788123
4
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/36
Next page
Inbouwoven
CB635GB.3
nl Gebruikershandleiding en installatie-instructies
Register your product on My Siemens and discover exclusive servi-
ces and offers.
siemens-home.bsh-group.com/welcome
The future moving in.
Siemens Home Appliances
nl Veiligheid
2
Raadpleeg de Digitale Gebruikersgids voor meer
informatie.
Inhoudsopgave
GEBRUIKERSHANDLEIDING
1 Veiligheid..............................................................2
2 Materiële schade vermijden ................................4
3 Milieubescherming en besparing........................5
4 Uw apparaat leren kennen...................................6
5 Functies ................................................................7
6 Accessoires..........................................................9
7 Voor het eerste gebruik .....................................10
8 De Bediening in essentie...................................11
9 Snel voorverwarmen..........................................12
10 Tijdfuncties.........................................................12
11 Gerechten ...........................................................13
12 Kinderslot ...........................................................14
13 Sabbatinstelling .................................................15
14 Basisinstellingen ...............................................15
15 Reiniging en onderhoud ....................................16
16 Reinigingsondersteuning humidClean.............18
17 Apparaatdeur......................................................18
18 Rekjes .................................................................21
19 Storingen verhelpen ..........................................22
20 Afvoeren .............................................................24
21 Servicedienst......................................................24
22 Zo lukt het...........................................................24
23 MONTAGEHANDLEIDING ..................................29
23.1 Algemene montage-instructies .........................29
1 Veiligheid
Neem de volgende veiligheidsvoorschriften in
acht.
1.1 Algemene aanwijzingen
¡Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig
door.
¡Bewaar de gebruiksaanwijzing en de pro-
ductinformatie voor later gebruik of voor
volgende eigenaren.
¡Sluit het apparaat in geval van transport-
schade niet aan.
1.2 Bestemming van het apparaat
Dit apparaat is alleen bestemd voor inbouw.
Houd het speciale installatievoorschrift aan.
Apparaten zonder stekker mogen alleen door
geschoold personeel worden aangesloten. Bij
schade door een verkeerde aansluiting kunt u
geen aanspraak maken op garantie.
Gebruik het apparaat uitsluitend:
¡om voedsel en dranken te bereiden.
¡voor huishoudelijk gebruik en in gesloten
ruimtes binnen de huiselijke omgeving.
¡tot een hoogte van 4000m boven zeeni-
veau.
1.3 Inperking van de gebruikers
Dit apparaat kan worden bediend door kinde-
ren vanaf 8 jaar en door personen met fysie-
ke, sensorische of geestelijke beperkingen of
met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien
zij onder toezicht staan of zijn geïnstrueerd in
het veilige gebruik van het apparaat en de
daaruit resulterende gevaren hebben begre-
pen.
Kinderen mogen niet met het apparaat spe-
len.
Reiniging en gebruikersonderhoud mogen
niet worden uitgevoerd door kinderen, tenzij
ze 15jaar of ouder zijn en onder toezicht
staan.
Zorg ervoor dat kinderen die jonger zijn dan 8
jaar niet bij het apparaat of de aansluitkabel
kunnen komen.
Veiligheid nl
3
1.4 Veiliger gebruik
Accessoires altijd op de juiste manier in de
binnenruimte schuiven.
→"Accessoires", Pagina9
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Brandbare voorwerpen die in de binnenruimte
worden bewaard kunnen vlam vatten.
Bewaar nooit brandbare voorwerpen in de
binnenruimte.
Wanneer er rook wordt geproduceerd moet
het apparaat worden uitgeschakeld of de
stekker uit het stopcontact worden gehaald
en moet de deur gesloten worden gehou-
den om eventueel optredende vlammen te
doven.
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen
in brand vliegen.
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de
verwarmingselementen en de accessoires
vrij te maken van grove verontreiniging.
Bij het openen van de apparaatdeur ontstaat
er een luchtstroom. Het bakpapier kan dan de
verwarmingselementen raken en vlam vatten.
Plaats nooit bakpapier bij het voorverwar-
men en tijdens het bereiden los op het ac-
cessoire.
Bakpapier altijd op maat maken en verzwa-
ren met een vorm.
WAARSCHUWING‒Kans op
brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en
haar onderdelen die men kan aanraken heet.
Wees voorzichtig om het aanraken van ver-
warmingselementen te voorkomen.
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de
buurt worden gehouden.
Accessoires of vormen worden zeer heet.
Neem hete accessoires en vormen altijd
met behulp van een pannenlap uit de bin-
nenruimte.
In de hete binnenruimte kunnen alcoholdam-
pen vlam vatten.
Gebruik slechts geringe hoeveelheden
drank met een hoog alcoholpercentage.
Open de apparaatdeur voorzichtig.
WAARSCHUWING‒Kans op
brandwonden!
Tijdens het gebruik worden de toegankelijke
onderdelen heet.
De hete onderdelen nooit aanraken.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Bij het openen van de apparaatdeur kan hete
stoom vrijkomen. Stoom is afhankelijk van de
temperatuur niet altijd zichtbaar.
Apparaatdeur voorzichtig openen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de
buurt zijn.
Door water in de hete binnenruimte kan hete
waterdamp ontstaan.
Nooit water in de hete binnenruimte gieten.
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de appa-
raatdeur zitten, kan dit barsten.
Gebruik geen scherp of schurend reini-
gingsmiddel of scherpe metalen schraper
voor het reinigen van het glas van de oven-
deur omdat dit het oppervlak kan beschadi-
gen.
Het apparaat en de delen ervan die aange-
raakt kunnen worden kunnen scherpe randen
hebben.
Wees voorzichtig bij gebruik en reinigen.
Draag indien mogelijk veiligheidshand-
schoenen.
Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur
bewegen de scharnieren zich en kunnen ze
klem komen te zitten.
Kom niet met uw handen bij de scharnie-
ren.
Bepaalde onderdelen in de apparaatdeur kun-
nen scherpe randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische
schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel
mag reparaties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveon-
derdelen worden gebruikt voor reparatie
van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat wordt be-
schadigd, moet het door geschoold vakper-
soneel worden vervangen.
Een beschadigde isolatie van het netsnoer is
gevaarlijk.
Nooit het aansluitsnoer met hete apparaat-
onderdelen of warmtebronnen in contact
brengen.
Nooit het aansluitsnoer met scherpe punten
of randen in contact brengen.
nl Materiële schade vermijden
4
Het aansluitsnoer nooit knikken, knellen of
veranderen.
Binnendringend vocht kan een elektrische
schok veroorzaken.
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger
gebruiken om het apparaat te reinigen.
Een beschadigd apparaat of een beschadigd
netsnoer is gevaarlijk.
Nooit een beschadigd apparaat gebruiken.
Nooit aan het netsnoer trekken, om het ap-
paraat van het elektriciteitsnet te scheiden.
Altijd aan de stekker van het netsnoer trek-
ken.
Wanneer het apparaat of het netsnoer is
beschadigd, dan direct de stekker van het
netsnoer uit het stopcontact halen of de ze-
kering in de meterkast uitschakelen.
Contact opnemen met de servicedienst.
→Pagina24
WAARSCHUWING‒Gevaar:
magnetisme!
In het bedieningspaneel of de bedieningsele-
menten bevinden zich permanente magneten.
Deze kunnen elektronische implantaten, zoals
pacemakers, of insulinepompen beïnvloeden.
Dragers van elektronische implantaten die-
nen een afstand van minstens 10 cm tot
het bedieningspaneel aan te houden.
WAARSCHUWING‒Kans op
verstikking!
Kinderen kunnen verpakkingsmateriaal over
het hoofd trekken en hierin verstrikt raken en
stikken.
Verpakkingsmateriaal uit de buurt van kin-
deren houden.
Laat kinderen niet met verpakkingsmateri-
aal spelen.
Kinderen kunnen kleine onderdelen inademen
of inslikken en hierdoor stikken.
Kleine onderdelen uit de buurt van kinde-
ren houden.
Kinderen niet met kleine onderdelen laten
spelen.
1.5 Halogeenlamp
WAARSCHUWING‒Kans op
brandwonden!
De lampen in de binnenruimte worden heel
heet. Ook enige tijd na het uitschakelen be-
staat er nog een risico van verbranding.
Glazen kapje niet aanraken.
Tijdens het schoonmaken contact met de
huid vermijden.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische
schok!
Bij vervanging van de lamp staan de contac-
ten van de lampfitting onder stroom.
Zorg er vóór het vervangen van de lamp
voor dat het apparaat is uitgeschakeld, om
een mogelijke elektrische schok te voorko-
men.
Tevens de stekker uit het stopcontact halen
of de zekering in de meterkast uitschake-
len.
2  Materiële schade vermijden
2.1 Algemeen
LET OP!
Als de temperatuur hoger is dan 50°C ontstaat er
warmteophoping door voorwerpen op de bodem van
de binnenruimte. De bak- en braadtijden kloppen niet
meer en het email wordt beschadigd.
Nooit toebehoren, bakpapier of folie, van welke
soort dan ook op de bodem van de binnenruimte
leggen.
Uitsluitend een vorm op de bodem van de binnen-
ruimte plaatsen wanneer een temperatuur van min-
der dan 50°C ingesteld is.
Wanneer de hete binnenruimte water bevat, ontstaat er
waterdamp. Door de temperatuurverandering kan er
schade optreden.
Giet nooit water in de hete binnenruimte.
Zet nooit servies met water op de bodem van de
binnenruimte.
Wanneer er langere tijd vocht aanwezig is in de binnen-
ruimte ontstaat er corrosie.
Laat na het gebruik de binnenruimte drogen.
Geen vochtige levensmiddelen gedurende langere
tijd in de gesloten binnenruimte bewaren.
Geen eten in de binnenruimte bewaren.
Milieubescherming en besparing nl
5
Wanneer er wordt afgekoeld terwijl de apparaatdeur
open staat, raken aangrenzende meubelfronten op den
duur beschadigd.
Na een bereiding met hoge temperaturen de bin-
nenruimte alleen met gesloten deur laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er niets tussen de apparaatdeur be-
klemd raakt.
Alleen na gebruik met veel vocht de binnenruimte
met open deur laten drogen.
Vruchtensap dat van de bakplaat druppelt, laat vlekken
achter die niet meer kunnen worden verwijderd.
De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet te
overvloedig bedekken.
Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
Gebruik van ovenreiniger in de warme binnenruimte
leidt tot beschadiging van het email.
Gebruik nooit ovenreiniger in de warme binnenruim-
te.
Vóór het opnieuw opwarmen de resten uit de bin-
nenruimte en van de apparaatdeur volledig verwijde-
ren.
Is de afdichting sterk vervuild, dan sluit de deur tijdens
het gebruik niet meer goed. De aangrenzende meubel-
fronten kunnen dan beschadigd raken.
Zorg ervoor dat de afdichting altijd schoon is.
Nooit het apparaat met beschadigde afdichting of
zonder afdichting gebruiken.
Wanneer de apparaatdeur wordt gebruikt als vlak om
iets op te zetten of te leggen kan hij beschadigd raken.
Niets op de open deur zetten of leggen en niet er-
aan hangen.
Geen vormen of accessoires op de apparaatdeur
plaatsen.
Afhankelijk van het apparaattype kunnen de accessoi-
res krassen veroorzaken op de ruit dan de apparaat-
deur wanneer deze gesloten wordt.
Accessoires altijd op de juiste manier in de binnen-
ruimte leggen.
3  Milieubescherming en besparing
3.1 Afvoeren van de verpakking
De verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kun-
nen worden hergebruikt.
De afzonderlijke componenten op soort gescheiden
afvoeren.
3.2 Energie besparen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, verbruikt uw apparaat
minder stroom.
Verwarm het apparaat alleen voor wanneer het recept
of de insteladviezen dit aangeven.
¡Wanneer u het apparaat niet voorverwarmt, dan be-
spaart u tot 20 % energie.
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bak-
vormen.
¡Deze bakvormen nemen de hitte bijzonder goed
op.
Open de apparaatdeur tijdens de bereiding zo weinig
mogelijk.
¡De temperatuur in de binnenruimte blijft constant
en het apparaat hoeft niet na te verwarmen.
