Instellingen 103
MMS-instellingen (*: Verplicht in te stellen)
“Profielnaam”*: MMS-profielnaam (unieke
naam)
“IP-adres”*: IP-adres voor MMS
“MMSC-adres”*: Relay Server MMS
“Poort nummer”*: Beveiligingsoptie (1024-
65535)
“Verbindingstype” : Verbindingstype drager
(“GPRS dan CSD”, “GPRS” of
“CSD”)
GPRS-instellingen:
“APN”*: Naam toegangspunt
“Gebruikersnaam”: Gebruikersnaam
“Wachtwoord”: Wachtwoord
“Vertragingstijd”: Vertragingstijd (0-99999 sec.)
CSD-instellingen:
“Telefoonnummer”*: Nummer toegangspunt
“Verbindingstype”: Verbindingstype (“ISDN” of
“Analoog”)
“Gebruikersnaam”: Gebruikersnaam
“Wachtwoord”: Wachtwoord
“Vertragingstijd”: Vertragingstijd (0-99999 sec.)
Het WAP/MMS-profiel activeren
“Instellingen”
→
“Netwerk”
1. Selecteer “WAP-instellingen” of “MMS-instellingen”.
2. Selecteer het gewenste profiel.
Het WAP/MMS-profiel bewerken
“Instellingen”
→
“Netwerk”
1. Selecteer “WAP-instellingen” of “MMS-instellingen”.
2. Selecteer het gewenste profiel.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Bewerken”.
4. Bewerk het gewenste onderdeel.
Het WAP/MMS-profiel kopiëren
“Instellingen”
→
“Netwerk”
1. Selecteer “WAP-instellingen” of “MMS-instellingen”.
2. Selecteer het gewenste profiel.
3. Druk op [Opties] en selecteer “Kopiëren”.
4. Bewerk de nieuwe profielnaam.