¡Uit
1Fabrieksinstelling (kan afhankelijk van het apparaat-
type afwijken)
Fabrieksinstel-
lingen
Keuze
Fabrieksinstel-
lingen
¡Terugzetten
Apparaatinfor-
matie
Apparaatinformatie
18.2 Basisinstellingen wijzigen
1. Druk in de statusregel op ⁠.
2. Druk op het gewenste basisinstellingsbereik.
3. Druk op de gewenste basisinstelling.
4. Druk op de gewenste keuze voor de basisinstelling.
aDe wijziging wordt bij de meeste basisinstellingen
direct overgenomen.
5. Om nog meer basisinstellingen te wijzigen, met ⁠
teruggaan en een andere basisinstelling kiezen.
6. Schakel met ⁠ terug naar het hoofdmenu om de
basisinstellingen te verlaten of schakel het apparaat
uit met ⁠.
aDe wijzigingen zijn opgeslagen.
Opmerking:Na een stroomonderbreking blijven de in-
gevoerde wijzigingen van de basisinstellingen behou-
den.
19  HomeConnect
Dit apparaat is geschikt voor netwerken. Verbind uw
apparaat met een mobiel eindapparaat om functies te
kunnen bedienen via de HomeConnect app, basisin-
stellingen aan te passen of de actuele gebruikstoe-
stand te bewaken.
De HomeConnect diensten zijn niet in elk land be-
schikbaar. De beschikbaarheid van de functie Ho-
meConnect is afhankelijk van de beschikbaarheid van
de HomeConnect diensten in uw land. Informatie hier-
over vindt u op: www.home-connect.com.
De HomeConnect app leidt u door het gehele aanmel-
dingsproces. Volg de aanwijzingen in de HomeCon-
nect app om de instellingen aan te brengen.
Tips
¡Neem de meegeleverde documenten vanHo-
meConnect in acht.
¡Neem ook de aanwijzingen in deHomeCon-
nectapp in acht.
Opmerkingen
¡Houd u aan de veiligheidsinstructies in deze ge-
bruiksaanwijzing en zorg ervoor dat deze ook wor-
den nageleefd wanneer u het apparaat via de Ho-
meConnect app bedient.
→"Veiligheid", Pagina2
¡De bediening aan het apparaat heeft altijd voorrang.
Gedurende deze tijd is de bediening via de Ho-
meConnectapp niet mogelijk.
¡In de netwerkgebonden stand-by-stand heeft het ap-
paraat max.2W nodig.
19.1 HomeConnect instellen
Vereisten
¡Het apparaat is verbonden met het elektriciteitsnet
en ingeschakeld.
¡U beschikt over een mobiel eindapparaat met een
actuele versie van het iOS- of Android besturingssys-
teem, bijvoorbeeld een smartphone.
¡Het mobiele eindapparaat en het apparaat bevinden
zich binnen het bereik van het WiFi-signaal van uw
thuisnetwerk.
1. De HomeConnect app downloaden.
2. De HomeConnect app openen en de volgende QR-
code scannen.
nl HomeConnect
32
3. De aanwijzingen in de HomeConnect app opvol-
gen.
19.2 HomeConnect Instellingen
In de basisinstellingen van uw apparaat kunt u voor HomeConnect instellingen en netwerkinstellingen aanpassen.
Welke instellingen het display toont, hangt ervan af of HomeConnect geconfigureerd is en of het apparaat met het
thuisnetwerk is verbonden.
Basisinstelling Mogelijke instellingen Toelichting
Home Connect Assis-
tent
Assistent starten
Verbinding verbreken
Via de Home Connect Assistent kunt u uw apparaat verbinden
met de Home Connect app.
Opmerking:Wanneer u de Home Connect Assistent voor de
eerste keer gebruikt, dan is alleen de instelling "Assistent star-
ten" beschikbaar.
WiFi Aan
Uit
Met WiFi kunt u de netwerkverbinding van uw apparaat uit-
schakelen. Wanneer u eenmaal succesvol bent verbonden,
dan kunt u WiFi deactiveren en verliest u niet uw gedetailleer-
de gegevens. Zodra u WiFi opnieuw activeert, dan maakt uw
apparaat automatisch verbinding.
Opmerking:Bij netwerkgebonden stand-by verbruikt het appa-
raat maximaal 2W.
Status afstandsbedie-
ning
Bewaking
Handmatige start op af-
stand
Permanente start op af-
stand
Bij bewaking kunt u alleen de bedrijfstoestand van het appa-
raat in de app weergegeven.
Bij een handmatige start op afstand moet u de start op afstand
elke keer activeren voordat u het apparaat via de app kunt
starten. Als u binnen 15 minuten na de activering van start op
afstand of het gebruikseinde de ovendeur opent, dan wordt de
start op afstand gedeactiveerd.
Bij permanente start op afstand kunt u het apparaat altijd op
afstand starten en bedienen. Wanneer u het apparaat vaak op
afstand bedient, dan is het zinvol om de start op afstand op
permanent in te stellen.
19.3 Apparaat met HomeConnect app
bedienen
Met de HomeConnect app kunt u het apparaat op af-
stand instellen en starten.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Brandbare voorwerpen die in de binnenruimte worden
bewaard kunnen vlam vatten.
Bewaar nooit brandbare voorwerpen in de binnen-
ruimte.
Wanneer er rook wordt geproduceerd moet het ap-
paraat worden uitgeschakeld of de stekker uit het
stopcontact worden gehaald en moet de deur ge-
sloten worden gehouden om eventueel optredende
vlammen te doven.
Vereisten
¡Het apparaat is ingeschakeld.
¡Het apparaat is met het thuisnetwerk en met de Ho-
meConnect app verbonden.
¡Om het apparaat via de app te kunnen instellen,
moet de handmatige of permanente start op afstand
in de basisinstelling Afstandsbedieningsniveau zijn
geselecteerd.
1. Druk op ⁠ om start op afstand te activeren.
2. Een instelling in de HomeConnect app invoeren en
naar het apparaat sturen.
Opmerkingen
¡Als u binnen 15minuten na de activering van
start op afstand of het gebruikseinde de appa-
raatdeur opent, dan wordt de handmatige start
op afstand gedeactiveerd.
¡Wanneer u de ovenfunctie direct op het apparaat
start, wordt Starten op afstand automatisch geac-
tiveerd. U kunt de instellingen via de HomeCon-
nect app wijzigen of een nieuw programma star-
ten.
Reiniging en onderhoud nl
33
19.4 Software-update
Met de functie software-update wordt de software van
uw apparaat bijgewerkt, bijv. optimalisatie, verhelpen
van fouten, veiligheidsrelevante updates.
Voorwaarde is wel dat u een geregistreerde Ho-
meConnectgebruiker bent, de app op uw mobiele
eindapparaat hebt geïnstalleerd en een verbinding met
de HomeConnectserver hebt gemaakt.
Zodra er een software-update beschikbaar is, wordt u
hierover via de HomeConnectapp geïnformeerd en
kunt u de software-update via de app starten. Na het
succesvol downloaden kunt u de installatie via de Ho-
meConnectapp starten als u in uw WLAN-thuisnet-
werk (WiFi) bent. Over een succesvol uitgevoerde in-
stallatie wordt u via de HomeConnectapp geïnfor-
meerd.
Opmerkingen
¡Tijdens de download kunt u uw apparaat gewoon
blijven gebruiken. Afhankelijk van de persoonlijke in-
stellingen in de app kunnen software-updates ook
automatisch worden gedownload.
¡In geval van een veiligheidsrelevante update is het
raadzaam deze zo snel mogelijk te installeren.
¡De installatie duurt enkele minuten. Tijdens de in-
stallatie kunt u uw apparaat niet gebruiken.
19.5 Afstandsdiagnose
De klantenservice kan via de diagnose op afstand toe-
gang verkrijgen tot uw apparaat als u zich met de des-
betreffende wens tot de klantenservice richt, uw appa-
raat met de HomeConnect server verbonden is en de
diagnose op afstand in het land waarin u het apparaat
gebruikt, beschikbaar is.
Tip:Meer informatie alsook aanwijzingen over de be-
schikbaarheid van de diagnose op afstand in uw land
vindt u in het gedeelte service/support van de lokale
website: www.home-connect.com
19.6 Bescherming persoonsgegevens
Neem de aanwijzingen m.b.t. de bescherming van de
persoonsgegevens in acht.
Wanneer uw apparaat voor de eerste keer wordt
verbonden met een thuisnetwerk dat op het internet is
aangesloten, geeft het de volgende
gegevenscategorieën door aan de HomeConnect
server(eerste registratie):
¡Eenduidige identificatie van het apparaat (bestaan-
de uit apparaatsleutels en het MAC-adres van de in-
gebouwde Wi-Ficommunicatiemodule).
¡Veiligheidscertificaat van de Wi-Fi communicatiemo-
dule (voor de informatietechnische beveiliging van
de verbinding).
¡De actuele software- en hardwareversie van uw
huishoudapparaat.
¡Status van een eventuele eerdere reset naar de fa-
brieksinstellingen.
Bij de eerste registratie wordt het gebruik van de Ho-
meConnect functionaliteiten voorbereid. Deze registra-
tie dient pas te worden uitgevoerd op het moment dat
u voor het eerst van de HomeConnect functionaliteiten
gebruik wilt maken.
Opmerking:Let erop dat de HomeConnect functionali-
teiten alleen kunnen worden gebruikt in combinatie met
de HomeConnect app. Informatie over gegevensbe-
scherming kan worden opgeroepen in de HomeCon-
nect app.
20  Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat zorgvuldig om er
voor te zorgen dat het lang goed blijft werken.
20.1 Reinigingsmiddelen
Gebruik om de verschillende oppervlakken van het ap-
paraat niet te beschadigen geen ongeschikte reini-
gingsmiddelen.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een elektrische schok ver-
oorzaken.
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken
om het apparaat te reinigen.
LET OP!
Ongeschikte reinigingsmiddelen beschadigen de op-
pervlakken van het apparaat.
Gebruik geen scherpe of schurende reinigingsmid-
delen.
Gebruik geen sterk alcoholhoudende reinigingsmid-
delen.
Gebruik geen harde schuursponsjes of afwasspons-
jes.
Geen speciale reinigingsmiddelen gebruiken voor
de warmtereiniging.
Gebruik van ovenreiniger in de warme binnenruimte
leidt tot beschadiging van het email.
Gebruik nooit ovenreiniger in de warme binnenruim-
te.
Vóór het opnieuw opwarmen de resten uit de bin-
nenruimte en van de apparaatdeur volledig verwijde-
ren.
Verschillende reinigingsmiddelen met elkaar gemengd
kunnen chemisch reageren.
Geen reinigingsmiddelen mengen.
Verwijder resten van reinigingsmiddelen volledig.
Het zout dat in nieuwe absorberende vaatdoekjes zit
kan oppervlakken beschadigen.
Nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik grondig uit-
wassen.
nl Reiniging en onderhoud
34
Geschikte schoonmaakmiddelen
Gebruik alleen geschikte reinigingsmiddelen voor de
verschillende oppervlakken van uw apparaat.
Houd de handleiding aan bij het reinigen van het appa-
raat.
→"Apparaat schoonmaken", Pagina35
Voorzijde van het apparaat
Oppervlak Geschikte schoonmaak-
middelen
Aanwijzingen
RVS ¡Warm zeepsop
¡Speciale RVS-verzor-
gingsmiddelen voor
warme oppervlakken
Verwijder kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken op roestvaststalen op-
pervlakken onmiddellijk om corrosie te vermijden.
Verzorgingsmiddel voor roestvaststaal dun aanbrengen.
Kunststof of ge-
lakte oppervlak-
ken
bijv. bedienings-
paneel
¡Warm zeepsop Gebruik geen glasreiniger of schraper voor vitrokeramische kook-
plaat.
Om vlekken die niet meer verwijderd kunnen worden te voorkomen,
het ontkalkingsmiddel dat op het oppervlak terechtkomt direct ver-
wijderen.
Apparaatdeur
Gebied Geschikte schoonmaak-
middelen
Aanwijzingen
Ruiten van de
deur
¡Warm zeepsop
¡Ovenreiniger
Gebruik geen schraper voor vitrokeramische kookplaat of RVS-
schuursponsje gebruiken.