Meerdere gerechten direct achter elkaar of parallel
bakken.
¡De binnenruimte is na de eerste keer bakken opge-
warmd. Hierdoor is de baktijd voor het gebak dat
vervolgens wordt gebakken korter.
Bij langere bereidingstijden het apparaat 10minuten
voor het einde van de bereidingstijd uitschakelen.
¡De restwarmte is voldoende om het gerecht verder
te bereiden.
Verwijder niet gebruikte accessoires uit de binnen-
ruimte.
¡Overtollige accessoires hoeven niet verwarmd te
worden.
Laat diepgevroren producten vóór de bereiding ont-
dooien.
¡Hierdoor wordt bespaard op de energie om het
voedsel te ontdooien.
Opmerking:
Het apparaat verbruikt:
¡in gebruik met ingeschakeld display max.1W
¡in gebruik met uitgeschakeld display max.0,5W
nl Uw apparaat leren kennen
6
4  Uw apparaat leren kennen
4.1 Bedieningspaneel
Via het bedieningsveld kunt u alle functies van uw ap-
paraat instellen en informatie krijgen over de gebruiks-
toestand.
Opmerking:Afhankelijk van het apparaattype kunnen
details op de afbeelding verschillen, bijv. de kleur en
de vorm.
1
4
1 2
3 4
1
Knoppen
De toetsen links en rechts van het bedienings-
paneel hebben een drukpunt. De toetsen die-
nen te worden ingedrukt. Bij apparaten zonder
roestvrijstalen front zijn de toetsen eveneens
touchvelden.
2
Draaiknop
U kunt de draaiknop onbeperkt naar rechts of
naar links draaien.
Touchvelden zijn aanraakgevoelige oppervlak-
ken. Om een functie te kiezen, slechts licht op
het betreffende veld drukken.
3
Display
Op het display ziet u actuele instelwaarden of
teksten met aanwijzingen.
4
Touch-velden
Touchvelden zijn aanraakgevoelige oppervlak-
ken. Om een functie te kiezen, slechts licht op
het betreffende veld drukken.
4.2 Knoppen
Met de toetsen links en rechts op het bedieningspaneel schakelt u uw apparaat of de werking in en uit.
Knop Functie Gebruik
Aan/Uit Apparaat in- of uitschakelen.
Menu Functiekeuze-menu openen
Informatie Aanwijzingen laten weergeven Kinderslot activeren en deactiveren
Kinderslot Kinderslot activeren en deactiveren
Tijdfuncties Kort indrukken: werking starten of onderbreken.
Ca. 3 seconden ingedrukt houden: werking afbreken.
Snel voorverwarmen Snel voorverwarmen in- en uitschakelen
Start/Stop Werking starten, stoppen of afbreken
Veld links van het display Navigatie naar links
Veld rechts van het dis-
play
Navigatie naar rechts
4.3 Draaiknop
Met de draaiknop wijzigt u de instelwaarden die op het
display worden weergegeven.
Wanneer u bij instelwaarden, bijv. de temperatuur, de
minimale of maximale waarde heeft bereikt, blijft deze
waarde op het display staan. Draai indien nodig de
waarde met de draaiknop opnieuw terug.
Bij lijsten, bijv. de verwarmingsfuncties, begint na de
laatste waarde opnieuw de eerste.
4.4 Display
Het display toont u de actuele instelwaarden.
De waarde die u op het display kunt wijzigen, is in
kleur gemarkeerd.
Statusregel
De statusregel bevindt zich boven in het display.
In de statusregel worden de tijd en ingestelde tijdsfunc-
ties weergegeven.
Voortgangslijn
De lijn ligt op het display onder de gemarkeerde waar-
de.
Functies nl
7
Aan de hand van de voortgangslijn ziet u hoever het
apparaat al is opgewarmd. De lijn vult zich van links
naar rechts.
Tijdsafloop
De tijdsafloop of de duur van de actuele functie kunt u
rechtsboven in de statusregel zien.
Als u een duur hebt ingesteld en de duur wordt gewist,
dan neemt de tijdsafloop de reeds verstreken tijdsduur
van het apparaat over. Zo kunt u controleren hoelang
het programma al loopt.
Temperatuurindicatie
De opwarmingscontrole en de restwarmte-indicatie to-
nen u de temperatuur in de binnenruimte.
Door thermische traagheid kan de weergegeven tem-
peratuur een beetje afwijken van de werkelijke tempe-
ratuur in de binnenruimte. Met de toets kunt u de
actuele temperatuur opvragen.
¡Verwarmingscontrole
Na het starten van de werking geeft de opwarmings-
controle de temperatuurstijging in de binnenruimte
weer. Wanneer u voorverwarmt, is het optimale tijd-
stip voor het plaatsen van het gerecht bereikt zodra
alle balken gevuld zijn.
Bij instelstanden verschijnt de opwarmingscontrole
niet, bijv. bij grillstanden.
¡Restwarmte-indicatie
Wanneer het apparaat uitgeschakeld is, geeft het
display de restwarmte in de binnenruimte weer. De
restwarmte-indicatie gaat uit bij ca. 60°C.
4.5 Binnenruimte
Functies voor de binnenruimte vergemakkelijken het
gebruik van uw apparaat.
Rekjes
U kunt accessoires op verschillende hoogtes in de rek-
jes in de binnenruimte plaatsen.
→"Accessoires", Pagina9
Uw apparaat heeft 3 inschuifhoogtes. De inschuifhoog-
tes worden van beneden naar boven geteld.
De accessoires kunt u, bijvoorbeeld om te reinigen,
verwijderen.
→"Rekjes", Pagina21
Zelfreinigende oppervlakken
De achterwand in de binnenruimte is zelfreinigend. De
zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte zijn
voorzien van een laagje poreus, mat keramiek en heb-
ben een ruw oppervlak. Wanneer het apparaat in ge-
bruik is, nemen de zelfreinigende oppervlakken vets-
petters van het bakken, braden of grillen op en breken
ze af.
Als de zelfreinigende oppervlakken zich tijdens het ge-
bruik niet meer voldoende reinigen, warm de binnen-
ruimte dan gericht op.
→"Zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte rei-
nigen", Pagina17
Verlichting
Een of meerdere ovenlampen verlichten de binnenruim-
te.
Wanneer u de deur van het apparaat opent, gaat de
verlichting in de binnenruimte aan. Blijft de deur langer
dan 15 minuten open, dan gaat de verlichting weer uit.
Bij de meeste functies schakelt de verlichting in zodra
het gebruik wordt gestart. Als het gebruik wordt beëin-
digd, schakelt de verlichting uit.
Koelventilator
De koelventilator schakelt afhankelijk van de tempera-
tuur van het apparaat in en uit. De warme lucht ont-
snapt via de deur.
LET OP!
De ventilatiesleuven boven de deur van het apparaat
niet afdekken. Het apparaat raakt oververhit.
Ventilatiesleuven vrijhouden.
De koelventilator loopt een bepaalde tijd na, zodat het
apparaat na gebruik sneller afkoelt.
Apparaatdeur
Wanneer u de apparaatdeur opent tijdens het gebruik,
wordt de werking stopgezet. Sluit u de apparaatdeur,
dan wordt de werking niet automatisch voortgezet.
5  Functies
Hier krijgt u een overzicht van de hoofd- en andere
functies van uw apparaat.
Om het menu te openen op drukken.
nl Functies
8
Functie Gebruik
Verwar-
mingsme-
thoden
Fijn afgestemde verwarmingsmethoden
voor een optimale bereiding van uw ge-
rechten kiezen.
→"Verwarmingsmethoden", Pagina8
Functie Gebruik
Gerechten Geprogrammeerde, aanbevolen instel-
lingen voor verschillende gerechten ge-
bruiken.
→"Gerechten", Pagina13
Basisinstel-
lingen
Basisinstellingen aanpassen. Basisin-
stellingen →Pagina15
5.1 Verwarmingsmethoden
Om altijd de passende verwarmingsmethode voor uw
gerechten te kunnen bepalen, geven wij hier uitleg over
de verschillen en toepassingen.
Aan de hand van de afzonderlijke symbolen ziet u om
welke verwarmingsmethoden het gaat.
Wanneer u een verwarmingsmethode kiest, stelt het ap-
paraat u een passende temperatuur of stand voor. U
kunt de waarde overnemen of wijzigen in het weerge-
geven gebied.
Bij temperatuurinstellingen boven 275 °C en grillstand
3 verlaagt het apparaat de temperatuur na ca. 40 mi-
nuten tot ca. 275 °C resp. grillstand 1.
Sym-
bool
Verwarmingsmetho-
de
Temperatuurbe-
reik
Gebruik en werkwijze
Eventuele extra functies
4Dhete lucht 30-275°C Op één of meer niveaus bakken of braden.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte.
Boven- en onder-
warmte
30-300°C Traditioneel bakken of braden op één niveau. De verwarmings-
methode is bijzonder geschikt voor gebak met vochtige bedek-
king.
De warmte komt gelijkmatig van onderen en van boven.
Hetelucht Eco 30-275°C Gekozen gerechten zonder voorverwarmen op een niveau voor-
zichtig garen.
De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterkant gelijkmatig in de binnenruimte. Het pro-
duct wordt in fasen bereid met behulp van restwarmte.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmodus tussen 125 -
275 °C.
Houd de deur van het apparaat tijdens het bereiden gesloten.
Deze verwarmingsmethode wordt voor het bepalen van het ener-
gieverbruik in de circulatieluchtmodus en de energieklasse ge-
bruikt.
Boven- en onder-
warmte Eco
30-300°C Gekozen gerechten voorzichtig garen.
De warmte komt van boven en van onderen.
Het meest doeltreffend is de verwarmingsmodus tussen 150-250
°C.
Deze verwarmingsmethode wordt gebruikt voor het bepalen van
het energieverbruik in de conventionele modus.
Circulatiegrillen 30-300°C Gevogelte, hele vis of grotere stukken vlees braden.
Het grillelement en de ventilator schakelen afwisselend in en uit.
De ventilator wervelt de hete lucht rond het gerecht.
Grill, groot Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Platte grillstukken, zoals steaks, worstjes of toast grillen. Gerech-
ten gratineren.
Het hele oppervlak onder de grill wordt heet.
Grill, klein Grillstanden:
1 = zwak
2 = gemiddeld
3 = sterk
Kleine hoeveelheden grillen, zoals steak, worstjes of toast. Kleine
hoeveelheden gratineren.
Het middelste oppervlak onder de grill wordt heet.
Pizzastand 30-275°C Pizza's of gerechten klaarmaken die warmte van onderen nodig
hebben.
Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingsele-
ment aan de achterwand zijn ingeschakeld.
Accessoires nl
9
Sym-
bool
Verwarmingsmetho-
de
Temperatuurbe-
reik
Gebruik en werkwijze
Eventuele extra functies
Langzaam garen 70-120°C Kort aangebraden, mals vlees in open vormen voorzichtig en
langzaam garen.
De warmte komt bij een lage temperatuur gelijkmatig van boven
en van onderen.
Onderwarmte 30-250°C Gerechten nabakken of au bain-marie bereiden.
De warmte komt van onderen.
Warm houden 60-100°C Gegaarde gerechten warmhouden.
Servies voorverwar-
men
30-70°C Servies voorverwarmen.
CoolStart-functie 30-275°C Voor een snelle bereiding van diepvriesproducten op hoogte 1.
De temperatuur is afhankelijk van de opgaven van de fabrikant.
Gebruik de hoogste temperatuur die op de verpakking staat aan-
gegeven.
De bereidingstijd is zoals aangegeven of korter.
Het heeft geen zin om voor te verwarmen
6  Accessoires
Gebruik alleen originele accessoires. Deze zijn op het
apparaat afgestemd.
Opmerking:Wanneer de accessoires heet worden,
kunnen deze vervormen. De vervorming heeft geen in-
vloed op de werking. De vervorming verdwijnt weer na-
dat de accessoires zijn afgekoeld.
De meegeleverde accessoires kunnen variëren, afhan-
kelijk van het type apparaat.
