41617
85
Zoom out
Zoom in
Previous page
1/92
Next page
MODEL
AR-M236
AR-M276
DIGITAAL MULTIFUNCTIONEEL
SYSTEEM
GEBRUIKSAANWIJZING
(Voor kopieermachine)
VOORDAT U DE MACHINE
GAAT GEBRUIKEN
KOPIEERFUNCTIES
COMFORTABELE
KOPIEERFUNCTIES
AANGEPASTE
INSTELLINGEN
PROBLEEMOPLOSSING
EN ONDERHOUD
RANDAPPARATUUR
EN VOORRADEN
BIJLAGE
8
21
35
51
57
76
80
Pagina
Met de RSPF
Waarschuwing
Dit is een product uit de klasse A. Bij particulier gebruik kan het voor radiostoringen
zorgen, in welk geval de gebruiker de aangewezen maatregelen dient te nemen.
In sommige gebieden zijn de "POWER" schakelstanden aangegeven met "I" en "O"
op de kopieermachine in plaats van met "ON" en "OFF".
Houd "I" aan voor "ON" en "O" voor "OFF" als uw kopieermachine aldus gekenmerkt is.
Attentie!
Trek de stekker uit het stopcontact om de machine geheel van het net af te koppelen.
Het stopcontact dient in de buurt van het apparaat geïnstalleerd te zijn en moet
gemakkelijk toegankelijk zijn.
This equipment complies with the requirements of Directives 89/336/EEC and 73/23/EEC as amended by
93/68/EEC.
Dieses Gerät entspricht den Anforderungen der EG-Richtlinien 89/336/EWG und 73/23/EWG mit Änderung
93/68/EWG.
Ce matériel répond aux exigences contenues dans les directives 89/336/CEE et 73/23/CEE modifiées par la
directive 93/68/CEE.
Dit apparaat voldoet aan de eisen van de richtlijnen 89/336/EEG en 73/23/EEG, gewijzigd door 93/68/EEG.
Dette udstyr overholder kravene i direktiv nr. 89/336/EEC og 73/23/EEC med tillæg nr. 93/68/EEC.
Quest’ apparecchio è conforme ai requisiti delle direttive 89/336/EEC e 73/23/EEC, come emendata dalla
direttiva 93/68/EEC.
Este equipamento obedece às exigências das directivas 89/336/CEE e 73/23/CEE, na sua versão corrigida
pela directiva 93/68/CEE.
Este aparato satisface las exigencias de las Directivas 89/336/CEE y 73/23/CEE, modificadas por medio de
la 93/68/CEE.
Denna utrustning uppfyller kraven enligt riktlinjerna 89/336/EEC och 73/23/EEC så som kompletteras av
93/68/EEC.
Dette produktet oppfyller betingelsene i derektivene 89/336/EEC og 73/23/EEC i endringen 93/68/EEC.
Tämä laite täyttää direktiivien 89/336/EEC ja 73/23/EEC vaatimukset, joita on muutettu direktiivillä
93/68/EEC.
Maak geen kopieën van zaken waarvan het wettelijk verboden is kopieën te maken. Het is
normaal gesproken bij de nationale wet verboden van de volgende zaken kopieën te
maken. Andere zaken kunnen verboden zijn door plaatselijke wetgeving.
Cheques Paspoorten Rijbewijzen
Geld Postzegels Obligaties Aandelen Bankcheques
Het CE-merk wordt aangebracht op apparatuur indien de richtlijnen genoemd in de zin
hiervoor van toepassing zijn op het product. (Deze zin is niet van toepassing in landen
waar de hiervoor genoemde richtlijnen niet vereist zijn.)