Tip:Voor een grondige reiniging de deurruiten demonteren.
→"Apparaatdeur", Pagina39
Deurafscherming ¡Van roestvaststaal:
RVS-reiniger
¡Van kunststof:
Warm zeepsop
Gebruik geen glasreiniger of schraper voor vitrokeramische kook-
plaat.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen voor roestvaststaal.
Tip:Voor een grondige reiniging de deurafscherming verwijderen.
→"Apparaatdeur", Pagina39
Roestvaststalen
binnenlijst van de
deur
¡RVS-reiniger Verkleuringen kunnen verwijderd worden met reinigingsmiddelen
voor roestvaststaal.
Gebruik geen schoonmaakmiddelen voor roestvaststaal.
Deurgreep ¡Warm zeepsop Om vlekken die niet meer verwijderd kunnen worden te voorkomen,
het ontkalkingsmiddel dat op het oppervlak terechtkomt direct ver-
wijderen.
Deurafdichting ¡Warm zeepsop Niet afnemen en niet schuren.
Binnenruimte
Gebied Geschikte schoonmaak-
middelen
Aanwijzingen
Emaille oppervlak-
ken
¡Warm zeepsop
¡Azijnwater
¡Ovenreiniger
Bij sterke verontreiniging inweken en een borstel of RVS-spiraal-
spons gebruiken.
Laat om de binnenruimte na het reinigen te drogen de deur van het
apparaat open.
Opmerkingen
¡Gebruik bij voorkeur de reinigingsfunctie.
→"Reinigingsfunctie 'Pyrolyse activeClean'", Pagina36
¡Email wordt bij zeer hoge temperaturen ingebrand, waardoor er
kleine kleurverschillen ontstaan. De werking van het apparaat
wordt niet beïnvloed.
¡De smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden
geëmailleerd en kunnen ruw zijn. De bescherming tegen corrosie
blijft hierbij intact.
¡Door resten van levensmiddelen ontstaat er een witte afzetting op
de emaille oppervlakken. Deze aanslag is niet schadelijk voor de
gezondheid. De werking van het apparaat wordt niet beïnvloed. U
kunt de aanslag met citroenzuur verwijderen.
Reiniging en onderhoud nl
35
Gebied Geschikte schoonmaak-
middelen
Aanwijzingen
Rekjes ¡Warm zeepsop Bij sterke verontreiniging inweken en een borstel of RVS-spiraal-
spons gebruiken.
Opmerking:Voor een grondige reiniging de rekjes verwijderen.
→"Rekjes", Pagina40
Telescoopsys-
teem
¡Warm zeepsop Gebruik bij sterke verontreiniging een borstel.
Om het smeervet niet te verwijderen, kunt u de telescooprails het
beste in ingeschoven toestand reinigen.
Niet in de vaatwasser reinigen.
Opmerking:Voor een grondige reiniging de telescooprails verwijde-
ren.
→"Rekjes", Pagina40
Toebehoren ¡Warm zeepsop
¡Ovenreiniger
Bij sterke verontreiniging inweken en een borstel of RVS-spiraal-
spons gebruiken.
Geëmailleerde accessoires kunnen in de vaatwasser worden ge-
daan.
Watertank ¡Warm zeepsop Om na de reiniging resten schoonmaakmiddel te verwijderen met
schoon water grondig naspoelen.
Om de watertank na de reiniging te drogen, de watertank met geo-
pend deksel laten drogen. Afdichting op het deksel goed drogen.
Niet in de vaatwasser reinigen.
Kerntemperatuur-
meter
¡Warm zeepsop Gebruik bij sterke verontreiniging een borstel.
Niet in de vaatwasser reinigen.
Cameralens ¡Warm zeepsop Houd de handleiding voor het reinigen van de cameralens aan.
→"Cameralens reinigen", Pagina35
20.2 Apparaat schoonmaken
Reinig om beschadiging van het apparaat te voorko-
men het apparaat uitsluitend zoals aangegeven en met
geschikte reinigingsmiddelen.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en haar on-
derdelen die men kan aanraken heet.
Wees voorzichtig om het aanraken van verwar-
mingselementen te voorkomen.
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt wor-
den gehouden.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen.
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de verwar-
mingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
Vereiste:De instructies voor het gebruik van de reini-
gingsmiddelen aanhouden.
→"Reinigingsmiddelen", Pagina33
1. Het apparaat met warm zeepsop en een schoon-
maakdoekje reinigen.
Voor sommige oppervlakken kunt u alternatieve
reinigingsmiddelen gebruiken.
→"Geschikte schoonmaakmiddelen", Pagina34
2. Drogen met een zachte doek.
Cameralens reinigen
Reinig de cameralens regelmatig, om ervoor te zorgen
dat de camera in de binnenruimte scherpe beelden le-
vert.
Opmerking:De cameralens bevindt zich linksboven in
de achterwand van de binnenruimte.
LET OP!
Wanneer de apparaatdeur wordt gebruikt als vlak om
iets op te zetten of te leggen kan de apparaatdeur be-
schadigd raken.
Niets op de apparaatdeur zetten, er aan hangen of
laten steunen.
Geen vormen of accessoires op de apparaatdeur
plaatsen.
De cameralens kan bekrast raken.
Gebruik geen ruwe spons.
Gebruik geen RVS-schuurspons.
Ovenreiniger uitsluitend in een koude binnenruimte
volgens aanwijzingen van de fabrikant gebruiken.
Een schraper voor vitrokeramische kookplaat leidt tot
beschadiging van de oppervlakken van het apparaat.
Gebruik de schraper voor vitrokeramische kook-
plaat uitsluitend voor het reinigen van de camera-
lens in de binnenruimte.
Vereiste:Het apparaat is afgekoeld.
1. Neem de cameralens na gebruik van het apparaat
af met een vochtige doek.
2. Gebruik bij sterke verontreiniging een schraper voor
vitrokeramische kookplaat.
Opmerking:Bij de reinigingsfunctie "Pyrolyse activeC-
lean" wordt de cameralens mee gereinigd.
nl Reinigingsfunctie "Pyrolyse activeClean"
36
21  Reinigingsfunctie "Pyrolyse activeClean"
Met de reinigingsfunctie "Pyrolyse activeClean" ⁠ rei-
nigt de binnenruimte zichzelf vrijwel automatisch.
Reinig de binnenruimte om de 2 tot 3 maanden met de
reinigingsfunctie. U kunt de reinigingsfunctie desge-
wenst vaker gebruiken. De reinigingsfunctie verbruikt
ca. 3,6-4,7 kilowattuur.
21.1 Apparaat voor de reinigingsfunctie
voorbereiden
Om een goed reinigingsresultaat te verkrijgen en scha-
de te vermijden, dient u het apparaat zorgvuldig voor te
bereiden.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Brandbare voorwerpen die in de binnenruimte worden
bewaard kunnen vlam vatten.
Bewaar nooit brandbare voorwerpen in de binnen-
ruimte.
Wanneer er rook wordt geproduceerd moet het ap-
paraat worden uitgeschakeld of de stekker uit het
stopcontact worden gehaald en moet de deur ge-
sloten worden gehouden om eventueel optredende
vlammen te doven.
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen tijdens
de reiniging vlam vatten.
Verwijder altijd de grove verontreiniging uit de bin-
nenruimte voordat de reiniging start.
Accessoires nooit meereinigen.
De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet tijdens
het reinigen.
Nooit brandbare voorwerpen, zoals bijv. droogdoe-
ken, aan de deurgreep hangen.
Voorkant van het apparaat vrijhouden.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Bij beschadigde deurafdichting ontsnapt grote hitte in
het bereik van de deur.
De dichting niet schuren en niet afnemen.
Nooit het apparaat met beschadigde afdichting of
zonder afdichting gebruiken.
1. Watertank uit het apparaat nemen.
2. Haal de accessoires en vormen uit de binnenruimte.
De rekjes met alle telescooprails kunt u mee reini-
gen.
3. Grove verontreinigingen uit de binnenruimte en van
de rekjes verwijderen.
4. De binnenkant van de apparaatdeur en de randop-
pervlakken bij de deurafdichting met zeepsop en
een zachte doek reinigen.
De deurafdichting niet afnemen en niet schuren.
Verwijder sterke verontreinigingen op de binnenruit
met ovenreiniger.
5. Voorwerpen uit de binnenruimte halen. De binnen-
ruimte moet, met uitzondering van de rekjes, leeg
zijn.
21.2 Reinigingsfunctie instellen
Ventileer de keuken zolang de reinigingsfunctie actief
is.
WAARSCHUWING‒Kans op gevaar voor de
gezondheid!
De reinigingsfunctie warmt de binnenruimte tot een
heel hoge temperatuur op zodat resten van braden,
grillen en bakken verbranden. Hierbij komen dampen
vrij die tot irritaties van de slijmvliezen kunnen leiden.
Tijdens de reinigingsfunctie de keuken grondig ven-
tileren.
Niet gedurende langere tijd in de ruimte verblijven.
Kinderen en huisdieren uit de buurt houden.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
De binnenruimte wordt zeer heet tijdens het reinigen.
Nooit de apparaatdeur openen.
Het apparaat laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
De buitenkant van het apparaat wordt zeer heet tij-
dens het reinigen.
Nooit de apparaatdeur aanraken.
Het apparaat laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Opmerking:De ovenlamp brandt niet tijdens de reini-
gingsfunctie.
Vereiste:→"Apparaat voor de reinigingsfunctie voor-
bereiden", Pagina36.
1. Op "Reiniging" drukken.
2. Op "Pyrolyse activeClean" drukken.
3. Druk op "Stand" en stel de reinigingsgraad in.
Reinigings-
graad
Mate van rei-
niging
Tijdsduur in uren
1 Licht Ca. 2:15
2 Hoog Ca. 2:30
De tijdsduur kan niet worden gewijzigd.
Het tijdstip waarop de werking moet zijn afgerond,
kunt u verschuiven.
→"Einde instellen", Pagina19
4. Op "Start" drukken.
aOp het display verschijnt een aanwijzing voor de
voorbereidingen die nodig zijn voor het reinigen.
5. De aanwijzing bevestigen.
aDe reinigingsfunctie start en de tijdsduur loopt af.
aVoor uw veiligheid vergrendelt de apparaatdeur van-
af een bepaalde temperatuur in de binnenruimte.
Op het display verschijnt ⁠.
aWanneer de reiniging beëindigd is, klinkt er een sig-
naal. Op het display verschijnt een aanwijzing dat
de werking is beëindigd.
6. Schakel het apparaat uit met ⁠.
7. →"Apparaat na de reinigingsfunctie gebruiksklaar
maken", Pagina37.
Reinigingsfunctie afbreken
Na de start kunt u de reinigingsfunctie niet meer stop-
pen of wijzigen.
Reinigingsondersteuning "humidClean" nl
37
Om de reinigingsfunctie af te breken het apparaat
met ⁠ uitschakelen.
21.3 Apparaat na de reinigingsfunctie
gebruiksklaar maken
1. Laat het apparaat afkoelen.
2. Achtergebleven as in de binnenruimte, aan de rek-
jes en bij de apparaatdeur afnemen met een vochtig
doekje.
3. De telescooprails meerdere keren uittrekken en in-
schuiven.
Tijdens de reinigingsfunctie kunnen verkleuringen
aan de telescooprails ontstaan. Deze verkleuringen
hebben geen nadelige invloed op de werking van
het apparaat.
4. Witte aanslag met citroenzuur verwijderen.
Opmerking:Witte aanslag op de emailvlakken kan
door te grove verontreinigingen ontstaan. Deze le-
vensmiddelresten zijn ongevaarlijk. De aanslag heeft
geen nadelige invloed op de werking van het appa-
raat.
Opmerking:Tijdens de reinigingsfunctie verkleurt de
binnenlijst van de apparaatdeur of andere delen van
RVS van de apparaatdeur. Deze verkleuringen hebben
geen nadelige invloed op de werking van het apparaat.
De verkleuringen kunnen met een reinigingsmiddel
voor RVS worden verwijderd.