Accessoires Gebruik
Rooster ¡Bakvormen
¡Ovenschalen
¡Vormen
¡Vlees, bijv. braad- of grillstukken
¡Diepvriesgerechten
Braadslede ¡Vochtig gebak
¡Gebak
¡Brood
¡Grote braadstukken
¡Diepvriesgerechten
¡Afdruipende vloeistof opvangen, bijv vet
bij het grillen op het rooster.
6.1 Vergrendelingsfunctie
De vergrendelingsfunctie voorkomt dat de accessoires
kantelen wanneer ze worden uitgetrokken.
U kunt het accessoire tot ongeveer de helft uittrekken,
tot deze vastklikt. De kantelbeveiliging functioneert al-
leen wanneer u het accessoire op de juiste manier in
de binnenruimte schuift.
6.2 Accessoire in de binnenruimte schuiven
Het accessoire altijd op de juiste manier in de binnen-
ruimte schuiven. Alleen zo kan het accessoire zonder
te kantelen tot ongeveer de helft worden uitgetrokken.
1. Het accessoire zo draaien, dat de pal zich aan de
achterkant bevindt en naar beneden wijst.
2. De accessoires altijd tussen de beide geleidestan-
gen van een inschuifhoogte plaatsen.
nl Voor het eerste gebruik
10
Rooster Het rooster met de open kant naar
de apparaatdeur en de welving
naar beneden in de oven schuiven.
Plaat
bijv. braad-
slede of
bakplaat
De plaat met de afschuining gericht
naar de ovendeur in de oven
schuiven.
3. Het accessoire volledig inschuiven, zodat deze de
apparaatdeur niet raakt.
Opmerking:Haal de accessoires die u niet nodig hebt
bij het gebruik uit de binnenruimte.
Accessoires combineren
Om afdruipende vloeistof op te vangen, kunt u het
rooster in combinatie met de braadslede gebruiken.
1. Plaats het rooster zo op de braadslede dat de beide
afstandshouders achter op de rand van de braad-
slede liggen.
2. De braadslede tussen de beide geleidestangen van
een inschuifhoogte schuiven. Het rooster ligt daarbij
boven de bovenste geleidingsstang.
Rooster op
braadslede
6.3 Meer accessoires
Meer accessoires kunt u kopen bij de servicedienst, in
speciaalzaken of op het internet.
U vindt een uitgebreid aanbod voor uw apparaat in on-
ze folders of op internet:
www.siemens-home.bsh-group.com
Voor de verschillende apparaten zijn specifieke acces-
soires beschikbaar. Geef bij de aankoop altijd de pre-
cieze aanduiding (E-nr.) van uw apparaat op.
Welke accessoires beschikbaar zijn voor uw apparaat,
kunt u zien in de online-shop of navragen bij de klan-
tenservice.
7  Voor het eerste gebruik
Stel de opties voor het eerste gebruik in. Reinig het ap-
paraat en de accessoires.
7.1 Eerste keer in gebruik nemen
Na het aansluiten op het elektriciteitsnetwerk of na een
langere stroomuitval dient u de instellingen voor de
eerste ingebruikname van uw apparaat uit te voeren.
Het kan enkele seconden duren tot op het display de
instellingen verschijnen.
Taal instellen
1. Met de draaiknop de gewenste taal instellen.
2. Op drukken.
aDe volgende instelling verschijnt.
Tijd instellen
1. Stel de actuele tijd in met de draaiknop.
2. Op drukken.
aDe volgende instelling verschijnt.
Datum instellen
1. Met de draaiknop de actuele dag instellen.
2. Op drukken.
3. Met de draaiknop de actuele maand instellen.
4. Op drukken.
5. Met de draaiknop het actuele jaar instellen.
6. Op drukken.
aDe volgende instelling verschijnt.
aOp het display verschijnt een melding dat het eerste
gebruik is afgesloten.
7.2 Het apparaat reinigen voordat u het voor
het eerst gebruikt
Voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met het
apparaat dient u de binnenruimte en de accessoires te
reinigen.
1. De productinformatie en het toebehoren uit de bin-
nenruimte nemen. Verpakkingsresten, zoals korrel-
tjes piepschuim en tape aan binnen- en buitenzijde
van het apparaat verwijderen.
2. Gladde oppervlakken in de binnenruimte afnemen
met een zachte, vochtige doek.
3. Schakel het apparaat in met ⁠.
4. Volgende instellingen uitvoeren:
Verwarmingsmethode 4Dhetelucht
Temperatuur maximaal
Tijdsduur 1uur
→"De Bediening in essentie", Pagina11
5. De werking met starten.
Zorg ervoor dat de keuken geventileerd is zolang
het apparaat opwarmt.
6. Als de tijdsduur verstreken is, het apparaat met
uitschakelen.
De Bediening in essentie nl
11
7. Als het apparaat is afgekoeld, gladde oppervlakken
in de binnenruimte met zeepsop en een schoon-
maakdoekje reinigen.
8. De accessoires met zeepsop en een schoonmaak-
doekje of een zachte borstel grondig reinigen.
8  De Bediening in essentie
8.1 Apparaat inschakelen
Schakel het apparaat in met ⁠.
De toets wordt blauw verlicht.
aOp het display verschijnt het Siemens logo. Vervol-
gens verschijnt een verwarmingsmethode en een
temperatuur.
8.2 Apparaat uitschakelen
Schakel het apparaat uit wanneer u het niet nodig
heeft. Wanneer u het apparaat langere tijd niet bedient,
gaat het automatisch uit.
Het apparaat met uitschakelen.
De verlichting boven de toets gaat uit.
aHet apparaat gaat uit. Lopende functies worden af-
gebroken.
aOp het display verschijnt de tijd of de restwarmte-in-
dicatie.
8.3 In werking stellen
Elke functie moet u starten.
De werking met starten.
aOp het display verschijnen de instellingen, de loop-
tijd en de opwarmlijn.
8.4 Werking onderbreken of afbreken
U kunt de werking kort onderbreken en weer voortzet-
ten. Breekt u de werking volledig af, dan worden de in-
stellingen gereset.
1. Om de werking kort te onderbreken:
Kort op drukken.
Om de werking voort te zetten, op druk-
ken.
2. Om de werking af te breken indrukken.
aDe werking wordt afgebroken en alle instellingen
worden gereset.
8.5 Functie instellen
Vereiste:Het apparaat moet ingeschakeld zijn.
1. Op het drukken.
Het functiemenu wordt geopend.
2. Met de draaiknop de gewenste functie kiezen.
Afhankelijk van de functie zijn er verschillende keu-
zemogelijkheden beschikbaar.
3. Met bereikt men de geselecteerde functie.
4. Met de draaiknop kan de selectie worden gewijzigd.
Naar keuze andere instellingen veranderen.
5. Met starten.
8.6 Verwarmingsmethode en temperatuur
instellen
Als u het apparaat inschakelt, is automatisch de functie
verwarmingsmethoden ingesteld.
1. De gewenste verwarmingsmethode met de draai-
knop instellen.
2. Ga met naar de temperatuur.
3. Stel de temperatuur in met de draaiknop.
4. De werking met starten.
aHet apparaat begint op te warmen.
aOp het display worden de ingestelde verwarmings-
methode, de temperatuur en de tijdsduur/apparaat-
looptijd weergegeven.
5. Schakel het apparaat uit met wanneer het ge-
recht klaar is.
Tip:De meest geschikte verwarmingsmethode voor uw
gerechten vindt u in de beschrijving van de verwar-
mingsmethoden.
Opmerking:U kunt aan het apparaat de duur en het
einde van de werking instellen.
→"Tijdfuncties", Pagina12
Verwarmingsmethode wijzigen
Verandert u de verwarmingsmethode, dan worden ook
de andere instellingen teruggezet.
1. Onderbreek de werking met ⁠.
2. Op drukken.
3. De verwarmingsmethode met de draaiknop wijzigen.
Temperatuur wijzigen
Na het starten van de werking kunt u de temperatuur
direct wijzigen.
De temperatuur met de draaiknop wijzigen.
aDe temperatuur wordt direct overgenomen.
8.7 Informatie weergeven
In de meeste gevallen kunt u informatie bij de zojuist
uitgevoerde functie oproepen. Vele aanwijzingen ver-
schijnen automatisch, bijv. ter bevestiging of als oproep
of waarschuwing.
Op drukken.
aIndien aanwezig, wordt informatie gedurende enkele
seconden weergegeven.
nl Snel voorverwarmen
12
9  Snel voorverwarmen
Om tijd te besparen, kunt u bij ingestelde temperaturen
vanaf 100 °C de opwarmingsduur verkorten.
Bij deze verwarmingsmethode kunt u de functie snel
voorverwarmen gebruiken:
¡4Dhetelucht
¡Boven- en onderwarmte
9.1 Snel voorverwarmen instellen
Om een gelijkmatig bereidingsresultaat te krijgen, de
gerechten pas na het snel voorverwarmen in de bin-
nenruimte plaatsen.
Opmerking:Stel pas een tijdsduur in wanneer het snel
voorverwarmen beëindigd is.
1. Een geschikte verwarmingsmethode en een tempe-
ratuur vanaf 100 °C instellen.
2. Op drukken.
aHet symbool verschijnt links naast de tempera-
tuur op het display.
aDe voortgangslijn raakt gevuld.
3.
aAls het snel voorverwarmen eindigt, weerklinkt een
signaal. Het symbool verdwijnt van het display.
4. Het gerecht in de binnenruimte plaatsen.
Snel voorverwarmen afbreken
Op drukken.
aHet symbool verdwijnt van het display.
10  Tijdfuncties
Uw apparaat beschikt over verschillende tijdfuncties
waarmee u de werking kunt sturen.
10.1 Overzicht van de tijdfuncties
Bij de werking kunt u tijdsduur en einde instellen. De ti-
mer kan onafhankelijk van de werking worden inge-
steld.
Tijdfunctie Gebruik
Timer De timer kunt u onafhankelijk van de
werking instellen. Hij beïnvloedt het
apparaat niet.
Tijdsduur Wanneer u voor de werking een tijds-
duur instelt, houdt het apparaat na
het verstrijken van de tijdsduur auto-
matisch op met verwarmen.
Einde Voor de tijdsduur kunt u een tijd in-
stellen waarop de werking eindigt.
Het apparaat start automatisch zodat
de werking op het gewenste tijdstip
klaar is.
10.2 Timer instellen
De timer loopt onafhankelijk van de werking. U kunt de
timer bij ingeschakeld en uitgeschakeld apparaat tot
24 uur instellen. De timer heeft een eigen signaal, zo-
dat u hoort of de timer of een tijdsduur eindigt.
1. Op drukken.
aHet veld voor de wekker gaat open.
2. De wekkertijd met de draaiknop instellen.
aNa enkele seconden start de wekker ook automa-
tisch.
aHet symbool en de verstreken tijd worden links in
de statusregel weergegeven.
aDe timertijd loopt af.
aAls de timertijd verstreken is, weerklinkt een signaal
en op het display verschijnt een instructietekst.
3. Wanneer de timertijd is verstreken:
Druk op om het signaal voortijdig te beëindi-
gen.
Om opnieuw een wekkertijd in te stellen op
drukken en de wekkertijd met de draaiknop in-
stellen.
Wekker wijzigen
U kunt de wekkertijd altijd wijzigen.
1. Op drukken.
2. Wijzig de timertijd met behulp van de draaiknop.
3. Met bevestigen.
Wekker afbreken
U kunt de timertijd altijd afbreken.
1. Op drukken.
2. De timertijd met de draaiknop weer op nul zetten.
3. Met bevestigen.
10.3 Tijdsduur instellen
De tijdsduur voor de werking kunt u tot 23 uur en 59
minuten instellen.
Vereiste:Een verwarmingsmethode en een tempera-
tuur of stand zijn ingesteld.
1. Op drukken.
aHet menu Tijdfuncties gaat open.
2. Stel de tijdsduur in met de draaiknop.
Draairichting Voorgestelde waarde
Links 10 minuten
Rechts 30 minuten
De tijdsduur kan tot een uur worden ingesteld in
stappen van een minuut, daarna in stappen van 5
minuten. De eindtijd wordt automatisch berekend.