1
INHOUDSOPGAVE
WAARSCHUWINGEN ............................................................................................................................... 3
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT APPARAAT ................................................................... 3
BELANGRIJKE PUNTEN BIJ DE KEUZE VAN EEN OPSTELLINGSPLAATS................................................ 3
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT APPARAAT ................................................................... 4
MILIEU INFORMATIE....................................................................................................................................... 5
HET GEBRUIK VAN HET HANDBOEK ....................................................................................................5
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN.................................................................................... 5
DE BETEKENIS VAN "R" BIJ AANDUIDINGEN VAN ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT............................ 6
BEGRIPPEN DIE IN DIT HANDBOEK WORDEN GEBRUIKT......................................................................... 6
BELANGRIJKE KENMERKEN.................................................................................................................. 7
1
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES... 8
BEDIENINGSPANEEL....................................10
TIPTOETSENPANEEL ...................................11
HET AAN EN UITZETTEN VAN HET
APPARAAT...................................................... 13
STROOM INSCHAKELEN..............................13
STROOM UIT .................................................13
OORSPRONKELIJKE INSTELLINGEN..........14
STROOMSPAARFUNCTIES ..........................14
HET LADEN VAN PAPIER .............................. 15
PAPIER...........................................................15
HET LADEN VAN PAPIER .............................17
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN
LADE WIJZIGEN ............................................19
2 KOPIEERFUNTIES
HOOFDSCHERM VAN DE KOPIEERFUNCTIE.. 21
NORMAAL KOPIËREN ................................... 22
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT
...............22
KOPIEREN VANAF DE RSPF........................23
PUNTEN WAAROP U BIJ HET KOPIEREN MOET
LETTEN
...........................................................24
HANDINVOER (speciaal papier) ....................26
AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN ........... 27
BIJ HET GEBRUIK VAN DE GLASPLAAT .....27
HET GEBRUIK VAN DE RSPF.......................28
AFSTELLING BELICHTING ............................ 29
HET SELECTEREN VAN HET SOORT
ORIGINEEL EN HANDMATIG AFSTELLEN VAN
DE BELICHTING
..............................................29
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM............... 30
AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE. 30
HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE ....31
HET AFZONDERLIJKE SELECTEREN VAN
DE VERTICALE EN HORIZONTALE
KOPIEERFACTOREN (XY ZOOM kopiëren) .32
HET ONDERBREKEN VAN EEN
KOPIEERPROCES .......................................... 34
3
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES ............. 35
KOPIEEN SORTEREN .................................. 35
KOPIEEN GROEPEREN ............................... 35
OFFSET FUNCTIE ........................................ 35
SOREREN-NIETEN (wanneer de afwerking-
eenheid (AR-FN5N) geïnstalleerd is) ............. 37
AFDRUKSTAND VAN HET ORIGINEEL EN
NIETPOSITIES .............................................. 37
SPECIALE FUNCTIES .................................... 39
ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET
GEBRUIK VAN DE SPECIALE FUNCTIES ... 40
KANTLIJNVERSCHUIVING........................... 41
WISSEN......................................................... 42
BOEKKOPIE .................................................. 43
INBINDKOPIE................................................ 44
OPDRACHT SAMENSTELLING.................... 45
MULTISHOT .................................................. 46
ORIGINEEL FORMAAT ................................. 47
DEKBLAD KOPIEREN................................... 48
Z/W OMKEREN FUNCTIE............................. 50
4 AANGEPASTE INSTELLINGEN
AANGEPASTE INSTELLINGEN ..................... 51
ALGEMENE PROCEDURE VOOR
AANGEPASTE INSTELLINGEN.................... 52
INSTELLINGEN ............................................. 53
OPDRACHTPROGRAMMA GEHEUGEN ....... 54
OPSLAAN VAN EEN
OPDRACHTPROGRAMMA........................... 54
HET UITVOEREN VAN EEN
OPDRACHTPROGRAMMA........................... 55
HET WISSEN VAN EEN OPGESLAGEN
PROGRAMMA ............................................... 55
AUDIT FUNCTIE.............................................. 56
KOPIEREN WANNEER DE AUDITFUNCTIE