22  Reinigingsondersteuning "humidClean"
De reinigingsondersteuning "humidClean" ⁠ is een
snel alternatief voor de reiniging van de binnenruimte
tussendoor. De reinigingsondersteuning weekt veront-
reinigingen door het verdampen van zeepsop in. Ver-
ontreinigingen kunnen vervolgens gemakkelijker wor-
den verwijderd.
22.1 Reinigingsondersteuning instellen
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Door water in de hete binnenruimte kan hete water-
damp ontstaan.
Nooit water in de hete binnenruimte gieten.
Opmerking:De ovenlamp brandt niet tijdens de reini-
gingsondersteuning.
Vereiste:De binnenruimte is volledig afgekoeld.
1. Verwijder de accessoires uit de binnenruimte.
2. LET OP!
Gebruik van gedestilleerd water in de binnenruimte
leidt tot corrosie.
Geen gedestilleerd water gebruiken.
0,4l water met een druppel afwasmiddel mengen
en in het midden op de bodem van de binnenruimte
gieten.
3. Druk op "Reiniging".
4. Druk op "humidClean".
De tijdsduur kan niet worden gewijzigd.
5. Druk op "Start".
aOp het display verschijnt een aanwijzing voor de
noodzakelijke voorbereidingen voor de reinigingson-
dersteuning.
6. Bevestig de aanwijzing.
aDe reinigingsondersteuning start en de tijdsduur
loopt af.
aWanneer de reinigingsondersteuning is beëindigd,
klinkt er een signaal. Op het display verschijnt een
aanwijzing, dat de werking is beëindigd.
7. Schakel het apparaat uit met ⁠.
8. →"Binnenruimte na de reinigingsondersteuning rei-
nigen", Pagina37.
22.2 Binnenruimte na de
reinigingsondersteuning reinigen
LET OP!
Wanneer er langere tijd vocht aanwezig is in de binnen-
ruimte ontstaat er corrosie.
Na de reinigingsondersteuning de binnenruimte uit-
vegen en volledig laten drogen.
1. Laat het apparaat afkoelen.
2. Het resterende water in de binnenruimte met een
goed opnemende sponsdoek opnemen.
3. Reinig gladde emailoppervlakken in de binnenruim-
te met een schoonmaakdoekje of zachte borstel.
Verwijder hardnekkige resten met een schuurspons-
je van roestvrij staal.
4. Verwijder kalkranden met een in azijn gedrenkte
doek en daarna met schoon water afnemen.
5. De binnenruimte drogen met een zachte doek.
6. Om de binnenruimte volledig te laten drogen, de ap-
paraatdeur ca.1uur open laten of de functie "Dro-
gen" gebruiken.
→"Drogen instellen", Pagina38
23  Ontkalken
Voor een goede werking dient u het apparaat regelma-
tig te ontkalken.
Hoe vaak het ontkalkt moet worden is afhankelijk van
de keren dat er stoom is gebruikt en van de waterhard-
heid. Zodra de stoomfunctie nog 5 of minder keer kan
worden gebruikt, wordt dit op het apparaat aangege-
ven. Als u het ontkalken niet uitvoert, kunt u geen wer-
king met stoom meer instellen.
Het ontkalken bestaat uit meerdere stappen en duurt
ca.70-95minuten:
¡Ontkalken (ca.55-70minuten)
¡Eerste spoelcyclus (ca. 8 -12minuten)
¡Tweede spoelcyclus (ca. 8-12minuten)
Voer het ontkalken volledig door.
nl Drogen
38
Als het ontkalken wordt onderbroken, kunt u geen wer-
king meer instellen. Voer 2 spoelcycli uit om ervoor te
zorgen dat het apparaat weer klaar is voor gebruik.
23.1 Ontkalken voorbereiden
LET OP!
De inwerkingstijden tijdens het ontkalken zijn afge-
stemd op het door ons aanbevolen vloeibare ontkal-
kingsmiddel. Andere ontkalkingsmiddelen kunnen
schade aan het apparaat veroorzaken.
Gebruik voor het ontkalken uitsluitend het door ons
aanbevolen vloeibare ontkalkingsmiddel.
Wanneer er kalkoplosmiddel op het bedieningspaneel
of andere gevoelige oppervlakken terechtkomt raken
deze beschadigd.
Kalkoplossingsmiddel direct met water verwijderen.
1. De ontkalkingsoplossing mengen:
200ml vloeibaar ontkalkingsmiddel
400ml water
2. Open het bedieningspaneel.
3. Verwijder de watertank en vul deze met de ontkal-
kingsoplossing.
4. Schuif de met ontkalkingsoplossing gevulde water-
tank in het apparaat.
5. Sluit het bedieningspaneel.
23.2 Ontkalken instellen
Vereiste:→"Ontkalken voorbereiden", Pagina38
1. Druk op "Reiniging".
2. Druk op "Ontkalken".
De tijdsduur kan niet worden gewijzigd.
3. Druk op "Start".
aOp het display verschijnt een aanwijzing voor de
voorbereidingen die nodig zijn voor het ontkalken.
4. Bevestig de aanwijzing.
aHet ontkalken start en de tijdsduur loopt af.
aAls het eerste deel van het ontkalken is beëindigd,
weerklinkt een signaal. Het apparaat vraagt u 2 keer
te spoelen.
5. Om het apparaat te spoelen, voor elke spoelcyclus:
Het bedieningspaneel openen en de watertank
verwijderen.
De watertank grondig spoelen en met water vul-
len.
De watertank inzetten en het bedieningspaneel
sluiten.
Het spoelen met "Start" starten.
aWanneer er een spoelcyclus beëindigd is, klinkt er
een signaal.
6. Als de tweede spoelcyclus is beëindigd:
De watertank leegmaken en drogen.
→"Watertank legen", Pagina22
Schakel het apparaat uit met ⁠.
24  Drogen
Om achterblijvende vochtigheid te vermijden, na het
gebruik met stoom of de pure magnetronfunctie de bin-
nenruimte drogen.
LET OP!
Water op de bodem van de binnenruimte bij temperatu-
ren boven de 120°C leidt tot schade aan het emaille.
Geen programma starten wanneer zich water op de
bodem van de binnenruimte bevindt.
Voor gebruik het water van de bodem van de bin-
nenruimte opnemen.
24.1 Binnenruimte drogen
U kunt de binnenruimte met de hand drogen of de
functie "Drogen" gebruiken.
1. Laat het apparaat afkoelen.
2. Verontreiniging uit de binnenruimte verwijderen.
3. Water in de binnenruimte opvegen.
4. Droog de binnenruimte.
Laat om de binnenruimte te drogen de deur van
het apparaat 1 uur open staan.
Om de functie "Drogen" te gebruiken, "Drogen"
instellen.
→"Drogen instellen", Pagina38
Drogen instellen
Vereiste:→"Binnenruimte drogen", Pagina38
1. Druk op "Reiniging".
2. Druk op "Drogen".
De tijdsduur kan niet worden gewijzigd.
3. Druk op "Start".
aOp het display verschijnt een aanwijzing voor de
voorbereidingen die nodig zijn voor het drogen.
4. Bevestig de aanwijzing.
aHet drogen start en de tijdsduur loopt af.
aAls het drogen beëindigd is, klinkt er een signaal.
Op het display verschijnt een aanwijzing, dat de
werking is beëindigd.
5. Schakel het apparaat uit met ⁠.
6. Om de binnenruimte volledig te drogen, de deur van
het apparaat 1 tot 2minuten geopend laten.
Apparaatdeur nl
39
25  Apparaatdeur
Om de apparaatdeur grondig te reinigen, kunt u de ap-
paraatdeur demonteren.
25.1 Deurafscherming afnemen
De roestvrijstalen inlegger in de deurafscherming kan
verkleuren. Neem de deurafscherming af om deze en
de roestvrijstalen inlegger schoon te maken of de deur-
ruiten te verwijderen.
1. Open de apparaatdeur een beetje.
2. Op de deurafscherming links en rechts drukken ⁠.
3. De deurafscherming afnemen ⁠ en de apparaat-
deur voorzichtig sluiten.
25.2 Deurruiten verwijderen
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaatdeur
zitten, kan dit barsten.
Gebruik geen scherp of schurend reinigingsmiddel
of scherpe metalen schraper voor het reinigen van
het glas van de ovendeur omdat dit het oppervlak
kan beschadigen.
Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur bewe-
gen de scharnieren zich en kunnen ze klem komen te
zitten.
Kom niet met uw handen bij de scharnieren.
Bepaalde onderdelen in de apparaatdeur kunnen
scherpe randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
Vereiste:De deurafscherming is afgenomen.
1. De schroeven links en rechts van de apparaatdeur
losdraaien ⁠ en verwijderen.
2. Een theedoek die meerdere keren is samengevou-
wen tussen de apparaatdeur klemmen.
3. Sluit de deur van het apparaat.
4. De voorruit er naar boven uittrekken ⁠.
5. De voorruit met de deurgreep naar beneden op een
vlak oppervlak leggen.
6. De tussenruit met één hand tegen het apparaat
drukken en tegelijkertijd de linker en rechter hou-
ders ⁠ naar boven drukken. De houders ⁠ niet ver-
wijderen.
7. De tussenruit uitnemen.
8. WAARSCHUWING‒Kans op ernstig gevaar
voor de gezondheid!
Door het opendraaien van de schroeven is de veilig-
heid van het apparaat niet meer gewaarborgd. Er
kan energie van de magnetron naar buiten komen.
De schroeven nooit opendraaien.
Nooit de 4 zwarte schroeven van de omlijsting
schroeven.
nl Rekjes
40
25.3 Deurruiten inbouwen
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur bewe-
gen de scharnieren zich en kunnen ze klem komen te
zitten.
Kom niet met uw handen bij de scharnieren.
Bepaalde onderdelen in de apparaatdeur kunnen
scherpe randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
1. De tussenruit draaien, totdat de pijl ⁠ rechts boven
is.
2. De tussenruit onder in de houder ⁠ inbrengen ⁠ en
aan de bovenkant aandrukken en vasthouden.
3. De linker en rechter houder ⁠ naar beneden druk-
ken totdat de binnenruit is ingeklemd ⁠.
4. De voorste ruit onder in de linker en rechter houder
⁠ inhangen ⁠.
5. Druk de voorste ruit tegen het apparaat, totdat de
linker en rechter haken ⁠ tegenover de opname ⁠
liggen ⁠.
6. De voorste ruit onder aandrukken ⁠, totdat deze
hoorbaar vast klikt.
7. De apparaatdeur een beetje openen en de thee-
doek verwijderen.
8. Draai de beide schroeven links en rechts op de ap-
paraatdeur er in.
9. De deurafdekking aanbrengen en aandrukken ⁠, tot
deze hoorbaar inklikt.
10. Sluit de apparaatdeur.
Opmerkingen
¡De binnenruimte pas gebruiken wanneer de ruiten
naar behoren zijn ingebouwd.
26  Rekjes
Om de rekjes en de binnenruimte grondig te reinigen
of om de rekjes te wisselen, kunnen de rekjes worden
verwijderd.
26.1 Rekjes verwijderen
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
De rekjes worden heel heet
Nooit de hete rekjes aanraken.
Het apparaat altijd laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
1. Het rekje aan de voorkant optillen ⁠ en losmaken
⁠.
2. Het complete rekje naar achteren schuiven ⁠ en uit-
nemen ⁠.
Storingen verhelpen nl
41
26.2 Houders inbrengen
Als u de rekjes verwijdert, kunnen de houders eruit val-
len.
Opmerking:
De houders zijn aan de voor- en achterkant verschil-
lend.
1. De voorste houders met de haak vanaf boven in het
ronde gat leiden en een beetje schuin zetten ⁠.
2. De voorste houders aan de onderkant inbrengen en
recht zetten ⁠.
3. De achterste houders met de haak in het bovenste
gat leiden ⁠ en in het onderste gat drukken ⁠.
26.3 Rekjes inhangen
1. Het rekje aan de achterkant boven en beneden in
de houders plaatsen ⁠ en naar voren trekken ⁠.
2. Het rekje van voren inbrengen ⁠ en naar beneden
drukken ⁠.
27  Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhel-
pen. Raadpleeg voordat u contact opneemt met de
klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen geschoold vakpersoneel mag reparaties aan
het apparaat uitvoeren.
