59
Uitbreidingen
Gigaset T500 PRO / Gigaset 300 PRO / nl / A31008-M2212-R101-3-5419 / user_addOns.fm / 23.03.2012
Versie: %@06.08.2010
Notities aanmaken
Met de Gigaset MS Outlook Connector kunnen notities worden aangemaakt voor tele-
foongesprekken in de vorm van logboekvermeldingen in Outlook. Als deze optie in de
Instellingen is ingeschakeld, dan worden voor telefoongesprekken automatisch logboek-
vermeldingen aangemaakt, waarin oproepgegevens zoals tijd en naam van het contact
worden opgeslagen. Logboekvermeldingen kunnen echter ook op elk moment handma-
tig worden geopend door op de hoorn te klikken in de oproepnotificatie.
De aangemaakte vermeldingen worden in het logboek van Outlook met een telefoon-
symbool weergegeven. De vermeldingen worden ook weergegeven in de activiteitenlijst
van het gekoppelde contact.
Oplossen van problemen
De Connector start niet meer op.
Het kan bij uitzondering voorkomen dat de Gigaset MS Outlook Connector vanwege een
fout door Microsoft Outlook wordt uitgeschakeld. Dit kan bijvoorbeeld komen doordat
Outlook niet juist is afgesloten, bijvoorbeeld omdat het Outlook-proces via de Windows
Task-Manager is beëindigd. Als dit is gebeurt, staat hij mogelijk in de weergave “Uitge-
schakelde items” van Microsoft Outlook staan, waar hij opnieuw kan worden gestart.
Het venster “Uitgeschakelde items” vindt u in het hoofdmenu onder
Hij kan echter ook in het venster de weergave COM-invoegtoepassingen staan en daar
weer worden ingeschakeld.
Het venster COM-invoegtoepassingen bevindt zich in het hoofdmenu onder
Het logbestand
Net als de andere Gigaset Windows-Clients schrijft Gigaset MS Outlook Connector ook
een logbestand waarin foutmeldingen worden opgeslagen (
¢ pagina 55).
Outlook 2003 “?
£ Info” en op de knop “Uitgeschakelde items” klikken.
Office 2007 “?
£ Uitgeschakelde items...”.
Outlook 2003 “Extra
£ Opties… £ Overige £ Geavanceerde opties … £
COM-invoegtoepassingen”
Office 2007 “Extra
£ Vertrouwenscentrum… £ Invoegtoepassingen.
Aansluitend onder bij “Beheren:” “COM-invoegtoepassingen” selecteren
en “Start...” klikken.