INGESCHAKELD IS ...................................... 56
2
5
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
DISPLAY MELDINGEN ................................... 58
HET OPSPOREN VAN FOUTEN..................... 60
PAPIERSTORING VERHELPEN..................... 64
BEGELEIDING BIJ HET VERHELPEN VAN
PAPIERSTORINGEN. ....................................64
PAPIERSTORING IN DE RSPF .....................65
PAPIERSTORING IN DE HANDINVOERLADE.66
PAPIERSTORING IN DE MACHINE ..............66
PAPIERSTORING IN DE MIDDELSTE LADE68
PAPIERSTORING IN DE BOVENSTE
PAPIERLADE .................................................68
PAPIERSTORING IN DE ONDERSTE
PAPIERLADE .................................................69
PAPIERSTORING IN HET BOVENSTE
UITVOERGEDEELTE (wanneer er een
sorteerlade of afwerkingeenheid
(AR-FN5N) geïnstalleerd is)............................70
PAPIERSTORING IN EEN UITVOERLADE
(wanneer er een afwerkingeenheid (AR-FN5N)
geïnstalleerd is)...............................................70
VERVANGEN VAN DE TONERCARTRIDGE . 72
HET VERVANGEN VAN DE
NIETJESPATROON......................................... 73
HET VERWIJDEREN VAN VATZITTENDE
NIETJES .........................................................74
HET CONTROLEREN VAN DE TOTALE
UITVOERTELLING EN TONERNIVEAU ......... 74
HET REINIGEN VAN DE MACHINE................ 75
GLASPLAAT EN DOCUMENTDEKSEL/
RSPF ..............................................................75
PAPIERINVOERROL VAN DE
HANDINVOER ................................................75
6
RANDAPPRATUUR EN VOORRADEN
RANDAPPARATUUR ...................................... 76
AFWERKINGEENHEID (AR-FN5N) ...............77
500-BLAD PAPIER INVOEEREENHEID/
2 x 500-BLAD PAPIER INVOEREENHEID.....78
TOEVOER ENKELE BLADEN EN
OMKEERFUNCTIE.........................................79
HET BEWAREN VAN VOORRADEN.............. 79
CORRECT BEWAREN ...................................79
7 BIJLAGE
TECHNISCHE GEGEVENS............................. 80
INDEX .............................................................. 82
INDEX NAAR FUNCTIES .............................. 85
3
WAARSCHUWINGEN
Volg de waarschuwingen op bij de toepassing van dit apparaat.
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT
APPARAAT
Waarschuwing:
Het gebied van de heater is heet. Wees voorzichtig in dit gebied bij het verwijderen van vastgelopen papier.
Kijk niet direct in een lichtbron. Anders kunt u uw ogen beschadigen.
Attentie:
Zet het apparaat niet snel na elkaar aan en uit. Wacht 10 tot 15 seconden na het uitschakelen voor u het apparaat
weer inschakelt.
De stroom van het apparaat moet uitgeschakeld zijn voordat u vervangstukken installeert.
Plaats het apparaat op een stevige vlakke ondergrond.
Installeer het apparaat niet op een vochtige of stoffige plaats.
Wanneer het kopieerapparaat langdurig niet wordt gebruikt, bijv. tijdens de vakantie, dient u de aan/-uitschakelaar
uit te zetten en de stekker uit het stopcontact te trekken.
Wanneer u het kopieerapparaat verplaatst, dient u de aan-/uitschakelaar uit te zetten en de stekker uit het
stopcontact te trekken.
Bedek het apparaat niet met een stofkap, kleed of plasticfolie terwijl de stroom ingeschakeld is. Anders wordt de
warmte-uitstraling verhindert, waardoor het apparaat beschadigd kan worden.
Het gebruik van besturingen of het uitvoeren van andere procedures dan hier beschreven kan een schadelijke
blootstelling aan straling ten gevolg hebben.
Het stopcontact moet zich naast het apparaat bevinden en goed toegankelijk zijn.
BELANGRIJKE PUNTEN BIJ DE KEUZE VAN EEN
OPSTELLINGSPLAATS
Door een onjuiste opstelling kan het apparaat beschadigd raken. Let op het volgende tijdens de installatie en
wanneer de machine wordt verplaatst.
Installeer de kopieermachine niet op plaatsen die:
Wanneer het apparaat van een koude naar een warme plaats wordt verplaatst, kan er condensatie worden
gevormd in het apparaat. De werking in deze toestand zal een slechte kwaliteit van de kopieën en storingen tot
gevolg hebben. Laat de machine minstens 2 uur voor het gebruik op kamertemperatuur komen.
vochtig, nat of erg
stoffig zijn
aan direct zonlicht worden
blootgesteld
slecht
geventileerd
zijn
onderhevig zijn aan
extreme temperatuur-
wisselingen of
veranderingen in de
luchtvochtigheid bijv.
in de nabijheid van de
airconditioning of ver-
warming.
Waarschuwing
4
Het apparaat dient in de nabijheid van een bereikbare contactdoos te worden geïnstalleerd voor
een eenvoudige aansluiting en eventuele loskoppeling.
Sluit het netsnoer alleen aan op een contactdoos die aan de gespecificeerde spanning en
stroomeisen voldoet. Controleer ook of de contactdoos correct geaard is.
Laat voldoende ruimte open rond de kopieermachine
voor onderhoud en behoorlijke ventilatie.
WAARSCHUWINGEN BIJ HET GEBRUIK VAN DIT
APPARAAT
Let bij het gebruik van het apparaat op de volgende voorzorgmaatregelen voor een optimaal prestatievermogen.