Bel de servicedienst als het apparaat defect is.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag repa-
raties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen
worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat beschadigd raakt,
moet het ter vermijding van risico's worden vervan-
gen door de fabrikant, de servicedienst of een ande-
re gekwalificeerde persoon.
27.1 Functiestoringen
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Apparaat werkt niet. De zekering in de zekeringenkast is in werking getreden.
Controleer de zekering in de meterkast.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functioneren.
nl Storingen verhelpen
42
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Apparaat werkt niet. Fout van het elektronische systeem
1. Koppel het apparaat kort van het elektriciteitsnet door de zekering uit te schakelen.
2. Reset de basisinstellingen naar de fabrieksinstellingen.
→"Basisinstellingen", Pagina30
Op het display ver-
schijnt "Sprache
Deutsch".
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Stel de opties voor het eerste gebruik in.
→"Eerste keer in gebruik nemen", Pagina16
Werking start niet of
wordt onderbroken.
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
Controleer de aanwijzingen die op het display verschijnen.
→"Informatie weergeven", Pagina17
Storing
Neem contact op met de klantenservice.
→"Servicedienst", Pagina44
Het apparaat warmt
niet op.
Demonstratiemodus is ingeschakeld.
1. Haal de stroom kortstondig van het apparaat door de zekering in de meterkast uit en op-
nieuw in te schakelen.
2. Schakel de demonstratiemodus binnen ca. 5minuten in de basisinstellingen uit.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Open en sluit na een stroomuitval de apparaatdeur één keer.
aHet apparaat controleert zichzelf en is klaar voor gebruik.
Als het apparaat uit-
geschakeld is, ver-
schijnt de actuele tijd
niet.
Basisinstelling werd gewijzigd.
Wijzig de basisinstelling van de tijdsindicatie.
→"Basisinstellingen", Pagina30
Apparaatdeur kan
niet worden geopend.
Reinigingsfunctie vergrendelt de apparaatdeur, op het display licht ⁠ op.
Laat het apparaat afkoelen tot op het display ⁠ uitgaat.
→"Reinigingsfunctie 'Pyrolyse activeClean'", Pagina36
Kinderslot vergrendelt de apparaatdeur.
Deactiveer het kinderslot met de toets ⁠.
→"Kinderslot", Pagina30
De vergrendeling kunt u in de basisinstellingen uitschakelen.
→"Basisinstellingen", Pagina30
HomeConnect functi-
oneert niet correct.
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
Ga naar www.home-connect.com.
Bedieningspaneel
kan niet worden geo-
pend.
De zekering in de zekeringenkast is in werking getreden.
Controleer de zekering in de meterkast.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functioneren.
Storing
1. Neem contact op met de klantenservice.
→"Servicedienst", Pagina44
2. Als er water in de watertank is, leeg dan de watertank:
Apparaatdeur openen.
Rechts en links onder het afschermstuk grijpen.
Afschermstuk er langzaam uittrekken en naar boven schuiven.
Er verschijnt een mel-
ding om te ontkalken,
zonder dat eerst de
teller wordt weerge-
geven.
Ingestelde waterhardheid is te laag.
1. Ontkalk het apparaat.
→"Ontkalken", Pagina37
2. Controleer de waterhardheid en stel deze in de basisinstellingen in.
→"Basisinstellingen", Pagina30
Er verschijnt een mel-
ding om te spoelen.
Tijdens het ontkalken is de stroomtoevoer onderbroken of het apparaat uitgeschakeld.
Spoel het apparaat.
→"Ontkalken", Pagina37
Op het display ver-
schijnt "Watertank vul-
len", hoewel de water-
tank gevuld is.
Watertank is niet vergrendeld.
Plaats de watertank correct, zodat hij in de houder vastklikt.
→"Watertank vullen", Pagina19
Storingen verhelpen nl
43
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Op het display ver-
schijnt "Watertank vul-
len", hoewel de water-
tank gevuld is.
Watertank is gevallen. Door schokken zijn onderdelen in de watertank losgekomen. De wa-
tertank wordt lek.
Bestel een nieuwe watertank.
→"Servicedienst", Pagina44
Storing
Gebruik geen gedemineraliseerd of gefilterd water.
→"Bepaal vóór het eerste gebruik de waterhardheid", Pagina15
Sensor is defect.
Neem contact op met de klantenservice.
→"Servicedienst", Pagina44
Toetsen knipperen. Er is condenswater ontstaan achter het bedieningspaneel.
Geen handeling vereist. Zodra het condenswater verdampt is, knipperen de toetsen niet
meer.
Er klinken plop-gelui-
den bij de bereiding
met stoom.
Koud/warm-effect bij diepvriesproducten, veroorzaakt door de waterdamp.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Het apparaat bromt
tijdens het gebruik en
na het uitschakelen.
Functiecontrole van de pomp veroorzaakt geluid tijdens het gebruik.
Geen handeling vereist.Geen handeling vereist.
Bij het reinigen van
de magnetron wordt
de binnenruimte heet.
Droogfunctie is ingeschakeld.
Om bij de pure magnetronfunctie condens te vermijden, schakelt het apparaat bij de stan-
den 600W en 800W automatisch een verwarmingselement bij. Het bereidingsresultaat
wordt hierdoor niet beïnvloed.
U kunt de basisinstelling voor de droogfunctie bij de magnetronfunctie wijzigen.
→"Basisinstellingen", Pagina30
Neem de informatie over het gebruik met de magnetron in acht.
→"Magnetron", Pagina22
Camerabeeld is niet
scherp.
Cameralens is vuil.
Reinig de cameralens.
Verlichting van de
binnenruimte werkt
niet.
Basisinstelling werd gewijzigd.
Wijzig de basisinstelling naar verlichting.
→"Basisinstellingen", Pagina30
LED-lampje is defect.
Neem contact op met de klantenservice.
→"Servicedienst", Pagina44
Maximale gebruiks-
duur bereikt.
Om een ongewilde permanente werking te vermijden, stopt het apparaat na meerdere uren
automatisch met op te warmen als de instellingen onveranderd zijn. Er verschijnt een aanwij-
zing op het display.
Het tijdstip waarop de maximale gebruiksduur wordt bereikt, is afhankelijk van de functie-in-
stellingen.
1. Om de werking voort te zeggen, schakelt u het apparaat uit met ⁠ en weer aan. De wer-
king opnieuw instellen en starten.
2. Wanneer u het apparaat niet gebruikt, schakel het dan met ⁠ uit.
Tip:Om te voorkomen dat het apparaat ongewenst uitschakelt, kunt u een tijdsduur instel-
len.
→"Tijdfuncties", Pagina18
Foutcode bestaande
uit letters en cijfers
verschijnt op het dis-
play, bijv. E0111.
De elektronica heeft een fout geconstateerd.
1. Schakel het apparaat uit en weer in.
aAls de storing eenmalig was, verdwijnt de melding.
2. Verschijnt de melding opnieuw, neem dan contact op met de klantenservice. Geef tijdens
het telefoongesprek de exacte foutmelding door.
→"Servicedienst", Pagina44
Bereidingsresultaat is
niet bevredigend.
Instellingen waren niet geschikt.
Instelwaarden, bijv. temperatuur of tijdsduur, zijn van recept-, hoeveelheid- en levensmiddel-
afhankelijk.
Stel de volgende keer lagere of hogere waarden in.
Tip:Veel overige informatie over de bereiding en de passende instelwaarden vindt u in
de HomeConnect app of op onze homepage siemens-home.bsh-group.com .
nl Afvoeren
44
28  Afvoeren
28.1 Afvoeren van uw oude apparaat
Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle
grondstoffen opnieuw worden gebruikt.
1. De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trek-
ken.
2. Het netsnoer doorknippen.
3. Voer het apparaat milieuvriendelijk af.
Bij uw dealer en uw gemeente- of deelraadskantoor
kunt u informatie verkrijgen over de actuele afvoer-
methoden.
Dit apparaat is gekenmerkt in over-
eenstemming met de Europese richt-
lijn 2012/19/EU betreffende afge-
dankte elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and elec-
tronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor
de in de EU geldige terugneming en
verwerking van oude apparaten.
29  Servicedienst
Gedetailleerde informatie over de garantieperiode en
garantievoorwaarden in uw land kunt u opvragen bij
onze servicedienst, uw dealer of op onze website.
Als u contact opneemt met de servicedienst, hebt u het
productnummer (E-Nr.), het productienummer (FD) en
het volgnummer (Z-Nr.) van het apparaat nodig.
De contactgegevens van de servicedienst vindt u in de
meegeleverde servicedienstlijst of op onze website.
Dit product bevat lichtbronnen van energieklasse G. De
lichtbronnen zijn leverbaar als reserveonderdeel en mo-
gen uitsluitend door een hiervoor opgeleide monteur
worden vervangen.
29.1 Productnummer (E-Nr.),
productienummer (FD) en volgnummer (Z-
Nr.)
Het productnummer (E-Nr.), het productienummer (FD)
en het volgnummer (Z-Nr.) vindt u op het typeplaatje
van het apparaat.
Het typeplaatje met de nummers vindt u wanneer u de
apparaatdeur opent. Bij enkele apparaten die werken
met stoom vindt u het typeplaatje achter de afdekking.
Om uw apparaatgegevens en de servicedienst-tele-
foonnummers snel terug te kunnen vinden, kunt u de
gegevens noteren.
U kunt de apparaatinformatie ook in de basisinstellin-
gen laten weergeven.
→"Basisinstellingen", Pagina30
30  Informatie over vrije software en opensourcesoftware
Dit product bevat softwarecomponenten die door de
houders van de intellectuele eigendom als vrije softwa-
re of opensourcesoftware zijn gelicentieerd.
De informatie over de betreffende licentie is in het huis-
houdapparaat opgeslagen. Daarnaast kunt u deze li-
centie-informatie via de HomeConnect app raadple-
gen: 'Profiel -> Juridische informatie -> Licentie-
informatie'.1 Verder kunt u de licentie-informatie downlo-
aden via de productwebsite. (Zoek daarvoor op de pro-
ductwebsite naar uw apparaatmodel en de bijbehoren-
de documentatie.) In plaats daarvan kunt u de betref-
fende informatie ook aanvragen via ossre-
quest@bshg.com of BSH Hausgeräte GmbH, Carl-
Wery-Str. 34, D-81739 München.
De broncode wordt u op verzoek ter beschikking ge-
steld.
Zend een daartoe strekkend verzoek naar ossre-
quest@bshg.com of BSH Hausgeräte GmbH, Carl-
Wery-Str. 34, D-81739 München.
Onderwerp: „OSSREQUEST“
De kosten voor de afhandeling van uw verzoek worden
u in rekening gebracht. Dit aanbod geldt gedurende
drie jaar vanaf de datum van aankoop of ten minste ge-
durende de periode waarin wij support en reserveon-
derdelen voor het betreffende apparaat bieden.
1Afhankelijk van de apparaatuitvoering
Conformiteitsverklaring nl
45
31  Conformiteitsverklaring
Hierbij verklaart BSH Hausgeräte GmbH, dat het appa-
raat met Home Connect functionaliteit voldoet aan de
fundamentele vereisten en de overige toepasselijke be-
palingen van de Richtlijn 2014/53/EU.
Een uitvoerige RED conformiteitsverklaring vindt u op
het internet onder siemens-home.bsh-group.com op
de productpagina van uw apparaat bij de aanvullende
documenten.
2,4-GHz-band (2400–2483,5MHz): max. 100mW
5-GHz-band (5150–5350MHz + 5470–5725MHz):
max. 100mW
BE BG CZ DK DE EE IE el ES
FR HR IT CY LI LV LT LU HU
MT NL AT PL PT RO SI SK FI
SE NO CH TR IS UK (NI)
5GHz WLAN (WiFi): alleen voor het gebruik binnenshuis.
AL GA MD ME MK RS UK UA
5GHz WLAN (WiFi): alleen voor het gebruik binnenshuis.
32  Zo lukt het
Voor verschillende gerechten vindt u hier de bijpassen-
de instellingen alsmede de beste accessoires en vor-
men. Wij hebben het advies optimaal op uw apparaat
afgestemd.
Tip:Veel overige informatie over de bereiding en de
passende instelwaarden vindt u in de HomeConnect
app of op onze homepage siemens-home.bsh-
group.com .