3. De werking met starten.
aHet apparaat begint op te warmen en de tijdsduur
loopt af.
aWanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. In de statusregel staat de tijdsduur op
nul.
4. Wanneer de tijdsduur is verstreken:
Om het signaal voortijdig te beëindigen op
drukken.
Druk om opnieuw een tijdsduur in te stellen op
en stel de tijdsduur in met de draaiknop.
Gerechten nl
13
Start met om de werking zonder tijdsduur
te hervatten.
Schakel het apparaat uit met wanneer het
gerecht klaar is.
Tijdsduur wijzigen
U kunt de tijdsduur altijd wijzigen.
1. Op drukken.
2. Met de draaiknop de tijdsduur veranderen.
3. Daarna 2 keer op drukken.
Tijdsduur afbreken
U kunt de tijdsduur te allen tijde afbreken.
1. Op drukken.
2. Zet de tijdsduur met de draaiknop terug naar nul.
3. Start met om de werking zonder tijdsduur
te hervatten.
Op het display worden nu de ingestelde verwar-
mingsmethode en temperatuur weergegeven.
10.4 Einde instellen
Het tijdstip waarop de tijdsduur afloopt, kunt u tot 23
uur en 59 minuten verschuiven.
Opmerkingen
¡Om een goed bereidingsresultaat te verkrijgen, wij-
zigt u het einde niet meer als de werking eenmaal is
gestart.
¡Om te voorkomen dat levensmiddelen bederven,
dient u ze niet te lang in de binnenruimte te laten
staan.
Vereisten
¡Een verwarmingsmethode en een temperatuur of
stand zijn ingesteld.
¡Er is een tijdsduur ingesteld.
1. Op drukken.
2. Met verder tot " Einde" drukken.
3. Het einde met de draaiknop verschuiven.
4. De werking met starten.
aIn de statusregel verschijnt en het tijdstip waarop
de werking beëindigd is. Het apparaat bevindt zich
in de wachtstand.
aAls de starttijd bereikt is, begint het apparaat op te
warmen en de tijdsduur loopt zichtbaar in de status-
regel af.
aWanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display staat de tijdsduur op
nul.
5. Wanneer de tijdsduur is verstreken:
Druk op om het signaal voortijdig te beëindi-
gen.
Druk om opnieuw een tijdsduur in te stellen op
en stel de tijdsduur in met de draaiknop.
Start met om de werking zonder tijdsduur
te hervatten.
Schakel het apparaat uit met wanneer het
gerecht klaar is.
Einde wijzigen
Het ingestelde einde kan men alleen wijzigen als de
oven in de wachtpositie is.
1. Onderbreek de werking met ⁠.
2. Op drukken.
aHet menu Tijdfuncties wordt geopend.
3. Op drukken.
4. Het einde met de draaiknop wijzigen.
5. De werking met voortzetten.
Einde afbreken
Het ingestelde einde kan men alleen wijzigen als de
oven in de wachtpositie is.
1. Onderbreek de werking met ⁠.
2. Op drukken.
aHet menu Tijdfuncties wordt geopend.
3. Met naar " Einde" gaan.
4. Het einde met de draaiknop op nul terugzetten.
5. De werking met voortzetten.
aHet apparaat begint op te warmen en de tijdsduur
loopt af.
11  Gerechten
Met de functie "Gerechten" helpt u uw apparaat bij de
bereiding van verschillende gerechten en kiest u auto-
matisch de optimale instellingen.
11.1 Vormen
Het bereidingsresultaat is afhankelijk van de kwaliteit
en de grootte van de vorm.
Gebruik een hittebestendige vorm, die geschikt is voor
temperaturen tot 300°C. Vormen van glas of glaskera-
miek zijn het meest geschikt. Braadstukken moeten de
bodem van de vorm voor ca. 2/3 bedekken.
Vormen van het volgende materiaal zijn niet geschikt:
¡Licht gekleurd, glanzend aluminium
¡Niet geglazuurde klei
¡Kunststof of kunststof grepen
11.2 Instellingen van de gerechten
Om de gerechten optimaal voor te bereiden, gebruikt
het apparaat verschillende instellingen.
Opmerking:Het bereidingsresultaat is afhankelijk van
de kwaliteit en de aard van de levensmiddelen. Ge-
bruik verse levensmiddelen, het best op koelkasttem-
peratuur.
Aanwijzingen bij de instellingen
Als u een gerecht start, geeft het display voor dit
gerecht relevante informatie weer, bijv.:
¡Passende inschuifhoogte
¡Passende accessoires of vormen
¡Toevoegen van vloeistof
¡Tijdstip voor het keren of omroeren
Zodra dit tijdstip bereikt is, klinkt er een signaal.
Programma's
Bij programma's zijn het optimale verwarmingstype, de
temperatuur en de duur vast vooringesteld.
Sabbatinstelling nl
15
13  Sabbatinstelling
Met de sabbatinstelling kunt u een tijdsduur tot 74uur
instellen. Gerechten kunnen tussen 85 °C en 140 °C
met boven- en onderwarmte worden warmgehouden
zonder dat u het apparaat hoeft in of uit te schakelen.
13.1 Sabbatinstelling starten
Opmerkingen
¡Wanneer u de apparaatdeur tijdens gebruik opent,
houdt het apparaat op met verwarmen. Wanneer u
de apparaatdeur sluit, verwarmt het apparaat ver-
der.
¡Na de start kunt u de sabbatinstelling niet meer wij-
zigen of onderbreken.
Vereiste:De sabbatinstelling is in de basisinstellingen
geactiveerd.
→"Basisinstellingen", Pagina15
1. De verwarmingsmethode sabbatinstelling met de
draaiknop instellen.
2. Druk op ⁠.
De temperatuur is op 85°C vooraf ingesteld.
3. Met de draaiknop de gewenste temperatuur instel-
len.
4. Druk op ⁠.
De tijd is op 25 uur vooraf ingesteld.
5. Stel de tijdsduur in met de draaiknop.
Het einde kan niet worden verplaatst.
6. Start de werking met ⁠.
aHet apparaat begint op te warmen en de tijdsduur
loopt af.
7. Wanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. De tijdsduur staat op nul. Het apparaat
houdt op met verwarmen en reageert weer zoals
buiten de sabbatinstelling gebruikelijk is.
Schakel het apparaat uit met ⁠.
Na ca. 10 tot 20 minuten schakelt het apparaat au-
tomatisch uit.
14  Basisinstellingen
U kunt uw apparaat instellen volgens uw behoeften.
14.1 Overzicht van de basisinstellingen
Hier vindt u een overzicht van de basis- en fabrieksin-
stellingen. De basisinstellingen zijn afhankelijk van de
uitvoering van uw apparaat.
Basisinstelling Keuze
Taal Zie de keuze op het appa-
raat.
Tijd Tijd in 24 uursformaat.
Datum - dag Actuele dag instellen
Datum - maand Actuele maand instellen
Datum - jaar Actueel jaar instellen
Geluidssignaal Korte duur
Gemiddelde duur1
Lange duur
Toetssignaal Ingeschakeld
Uitgeschakeld1
Helderheid display 5 standen
Tijdsweergave Uit
Digitaal 1
Verlichting In gebruik uit
In gebruik aan1
Kinderslot Alleen toetsblokkering 1
Na inschakelen Hoofdmenu
Verwarmingsmethoden1
Gerechten
Nachtverduistering Uitgeschakeld1
Ingeschakeld
1Fabrieksinstelling (kan afhankelijk van het apparaat-
type afwijken)
Basisinstelling Keuze
Merklogo Weergeven1
Niet weergeven
Ventilatornaloop Aanbevolen1
Minimaal
Telescooprails Achteraf aangebracht 1
Niet achteraf aangebracht
Sabbatinstelling Ingeschakeld
Uitgeschakeld1
Fabrieksinstelling Resetten
1Fabrieksinstelling (kan afhankelijk van het apparaat-
type afwijken)
14.2 Basisinstellingen wijzigen
1. Op drukken.
2. Op drukken.
aHet functiemenu wordt geopend.
3. Met de draaiknop de functie " Instellingen" kiezen.
4. Met bevestigen.
aDe eerste basisinstelling verschijnt.
5. Met naar de verschillende instellingen gaan.
6. De basisinstelling met de draaiknop wijzigen.
7. Op drukken.
aOp het display verschijnen de wijzigingen "Opslaan"
of "Afwijzen".
8. De gewenste wijziging met of selecteren.
Opmerking:Na een stroomonderbreking blijven de in-
gevoerde wijzigingen van de basisinstellingen behou-
den.
Het wijzigen van de basisinstellingen afbreken
1. Op drukken.
2. Op "Verwerpen" drukken.
aAlle wijzigingen werden verworpen en niet opgesla-
gen.
nl Reiniging en onderhoud
16
15  Reiniging en onderhoud
Reinig en onderhoud uw apparaat zorgvuldig om er
voor te zorgen dat het lang goed blijft werken.
15.1 Reinigingsmiddelen
Gebruik om de verschillende oppervlakken van het ap-
paraat niet te beschadigen geen ongeschikte reini-
gingsmiddelen.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Binnendringend vocht kan een elektrische schok ver-
oorzaken.
Geen stoomreiniger of hogedrukreiniger gebruiken
om het apparaat te reinigen.
LET OP!
Ongeschikte reinigingsmiddelen beschadigen de op-
pervlakken van het apparaat.
Geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen ge-
bruiken.
Geen sterk alcoholhoudende reinigingsmiddelen ge-
bruiken.
Geen harde schuursponsjes of afwassponsjes ge-
bruiken.
Geen speciale reinigingsmiddelen gebruiken voor
de warmtereiniging.
Gebruik van ovenreiniger in de warme binnenruimte
leidt tot beschadiging van het email.
Gebruik nooit ovenreiniger in de warme binnenruim-
te.
Vóór het opnieuw opwarmen de resten uit de bin-
nenruimte en van de apparaatdeur volledig verwijde-
ren.
Nieuwe vaatdoekjes bevatten resten van de productie.
Nieuwe vaatdoekjes voor het gebruik grondig uit-
wassen.
Geschikte schoonmaakmiddelen
Gebruik alleen geschikte schoonmaakmiddelen voor
de verschillende oppervlakken van uw apparaat.
Houd de handleiding aan bij het reinigen van het appa-
raat.
→"Apparaat schoonmaken", Pagina17
Voorzijde van het apparaat
Oppervlak Geschikte schoonmaak-
middelen
Aanwijzingen
RVS ¡Warm zeepsop
¡Speciale RVS-verzor-
gingsmiddelen voor
warme oppervlakken
Om corrosie te voorkomen kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken op
roestvrijstalen oppervlakken onmiddellijk verwijderen.
Verzorgingsmiddel voor roestvaststaal dun aanbrengen.
Kunststof of ge-
lakte oppervlak-
ken
bijv. bedienings-
paneel
¡Warm zeepsop Gebruik geen glasreiniger of schraper.
Om vlekken die niet meer verwijderd kunnen worden te voorkomen,
het ontkalkingsmiddel dat op het oppervlak terechtkomt direct ver-
wijderen.
Apparaatdeur
Gebied Geschikte schoonmaak-
middelen
Aanwijzingen
Ruiten van de
deur
¡Warm zeepsop Gebruik geen schraper of rvs-schuursponsje gebruiken.
Tip:Voor een grondige reiniging de deurruiten demonteren.
→"Apparaatdeur", Pagina18
Deurafscherming ¡Van roestvaststaal:
RVS-reiniger
¡Van kunststof:
Warm zeepsop
Gebruik geen glasreiniger of schraper.
Geen schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal gebruiken.
Tip:Voor een grondige reiniging de deurafscherming verwijderen.
→"Apparaatdeur", Pagina18
Roestvrijstalen
binnenlijst van de
deur
RVS-reiniger Verkleuringen kunnen verwijderd worden met reinigingsmiddelen
voor roestvrij staal.
Geen schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal gebruiken.
Deurgreep ¡Warm zeepsop Om vlekken die niet meer verwijderd kunnen worden te voorkomen,
het ontkalkingsmiddel dat op het oppervlak terechtkomt direct ver-
wijderen.
Deurafdichting ¡Warm zeepsop Niet afnemen en niet schuren.