Laat het apparaat niet vallen, stel het niet bloot aan schokken en stoot het niet tegen andere
voorwerpen aan.
Bewaar reserve tonerpatronen op een koele droge plaats zonder deze uit de verpakking te nemen.
Wanner deze aan direct zonlicht of extreme hitte worden blootgesteld, kan de kwaliteit van de kopieën
gereduceerd worden.
Raak de fotogeleidende drum niet aan (groene gedeelte).
Krassen of vlekken op de drum veroorzaken slechte kopieën.
WAARSCHUWINGEN M.B.T. LASER
Informatie over handelsmerken
Het Microsoft
®
Windows
®
besturingssysteem is een handelsmerk of copyright van Microsoft Corporation in de
U.S.A. en andere landen.
Windows
®
95, Windows
®
98, Windows
®
Me, Windows NT
®
4.0, Windows
®
2000 en Windows
®
XP zijn
handelsmerken of copyrights van Microsoft Corporation in de U.S.A. en andere landen.
IBM en PC/AT zijn handelsmerken van de International Business Machines Corporation.
Acrobat
®
Reader Copyright
©
1987- 2002 Adobe Systems Incorporated. Alle rechten voorbehouden. Adobe, het
Adobe logo, Acrobat en het Acrobat logo zijn handelsmerken van Adobe Systems Incorporated.
PostScript
®
is een gedeponeerd handelsmerk van Adobe Systems Incorporated.
Macintosh, Power Macintosh, Mac OS, LaserWriter en AppleTalk zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple
Computer, Inc.
Alle andere handelsmerken en copyrights zijn het eigendom van de respectievelijke eigenaars.
Sluit het apparaat aan op een contactdoos die niet voor andere elektrische apparatuur wordt gebruikt. Indien er
een verlichting op dezelfde contactdoos is aangesloten, kan het licht knipperen.
Golflengte 785 nm + 10 nm/- 15 nm
Impulstijden (5,871 µs ± 0,1 µs)/7 mm
Uitgangsvermogen 0,4 mW ± 0,04 mW (600 dpi)
0,2 mW ± 0,02 mW (1200 dpi)
Opmerking
30cm (12")
30cm
(12")
30cm
(12")
5
MILIEU INFORMATIE
HET GEBRUIK VAN HET HANDBOEK
Dit apparaat is ontworpen om kopieerwerkzaamheden te vergemakkelijken met een minimale inname van
bedrijfsruimte en maximaal bedieningsgemak. Om optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden raden wij u aan
deze handleiding goed door te lezen. Bewaar deze handleiding op een gemakkelijk te bereiken plaats, zodat deze
vlug ingekeken kan worden.
INFORMATIE OVER DE GEBRUIKSAANWIJZINGEN
U vindt de volgende gebruiksaanwijzingen bij de machine:
Gebruiksaanwijzing voor de kopieermachine (deze gebruiksaanwijzing)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van machine en procedures voor het gebruik van de machine als
kopieermachine.
Online-handleiding (voor de printer)
Deze handleiding bevindt zich op de CD-ROM en bevat een uitleg van de procedures om de machine te gebruiken
als printer, netwerk printer en netwerk scanner.
Software installatiehandleiding (voor de printer)
Deze handleiding bevat instructies voor het installeren van de software waarmee de kopieermachine kan worden
gebruikt in combinatie met uw computer en de procedures voor het instellen van de printer begininstellingen.
Gebruiksaanwijzing (voor netwerk scanner)
(wanneer er een netwerk scanner is geïnstalleerd.)
Deze gebruiksaanwijzing bevat een uitleg van machine en procedures voor het gebruik van de machine als netwerk
scanner.
Handleiding key operator
In dit handboek worden hoofdzakelijk de key operator programma’s voor het beheer van het apparaat en de
gerelateerde functies beschreven.
De key operator programma's voor de faxfuncties worden toegelicht in de gebruiksaanwijzing voor de fax.
Als
ENERGY STAR
®
Partner, heeft SHARP bepaald dat zijn producten voldoen aan
de
ENERGY STAR
®
richtlijnen voor een efficiënt energiegebruik.
6
DE BETEKENIS VAN "R" BIJ AANDUIDINGEN VAN
ORIGINEEL EN PAPIERFORMAAT
Een "R" onderaan het origineel of papierformaat A4R (8-1/2" x 11"R) etc. betekent dat het origineel of het kopieerpapier
in de liggende afdrukstand is geplaatst zoals op de onderstaande afbeelding.