32.1 Algemene aanwijzingen voor de
bereiding
Houd deze informatie aan bij het bereiden van alle ge-
rechten.
¡Temperatuur en tijdsduur zijn afhankelijk van de
hoeveelheid en het recept. Daarom zijn er instelbe-
reiken aangegeven. Probeer het eerst met de lagere
waarden.
¡De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Wan-
neer u toch wilt voorverwarmen, schuif de accessoi-
re dan pas na het voorverwarmen in de binnenruim-
te.
¡Verwijder niet gebruikte accessoires uit de binnen-
ruimte.
Tip
Bij enkele gerechten kunt u ook de ventilatiefunctie
"Knapperig laagje" gebruiken. De ventilatiefunctie
"Knapperig laagje" onttrekt versterkt vocht uit de bin-
nenruimte. Deze bereiding is voor producten met veel
vocht aanbevolen, bijv.
¡bij het bereiden op verschillende niveaus
¡bij gebak met sappig beleg
¡bij schuimgebakjes
¡als er meer knapperigheid is gewenst
Voor knapperige gerechten is het inschakelen in de
tweede bereidingshelft aanbevolen.
→"Ventilatiefunctie 'Knapperig'", Pagina24
32.2 Aanwijzingen voor het bakken
¡Voor het bakken van taart, gebak of brood zijn don-
kere bakvormen van metaal het beste geschikt.
¡Gebruik voor ovenschotels en gegratineerde ge-
rechten een platte, brede vorm. In een smalle, hoge
vorm hebben de gerechten meer tijd nodig en wor-
den donkerder aan de bovenkant.
¡Bakvormen van silicone zijn niet geschikt.
¡Wanneer u de ovenschotel direct in de braadslede
bereidt, schuif deze er dan op niveau 2 in.
¡De instelwaarden voor brooddeeg gelden zowel
voor deeg op de bakplaat als voor deeg in een
rechthoekige vorm.
¡Het insteladvies voor het bakken in combinatie met
de magnetron gelden voor metalen vormen.
LET OP!
Wanneer de hete binnenruimte water bevat, ontstaat er
waterdamp. Door de temperatuurverandering kan er
schade optreden.
Giet nooit water in de hete binnenruimte.
Zet nooit servies met water op de bodem van de
binnenruimte.
Inschuifhoogtes
Wanneer u verwarmingsmethode 4D-hete lucht ge-
bruikt, kunt u kiezen tussen de inschuifhoogtes 1, 2, 3
en 4. Het beste resultaat verkrijgt u wanneer de u de
volgende inschuifhoogten gebruikt.
nl Zo lukt het
46
Bakken op één niveau Hoogte
Hoog gebak / vorm op het rooster 2
Plat gebak / bakplaat 3
Bakken op meerdere niveaus Hoogte
2niveaus
¡Braadslede
¡Bakplaat
3
1
2niveaus
¡2 roosters met vormen erop 3
1
3niveaus
¡Bakplaat
¡Braadslede
¡Bakplaat
5
3
1
4niveaus
¡4 roosters met bakpapier 5
3
2
1
Gebruik de verwarmingsmethode 4Dhete lucht.
Opmerkingen
¡Gebak op bakplaten of in vormen die gelijktijdig in
de oven worden geplaatst, hoeft niet op hetzelfde
moment klaar te zijn.
¡Bereiden met stoom is slechts op één niveau moge-
lijk.
¡Bereiding in combinatie met de magnetron is
slechts op één niveau mogelijk.
32.3 Aanwijzingen voor de bereiding bij
braden, stoven en grillen
¡Het insteladvies geldt voor braadproducten op koel-
kasttemperatuur alsmede voor ongevuld braadklaar
gevogelte.
¡Leg het gevogelte met de borstzijde of met de kant
van het vel naar beneden op de vorm.
¡Keer het braad- of grillproduct of hele vis na ca. ½
tot ⅔ van de aangegeven tijd.
¡Met de kerntemperatuurmeter kunt u exact berei-
den. Houd de belangrijke informatie aan voor het
juiste gebruik. →Pagina24
Braden op het rooster
Op het rooster wordt vlees van alle kanten bijzonder
knapperig. Braad bijvoorbeeld groot gevogelte of meer-
dere stukken tegelijkertijd.
¡Braad de stukken van gelijk gewicht en gelijke dik-
te. De grillstukken bruinen gelijkmatig en blijven lek-
ker mals.
¡Leg de te braden stukken vlees rechtstreeks op het
rooster.
¡Schuif om afdruipende vloeistof op te vangen, de
braadslede een niveau onder het rooster in de bin-
nenruimte.
¡Giet afhankelijk van de grootte en het soort product
tot ½liter water in de braadslede.
Van dit opgevangen braadvocht kunt u een saus be-
reiden. Er ontstaat dan ook minder rook en de bin-
nenruimte wordt minder verontreinigd.
Braden in vormen
Bij de bereiding in gesloten vormen blijft de binnen-
ruimte schoner.
Algemene richtlijnen voor braden in vormen
¡Gebruik hittebestendige vormen die geschikt zijn
voor de oven.
¡Plaats de vorm op het rooster.
¡Vormen van glas zijn het meest geschikt.
¡Houd de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm aan.
Braden in open vormen
¡Gebruik een hoge braadvorm.
¡Wanneer u geen geschikte vorm heeft, kunt u de
braadslede gebruiken.
Braden in gesloten vormen
¡Gebruik een passend, goed sluiten deksel.
¡Bij vlees moet er tussen het te braden product en
het deksel minimaal 3cm afstand zijn. Het vlees
kan tijdens de bereiding uitzetten.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Bij het openen van het deksel na het bereiden kan zeer
hete stoom ontsnappen. Stoom is afhankelijk van de
temperatuur niet altijd zichtbaar.
Til het deksel zo op, zodat de hete stoom weg van
het lichaam kan ontsnappen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Grillen
Grill gerechten die knapperig moeten worden.
Circulatiegrillen is zeer geschikt voor de bereiding van
heel gevogelte, hele vis en vlees, bijv. braadvlees met
een korstje.
¡Grill grillstukken van vergelijkbaar gewicht en verge-
lijkbare dikte. De grillstukken bruinen gelijkmatig en
blijven lekker mals.
¡Leg de te grillen stukken rechtstreeks op het roos-
ter.
¡Schuif om afdruipende vloeistof op te vangen, de
braadslede minstens één niveau onder het rooster
in de binnenruimte.
Opmerkingen
¡Het grillelement wordt steeds weer in- en uitgescha-
keld. Dit is normaal. De frequentie hangt af van de
ingestelde grillstand.
¡Bij het grillen kan rook ontstaan.
Zo lukt het nl
47
32.4 Bereiding met magnetron
Als u gerechten met de magnetron klaar maakt, dan
kunt u de bereidingstijd aanzienlijk verkorten.
Algemeen
¡De bereidingsduur bij gebruik van de magnetron is
gebaseerd op het totaalgewicht.
Wilt u een andere dan de opgegeven hoeveelheid
klaarmaken, dan helpt de basisregel: Bij een dub-
bele hoeveelheid is bijna de dubbele bereidings-
duur nodig.
¡De producten geven warmte af aan het servies. Het
servies kan zeer heet worden.
¡In het belangrijkste deel van de gebruikershandlei-
ding vindt u informatie, hoe u de magnetron en aan-
vullende magnetronwerking instelt.
→"Magnetron", Pagina22
→"Bijgeschakelde magnetron", Pagina23
Tip
Overige bereidingen met de magnetron vindt u hier:
¡→"Ontdooien", Pagina52
¡→"Opwarmen en regenereren", Pagina53
Koken of stomen met de magnetron
¡Gebruik gesloten servies dat geschikt is voor de
magnetron. U kunt voor het afdekken ook een bord
of speciale magnetronfolie gebruiken.
¡Gebruik voor alle graanproducten, bijvoorbeeld voor
rijst, een hoge vorm met deksel. Graan schuimt
sterk tijdens het koken. Voeg vloeistof toe overeen-
komstig de informatie in het insteladvies.
¡Was de levensmiddelen en droog deze niet af. Voeg
1-3eetlepels water of citroensap toe aan de gerech-
ten.
¡Verdeel de gerechten vlak in de vorm. Platte voe-
dingsproducten zijn sneller klaar dan hoge.
¡Gebruik zout en specerijen met mate. Bij het berei-
den met de magnetron blijft de oorspronkelijke
smaak in grote mate behouden.
¡Keer of roer het voedsel tussendoor 2-3keer.
¡Laat het voedsel na het bereiden 2-3minuten rus-
ten.
32.5 Bereiding van diepvriesproducten
¡Gebruik geen sterk met ijs bedekte diepvriesproduc-
ten.
¡IJs verwijderen.
¡Diepvriesproducten zijn ten dele ongelijkmatig voor-
gebakken. De ongelijkmatige bruine kleur blijft ook
na het bakken bestaan.
32.6 Bereiding van kant-en-klare
voedingsproducten
¡Kant-en-klare voedingsproducten uit de verpakking
nemen.
¡Gebruik een hittebestendige vorm wanneer u het
kant-en-klaar gerecht in een vorm bereidt.
32.7 Selectie van gerechten
Insteladvies voor talrijke levensmiddelen gesorteerd op categorie.
Insteladvies voor verschillende gerechten
Gerecht Accessoires /
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina12
Tempera-
tuur in
°C / grill-
stand
Magnetron-
vermogen in
W
Stoomin-
tensiteit /
"Knappe-
rig laagje"
Tijdsduur in
min.
Cake, eenvoudig Tulbandvorm
of
Langwerpige
bakvorm
2 ⁠ 160-180 90 uit 30-40
Cake, fijn Tulbandvorm
of
Langwerpige
bakvorm
2 ⁠ 150-170 - uit 60-80
Cake, 2 niveaus Tulbandvorm
of
Langwerpige
bakvorm
3+1 ⁠ 140-150 - uit 60-80
Vruchten- of kwark-
taart met bodem van
zandtaartdeeg
Springvorm
Ø26cm
2 ⁠ 150-170 - uit 65-85
1Het apparaat voorverwarmen.
2Het gerecht na 2/3 van de totale tijd keren.
3Het voedsel tussendoor 1 - 2 maal omroeren.
nl Zo lukt het
48
Gerecht Accessoires /
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina12
Tempera-
tuur in
°C / grill-
stand
Magnetron-
vermogen in
W
Stoomin-
tensiteit /
"Knappe-
rig laagje"
Tijdsduur in
min.
Vruchten- of kwark-
taart met bodem van
zandtaartdeeg
Springvorm
Ø26cm
2 ⁠ 1.
160-180
2. 100
1. 180
2. -
uit 1. 30-40
2. 20
Biscuittaart, 3 eieren Springvorm
Ø28cm
2 ⁠ 150-160 - uit 50-60
Biscuittaart, 3 eieren Springvorm
Ø28cm
2 ⁠ 150-170 1- uit 30-50
Biscuittaart, 3 eieren Springvorm
Ø28cm
2 ⁠ 1.
150-160
2.
150-160
- Gering
uit
1. 10
2. 25-35
Zandtaartdeeggebak
met vochtige bedek-
king
Braadslede 2 ⁠ 160-180 - ⁠Aan 55-75
Gebak van gistdeeg
met vochtige bedek-
king
Braadslede 3 ⁠ 180-200 - ⁠Aan 30-40
Cakerol Bakplaat 3 ⁠ 180-190 1- uit 15-20
Cakerol Bakplaat 3 ⁠ 180-200 1- Gering 10-15
Muffins Muffinplaat 3 ⁠ 170-190 - uit 15-20
Klein gebak van gist-
deeg
Bakplaat 3 ⁠ 160-180 - Gemid-
deld
25-35
Koekjes Bakplaat 3 ⁠ 140-160 - uit 15-30
Koekjes, 2 niveaus Braadslede
+
Bakplaat
3+1 ⁠ 140-160 - uit 15-30
Koekjes, 3 niveaus 2x
Bakplaat
+
Braadslede
5+3+1 ⁠ 140-160 - uit 15-30
Brood, op de plaat
750 g
Braadslede
of
Langwerpige
bakvorm
2 ⁠ 1.
210-220
2.