Reiniging en onderhoud nl
17
Binnenruimte
Gebied Geschikte schoonmaak-
middelen
Aanwijzingen
Emaillen opper-
vlakken
¡Warm zeepsop
¡Azijnwater
¡Ovenreiniger
Gebruik bij sterke verontreiniging een borstel of RVS-spiraalspons.
Om de binnenruimte na het reinigen te drogen de deur van het ap-
paraat open laten.
Opmerkingen
¡Email wordt bij zeer hoge temperaturen ingebrand, waardoor er
kleine kleurverschillen ontstaan. De werking van het apparaat
wordt niet beïnvloed.De werking van het apparaat wordt niet beïn-
vloed.
¡De smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden
geëmailleerd en kunnen ruw zijn. De bescherming tegen corrosie
blijft hierbij intact.
¡Door resten van levensmiddelen ontstaat er een witte afzetting op
de emaillen oppervlakken. Deze aanslag is niet schadelijk voor
de gezondheid. De werking van het apparaat wordt niet beïn-
vloed.De werking van het apparaat wordt niet beïnvloed. U kunt
de aanslag met citroenzuur verwijderen.
Zelfreinigende op-
pervlakken
- Handleiding voor de zelfreinigende oppervlakken aanhouden.
→"Zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte reinigen",
Pagina17
Glazen kapje van
de ovenlamp
¡Warm zeepsop Gebruik bij sterke verontreiniging ovenreiniger.
Rekjes ¡Warm zeepsop Gebruik bij sterke verontreiniging een borstel of RVS-spiraalspons.
Opmerking:Voor een grondige reiniging de rekjes verwijderen.
→"Rekjes", Pagina21
Accessoires ¡Warm zeepsop
¡Ovenreiniger
Gebruik bij sterke verontreiniging een borstel of RVS-spiraalspons.
Geëmailleerde accessoires kunnen in de vaatwasser worden ge-
daan.
15.2 Apparaat schoonmaken
Reinig om beschadiging van het apparaat te voorko-
men het apparaat uitsluitend zoals aangegeven en met
geschikte reinigingsmiddelen.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en haar on-
derdelen die men kan aanraken heet.
Wees voorzichtig om het aanraken van verwar-
mingselementen te voorkomen.
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt wor-
den gehouden.
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Losse voedselresten, vet en vleessap kunnen in brand
vliegen.
Voor gebruik dient u de binnenruimte, de verwar-
mingselementen en de accessoires vrij te maken
van grove verontreiniging.
Vereiste:De instructies voor het gebruik van de reini-
gingsmiddelen aanhouden.
→"Reinigingsmiddelen", Pagina16
1. Het apparaat met warm zeepsop en een schoon-
maakdoekje reinigen.
Voor sommige oppervlakken kunt u alternatieve
reinigingsmiddelen gebruiken.
→"Geschikte schoonmaakmiddelen", Pagina16
2. Drogen met een zachte doek.
15.3 Zelfreinigende oppervlakken in de
binnenruimte reinigen
De achterwand in de binnenruimte is zelfreinigend. De
zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte zijn
voorzien van een laagje poreus, mat keramiek en heb-
ben een ruw oppervlak. Wanneer het apparaat in ge-
bruik is, nemen de zelfreinigende oppervlakken spet-
ters van het bakken, braden of grillen op en breken ze
af. Wanneer de zelfreinigende oppervlakken zich tij-
dens het gebruik niet meer voldoende reinigen, warm
de binnenruimte dan gericht op.
LET OP!
Als de zelfreinigende oppervlakken niet regelmatig wor-
den gereinigd, kan dit leiden tot schade aan de opper-
vlakken.
Als op de zelfreinigende oppervlakken donkere vlek-
ken zichtbaar zijn, de ovenruimte opwarmen.
Geen ovenreiniger of schurende reinigingsmiddelen
gebruiken. Wanneer er per ongeluk ovenreiniger op
de zelfreinigende oppervlakken terechtkomt, direct
afdeppen met water en een vaatdoekje. Niet wrijven.
1. Haal de accessoires en vormen uit de binnenruimte.
2. De rekjes losmaken en uit de binnenruimte nemen.
→"Rekjes", Pagina21
3. Grove verontreinigingen met zeepsop en een zachte
doek verwijderen:
van de gladde emaillen oppervlakken
van de apparaatdeur binnen
van de glazen afdekplaat van de ovenlamp
Zo voorkomt u niet verwijderbare vlekken.
nl Reinigingsondersteuning humidClean
18
4. Voorwerpen uit de binnenruimte halen. De binnen-
ruimte moet leeg zijn.
5. Verwarmingsmethode 4D-hete lucht instellen.
6. Maximale temperatuur instellen.
7. In werking stellen.
8. Na 1 uur het apparaat uitschakelen.
9. Wanneer het apparaat goed is afgekoeld, de bin-
nenruimte met een vochtige doek afnemen.
Opmerking:Op de zelfreinigende oppervlakken
kunnen vlekken ontstaan. Resten van suikers en ei-
witten in levensmiddelen worden niet afgebroken en
blijven hechten aan de oppervlakken. Roodachtige
vlekken zijn resten van zouthoudende levensmidde-
len, de vlekken zijn geen roest. De vlekken zijn niet
gevaarlijk voor de gezondheid. De vlekken hebben
geen invloed op het reinigende vermogen van de
zelfreinigende oppervlakken.
10. De rekjes inhangen.
→"Rekjes", Pagina21
16  Reinigingsondersteuning humidClean
De reinigingsondersteuning is een snel alternatief voor
de reiniging van de binnenruimte tussendoor. De reini-
gingsondersteuning weekt verontreinigingen door het
verdampen van zeepsop in. Verontreinigingen kunnen
vervolgens gemakkelijker worden verwijderd.
16.1 Reinigingsondersteuning instellen
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Door water in de hete binnenruimte kan hete water-
damp ontstaan.
Nooit water in de hete binnenruimte gieten.
Vereiste:De binnenruimte is volledig afgekoeld.
1. Verwijder de accessoires uit de binnenruimte.
2. 0,4l water met een druppel afwasmiddel mengen
en in het midden op de bodem van de binnenruimte
gieten.
Gebruik geen gedestilleerd water.
3. Op drukken.
aEr verschijnt een verwarmingsmethode en een tem-
peratuur.
4. De verwarmingsmethode onderwarmte met de
draaiknop instellen.
5. Op drukken.
6. De temperatuur met de draaiknop op 80°C instel-
len.
7. Op drukken.
8. De tijdsduur met de draaiknop op 4minuten instel-
len.
9. De werking met starten.
aHet apparaat begint op te warmen en de tijdsduur
loopt af.
aWanneer de tijdsduur is verstreken, klinkt er een ge-
luidssignaal. Op het display staat de tijdsduur op
nul.
10. Het apparaat met uitschakelen en de binnen-
ruimte ca. 20 minuten laten afkoelen.
16.2 Binnenruimte nareinigen
LET OP!
Wanneer er langere tijd vocht aanwezig is in de binnen-
ruimte ontstaat er corrosie.
Na de reinigingsondersteuning de binnenruimte uit-
vegen en volledig laten drogen.
Vereiste:De binnenruimte is afgekoeld.
1. De deur van het apparaat openen en het restwater
met een goed opnemende sponsdoek opnemen.
2. Gladde oppervlakken in de binnenruimte reinigen
met een schoonmaakdoekje of zachte borstel. Ver-
wijder hardnekkige resten met een schuursponsje
van roestvrij staal.
3. Kalkranden verwijderen met een in azijn gedrenkte
doek. Vervolgens met schoon water afnemen en
droogwrijven met een zachte doek, ook onder de
deurafdichting.
4. Om de binnenruimte te laten drogen, de deur van
het apparaat in grendelstand (ca. 30°) ca.1 uur
openen.
17  Apparaatdeur
Om de apparaatdeur grondig te reinigen, kunt u de ap-
paraatdeur demonteren.
17.1 Apparaatdeur verwijderen
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Bepaalde onderdelen in de apparaatdeur kunnen
scherpe randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur bewe-
gen de scharnieren zich en kunnen ze klem komen te
zitten.
Kom niet met uw handen bij de scharnieren.
1. De apparaatdeur helemaal openen.
Apparaatdeur nl
19
2. WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, kunnen
ze met grote kracht dichtklappen.
Let erop dat de blokkeerhendels altijd helemaal
dichtgeklapt zijn, resp. bij het verwijderen van de
apparaatdeur helemaal opengeklapt.
De blokkeerhendel op het linker en rechter schar-
nier opklappen.
Blokkeerhendel opge-
klapt
Het scharnier is bevei-
ligd en kan niet dicht-
klappen.
Blokkeerhendel dichtge-
klapt
De apparaatdeur is be-
veiligd en kan niet wor-
den verwijderd.
aDe blokkeerhendels zijn opgeklapt. De scharnieren
zijn beveiligd en kunnen niet dichtklappen.
3. De apparaatdeur tot aan de aanslag sluiten . De
apparaatdeur met beide handen links en rechts
vastpakken en er naar boven uit trekken ⁠.
4. De apparaatdeur voorzichtig op en vlakke onder-
grond leggen.
17.2 Apparaatdeur inhangen
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur bewe-
gen de scharnieren zich en kunnen ze klem komen te
zitten.
Kom niet met uw handen bij de scharnieren.
Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, kunnen ze
met grote kracht dichtklappen.
Let erop dat de blokkeerhendels altijd helemaal
dichtgeklapt zijn, resp. bij het verwijderen van de ap-
paraatdeur helemaal opengeklapt.
1. De apparaatdeur recht op de beide scharnieren
schuiven . De deur van het apparaat tot aan de
aanslag schuiven.
2. De apparaatdeur helemaal openen.
3. De blokkeerhendel op linker en rechter scharnier
dichtklappen ⁠.
aDe blokkeerhendels zijn dichtgeklapt. De apparaat-
deur is beveiligd en kan niet worden verwijderd.
4. Sluit de apparaatdeur.
17.3 Deurruiten verwijderen
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur bewe-
gen de scharnieren zich en kunnen ze klem komen te
zitten.
Kom niet met uw handen bij de scharnieren.
Bepaalde onderdelen in de apparaatdeur kunnen
scherpe randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
1. De apparaatdeur helemaal openen.
2. De blokkeerhendel op linker en rechter scharnier
opklappen .
aDe blokkeerhendels zijn opgeklapt. De scharnieren
zijn beveiligd en kunnen niet dichtklappen.
3. De apparaatdeur tot aan de aanslag sluiten ⁠.
4. De deurafdekking links en rechts van buiten druk-
ken , tot deze losklikt.
nl Apparaatdeur
20
5. De deurafdekking verwijderen ⁠.
6. De binnenruit er uit trekken en voorzichtig op een
vlakke ondergrond leggen.
7. De tussenruit er uit trekken en voorzichtig op een
vlakke ondergrond leggen.
8. De apparaatdeur openen en de deurafdichting ver-
wijderen.
9. Zo nodig kunt u de condensstrip voor het reinigen
verwijderen.
Open de deur van het apparaat.
De condensstrip naar boven klappen en uitne-
men.
10. WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Wanneer er krassen op het glas van de apparaat-
deur zitten, kan dit barsten.
Gebruik geen scherp of schurend reinigingsmid-
del of scherpe metalen schraper voor het reini-
gen van het glas van de ovendeur omdat dit het
oppervlak kan beschadigen.
De gedemonteerde ruiten van beide zijden met glas-
reiniger en een zachte doek reinigen.
11. De condensstrip met een doek en warm zeepsop
reinigen.
12. De apparaatdeur reinigen.
→"Geschikte schoonmaakmiddelen", Pagina16
13. De deurruiten drogen en weer inbouwen.
17.4 Deurruiten inbouwen
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Bij het openen en sluiten van de apparaatdeur bewe-
gen de scharnieren zich en kunnen ze klem komen te
zitten.
Kom niet met uw handen bij de scharnieren.
Bepaalde onderdelen in de apparaatdeur kunnen
scherpe randen hebben.
Draag veiligheidshandschoenen.
1. De apparaatdeur helemaal openen.
2. De condensstrip loodrecht in de houder plaatsen
en naar onderen draaien.