Formaten die uitsluitend in de horizontale (liggende) afdrukstand kunnen worden geplaatst (B4, A3
(8-1/2" x 14",
11" x 17")
), bevatten geen "R" in de afdrukstand.
BEGRIPPEN DIE IN DIT HANDBOEK WORDEN
GEBRUIKT
Toelichting van woorden en afbeeldingen
Deze gebruiksaanwijzing verwijst naar de
zelfomkerende eenmalig doorvoerende
origineelinvoer als "RSPF".
De afbeeldingen in deze gebruiksaanwijzing tonen
de AR-M236/AR-M276 met de optionele RSPF
(AR-RP7) en de optionele sorteerlade (AR-TR3).
Uw machine kan er anders uitzien naar gelang het
model en de geïnstalleerde opties, de
basisbediening is echter gelijk.
Voor de te installeren randapparatuur, zie
"RANDAPPARATUUR" (p.76).
Deze regels waarschuwen de gebruiker voor letsel wanneer de inhoud van de waarschuwing niet
correct wordt opgevolgd.
Waarschuwt de gebruiker voor beschadigingen aan de machine of onderdelen als gevolg van het
verkeerd uitvoeren van de veiligheidsmaatregelen.
De opmerkingen geven nuttige informatie over de specificaties, functies, prestaties, bediening e.d.
van de machine.
<Horizontale (liggende) afdrukstand>
Attentie
Waarschuwing
Opmerking
RSPF
7
BELANGRIJKE KENMERKEN
Laser kopiëren op hoge snelheid
Duur van de eerste kopie*
1
bij 600 dpi*
2
bedraagt slechts 4.8 seconden.
De kopieersnelheid bedraagt 23 kopieën/min. (AR-M236) of 27 kopieën/min. (AR-M276) bij 600 dpi (niet in de
super foto modus). Dit is ideaal voor bedrijfsgebruik en levert een grote bijdrage aan de productiviteit op het
kantoor.
*
1
De duur van de eerste kopie kan variëren afhankelijk van het stroomvoltage, de omgevingstemperatuur en andere
werkomstandigheden.
*
2
"dpi" ("dots per inch") is een maateenheid die wordt gebruikt om de resolutie te meten. De resolutie is de dichtheid van de
beeldpunten die worden weergegeven op een afgedrukte of gescande afbeelding.
Digitale afbeeldingen op hoge kwaliteit
Hoge kwaliteit kopieën op 600 dpi of 1200 dpi (super foto modus) worden uitgevoerd.
Als aanvulling op de automatische belichtingsfunctie, kunnen er vier origineelfuncties worden geselecteerd:
"TEKST" voor originelen met alleen tekst, "TEKST/FOTO" voor originelen met tekst en foto's, "FOTO" voor foto's
en "SUPER FOTO" voor de reproductie van foto's met een hoge kwaliteit. De belichting kan binnen elke functie op
5 niveaus worden ingesteld.
Geavanceerde kopieerkenmerken
Kopieën kunnen worden vergroot van 25% tot 400% in stappen van 1%.
U kunt tot 999 kopieën continu afdrukken.
2-zijdig kopiëren kan automatisch worden uitgevoerd.
Handige speciale functies zoals wissen, kantlijnverschuiving, 2 in 1 en 4 in 1, inbindkopie, boekkopie en
dekbladkopie zijn beschikbaar.
Key operator programma's maken de instelling of aanpassing van functies aan uw speciale wensen mogelijk. De
key operator programma's kunnen ook worden gebruikt om de auditfucntie in te schakelen waarmee de beheerder
het gebruik van het apapraat kan regelen.
Een zwart-wit LCD tiptoetsenpaneel vergemakkelijkt de bediening van het
apparaat
Het LCD display met zwarte achtergrond en witte letters van het tiptoetsenpaneel levert een stap-voor-stap
begeleiding bij elke functie van de machine. Het tiptoetsenpaneel biedt zelfs instructies voor het verhelpen van
papierstoringen en andere problemen die kunnen optreden.
Optionele eigenschappen
Een optionele afwerkingeenheid maakt automatisch nieten van max. 30 bladen mogelijk.
Dit apparaat kan als netwerk printer worden gebruikt wanneer de optionele printer uitbreidingskit geïnstalleerd is.
Dit apparaat kan als faxtoestel worden gebruikt wanneer de optionele fax uitbreidingskit geïnstalleerd is.