180-190
- Sterk
⁠Aan
1. 10-15
2. 25-35
Brood, op de plaat
1500 g
Braadslede
of
Langwerpige
bakvorm
2 ⁠ 1.
210-220
2.
180-190
- Sterk
⁠Aan
1. 10-15
2. 45-55
Brood, op de plaat
1500 g
Braadslede
of
Langwerpige
bakvorm
2 ⁠ 200-210 - uit 35-45
Plat rond brood Braadslede 3 ⁠ 220-230 - Sterk 20-30
Broodjes, vers Bakplaat 3 ⁠ 200-220 - Gemid-
deld
20-30
Pizza, vers - op de
bakplaat
Bakplaat 3 ⁠ 200-220 - ⁠Aan 25-35
Pizza, vers - op de
bakplaat, 2 niveaus
Braadslede
+
Bakplaat
3+1 ⁠ 180-200 - ⁠Aan 35-45
Pizza, vers, dunne
bodem, in pizzavorm
Pizzaplaat 2 ⁠ 220-230 - uit 20-30
1Het apparaat voorverwarmen.
2Het gerecht na 2/3 van de totale tijd keren.
3Het voedsel tussendoor 1 - 2 maal omroeren.
Zo lukt het nl
49
Gerecht Accessoires /
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina12
Tempera-
tuur in
°C / grill-
stand
Magnetron-
vermogen in
W
Stoomin-
tensiteit /
"Knappe-
rig laagje"
Tijdsduur in
min.
Quiche Quiche-vorm
met donkere
coating
1 ⁠ 190-210 - uit 40-50
Flammkuchen Braadslede 3 ⁠ 280-300 1- uit 10-18
Ovenschotel, hartig,
gegaarde ingrediën-
ten.
Ovenschaal 2 ⁠ 150-170 - Gemid-
deld
40-50
Ovenschotel, hartig,
gegaarde ingrediën-
ten.
Ovenschaal 2 ⁠ 150-170 360 uit 20-30
Lasagne, diepvries,
400g
Open vorm 2 ⁠ 200-210 180 uit 20-25
Aardappelgratin, rau-
we ingrediënten,
4cm hoog
Ovenschaal 2 ⁠ 160-190 - uit 50-70
Aardappelgratin, rau-
we ingrediënten,
4cm hoog
Ovenschaal 2 ⁠ 170-190 360 uit 20-25
Kip, 1,3 kg, ongevuld Rooster 2 ⁠ 200-220 - Gemid-
deld
60-70
Kip, 1,3 kg, ongevuld Gesloten vorm 2 ⁠ 230-250 360 uit 25-35
Kleine kipdelen, à
250g
Rooster 3 ⁠ 200-220 - Gemid-
deld
30-45
Kleine kipdelen, à
250g
Open vorm 2 ⁠ 190-210 360 uit 20-30
Gans, niet gevuld,
3kg
Rooster 2 1. ⁠
2. ⁠
3. ⁠
1.
130-140
2.
150-160
3.
170-180
- Gemid-
deld
Gemid-
deld
uit
1. 110-120
2. 20-30
3. 30-40
Gans, niet gevuld,
3kg
Rooster 2 ⁠ 170-190 180 uit 80-90
Gebraden varkens-
vlees zonder zwoerd,
bijv. halsstuk, 1,5kg
Open vorm 2 ⁠ 180-190 - uit 110-130
Gebraden varkens-
vlees zonder zwoerd,
bijv. halsstuk, 1,5kg
Gesloten vorm 2 ⁠ 220-240 360 uit 55-65
Gebraden varkens-
vlees zonder zwoerd,
bijv. halsstuk, 1,5kg
Open vorm 2 ⁠ 190-200 - uit 120-140
Gebraden varkens-
vlees met zwoerd,
bijv. schouderstuk,
2kg
Open vorm 2 1. ⁠
2. ⁠
3. ⁠
1. 100
2.
170-180
3.
200-210
- Sterk
Gering
uit
1. 25-30
2. 70-90
3. 20-25
Runderfilet, medium,
1kg
Rooster 2 ⁠ 210-220 - uit 40-50
Runderfilet, medium,
1kg
Open vorm 2 ⁠ 190-200 - Gering 50-60
Gestoofd rundvlees,
1,5kg
Gesloten vorm 2 ⁠ 200-220 - uit 130-160
1Het apparaat voorverwarmen.
2Het gerecht na 2/3 van de totale tijd keren.
3Het voedsel tussendoor 1 - 2 maal omroeren.
nl Zo lukt het
50
Gerecht Accessoires /
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina12
Tempera-
tuur in
°C / grill-
stand
Magnetron-
vermogen in
W
Stoomin-
tensiteit /
"Knappe-
rig laagje"
Tijdsduur in
min.
Gestoofd rundvlees,
1,5kg
Gesloten vorm 2 ⁠ 200-220 - uit 140-160
Rosbief, medium,
1,5kg
Rooster 2 ⁠ 220-230 - uit 60-70
Rosbief, medium,
1,5kg
Open vorm 2 ⁠ 190-200 - Gering 65-80
Rosbief, medium,
1,5kg
Open vorm 2 ⁠ 240-260 180 uit 30-40
Burger, 3-4cm hoog Rooster 4 ⁠ 3 - uit 25-30 2
Lamsbout zonder
been, medium,
1,5kg
Open vorm 2 ⁠ 170-180 - Gering 80-90
Lamsbout zonder
been, medium,
1,5kg
Gesloten vorm 2 ⁠ 240-260 1. 360
2. 180
uit 1. 30
2. 35-40
Gebraden gehakt, 1
kg + 20 ml water
Open vorm 2 ⁠ 170-190 360 uit 30-40
Vis, gegrild, heel,
300g, bijv. forel
Rooster 3 ⁠ 2 90 uit 15-20
Vis, gebraden, heel
300g, bijv. forel
Braadslede 2 ⁠ 1.
170-180
2.
160-170
- Gering
uit
1. 15-20
2. 5-10
Groente, vers, 250g Gesloten vorm 2 ⁠ - 600 uit 6-10 3
Gemengde groente,
250g + 25 ml water
Gesloten vorm 2 ⁠ - 600 uit 8-12 3
Gebakken aardap-
pels, gehalveerd,
1kg
Braadslede 3 ⁠ 200-220 360 uit 15-20
Gekookte aardap-
pels, in vieren ge-
deeld, 500g
Gesloten vorm 2 ⁠ - 600 uit 12-15 3
Rijst met lange korrel,
250g+500ml water
Gesloten vorm 2 ⁠ - 1. 600
2. 180
uit 1. 7-9
2. 13-16
Gierst, heel,
250g+600ml water
Gesloten vorm 2 ⁠ - 1. 600
2. 180
uit 1. 8-10
2. 5-10
Polenta of maïsgries-
meel, 125g+500ml
water*
Gesloten vorm 2 ⁠ - 600 uit 6-8 3
1Het apparaat voorverwarmen.
2Het gerecht na 2/3 van de totale tijd keren.
3Het voedsel tussendoor 1 - 2 maal omroeren.
Dessert
Popcorn bereiden met de magnetron
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
De verpakking van luchtdicht verpakte levensmiddelen
kan knappen.
Houd altijd de opgaven op de verpakking aan.
Neem gerechten altijd met een pannenlap uit de
binnenruimte.
1. Gebruik plat hittebestendig glazen serviesgoed.
Gebruik geen porseleinen of sterk gewelfde borden.
2. Leg de popcornzak volgens de aanwijzingen op de
verpakking op de vorm.
3. Stel het apparaat in overeenkomstig het instelad-
vies.
4. Afhankelijk van het product en de hoeveelheid moet
de tijd mogelijk worden aangepast.
5. Verwijder de popcornzak na 1½minuut en schud
deze om zodat de popcorn niet aanbrandt.
6. De popcornzak weer terug plaatsen in de oven en
verder laten poffen.
7. Schakel wanneer nog slechts elke 2-3 seconden
pofgeluiden te horen zijn het apparaat uit en neem
de popcornzak uit de oven.
Zo lukt het nl
51
8. Veeg de binnenruimte na de bereiding schoon.
Yoghurt maken
1. De accessoires en de rekjes uit de binnenruimte ne-
men.
2. 1liter melk (3,5% vet) op 90°C verwarmen op de
kookplaat en tot 40°C laten afkoelen.
Bij houdbare melk is het verwarmen tot 40°C vol-
doende.
3. 150g yoghurt op koelkasttemperatuur door de
melk roeren.
4. De massa in kleinere vormen gieten, bijv. in kopjes
of kleine glazen.
5. De vormen met folie afdekken, bijv. met vershoudfo-
lie.
6. Plaats de vormen op de bodem van de binnenruim-
te.
7. Stel het apparaat in overeenkomstig het instelad-
vies.
8. Laat de yoghurt na de bereiding minimaal 12uur
lang rusten in de koelkast.
Insteladvies voor desserts, compote
Gerecht Accessoires /
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina12
Tempera-
tuur in °C
Magnetron-
vermogen in
W
Stoomin-
tensiteit /
"Knappe-
rig laagje"
Tijdsduur in
min.
Pudding van pud-
dingpoeder
Gesloten vorm 2 ⁠ - 600 uit 5-8 1
Yoghurt Portievormen Bodem
van de
binnen-
ruimte
⁠ 35-40 - uit 300-360
Popcorn voor de
magnetron, 1zak à
100g 2
Open vorm 2 ⁠ - 600 uit 4-6
1Het voedsel tussendoor 1 - 2 maal omroeren.
2Leg de gesloten zak op de vorm.
32.8 Bijzondere bereidingswijzen en andere
toepassingen
Informatie en insteladvies over bijzondere bereidings-
wijzen en andere toepassingen, bijv. langzaam garen.
Langzaam garen
Bereid fijn vlees, bijv. zachte delen van rund, kalf, var-
ken, lam, of gevogelte, langzaam bij lage temperatuur.
Gevogelte of vis langzaam garen
Opmerking:Een starttijdvoorkeuze met eindtijd is bij
de verwarmingsmethode langzaam garen niet mogelijk.
Vereiste:De binnenruimte is koud.
1. Gebruik vers en hygiënisch perfect vlees, zonder
bot.
2. De vorm op het rooster op niveau 2 in de binnen-
ruimte plaatsen.
3. De binnenruimte en de vorm ca. 15 minuten voor-
verwarmen.
4. Het vlees op de kookplaat van alle kanten zeer heet
aanbraden.
5. Het vlees direct op de voorverwarmde vorm in de
binnenruimte van de oven doen.
Houd om ervoor te zorgen dat de temperatuur in de
binnenruimte gelijk blijft, de deur van de oven tij-
dens het langzaam garen gesloten.
Tips voor het langzaam garen
Hier vindt u tips voor een goed resultaat bij langzaam
garen.
Vraag Tip
U wilt een eenden-
borst langzaam ga-
ren.
¡Leg de eendenborst koud in
een pan.
¡Bak eerst de huidzijde aan.
¡Eendenborst langzaam ga-
ren.
¡Na het langzaam garen de
eendenborst gedurende 3
tot 5 minuten knapperig gril-
len.
U wilt uw zacht ge-
gaarde vlees zo
heet mogelijk serve-
ren.
¡De serveerborden voorver-
warmen.
¡De bijbehorende sauzen
heel heet serveren.
nl Zo lukt het
52
Insteladvies voor langzaam garen
Gerecht Accessoires /
vormen
Hoogte Aan-
braad-
duur in
min.
Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina12
Tempera-
tuur in °C
Magne-
tronver-
mogen in
W
Stoomin-
tensiteit /
"Knappe-
rig laagje"
Tijdsduur
in min.
Eendenborst,
rosé à 300g
Open vorm 2 6-8 ⁠ 90 1- uit 45-60
Varkenshaas,
heel
Open vorm 2 4-6 ⁠ 80 1- uit 45-70
Runderfilet,
1kg
Open vorm 2 4-6 ⁠ 80 1- uit 90-120
Kalfsmedail-
lons, 4cm dik
Open vorm 2 4 ⁠ 80 1- uit 30-50
Lamsrack, zon-
der been, à
200g
Open vorm 2 4 ⁠ 80 1- uit 30-45
1Het apparaat voorverwarmen.