3. De tussenruit in de linker en rechter houder
schuiven.
Rekjes nl
21
4. De tussenruit boven aandrukken, tot deze in de lin-
ker en rechter houder zit.
5. De apparaatdeur openen en de deurafdichting in-
hangen.
6. De binnenruit in de linker houder schuiven.
7. De binnenruit boven aandrukken totdat deze in de
linker en rechter houder zit.
8. De deurafdekking aanbrengen en aandrukken, tot
deze hoorbaar vastklikt.
9. De apparaatdeur helemaal openen.
10. De blokkeerhendel op linker en rechter scharnier
dichtklappen ⁠.
aDe blokkeerhendels zijn dichtgeklapt. De apparaat-
deur is beveiligd en kan niet worden verwijderd.
11. Sluit de apparaatdeur.
Opmerking:De binnenruimte pas gebruiken wanneer
de ruiten naar behoren zijn ingebouwd.
18  Rekjes
Om de rekjes en de binnenruimte grondig te reinigen
of om de rekjes te wisselen, kunnen de rekjes worden
verwijderd.
18.1 Rekjes verwijderen
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
De rekjes worden heel heet
Nooit de hete rekjes aanraken.
Het apparaat altijd laten afkoelen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
1. Het rekje aan de voorkant licht optillen en losma-
ken ⁠.
2. Het rekje naar voren trekken en verwijderen.
3. Het rekje reinigen.
→"Reinigingsmiddelen", Pagina16
nl Storingen verhelpen
22
18.2 Rekjes inhangen
Opmerkingen
¡De rekjes passen alleen links of rechts.
¡Let er bij beide rekjes op dat de gebogen stangen
aan de voorkant zitten.
1. Het rekje in het midden van de achterste bus steken
, tot het rekje aansluit op de wand van de binnen-
ruimte en naar achteren drukken ⁠.
2. Het rekje in de voorste bus steken , tot het rekje
aansluit op de wand van de binnenruimte en vervol-
gens naar beneden duwen ⁠.
19  Storingen verhelpen
Kleinere storingen aan het apparaat kunt u zelf verhel-
pen. Raadpleeg voordat u contact opneemt met de
klantenservice de informatie over het verhelpen van
storingen. Zo voorkomt u onnodige kosten.
WAARSCHUWING‒Kans op letsel!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen geschoold vakpersoneel mag reparaties aan
het apparaat uitvoeren.
Bel de servicedienst als het apparaat defect is.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk.
Alleen daarvoor geschoold vakpersoneel mag repa-
raties aan het apparaat uitvoeren.
Er mogen uitsluitend originele reserveonderdelen
worden gebruikt voor reparatie van het apparaat.
Als het netsnoer van dit apparaat wordt beschadigd,
moet het door geschoold vakpersoneel worden ver-
vangen.
19.1 Functiestoringen
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Apparaat werkt niet. Zekering is defect.
Controleer de zekering in de meterkast.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Controleer of de verlichting van de binnenruimte of andere apparaten functioneren.
Op het display ver-
schijnt "Sprache
Deutsch".
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Stel de opties voor het eerste gebruik in.
→"Eerste keer in gebruik nemen", Pagina10
Werking start niet of
wordt onderbroken.
Storing
Neem contact op met de klantenservice.
→"Servicedienst", Pagina24
Verschillende oorzaken zijn mogelijk.
Controleer de aanwijzingen die op het display verschijnen.
→"Informatie weergeven", Pagina11
Apparaat warmt niet
op, op het display
verschijnt "Demomo-
dus is ingeschakeld.
Apparaat bevindt zich in de demomodus.
1. Haal de stroom kortstondig van het apparaat door de zekering in de meterkast uit en op-
nieuw in te schakelen.
2. Schakel de demomodus binnen 3 minuten in de
→"Basisinstellingen", Pagina15 uit.
Stroomvoorziening is uitgevallen.
Open en sluit na een stroomuitval de apparaatdeur één keer.
aHet apparaat controleert zichzelf en is klaar voor gebruik.
Het apparaat start
niet en op het display
verschijnt "Binnen-
ruimte te heet".
De binnenruimte is te heet voor het gekozen gerecht of de verwarmingsmethode.
Binnenruimte laten afkoelen en opnieuw starten.
Storingen verhelpen nl
23
Storing Oorzaak en probleemoplossing
Als het apparaat uit-
geschakeld is, ver-
schijnt de actuele tijd
niet.
Basisinstelling werd gewijzigd.
Wijzig de basisinstelling van de tijdsindicatie.
→"Basisinstellingen", Pagina15
Verlichting van de
binnenruimte werkt
niet.
Halogeenlamp is defect.
Vervang de ovenlamp.
→"Ovenlamp vervangen", Pagina23
Maximale gebruiks-
duur bereikt.
Om een ongewilde permanente werking te vermijden, stopt het apparaat na meerdere uren
automatisch met op te warmen als de instellingen onveranderd zijn. Er verschijnt een aanwij-
zing op het display.
Het tijdstip waarop de maximale gebruiksduur wordt bereikt, is afhankelijk van de functie-in-
stellingen.
1. Om de werking voort te zeggen, schakelt u het apparaat eerst uit met ⁠.
2. Vervolgens het apparaat met inschakelen en de gewenste functie instellen.
Tip:Om te voorkomen dat het apparaat ongewenst uitschakelt, kunt u een tijdsduur instel-
len.
Melding met "D" of
"E" verschijnt in het
display, bijv. D0111
of E0111.
De elektronica heeft een fout geconstateerd.
1. Schakel het apparaat uit en weer in.
aAls de storing eenmalig was, verdwijnt de melding.
2. Verschijnt de melding opnieuw, neem dan contact op met de klantenservice. Geef tijdens
het telefoongesprek de exacte foutmelding door.
→"Servicedienst", Pagina24
Bereidingsresultaat is
niet bevredigend.
Instellingen waren niet geschikt.
Instelwaarden, bijv. temperatuur of tijdsduur, zijn van recept, hoeveelheid en levensmiddel
afhankelijk.
Stel de volgende keer lagere of hogere waarden in.
Tip:Veel informatie over de bereiding en de passende instelwaarden vindt u op onze ho-
mepage www.siemens-home.bsh-group.com .
19.2 Ovenlamp vervangen
Wanneer de verlichting in de oven is uitgevallen, ver-
vang dan de ovenlamp.
Opmerking:Hittebestendige 230V-halogeenlampen,
25 watt, kunt u verkrijgen bij de servicedienst of in spe-
ciaalzaken. Gebruik uitsluitend originele lampen. Pak
nieuwe halogeenlampen uitsluitend beet met een scho-
ne, droge doek. Hierdoor wordt de levensduur van de
lamp verlengd.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Tijdens het gebruik worden het apparaat en haar on-
derdelen die men kan aanraken heet.
Wees voorzichtig om het aanraken van verwar-
mingselementen te voorkomen.
Kinderen jonger dan 8 jaar moeten uit de buurt wor-
den gehouden.
WAARSCHUWING‒Kans op elektrische schok!
Bij vervanging van de lamp staan de contacten van de
lampfitting onder stroom.
Zorg er vóór het vervangen van de lamp voor dat
het apparaat is uitgeschakeld, om een mogelijke
elektrische schok te voorkomen.
Tevens de stekker uit het stopcontact halen of de
zekering in de meterkast uitschakelen.
Vereisten
¡Het apparaat moet zijn losgekoppeld van de voe-
dingsspanning.
¡De binnenruimte is afgekoeld.
¡Een nieuwe halogeenlamp ter vervanging is beschik-
baar.
1. Leg een theedoek in de binnenruimte om beschadi-
ging te voorkomen.
2. Het glazen kapje er naar links uitdraaien ⁠.
3. Trek de halogeenlamp zonder te draaien er uit ⁠.
4. De nieuwe halogeenlamp plaatsen en stevig in de
fitting drukken.
Let op de stand van de pinnen van de halogeen-
lamp.
5. Afhankelijk van het type apparaat is het glazen kap-
je voorzien van een afdichtring. De afdichtring plaat-
sen.
6. Het glazen kapje erin schroeven.
7. Verwijder de theedoek uit de binnenruimte.
8. Sluit het apparaat aan op het elektriciteitsnet.
nl Afvoeren
24
20  Afvoeren
Wij leggen u hier uit hoe u afgedankte apparaten op de
juiste manier afvoert.
20.1 Afvoeren van uw oude apparaat
Door een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle
grondstoffen opnieuw worden gebruikt.
1. De stekker van het netsnoer uit het stopcontact trek-
ken.
2. Het netsnoer doorknippen.
3. Voer het apparaat milieuvriendelijk af.
Bij uw dealer en uw gemeente- of deelraadskantoor
kunt u informatie verkrijgen over de actuele afvoer-
methoden.
Dit apparaat is gekenmerkt in over-
eenstemming met de Europese richt-
lijn 2012/19/EU betreffende afge-
dankte elektrische en elektronische
apparatuur (waste electrical and elec-
tronic equipment - WEEE).
De richtlijn geeft het kader aan voor
de in de EU geldige terugneming en
verwerking van oude apparaten.
21  Servicedienst
Als u vragen hebt over het gebruik, een storing aan het
apparaat niet zelf kunt verhelpen of als het apparaat
moet worden gerepareerd, neem dan contact op met
onze servicedienst.
Gedetailleerde informatie over de garantieperiode en
garantievoorwaarden in uw land kunt u opvragen bij
onze servicedienst, uw dealer of op onze website.
Als u contact opneemt met de servicedienst, hebt u het
productnummer (E-Nr.) en het productienummer (FD)
van het apparaat nodig.
De contactgegevens van de servicedienst vindt u in de
meegeleverde servicedienstlijst of op onze website.
Dit product bevat lichtbronnen van energieklasse G.
21.1 Productnummer (E-nr.) en
productienummer (FD)
Het productnummer (E-Nr.) en het productienummer
(FD) vindt u op het typeplaatje van het apparaat.
Het typeplaatje met de nummers vindt u wanneer u de
apparaatdeur opent.
Om uw apparaatgegevens en de servicedienst-tele-
foonnummers snel terug te kunnen vinden, kunt u de
gegevens noteren.
22  Zo lukt het
Voor verschillende gerechten vindt u hier de bijpassen-
de instellingen alsmede de beste accessoires en vor-
men. Wij hebben het advies optimaal op uw apparaat
afgestemd.
22.1 Algemene aanwijzingen voor de
bereiding
Houd deze informatie aan bij het bereiden van alle ge-
rechten.
¡Temperatuur en tijdsduur zijn afhankelijk van de
hoeveelheid en het recept. Daarom zijn er instelbe-
reiken aangegeven. Probeer het eerst met de lagere
waarden.
¡De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst. Schuif
de accessoire pas na het voorverwarmen in de bin-
nenruimte.
¡Verwijder niet gebruikte accessoires uit de binnen-
ruimte.
22.2 Aanwijzingen voor het bakken
¡Voor het bakken van taart, gebak of brood zijn don-
kere bakvormen van metaal het beste geschikt.
¡Gebruik voor ovenschotels en gegratineerde ge-
rechten een platte, brede vorm. In een smalle, hoge
vorm hebben de gerechten meer tijd nodig en wor-
den donkerder aan de bovenkant.
¡Wanneer u de ovenschotel direct in de braadslede
bereidt, schuif deze er dan op niveau 1 in.
¡De instelwaarden voor brooddeeg gelden zowel
voor deeg op de bakplaat als voor deeg in een
rechthoekige vorm.
LET OP!
Wanneer de hete binnenruimte water bevat, ontstaat er
waterdamp. Door de temperatuurverandering kan er
schade optreden.
Giet nooit water in de hete binnenruimte.
Zet nooit servies met water op de bodem van de
binnenruimte.
Inschuifhoogtes
Bakt u op één niveau, gebruik dan inschuifhoogte 1.
Bakken op 2niveaus Hoogte
Braadslede
Bakplaat
3
1
Twee roosters met vormen erop 3
1
Zo lukt het nl
25
Gebruik de verwarmingsmethode 4Dhete lucht.