Dit apparaat kan als netwerk scanner worden gebruikt wanneer de optionele scanner uitbreidingskit geïnstalleerd is.
Milieu- en gebruiksvriendelijk ontwerp
De machine is voorzien van voorverwarming en stroom-uitschakelfuncties om het stroomverbruik te minimaliseren
wanneer de machine niet wordt gebruikt.
De machine heeft een universele vormgeving, waarbij de hoogte van het bedieningspaneel en de vorm van de
toetsen werd ontworpen om zo veel mogelijk gebruikers tevreden te stellen.
Wisfunctie Kantlijn verschuiven
2 in 1 kopiëren 4 in 1 kopiëren
A
A
AA
SHARP
1
2
3
4
BoekkopieInbindkopie
Dekblad kopiëren
8
1
Hoofdstuk 1
VOORDAT U DE MACHINE
GAAT GEBRUIKEN
Dit hoofdstuk bevat basisinformatie, die moet worden gelezen voordat de machine wordt gebruikt.
NAMEN VAN ONDERDELEN EN FUNCTIES
Buitenkant
Toevoer enkele bladen en omkeerfunctie
(RSPF) (optioneel)
Plaats de originelen die u wilt scannen met de
kopiezijde omhoog
hier. (p.23)
Documentdeksel (optioneel)
Plaats een origineel op de glasplaat en sluit het
documentdeksel voor het kopiëren begint.
Glasplaat
Plaats hier het origineel dat u wilt scannen met de
kopiezijde naar beneden. (p.22)
Aan-/uitschakelaar
Hierop drukken om het toestel aan en uit te zetten.
(p.13)
Handgrepen
Worden gebruikt bij het verplaatsen van de
machine.
Bedieningspaneel
Bevat bedieningstoetsen en het tiptoetsenpaneel.
(p.10)
Sorteerlade (bovenste lade) (optioneel)
Printafdrukken en ontvangen faxberichten komen
in deze lade terecht.
Middelste lade:
Kopieën komen in deze lade terecht.
Voorklep
Open deze klep om vastgelopen papier te
verwijderen en periodiek onderhoud uit te voeren.
(p.66)
Papierlades
Elke lade kan 500 vellen kopieerpapier bevatten.
(p.15)
Zijklep rechtsboven
Open deze klep om vastgelopen papier te
verwijderen wanneer er een optionele sorteerlade
of afwerkingeenheid geïnstalleerd is. (p.70)
Zijklep
Open deze klep om vastgelopen papier te
verwijderen (p.66)
Zijklep handgreep
Opentrekken om zijklep te openen. (p.66)
Papiergeleiders van de handinvoerlade
Pas deze aan de breedte van het papier aan.
(p.18)
1
16
15
14
13
9
12
11
10
8
7
6
10
4
3
5
2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
9
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
1
Binnenkant
Handinvoerlade
Normaal papier en speciaal papier (zoals
transparante film) kunnen in de handinvoerlade
worden ingevoerd. (p.18)
Verlenging van de handinvoerlade
Trek de verlenging uit voor u papier in de
handinvoerlade plaatst. (p.18)
Ontgrendelhendel van de tonercartridge
Wordt gebruikt om de tonercartridge te
ontgrendelen. (p.72)
Toner cartridge
Bevat de toner. (p.72)
Draaiknop van de rollen
Draai deze knop om vastgelopen papier te
verwijderen (p.66)
Fotogeleidende drum
Kopieerafbeeldingen worden gevormd op de
fotogeleidende drum.
Ontgrendelingen van de fuseereenheid
Druk op deze ontgrendelingen om vastgelopen
papier uit de fuseereenheid te verwijderen. (p.67)
Papiergeleider van de fuseereenheid
Open deze geleider om vastgelopen papier te
verwijderen (p.67)
18
17
19
20
22
21
Raak de fotogeleidende drum niet aan
(groene gedeelte). Anders kan de drum
beschadigd raken en kunnen er vlekken op
de kopieën komen.
15
16
17
18
19
20
Waarschuwing
De fuseereenheid is heet. Raak de
fuseereenheid niet aan bij het
verwijderen van vastgelopen papier.
Anders kunt u brandwonden of
ander letsel oplopen.
De modelbenaming kunt u vinden op de
voorklep van de machine.
21
Attentie
22
Opmerking
10
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
BEDIENINGSPANEEL
Tiptoetsenpaneel
De status van het apparaat, meldingen en
tiptoetsen worden op het paneel weergegeven.