Deeg laten rijzen
Laat deeg altijd in 2 stappen rijzen: eenmaal als het he-
le deegvolume (1.-al het deeg) en een tweede maal in
porties (2.-individueel rijzen).
Vereiste:De binnenruimte is koud.
1. Deeg laten rijzen:
Schuif het rooster in de binnenruimte.
Plaats het deeg in een hittebestendige kom op
het rooster.
Stel het apparaat in overeenkomstig het instelad-
vies.
Open tijdens het rijzen de apparaatdeur niet om-
dat er anders vocht ontsnapt.
2. Individueel rijzen:
Het deeg verder verwerken en in de uiteindelijk
bakvorm doen.
Schuif het deeg op de aangegeven inschuifhoog-
te in de oven.
3. Veeg vóór het bakken de binnenruimte droog.
Insteladvies voor het laten rijzen van deeg
Gerecht Accessoires /
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina12
Tempera-
tuur in °C
Magnetron-
vermogen in
W
Stoomin-
tensiteit /
"Knappe-
rig laagje"
Tijdsduur in
min.
Vetrijk deeg, bijv. Pa-
nettone
Schotel op
rooster
Vorm op roos-
ter
2 ⁠ 1. 40-45
2. 40-45
- uit 1. 40-90
2. 30-60
Witbrood Schotel op
rooster
Braadslede
2 ⁠ 1. 35-40
2. 35-40
- uit 1. 30-40
2. 15-25
Ontdooien
Ontdooi diepvriesproducten met uw apparaat.
Aanwijzingen voor het ontdooien
¡Met de functie "Magnetron" kunt u diepgevroren
fruit, groente, gevogelte, vlees, vis of gebak ontdooi-
en.
¡Neem het diepvriesproduct uit de verpakking om te
ontdooien.
¡Gebruik hittebestendig servies dat geschikt is voor
de magnetron.
¡De insteladviezen gelden voor gerechten met diep-
vriestemperatuur (-18°C).
¡Ontdooien lukt beter in meerdere stappen. De stap-
pen zijn onder elkaar aangegeven in de aanbevelin-
gen voor instellingen.
¡Keer of roer het voedsel tussendoor 1-2keer.
Keer grote stukken meerdere malen. Deel het voed-
sel tussendoor in stukken.
Neem reeds ontdooide stukken uit de binnenruimte.
¡Laat de ontdooide producten nog 10tot 30minuten
in het uitgeschakelde apparaat rusten, zodat de
temperatuur gelijkmatig verdeeld wordt.
Zo lukt het nl
53
Insteladvies voor het ontdooien
Gerecht Accessoires /
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina12
Tempera-
tuur in °C
Magnetron-
vermogen in
W
Stoomin-
tensiteit /
"Knappe-
rig laagje"
Tijdsduur in
min.
Brood, 500g Open vorm 2 ⁠ - 1. 180
2. 90
uit 1. 3
2. 10-15
Broodjes Rooster 2 ⁠ 140-160 90 uit 2-4
Gebak, vochtig,
500g
Open vorm 2 ⁠ - 1. 180
2. 90
uit 1. 2
2. 10-15
Gebak, droog, 750g Open vorm 2 ⁠ - 90 uit 10-15
Kip, heel, 1,3kg Open vorm 2 ⁠ - 1. 180
2. 90
uit 1. 10
2. 10-15 1
Vlees, heel, bijv.
braadvlees, rauw
vlees, 1kg
Open vorm 2 ⁠ - 1. 180
2. 90
uit 1. 15
2. 20-30 1
Gehakt, gemengd,
500g
Open vorm 2 ⁠ - 1. 180
2. 90
uit 1. 5
2. 10-15 1
Vis, heel, 300g Open vorm 2 ⁠ - 1. 180
2. 90
uit 1. 3
2. 10-15 1
Kleinfruit, 300g Open vorm 2 ⁠ - 180 uit 5-10
Boter ontdooien,
125g
Open vorm 2 ⁠ - 90 uit 7-9
1Keer het gerecht van 1/2 van de totale tijd.
Opwarmen en regenereren
Uw apparaat biedt verscheidene mogelijkheden voor
het verwarmen of regenereren van voedsel. Met de
magnetron worden dranken en voedsel bijzonder snel
verhit. Bij het regenereren met stoom worden de ge-
rechten behoedzaam verwarmd en zien deze er als
vers bereid uit.
Opwarmen met de magnetron
¡Gebruik gesloten servies dat geschikt is voor de
magnetron.
¡Keer of roer het voedsel tussendoor 2-3keer.
¡Laat het voedsel na het bereiden 1-2minuten rus-
ten.
¡De producten geven warmte af aan het servies. Het
servies kan zeer heet worden.
¡Let op de volgende punten wanneer u babyvoedsel
opwarmt:
Plaats flesjes zonder speen of deksel op het
rooster.
Schud of roer het babyvoedsel goed door na het
verwarmen.
Controleer absoluut de temperatuur van het ba-
byvoedsel.
¡Veeg de binnenruimte na het opwarmen droog.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Bij het verwarmen van vloeistof kan er kookvertraging
ontstaan. Dit houdt in dat de kooktemperatuur wordt
bereikt zonder de kenmerkende bellen ontstaan. Al bij
een kleine schok van het recipiënt is voorzichtigheid
geboden. De hete vloeistof kan plots overkoken en
wegspatten.
Zorg ervoor dat er tijdens het verwarmen altijd een
lepel in de vorm staat. Zo wordt kookvertraging
voorkomen.
LET OP!
Als het metaal tegen de wand van de binnenruimte aan
komt, ontstaan er vonken waardoor het apparaat be-
schadigd kan raken of de deurruit aan de binnenkant
kan worden aangetast.
Metalen voorwerpen, zoals een lepel in een glas,
moeten minstens 2cm van de wanden van de bin-
nenruimte en de binnenkant van de deur verwijderd
zijn.
Regenereren
¡Gebruik open, hitte- en stoombestendige vormen.
¡Gebruik een platte, brede vorm. Door een koude
vorm duurt het regenereren langer.
¡Plaats de vorm op het rooster.
¡Leg het voedsel, dat u niet in de vorm bereidt, direct
op het rooster op niveau 2, bijv. broodjes.
nl Zo lukt het
54
¡Dek het voedsel niet af.
¡Open tijdens het regenereren de deur van de bin-
nenruimte niet, omdat er veel stoom ontsnapt.
¡Veeg de binnenruimte en de druipgoot na het rege-
nereren droog.
Insteladvies voor opwarmen en regenereren
Gerecht Accessoires /
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina12
Tempera-
tuur in °C
Magnetron-
vermogen in
W
Stoomin-
tensiteit /
"Knappe-
rig laagje"
Tijdsduur in
min.
Dranken verwarmen,
200ml
Open vorm 2 ⁠ - max uit 1-3
Babyvoeding verwar-
men, bijv. flesjes
melk, 150ml
Open vorm 2 ⁠ - 360 uit 1-3
Groente, gekoeld,
250g
Gesloten vorm 2 ⁠ - 600 uit 3-8
Groente, diepvries,
los, 250g
Gesloten vorm 2 ⁠ - 600 uit 8-12
Schotel, gekoeld,
1portie
Open vorm 2 ⁠ 120-130 - uit 15-25
Schotel, gekoeld,
1portie
Gesloten vorm 2 ⁠ - 600 uit 4-8
Soep, eenpansge-
recht, gekoeld,
400ml
Gesloten vorm 2 ⁠ - 600 uit 5-7 1
Beilagen, z.B. Nu-
deln, Klöße, Kartof-
feln, Reis, gekühlt
Gesloten vorm 2 ⁠ - 600 uit 5-10
Pizza, gebacken, gek-
ühlt
Rooster 2 ⁠ 170-180 2- uit 5-15
Tellergericht, gefro-
ren, 1 Portion
Gesloten vorm 2 ⁠ - 600 uit 11-15
Suppe, Eintopf, gefro-
ren, 200ml
Gesloten vorm 2 ⁠ - 600 uit 6-8 1
Beilagen, 500g, z.B.
Nudeln, Klöße, Kartof-
feln, Reis, gefroren
Gesloten vorm 2 ⁠ - 600 uit 7-12
Aufläufe, 400g, z.B.
Lasagne, Kartoffelgra-
tin, gefroren
Open vorm 2 ⁠ 180-200 180 uit 20-25
Broodjes, baguette,
gebakken
Rooster 2 ⁠ 150-160 2- uit 10-20
Pizza, gebacken, ge-
froren
Rooster 2 ⁠ 170-180 2- uit 5-15
Brötchen, Baguette,
gebacken, gefroren
Rooster 2 ⁠ 160-170 2- uit 10-20
1Het voedsel goed omroeren.
2Het apparaat voorverwarmen.
Warmhouden
Aanwijzingen voor het warmhouden
¡Voorkom condensvorming wanneer u de verwar-
mingsmethode "Warmhouden" gebruikt. U hoeft de
binnenruimte niet af te nemen.
¡U kunt het voedsel afdekken om het uitdrogen te
vermijden.
¡Houd voedsel niet langer dan 2 uur warm.
¡Houd er rekening mee dat vele gerechten bij het
warmhouden verder garen.
De verschillende standen voor de stoomtoevoer zijn
geschikt voor het warmhouden van:
¡Stand 1: braadstukken en kort gebraden producten
¡Stand 2: ovenschotels en bijgerechten
¡Stand 3: eenpansgerechten en soepen
Zo lukt het nl
55
32.9 Testgerechten
De informatie in dit deel is bedoeld voor testinstituten, om het testen van het apparaat conform EN 60350-1 of IEC
60350-1 en conform EN 60705, IEC 60705 te vergemakkelijken.
Bakken
¡De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst.
¡Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in
het insteladvies in acht. De instelwaarden gelden
zonder snel voorverwarmen.
¡Gebruik bij het bakken eerst de laagste opgegeven
temperatuur.
¡Gebak op bakplaten of in vormen die gelijktijdig in
de oven worden geplaatst, hoeft niet op hetzelfde
moment klaar te zijn.
¡Inschuifhoogtes bij het bakken op 2niveaus:
Braadslede, hoogte3
Bakplaat: hoogte1
Vormen op het rooster:
Eerste rooster: hoogte 3
Tweede rooster: hoogte1
¡Inschuifhoogtes bij het bakken op 3niveaus:
Bakplaat: hoogte5
Braadslede, hoogte3
Bakplaat: hoogte1
¡Biscuitgebak
Wanneer u op 2niveaus bakt, de springvormen
diagonaal boven elkaar op het rooster plaatsen.
Insteladvies voor bakken
Gerecht Accessoires /
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina12
Tempera-
tuur in °C
Magnetron-
vermogen in
W
Stoomin-
tensiteit /
"Knappe-
rig laagje"
Tijdsduur in
min.
Spritskoekjes Bakplaat 3 ⁠ 140-150 1- uit 25-40
Spritskoekjes Bakplaat 3 ⁠ 140-150 1- uit 25-40
Spritskoekjes, 2ni-
veaus
Braadslede
+
Bakplaat
3+1 ⁠ 140-150 1- uit 30-40
Sprits, 3niveaus 2x
Bakplaat
+
Braadslede
5+3+1 ⁠ 130-140 1- uit 35-55
Kleine cakes Bakplaat 3 ⁠ 160 1- uit 20-30
Kleine cakes Bakplaat 3 ⁠ 150 1- uit 25-35
Kleine cakes, 2ni-
veaus
Braadslede
+
Bakplaat
3+1 ⁠ 150 1- uit 25-35
Kleine cakes, 3ni-
veaus
2x
Bakplaat
+
Braadslede
5+3+1 ⁠ 140 1- uit 35-45
Biscuitgebak Springvorm
Ø26cm
2 ⁠ 160-170 2- uit 25-35
Biscuitgebak Springvorm
Ø26cm
2 ⁠ 160-170 2- uit 25-35
Biscuitgebak Springvorm
Ø26cm
2 ⁠ 1.
150-160
2.
150-160
- Gering
uit
1. 10
2. 20-25
Biscuitgebak, 2 ni-
veaus
2x
Springvorm
Ø26cm
3+1 ⁠ 150-170 2- uit 30-50
1Warm het apparaat 5 minuten voor. De functie snel voorverwarmen niet gebruiken.