Opmerking:Gebak op bakplaten of in vormen die ge-
lijktijdig in de oven worden geplaatst, hoeft niet op het-
zelfde moment klaar te zijn.
22.3 Aanwijzingen voor de bereiding bij
braden, stoven en grillen
¡Het insteladvies geldt voor braadproducten op koel-
kasttemperatuur alsmede voor ongevuld braadklaar
gevogelte.
¡Leg het gevogelte met de borstzijde of met de kant
van het vel naar beneden op de vorm.
¡Keer het braad- of grillproduct of hele vis na ca. ½
tot ⅔ van de aangegeven tijd.
Braden op het rooster
Op het rooster wordt vlees van alle kanten bijzonder
knapperig. Braad bijvoorbeeld groot gevogelte of meer-
dere stukken tegelijkertijd.
¡Braad de stukken van gelijk gewicht en gelijke dik-
te. De grillstukken bruinen gelijkmatig en blijven lek-
ker mals.
¡Leg de te braden stukken vlees rechtstreeks op het
rooster.
¡Schuif om afdruipende vloeistof op te vangen, de
braadslede met opgelegd rooster een niveau onder
de aangegeven inschuifhoogte in de binnenruimte.
¡Giet afhankelijk van de grootte en het soort product
tot ½liter water in de braadslede.
Van dit opgevangen braadvocht kunt u een saus be-
reiden. Er ontstaat dan ook minder rook en de bin-
nenruimte wordt minder verontreinigd.
Braden in vormen
Bij de bereiding in gesloten vormen blijft de binnen-
ruimte schoner.
Algemene richtlijnen voor braden in vormen
¡Gebruik hittebestendige vormen die geschikt zijn
voor de oven.
¡Plaats de vorm op het rooster.
¡Vormen van glas zijn het meest geschikt.
¡Houd de aanwijzingen van de fabrikant van de
braadvorm aan.
Braden in open vormen
¡Gebruik een hoge braadvorm.
¡Wanneer u geen geschikte vorm heeft, kunt u de
braadslede gebruiken.
Braden in gesloten vormen
¡Gebruik een passend, goed sluiten deksel.
¡Bij vlees moet er tussen het te braden product en
het deksel minimaal 3cm afstand zijn. Het vlees
kan tijdens de bereiding uitzetten.
WAARSCHUWING‒Kans op brandwonden!
Bij het openen van het deksel na het bereiden kan zeer
hete stoom ontsnappen. Stoom is afhankelijk van de
temperatuur niet altijd zichtbaar.
Til het deksel zo op, zodat de hete stoom weg van
het lichaam kan ontsnappen.
Zorg ervoor dat er geen kinderen in de buurt zijn.
Grillen
Grill gerechten die knapperig moeten worden.
¡Grill grillstukken van vergelijkbaar gewicht en verge-
lijkbare dikte. De grillstukken bruinen gelijkmatig en
blijven lekker mals.
¡Leg de te grillen stukken rechtstreeks op het roos-
ter.
¡Schuif om afdruipende vloeistof op te vangen, de
braadslede minstens één niveau onder het rooster
in de binnenruimte.
Opmerkingen
¡Het grillelement wordt steeds weer in- en uitgescha-
keld. Dit is normaal. De frequentie hangt af van de
ingestelde grillstand.
¡Bij het grillen kan rook ontstaan.
22.4 Bereiding van diepvriesproducten
¡Gebruik geen sterk met ijs bedekte diepvriesproduc-
ten.
¡IJs verwijderen.
¡Diepvriesproducten zijn ten dele ongelijkmatig voor-
gebakken. De ongelijkmatige bruine kleur blijft ook
na het bakken bestaan.
22.5 Bereiding van kant-en-klare
voedingsproducten
¡Kant-en-klare voedingsproducten uit de verpakking
nemen.
¡Gebruik een hittebestendige vorm wanneer u het
kant-en-klaar gerecht in een vorm bereidt.
22.6 Selectie van gerechten
Insteladvies voor talrijke levensmiddelen gesorteerd op categorie.
Insteladvies voor verschillende gerechten
Gerecht Accessoires / vor-
men
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina7
Temperatuur in
°C
Tijdsduur in
min.
Cake, fijn Langwerpige bak-
vorm
1 150 - 170 60 - 80
1Het apparaat voorverwarmen.
2Het gerecht na 2/3 van de totale tijd keren.
nl Zo lukt het
26
Gerecht Accessoires / vor-
men
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina7
Temperatuur in
°C
Tijdsduur in
min.
Vruchten- of kwarktaart met bo-
dem van zandtaartdeeg
Springvorm Ø26cm 1 170 - 180 60 - 80
Biscuittaart, 6 eieren Springvorm Ø28cm 1 150 - 170 130 - 50
Biscuittaart, 6 eieren Springvorm Ø28cm 1 150 - 160 50 - 60
Zandtaartdeeggebak met vochti-
ge bedekking
Braadslede 1 160 - 180 60 - 80
Gebak van gistdeeg met vochti-
ge bedekking
Braadslede 1 180 - 200 30 - 45
Muffins Muffinplaat 1 170 - 190 15 - 30
Klein gebak van gistdeeg Bakplaat 1 160 - 170 30 - 40
Koekjes Bakplaat 2 140 - 160 15 - 30
Koekjes, 2 niveaus Braadslede
+
Bakplaat
3+1 130 - 150 20 - 35
Brood, op de plaat 750 g Braadslede
of
Langwerpige bak-
vorm
11. 210 - 220 1
2. 180 - 190
1. 10 - 15
2. 25 - 35
Brood, op de plaat 1500 g Braadslede
of
Langwerpige bak-
vorm
11. 210 - 220 1
2. 180 - 190
1. 10 - 15
2. 40 - 50
Brood, op de plaat 1500 g Langwerpige bak-
vorm
1 200 - 210 35 - 45
Plat rond brood Braadslede 1 250 - 270 20 - 30
Broodjes, vers Bakplaat 1 180 - 200 25 - 35
Pizza, vers Bakplaat 1 200 - 220 20 - 30
Pizza, vers, 2niveaus Braadslede
+
Bakplaat
3+1 180 - 200 35 - 45
Pizza, vers, dunne bodem, in piz-
zavorm
Pizzaplaat 1 210 - 230 20 - 30
Quiche Taartvorm
,
Zwart blik
1 190 - 210 30 - 45
Flammkuchen Braadslede 1 260 - 280 110 - 20
Ovenschotel, hartig, gegaarde in-
grediënten.
Ovenschaal 1 200 - 220 35 - 55
Aardappelgratin, rauwe ingredi-
ënten, 4cm hoog
Ovenschaal 1 170 - 180 50 - 65
Kip, 1 kg, ongevuld Rooster 1 200 - 220 60 - 70
Kleine kipdelen, à 250g Rooster 2 220 - 230 30 - 35
Gans, niet gevuld, 3kg Rooster 1 160 - 180 120 - 150
Gebraden varkensvlees zonder
zwoerd, bijv. halsstuk, 1,5kg
Rooster 1 180 - 200 120 - 130
Gebraden varkensvlees zonder
zwoerd, bijv. halsstuk, 1,5kg
Open vorm 1 180 - 190 120 - 140
Runderfilet, medium, 1kg Rooster 1 210 - 220 40 - 50
Gestoofd rundvlees, 1,5kg Gesloten vorm 1 200 - 220 130 - 140
Gestoofd rundvlees, 1,5kg Gesloten vorm 1 200 - 220 140 - 160
Rosbief, medium, 1,5kg Rooster 1 220 - 230 60 - 70
1Het apparaat voorverwarmen.
2Het gerecht na 2/3 van de totale tijd keren.
Zo lukt het nl
27
Gerecht Accessoires / vor-
men
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina7
Temperatuur in
°C
Tijdsduur in
min.
Burger, 3-4cm hoog Rooster 2 3 20 - 30 2
Lamsbout zonder been, medium,
1,5kg
Rooster 1 170 - 190 50 - 70
Vis, gegrild, heel 300g, bijv. forel Rooster 1 170 - 190 20 - 30
1Het apparaat voorverwarmen.
2Het gerecht na 2/3 van de totale tijd keren.
Yoghurt
Maak yoghurt met uw apparaat.
Yoghurt maken
1. De accessoires en de rekjes uit de binnenruimte ne-
men.
2. 1liter melk (3,5% vet) op 90°C verwarmen op de
kookplaat en tot 40°C laten afkoelen.
Bij houdbare melk is het verwarmen tot 40°C vol-
doende.
3. 150g yoghurt op koelkasttemperatuur door de
melk roeren.
4. De massa in kleinere vormen gieten, bijv. in kopjes
of kleine glazen.
5. De vormen met folie afdekken, bijv. met vershoudfo-
lie.
6. Plaats de vormen op de bodem van de binnenruim-
te.
7. Stel het apparaat in overeenkomstig het instelad-
vies.
8. Laat de yoghurt na de bereiding minimaal 12uur
lang rusten in de koelkast.
Insteladvies voor desserts en compote
Gerecht Accessoires / vor-
men
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina7
Temperatuur in
°C
Tijdsduur in
min.
Yoghurt Portievormen Bodem
van de
binnen-
ruimte
40 - 45 8-9 uur
22.7 Bijzondere bereidingswijzen en andere
toepassingen
Informatie en insteladvies over bijzondere bereidings-
wijzen en andere toepassingen, bijv. langzaam garen of
inkoken.
Langzaam garen
Bereid fijn vlees, bijv. zachte delen van rund, kalf, var-
ken, lam, of gevogelte, langzaam bij lage temperatuur.
Gevogelte of vis langzaam garen
Opmerking:Een starttijdvoorkeuze met eindtijd is bij
de verwarmingsmethode langzaam garen niet mogelijk.
Vereiste:De binnenruimte is koud.
1. Gebruik vers en hygiënisch perfect vlees, zonder
bot.
2. De vorm op het rooster op niveau 1 in de binnen-
ruimte plaatsen.
3. De binnenruimte en de vorm ca. 15 minuten voor-
verwarmen.
4. Het vlees op de kookplaat van alle kanten zeer heet
aanbraden.
5. Het vlees direct op de voorverwarmde vorm in de
binnenruimte van de oven doen.
Houd om ervoor te zorgen dat het klimaat in de bin-
nenruimte gelijk blijft, de deur van de oven tijdens
het langzaam garen gesloten.
6. Verwijder na het langzaam garen het vlees uit de
binnenruimte.
Insteladvies voor langzaam garen
Gerecht Accessoires / vor-
men
Hoogte Aan-
braad-
duur in
min.
Verwarmingsme-
thode →Pagina7
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in min.
Eendenborst, rosé à
300g
Open vorm 1 6 - 8 95 145 - 60
Varkenshaas, heel Open vorm 1 4 - 6 85 145 - 70
Runderfilet, 1kg Open vorm 1 4 - 6 85 190 - 120
1Het apparaat voorverwarmen.
nl Zo lukt het
28
Gerecht Accessoires / vor-
men
Hoogte Aan-
braad-
duur in
min.
Verwarmingsme-
thode →Pagina7
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in min.
Kalfsmedaillons, 4cm
dik
Open vorm 1 4 80 140 - 60
Lamsrack, zonder been,
à 200g
Open vorm 1 4 85 130 - 45
1Het apparaat voorverwarmen.
Ontdooien
Ontdooi diepvriesproducten met uw apparaat.
Aanwijzingen voor het ontdooien
¡Ontdooi diepvries fruit, groente of gebak met het ap-
paraat.
¡Gevogelte, vlees en vis kunt u beter in de koelkast
ontdooien.
¡Neem het diepvriesproduct uit de verpakking om te
ontdooien.
¡De insteladviezen gelden voor gerechten met diep-
vriestemperatuur (-18°C).
¡Gebruik de volgende inschuifhoogte voor het ont-
dooien:
Bakplaat: hoogte 1
¡Keer of roer het voedsel tussendoor 1-2keer.
Keer grote stukken meerdere malen. Deel het voed-
sel tussendoor in stukken.
Neem reeds ontdooide stukken uit de binnenruimte.
¡Laat de ontdooide producten nog 10tot 30minuten
in het uitgeschakelde apparaat rusten, zodat de
temperatuur gelijkmatig verdeeld wordt.