Het display toont de printstatus, de kopieerstatus
of de status van de netwerk scanner,
overeenkomstig de geselecteerde functie. Voor
details, zie de volgende pagina.
Functieselectietoetsen en indicaties
worden gebruikt om de displayfunctie van het
tiptoetsenpaneel om te schakelen.
[KOPIE] toets
Indrukken om de kopieerfunctie te selecteren.
[AFDRUKKEN] toets/ONLINE indicatie/
DATA indicatie
Indrukken om de printfunctie te selecteren.
ONLINE indicatie
Er kunnen printgegevens worden ontvangen
wanneer deze indicatie brandt.
DATA indicatie
Er is een printopdracht in het geheugen. De
indicatie brandt continu zolang de opdracht in
het geheugen is en knippert wanneer de
opdracht wordt geprint.
[SCANNEN] toets/DATA indicatie (wanneer de
netwerk scanner optie geïnstalleerd is.)
Indrukken om de netwerk scanfunctie te
selecteren wanneer de netwerk scanner optie
geïnstalleerd is.
DATA indicatie
Brandt continu of knippert wanneer er een
scanafdruk wordt verzonden.
(Zie "gebruiksaanwijzing (voor netwerk
scanner)").
[FAX] toets/LINE indicatie/DATA indicatie
(wanneer de faxoptie is geïnstalleerd.)
Indrukken om de faxfunctie te selecteren
wanneer de faxoptie geïnstalleerd is.
LINE indicatie
deze brandt terwijl er faxberichten worden
verzonden of ontvangen.
DATA indicatie
Knippert wanneer er een faxbericht in het
geheugen wordt ontvangen en brandt continu
wanneer er een faxbericht in het geheugen
wacht op het verzenden.
(Zie gebruiksaanwijzing voor faxtoestel.)
[TAAKSTATUS] toets
Indrukken om de actuele job status weer te geven.
(p.12)
[GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets
gebruik deze toets om de diverse instellingen van
de machine af te stellen, het contrast van het
tiptoetsenpaneel en de key operator programma's
inbegrepen. (p.52)
Numerieke toetsen
Hiermee worden numerieke waarden voor diverse
instellingen ingevoerd.
[ACC.#-C] toets
Wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, drukt u
op deze toets nadat u een opdracht heeft voltooid
om terug te keren naar het stand-by-bedrijf voor
het invoeren van een accountnummer.
[#/P] toets ( )
Met deze toets kunt u een opdrachtprogramma in
de kopieerfunctie uitvoeren. De toets wordt ook
gebruikt voor het kiezen in de faxmodus.
[WISSEN] toets ( )
Druk op deze toets om een aantal kopieën
instelling te wissen of een opdrachtprogramma te
annuleren.
[START] toets ( )
Druk deze toets in tijdens de kopieerfunctie,
scannerfunctie of faxfunctie om te beginnen met
het kopiëren, netwerk scannen of faxen.
Deze toets knippert wanneer de automatische
stroom-uitschakelfunctie geactiveerd is. Druk deze
toets in om terug te keren naar de normale
werking.
[ONDERBREKEN] key ( )
hiermee kunt u een onderbreken
kopieerbewerking uitvoeren. (p.34)
[ALLES WISSEN] toets ( )
Stel de instellingen terug op de oorspronkelijke
instellingen.
ACC.#-C
KOPIE
AFDRUKKEN
SCANNEN
FAX
ON LINE
DATA
DATA
DATA
LINE
TAAKSTATUS
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
9
10 11
2 3 4 5 6 7 8
1
De indicaties op het
bedieningspaneel kunnen
verschillen afhankelijk
van het land en gebied.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
11
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
1
TIPTOETSENPANEEL
Het gebruik van het
tiptoetsenpaneel
[Voorbeeld 1]
De items op het tiptoet-
senpaneel worden gese-
lecteerd door de hieraan
gerelateerde toets in te
drukken. Er klinkt een
pieptoon om te bevesti-
gen dat het item werd
geselecteerd en de toets
wordt geaccentueerd.
* Een dubbele pieptoon
klinkt wanneer er een
ongeldige toets werd
bediend.
[Voorbeeld 2]
Grijs gemaakte toetsen
kunnen niet geselecteerd
worden.
De bevestigingspieptoon kan worden uitgeschakeld
m.b.v. de key operator programma's. (Zie het
"Handleiding key operator".)
