gaset
710
n
30350-
213-
101-2-5419
te
ep
ony.
m
19.07.2012
14 nl
1110-01
U kunt dit nummer overnemen in uw Contacten en bewerken
(
£ pagina 9).
Als u het lokale regionummer heeft opgeslagen (
£ pagina 15), wordt
bij een oproep met hetzelfde regionummer automatisch slechts het
telefoonnummer zonder regionummer weergegeven.
Oproepomleiding
U kunt de functie Oproepomleiding voor drie mogelijkheden instellen:
¤ Alle oproepen (CFU, Call Forwarding Unconditional)
¤ Bij afwezigheid (CFNR, Call Forwarding No Reply)
¤ Bij bezet (CFB, Call Forwarding Busy)
Oproepomleiding inschakelen
M ¢ Spec. functies ¢ Oproepomleiding
q Inschakelen selecteren en met [ bevestigen.
De voorwaarden voor de functie Oproepomleiding wor-
den weergegeven.
q Gewenste voorwaarde voor de oproepomleiding selecte-
ren en met
[ bevestigen.
De toetscombinatie voor het starten van de functie
Oproepomleiding wordt weergegeven.
~ Bestemmingsnummer invoeren en met [ bevestigen.
Oproepomleiding voor de gekozen voorwaarde wordt ingeschakeld.
Oproepomleiding uitschakelen
M ¢ Spec. functies ¢ Oproepomleiding
q Uitschakelen selecteren en met [ bevestigen.
De voorwaarden voor de functie Oproepomleiding wor-
den weergegeven.
q Gewenste voorwaarde voor de oproepomleiding selecte-
ren en met
[ bevestigen.
De functie Oproepomleiding voor de gekozen voorwaarde wordt uitge-
schakeld.
Overige netdiensten
Toetscombinaties voor netdiensten definiëren / wijzigen
Als de standaard toetscombinaties voor de netdiensten niet overeenko-
men met de gegevens van uw netwerkaanbieder of als er geen toets-
combinaties op uw toestel zijn ingesteld, kunt u deze in het menu van
de betreffende netdienst wijzigen resp. instellen.
De toetscombinaties van de aangeboden Netdiensten kunt u bij uw net-
werkaanbieder opvragen.
M ¢ Spec. functies
q Gewenste netdienst selecteren.
H Ruggespraaktoets indrukken
Q .. O, +, $
Toetscombinatie voor de netdienst invoeren en met [
bevestigen.
Op de positie waar u uw gegevens moet invoeren, gebruikt u de shift-
toets
L.
Voorbeeld: de functie Oproepomleiding bij bezet wordt ingeschakeld
met *67* <nummer> #. Op de positie <nummer> dient u de betreffende
gegevens in te voeren. Gebruik voor de configuratie de volgende toets-
volgorde:
+ L M * L #
Sign. Wisselges.
Als de functie Wisselgesprek (aankloppen) door uw netwerkaanbieder
wordt aangeboden en u deze inschakelt, wordt een nieuwe oproep tij-
dens een gesprek gesignaleerd (
£ pagina 8).
M ¢ Spec. functies ¢ Sign. Wisselges.
q Inschakelen / Uitschakelen selecteren en met [ beves-
tigen.
Het signaleren van een inkomende oproep met het aanklopsignaal
wordt ingeschakeld/uitgeschakeld.
Nummeronderdrukking (anonieme oproep)
Als u de functie Nummeronderdrukking inschakelt, wordt u telefoon-
nummer niet bij de opgebelde deelnemer weergegeven.
M ¢ Spec. functies ¢ Nr. onderdrukken
q Inschakelen / Uitschakelen selecteren en met [ bevesti-
gen.
De functie Nummeronderdrukking wordt ingeschakeld of uitgescha-
keld.
Hotline
Met de netdienst Hotline wordt een speciaal telefoonnummer gekozen
zodra de hoorn wordt opgenomen, bijvoorbeeld in een noodsituatie. U
kunt deze functie alleen gebruiken als deze door uw netwerkaanbieder
wordt ondersteund.
M ¢ Spec. functies ¢ Hotline
q Inschakelen selecteren en met [ bevestigen.
~ Bestemmingsnummer invoeren en met [ bevestigen.
q Uitschakelen selecteren en met [ bevestigen.
De netdienst Hotline wordt ingeschakeld of uitgeschakeld.
Terugbellen bij bezet
Als u een deelnemer opbelt die in gesprek blijkt te zijn, kunt u een auto-
matische terugbelopdracht achterlaten zodat u wordt gebeld zodra het
toestel weer vrij is.
M ¢ Spec. functies ¢ Terugbellen
q Inschakelen / Uitschakelen selecteren en met [ bevesti-
gen.
De netdienst Terugbellen wordt ingeschakeld of uitgeschakeld.