Warmhouden
Aanwijzingen voor het warmhouden
¡Voorkom condensvorming wanneer u de verwar-
mingsmethode "Warmhouden" gebruikt. U hoeft de
binnenruimte niet af te nemen.
¡U kunt het voedsel afdekken om het uitdrogen te
vermijden.
¡Houd voedsel niet langer dan 2 uur warm.
¡Houd er rekening mee dat vele gerechten bij het
warmhouden verder garen.
22.8 Testgerechten
De informatie in dit deel is bedoeld voor testinstituten, om het testen van het apparaat conform EN 60350-1 te verge-
makkelijken.
Bakken
¡De instelwaarden gelden voor producten die in de
onverwarmde binnenruimte worden geplaatst.
¡Neem de aanwijzingen voor het voorverwarmen in
het insteladvies in acht. De instelwaarden gelden
zonder snel voorverwarmen.
¡Gebruik bij het bakken eerst de laagste opgegeven
temperatuur.
¡Gebak op bakplaten of in vormen die gelijktijdig in
de oven worden geplaatst, hoeft niet op hetzelfde
moment klaar te zijn.
¡Inschuifhoogtes bij het bakken op 2niveaus:
Braadslede, hoogte3
Bakplaat: hoogte1
¡Biscuitgebak
Wanneer u op 2niveaus bakt, de springvormen
diagonaal boven elkaar op het rooster plaatsen.
Insteladvies voor bakken
Gerecht Accessoires / vor-
men
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina7
Temperatuur in
°C
Tijdsduur in
min.
Spritskoekjes Bakplaat 1 150 - 160 125 - 40
Spritskoekjes Bakplaat 1 140 - 150 125 - 40
Sprits, 2niveaus Braadslede
+
Bakplaat
3+1 140 - 150 130 - 40
Kleine cakes Bakplaat 1 160 125 - 35
Kleine cakes Bakplaat 1 150 125 - 35
1Warm het apparaat 5 minuten voor. De functie snel voorverwarmen niet gebruiken.
2Het apparaat voorverwarmen. De functie snel voorverwarmen niet gebruiken.
Montagehandleiding nl
29
Gerecht Accessoires / vor-
men
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina7
Temperatuur in
°C
Tijdsduur in
min.
Kleine cakes, 2niveaus Braadslede
+
Bakplaat
3+1 150 125 - 35
Biscuitgebak Springvorm Ø26cm 1 160 - 170 225 - 35
Biscuitgebak Springvorm Ø26cm 1 160 - 170 225 - 35
1Warm het apparaat 5 minuten voor. De functie snel voorverwarmen niet gebruiken.
2Het apparaat voorverwarmen. De functie snel voorverwarmen niet gebruiken.
Insteladvies bij grillen
Gerecht Accessoires / vor-
men
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
→Pagina7
Temperatuur in
°C / grillstand
Tijdsduur in
min.
Toast bruinen Rooster 3 3 3 - 6
23  Montagehandleiding
Houd rekening met deze informatie bij de montage van
het apparaat.
 23.1 Algemene montage-instructies
Neem deze aanwijzingen in acht voordat u
met het inbouwen van het apparaat begint.
¡Alleen als de inbouw op deskundige wijze
en conform dit installatievoorschrift wordt
uitgevoerd, is de veiligheid bij het gebruik
gegarandeerd. De monteur is aansprakelijk
voor schade als gevolg van een verkeerde
inbouw.
¡Het apparaat na het uitpakken controleren.
Niet aansluiten in geval van transportscha-
de.
¡Voor het eerste gebruik verpakkingsmateri-
aal en plakfolie verwijderen uit de binnen-
ruimte en van de deur.
¡Bij de inbouw van accessoires dient u zich
te houden aan de beschrijving in de monta-
gebladen.
¡Inbouwmeubels dienen bestand te zijn te-
gen een temperatuur tot maximaal 95°C,
aangrenzende meubelfronten tot 70°C.
¡Het apparaat niet inbouwen achter een de-
cor- of meubeldeur. Er bestaat gevaar van
oververhitting.
¡Voer uitsnijdingswerkzaamheden aan het
meubel uit voordat het apparaat wordt ge-
plaatst. Spanen verwijderen. Deze kunnen
invloed hebben op de werking van elektri-
sche componenten.
¡De contactdoos van het apparaat dient zich
in het gebied van het gearceerde vlak of
buiten de inbouwruimte te bevinden.
Niet-bevestigde meubels moeten met een
gebruikelijke, in de handel verkrijgbare
montagebeugel aan de wand worden be-
vestigd.
¡Draag werkhandschoenen ter voorkoming
van snijwonden. Onderdelen die tijdens het
inbouwen toegankelijk zijn, kunnen scherpe
randen hebben.
¡Maataanduidingen van de afbeeldingen in
mm.
nl Montagehandleiding
30
WAARSCHUWING‒Kans op brand!
Het gebruik van een verlengd netsnoer en
niet-toegestane adapters is gevaarlijk.
Gebruik geen meervoudige stekkerdozen.
Gebruik uitsluitend verlengkabels die zijn
gecertificeerd, een minimale aderdiameter
van 1,5mm² hebben en die voldoen aan
de geldende landelijke veiligheidsvereisten.
Neem contact op met de service wanneer
het netsnoer te kort is.
Alleen door de fabrikant goedgekeurde
adapters gebruiken.
LET OP!
Door het apparaat aan de deurgreep te dra-
gen kan deze afbreken. De deurgreep houdt
het gewicht van het apparaat niet.
Het apparaat niet aan de deurgreep vast-
houden of dragen.
23.2 Afmetingen van het apparaat
Hier vindt u de afmetingen van het apparaat.
23.3 Inbouw onder een werkblad
Neem de inbouwmaten en de inbouwvoorschriften bij
de inbouw onder een werkblad in acht.
¡Met het oog op de luchttoevoer van het apparaat
dient het tussenschot te beschikken over een venti-
latie-opening.
¡Het werkblad moet aan het inbouwmeubel worden
bevestigd.
¡Het eventueel voorhanden installatievoorschrift van
de kookplaat in acht nemen.
23.4 Inbouw onder een kookplaat
Wordt het apparaat onder een kookplaat ingebouwd,
dan moeten de minimale afmetingen in acht worden
genomen, eventueel inclusief onderbouw.
Op basis van de vereiste minimale afstand wordt de
minimale dikte van het werkblad berekend ⁠.
Type kookplaat a opbouw in mm a vlak in mm b in mm
Inductiekookplaat 42 43 5
Montagehandleiding nl
31
Type kookplaat a opbouw in mm a vlak in mm b in mm
Inductiekookplaat met
doorlopend kookoppervlak
52 53 5
Gaskookplaat 32 43 5
Elektrische kookplaat 32 35 2
23.5 Inbouw in een hoge kast
Neem de inbouwmaten en de inbouwvoorschriften bij
de inbouw in een hoge kast in acht.
¡Met het oog op de luchttoevoer van het apparaat
dienen de tussenschotten te beschikken over een
ventilatie-opening.
¡Wanneer de bovenkast naast de element-achterwan-
den nog een achterwand heeft, dient deze verwij-
derd te worden.
¡Het apparaat niet te hoog inbouwen, zodat de toe-
behoren er zonder probleem uitgenomen kunnen
worden.
23.6 Inbouw van twee apparaten boven
elkaar
Uw apparaat kan ook boven of onder een ander appa-
raat worden ingebouwd. Neem de inbouwmaten en de
inbouwvoorschriften bij de inbouw boven elkaar in acht.
¡Met het oog op de luchttoevoer van de apparaten
dienen de tussenschotten te beschikken over een
ventilatieopening.
¡Om een voldoende ventilatie van de apparaten te
waarborgen, is een ventilatieopening van minimaal
200cm² in de plint noodzakelijk. Hiervoor de sok-
kelplaat bijsnijden of een ventilatierooster aanbren-
gen.
¡Let erop dat de luchtcirculatie volgens de tekening
is gewaarborgd.
¡Apparaten niet te hoog inbouwen, zodat het toebe-
horen er zonder probleem uitgenomen kan worden.
23.7 Hoekinbouw
Houd de inbouwmaten en de inbouwinstructies bij
hoekinbouw aan.
¡Om ervoor te zorgen dat de deur van het apparaat
kan worden geopend, dient u zich bij de hoekin-
bouw te houden aan de minimale afmetingen. De
maat is afhankelijk van de dikte van het meubel-
front en de greep.
23.8 Elektrische aansluiting
Om het apparaat elektrisch veilig te kunnen aansluiten,
dient u deze aanwijzingen in acht te nemen.
¡Het apparaat voldoet aan beveiligingsklasse I en
mag alleen met een geaarde aansluiting worden ge-
bruikt.
¡De zekering dient in overeenstemming te zijn met
de vermogensopgave op het typeplaatje en de loka-
le voorschriften.
¡Het apparaat moet bij alle montagewerkzaamheden
spanningsloos zijn.
¡Het apparaat mag alleen met de meegeleverde aan-
sluitkabel worden aangesloten.
nl Montagehandleiding
32
¡De aansluitkabel moet op de achterzijde worden in-
gestoken tot een klik hoorbaar is. Een 3 m lange
aansluitkabel is bij de service verkrijgbaar.
¡De aansluitkabel mag alleen worden vervangen
door een originele kabel. Die is bij de service ver-
krijgbaar.
¡De bescherming tegen aanraking dient door de in-
bouw te zijn gewaarborgd.
Apparaat met geaarde stekker elektrisch
aansluiten
Opmerking:Het apparaat mag alleen op een geaarde
contactdoos worden aangesloten die volgens de voor-
schriften is geïnstalleerd.
Steek de stekker in het stopcontact met randaarde.
Wanneer het apparaat is ingebouwd moet de stek-
ker van de aansluiting op het net vrij toegankelijk
zijn. Als de vrije toegang neer de netstekker niet
mogelijk is, moet in de vast geplaatste elektrische
installatie een alpolige scheidingsinrichting volgens
de installatievoorschriften worden ingebouwd.
Apparaat zonder geaarde stekker elektrisch
aansluiten
Opmerking:Alleen een daartoe bevoegd vakman mag
het apparaat aansluiten. Bij schade door een verkeerde
aansluiting kunt u geen aanspraak maken op garantie.
In de vast geplaatste elektrische installatie moet een al-
polige scheidingsinrichting volgens de installatievoor-
schriften worden ingebouwd.
1. Fase- en neutraal- ("nul-") leider in het stopcontact
identificeren.
Bij een verkeerde aansluiting kan het apparaat wor-
den beschadigd.
2. Volgens het aansluitschema aansluiten.
Zie voor de spanning het typeplaatje.
3. De aders van de elektrische aansluitleiding dienen
overeenkomstig de kleurcodering te worden aange-
sloten:
groen-geel = aarddraad
blauw = neutraal- ("nul-") leiding
bruin = fase (buitendraad)
23.9 Apparaat inbouwen
1. Het apparaat volledig inschuiven en centrisch uitlij-
nen.
2. Het apparaat vastschroeven.
3. Bij greeploze keuken met verticale greeplijst:
Breng een geschikt vulstuk aan om eventuele
scherpe randen af te dekken en een veilige mon-
tage te waarborgen.
Aluminiumprofielen voorboren, om een schroef-
verbinding te maken ⁠.
Apparaat met adequate schroeven bevestigen ⁠.
Opmerking:De spleet tussen werkblad en apparaat
mag niet door extra lijsten worden afgesloten.
Aan de zijwanden van de ombouwkast mogen geen
isolatieprofielen worden aangebracht.
23.10 Apparaat demonteren
1. Maak het apparaat spanningsloos.
2. De bevestigingsschroeven losdraaien.
3. Het apparaat iets optillen en helemaal naar buiten
trekken.
*9001614938*
9001614938 (020118)
nl
BSH Hausgeräte GmbH
Carl-Wery-Straße 34
81739 München, GERMANY
www.siemens-home.bsh-group.com
Geproduceerd door BSH Hausgeräte GmbH onder de handelsmerklicentie van Siemens AG
4


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Siemens CB635GBS3 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Siemens CB635GBS3 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 1.52 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info