9
Reiniging en onderhoud
Reiniging
Wanneer het apparaat koud is, reinig het met een spons, water
en zeep.
Reinig na elk gebruik het oppervlak van de verschillende
elementen van de brander, nadat deze is afgekoeld.
Achtergebleven resten (aangekoekt voedsel, vetdruppels, enz.),
hoe weinig ook, zetten zich vast op het oppervlak en zijn later
moeilijker te verwijderen. Voor een correcte vlam moeten de
openingen en gleuven schoon zijn.
De beweging van sommige pannen kan metaalresten
achterlaten op de roosters.
Reinig de branders en de roosters met zeepsop en wrijf erover
met een niet-metalen borstel.
Als alternatief mogen de roosters in de vaatwasser worden
gedaan. Gebruik het vaatwasmiddel dat door de fabrikant van
de vaatwasser aanbevolen wordt. Als de roosters erg vuil zijn is
het raadzaam om ze van te voren schoon te maken.
Was de deksels van de brander niet in de vaatwasser.
Indien de roosters rubber voetjes hebben, wees voorzichtig bij
het reinigen hiervan. De voetjes kunnen losraken en het rooster
kan de kookplaat krassen.
Droog de branders en de roosters altijd volledig. De
aanwezigheid van waterdruppels of vochtige zones bij de
aanvang van het koken kan het email beschadigen.
Na het reinigen en drogen van de branders, zorg dat de
branderdeksels juist geplaatst zijn op de diffusor.
Attentie!
■ Gebruik geen stoomreinigers. Dit zou de kookplaat kunnen
beschadigen.
■ Gebruik nooit schuurmiddelen, staalsponzen, snijdende
voorwerpen, messen, enz. om aangekoekte voedselresten
van de kookplaat te verwijderen.
■ Gebruik geen messen, schrapers of soortgelijk om de
verbinding van het glas met de sierstrippen van de branders,
metalen profielen te reinigen noch op de panelen van glas of
aluminium indien aanwezig.
Onderhoud
Reinig meteen gemorste vloeistof. Zo wordt vermeden dat de
etensresten zouden kleven en bespaart u onnodige
inspanningen.
Schuif de pannen niet over het glas, aangezien er anders
krassen kunnen ontstaan. Vermijd ook het vallen van harde of
scherpe voorwerpen op het glas. Stoot niet tegen de randen
van de kookplaat.
De zandkorrels (bijvoorbeeld afkomstig van de reiniging van
bladgroenten en groenten) krassen het oppervlak van het glas.
Gesmolten suiker of voedsel met een hoog suikergehalte dat
gemorst wordt, moet onmiddellijk verwijderd worden van de
kookzone met behulp van de glasschraper.
Afwijkingen verhelpen
In sommige gevallen kunnen de waargenomen afwijkingen
gemakkelijk verholpen worden. Neem de volgende
raadgevingen in acht alvorens de Technische dienst te bellen:
Afwijking Mogelijke oorzaak Oplossing
De algemene elektrische
werking is defect.
Defecte zekering. Controleer in de zekeringkast of de zekering stuk
is en vervang deze.
De automaat of een differentieel is gesprongen. Controleer op het schakelbord of de automaat of
een differentieel is gesprongen.
De automatische vonkont-
steking werkt niet.
Er kunnen voedingsresten of resten van reini-
gingsmiddelen tussen de bougies en de branders
zitten.
De ruimte tussen de bougie en de brander moet
schoon zijn.
De branders zijn nat. Maak de branderdeksels zorgvuldig droog.
De branderdeksels zijn niet juist geplaatst. Controleer of de deksels juist geplaatst zijn.
Het apparaat is niet geaard, niet goed aangeslo-
ten of de aardleiding is defect.
Neem contact op met de elektrische installateur.
De vlam van de brander is
niet gelijkmatig.
De delen van de brander zijn niet juist geplaatst. Plaats de onderdelen op de juiste wijze op de bij-
behorende brander.
De gleuven van de brander zijn vuil. Reinig de gleuven van de brander.
De gasstroom lijkt niet nor-
maal of er komt geen gas
uit.
De gasuitlaat is gesloten met afsluitkranen. Open de mogelijke afsluitkranen.
Indien het gas uit een gasfles komt, kijk dan of
deze leeg is.
Vervang de gasfles.
Het ruikt naar gas in de
keuken.
Een kraan is open. Sluit de kranen.
De gasfles is niet goed aangesloten. Controleer of de aansluiting perfect is.
Mogelijk gaslek. Draai de gaskraan dicht, ventileer de ruimte en
waarschuw onmiddellijk een installatietechnicus,
voor controle en certificatie van de installatie.
Gebruik het apparaat niet totdat zeker is gesteld
dat er geen gaslek is in de installatie of het appa-
raat.