2Het apparaat voorverwarmen. De functie snel voorverwarmen niet gebruiken.
nl Montagehandleiding
56
Grillen
Insteladvies bij grillen
Gerecht Accessoires /
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina12
Tempera-
tuur in
°C / grill-
stand
Magnetron-
vermogen in
W
Stoomin-
tensiteit /
"Knappe-
rig laagje"
Tijdsduur in
min.
Toast bruinen Rooster 5 ⁠ 3 1- uit 3-5
1Het apparaat niet voorverwarmen.
Bereiding met magnetron
¡Schuif wanneer u het rooster gebruikt, het rooster
met het opschrift Microwave naar de apparaatdeur
en de kromming naar beneden gericht in de binnen-
ruimte.
¡Schakel voor het testen van alleen de magnetron-
functie de droogfunctie in de basisinstellingen uit.
→Pagina30
Insteladvies voor het ontdooien met de magnetron
Gerecht Accessoires /
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina12
Tempera-
tuur in °C
Magnetron-
vermogen in
W
Stoomin-
tensiteit /
"Knappe-
rig laagje"
Tijdsduur in
min.
Vlees Open vorm 2 ⁠ - 1. 180
2. 90
uit 1. 5
2. 10-15
Insteladvies voor het bereiden met de magnetron
Gerecht Accessoires /
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina12
Tempera-
tuur in °C
Magnetron-
vermogen in
W
Stoomin-
tensiteit /
"Knappe-
rig laagje"
Tijdsduur in
min.
Kandeel Open vorm 2 ⁠ - 1. 360
2. 180
uit 1. 20
2. 20-25
Biscuitgebak Open vorm 2 ⁠ - 600 uit 7-9
Gehaktbrood Open vorm 2 ⁠ - 600 uit 22-27
Insteladvies voor het bereiden met de magnetron gecombineerd
Gerecht Accessoires /
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina12
Tempera-
tuur in °C
Magnetron-
vermogen in
W
Stoomin-
tensiteit /
"Knappe-
rig laagje"
Tijdsduur in
min.
Aardappelgratin Open vorm 2 ⁠ 170-190 360 uit 25-30
Gebak Open vorm 2 ⁠ 180-200 180 uit 18-23
Kip Rooster 2 ⁠ 200-220 360 uit 25-35 1
1Het gerecht na 2/3 van de totale tijd keren.
33  Montagehandleiding
Houd rekening met deze informatie bij de montage van
het apparaat.  33.1 Algemene montage-instructies
Neem deze aanwijzingen in acht voordat u
met het inbouwen van het apparaat begint.
¡De inbouwkast mag achter het apparaat
geen achterwand hebben. Tussen de wand
en de bodem van de kast of de achter-
Montagehandleiding nl
57
wand van de kast erboven dient een af-
stand van minstens 35mm te worden aan-
gehouden.
¡Ventilatiesleuven en aanzuigopeningen mo-
gen niet worden afgedekt.
¡Alleen als de inbouw op deskundige wijze
en conform dit installatievoorschrift wordt
uitgevoerd, is de veiligheid bij het gebruik
gegarandeerd. De monteur is aansprakelijk
voor schade als gevolg van een verkeerde
inbouw.
¡Gebruik de deurgreep niet voor transport of
inbouw.
¡Het apparaat na het uitpakken controleren.
Niet aansluiten in geval van transportscha-
de.
¡Voor het eerste gebruik verpakkingsmateri-
aal en plakfolie verwijderen uit de binnen-
ruimte en van de deur.
¡Bij de inbouw van accessoires dient u zich
te houden aan de beschrijving in de monta-
gebladen.
¡Inbouwmeubels dienen bestand te zijn te-
gen een temperatuur tot maximaal 95°C,
aangrenzende meubelfronten tot 70°C.
¡Het apparaat niet inbouwen achter een de-
cor- of meubeldeur. Er bestaat gevaar van
oververhitting.
¡Voer uitsnijdingswerkzaamheden aan het
meubel uit voordat het apparaat wordt ge-
plaatst. Spanen verwijderen. Deze kunnen
invloed hebben op de werking van elektri-
sche componenten.
¡De contactdoos van het apparaat dient zich
in het gebied van het gearceerde vlak ⁠ of
buiten de inbouwruimte te bevinden.
Niet-bevestigde meubels moeten met een
gebruikelijke, in de handel verkrijgbare
montagebeugel ⁠ aan de wand worden be-
vestigd.
¡Let er bij apparaten met een draaibaar
schakelfront op dat dit bij het naar buiten
komen geen aangrenzende meubels raakt.
¡Draag werkhandschoenen ter voorkoming
van snijwonden. Onderdelen die tijdens het
inbouwen toegankelijk zijn, kunnen scherpe
randen hebben.
¡Maataanduidingen van de afbeeldingen in
mm.
WAARSCHUWING‒Gevaar:
magnetisme!
Let op! magnetisme
Opgelet voor personen met pacema-
ker
Op het bedieningspaneel of worden perma-
nente magneten toegepast. Deze kunnen de
werking van elektronische implantaten, bijv.
pacemakers of insulinepompen beïnvloeden.
Personen met elektronische implantaten
dienen minimaal een afstand van 10 cm tot
het bedieningspaneel aan te houden.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Het gebruik van een verlengd netsnoer en
niet-toegestane adapters is gevaarlijk.
Gebruik geen meervoudige stekkerdozen.
Gebruik uitsluitend verlengkabels die zijn
gecertificeerd, een minimale aderdiameter
van 1,5mm² hebben en die voldoen aan
de geldende landelijke veiligheidsvereisten.
Neem contact op met de service wanneer
het netsnoer te kort is.
Alleen door de fabrikant goedgekeurde
adapters gebruiken.
LET OP!
Door het apparaat aan de deurgreep te dra-
gen kan deze afbreken. De deurgreep houdt
het gewicht van het apparaat niet.
Het apparaat niet aan de deurgreep vast-
houden of dragen.
nl Montagehandleiding
58
33.2 Afmetingen van het apparaat
Hier vindt u de afmetingen van het apparaat.
33.3 Inbouw onder een werkblad
Neem de inbouwmaten en de inbouwvoorschriften bij
de inbouw onder een werkblad in acht.
¡Met het oog op de luchttoevoer van het apparaat
dient het tussenschot te beschikken over een venti-
latie-opening.
¡Het werkblad moet aan het inbouwmeubel worden
bevestigd.
¡Het eventueel voorhanden installatievoorschrift van
de kookplaat in acht nemen.
¡Afwijkende nationale inbouwvoorschriften van de
kookplaat in acht nemen.
33.4 Inbouw onder een kookplaat
Wordt het apparaat onder een kookplaat ingebouwd,
dan moeten de minimale afmetingen in acht worden
genomen, eventueel inclusief onderbouw.
Op basis van de vereiste minimale afstand ⁠ wordt de
minimale dikte van het werkblad berekend ⁠.
Type kookplaat a opbouw in mm a vlak gemonteerd in mm b in mm
Inductiekookplaat 37 38 5
Inductiekookplaat met
doorlopend kookoppervlak
47 48 5
Gaskookplaat 27 38 51
Elektrische kookplaat 27 30 2
1Afwijkende nationale inbouwvoorschriften van de kookplaat in acht nemen.
Montagehandleiding nl
59
33.5 Inbouw in een hoge kast
Neem de inbouwmaten en de inbouwvoorschriften bij
de inbouw in een hoge kast in acht.
¡Met het oog op de luchttoevoer van het apparaat
dienen de tussenschotten te beschikken over een
ventilatie-opening.
¡Om een voldoende ventilatie van het apparaat te
waarborgen, is een ventilatie-opening van minimaal
200cm² in de plint noodzakelijk. Hiervoor de sok-
kelplaat bijsnijden of een ventilatierooster aanbren-
gen. Let erop dat de luchtcirculatie volgens de teke-
ning is gewaarborgd.
¡Wanneer de bovenkast naast de element-achterwan-
den nog een achterwand heeft, dient deze verwij-
derd te worden.
¡Het apparaat niet te hoog inbouwen, zodat de toe-
behoren er zonder probleem uitgenomen kunnen
worden.
33.6 Hoekinbouw
Houd de inbouwmaten en de inbouwinstructies bij
hoekinbouw aan.
¡Om ervoor te zorgen dat de deur van het apparaat
kan worden geopend, dient u zich bij de hoekin-
bouw te houden aan de minimale afmetingen. De
maat ⁠is afhankelijk van de dikte van het meubel-
front en de greep.
33.7 Elektrische aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
¡Het apparaat voldoet aan beveiligingsklasse I en
mag alleen met een geaarde aansluiting worden ge-
bruikt.
¡De zekering dient in overeenstemming te zijn met
de vermogensopgave op het typeplaatje en de loka-
le voorschriften.
¡Het apparaat moet bij alle montagewerkzaamheden
spanningsloos zijn.
¡Het apparaat mag alleen met de meegeleverde aan-
sluitkabel worden aangesloten.
¡De aansluitkabel moet op de achterzijde worden in-
gestoken tot een klik hoorbaar is. Een 3 m lange
aansluitkabel is bij de service verkrijgbaar.
¡De aansluitkabel mag alleen worden vervangen
door een originele kabel. Die is bij de service ver-
krijgbaar.
¡De bescherming tegen aanraking dient door de in-
bouw te zijn gewaarborgd.
¡Wanneer het display van het apparaat donker blijft,
dan is het verkeerd aangesloten. Scheid het appa-
raat van het net, controleer de aansluiting.
Apparaat met geaarde stekker elektrisch
aansluiten
Opmerking:Het apparaat mag alleen op een geaarde
contactdoos worden aangesloten die volgens de voor-
schriften is geïnstalleerd.
Steek de stekker in het stopcontact met randaarde.
Wanneer het apparaat is ingebouwd, moet de nets-
tekker van de netaansluitkabel vrij toegankelijk zijn,
of wanneer vrije toegang niet mogelijk is, moet in de
vast geplaatste elektrische installatie een schei-
dingsinrichting volgens de installatievoorschriften
zijn ingebouwd.
nl Montagehandleiding
60
Apparaat zonder geaarde stekker elektrisch
aansluiten
Opmerking:Het apparaat mag alleen door geschoold
personeel worden aangesloten. Bij schade door een
verkeerde aansluiting kunt u geen aanspraak maken
op garantie.
In de vast geplaatste elektrische installatie moet een
scheidingsinrichting volgens de installatievoorschriften
zijn ingebouwd.
1. Fase- en neutraal- ("nul-") leider in het stopcontact
identificeren.
Bij een verkeerde aansluiting kan het apparaat wor-
den beschadigd.
2. Volgens het aansluitschema aansluiten.
Zie voor de spanning het typeplaatje.
3. De aders van de elektrische aansluitleiding dienen
overeenkomstig de kleurcodering te worden aange-
sloten:
groen-geel = aarddraad ⁠
blauw = neutraal- ("nul-") leiding
bruin = fase (buitendraad)
33.8 Apparaat inbouwen
1. Het apparaat volledig inschuiven en centrisch uitlij-
nen.
2. Het apparaat vastschroeven.
3. Bij greeploze keuken met verticale greeplijst:
Breng een geschikt vulstuk aan ⁠ om eventuele
scherpe randen af te dekken en een veilige mon-
tage te waarborgen.
Aluminiumprofielen voorboren, om een schroef-
verbinding te maken ⁠.
Apparaat met adequate schroeven bevestigen ⁠.
Opmerking:De spleet tussen werkblad en apparaat
mag niet door extra lijsten worden afgesloten.
Aan de zijwanden van de ombouwkast mogen geen
isolatieprofielen worden aangebracht.
33.9 Apparaat demonteren
1. Maak het apparaat spanningsloos.
2. Draai de bevestigingsschroeven los.
3. Til het apparaat iets op en trek het helemaal naar
buiten.
*9001647984*
9001647984 (020919)
nl
BSH Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739 München, GERMANY
siemens-home.bsh-group.com
Geproduceerd door BSH Hausgeräte GmbH onder de handelsmerklicentie van Siemens AG
7


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Siemens HN978GQB1 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Siemens HN978GQB1 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1.85 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info