De schermen van het tiptoetsenpaneel die in deze
gebruiksaanwijzing worden getoond zijn afbeeldingen
en kunnen er anders uit zien dan de actuele
schermen.
Het selecteren van een functie
[Voorbeeld 1]
Items die zijn geaccentu-
eerd op het moment dat
het scherm verschijnt,
zijn al geselecteerd en
worden effectief wan-
neer de [OK] toets wordt
aangetipt.
[Voorbeeld 2]
Wanneer u een selectie wilt annuleren, drukt u
gewoon opnieuw op de toets, zodat deze niet meer
geaccentueerd is.
De toets is niet meer
geaccentueerd en de
selectie is geannuleerd.
[Voorbeeld 3]
Wanneer de machine
wordt gebruikt in de kopi-
eer- of faxfunctie en er
een speciale functie
geselecteerd is, ver-
schijnt er een icoon die
deze functie aanduidt op
het tiptoetsenpaneel.
Wanneer dit icoon wordt
aangetipt, zal het instel-
scherm van de functie (of
een menuscherm) ver-
schijnen waarin u de
instellingen kunt contro-
leren, aanpassen of
annuleren.
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
SHARP001
003 / 00
003 / 00
SETS / VOO
Piep-
toon
1/13
VOLTOOID
ANNULEREN
RUG
RECHTS
RUG
LINKS
OK
MULTISHOT
1/
BOEKKOPIE
MULTISHOT
1/
BOEKKOPIE
SPEC.FUNCTIES
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
GEBRUIKSKLAAR.
ORIGIN
8½x11
8½x14
12
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Opdracht statusscherm (voor kopiëren, printen, netwerk scannen en faxen)
Dit scherm wordt weergegeven wanneer de [TAAKSTATUS] toets op het bedieningspaneel wordt ingedrukt.
Een lijst met opdrachten toont de actuele opdracht en de opgeslagen opdrachten of er wordt een lijst met voltooide
opdrachten weergegeven.
De inhoud van de bewerkingen kan worden bekeken of opdrachten kunnen uit de rij worden gewist. Het volgende
scherm toont de rij voor printopdrachten.
Job lijst
Toont opgeslagen jobs en de job die actueel wordt
uitgevoerd. Tip één van de toetsen
tot in de
bovenstaande afbeelding aan om het soort job te
selecteren. De icoon naast elke jobnaam geeft de
functie van de job als volgt aan:
De jobs in de job lijst verschijnen in de vorm van
toetsen. Om een job prioriteit te verlenen of een
job te onderbreken of te wissen, tipt u de toets van
de job aan en bedien vervolgens de toets volgens
de beschrijving in of .
*
1
:"PAPIER OP" in het job status display
"PAPIER OP" in het job status display geeft aan
dat het gespecificeerde papier niet meer in het
apparaat aanwezig is. Vul het gespecificeerde
papier bij. Indien het gespecificeerde papierfor-
maat niet beschikbaar is en u in de printerfunctie
bent, kan er een ander papierformaat in de han-
dinvoerlade worden geplaatst om het printen te
kunnen uitvoeren. (Zie het "Online-handleiding".)
Functiekeuzeschakelaars
Gebruik deze om de joblijst functie te selecteren:
"JOB RIJ"
(Opgeslagen/actueel uitgevoerde jobs) of
"VOLTOOID" (afgewerkte jobs).
"JOB RIJ":
Toont de jobs die opgeslagen zijn en de job die
actueel wordt uitgevoerd.
"VOLTOOID":
Toont de jobs die voltooid zijn. Let op dat
kopieerjobs niet in de lijst verschijnen. Wanneer de
stroom uitgeschakeld is of wanneer de
automatische stroom-uitschakelstand geactiveerd
is wanneer er geen jobs zijn, worden de jobs in de
"VOLTOOID" lijst gewist.
[AFDRUK OPDRACHT] toets
Hiermee kunt u de lijst voor uitgaande opdrachten
voor alle functies bekijken (printen, kopiëren en
faxen).
[E-MAIL/FTP] toets
Toont een netwerk scanner opdracht (wanneer de
netwerk scanner functie geïnstalleerd is.).
[FAX OPDRACHT] toets
Hiermee geeft u opgeslagen faxopdrachten en de
faxopdracht die actueel uitgevoerd wordt weer
(wanneer de faxoptie geïnstalleerd is.).
Displaykeuzetoetsen
Deze worden gebruikt om de pagina van de
weergegeven joblijst te wisselen.
[STOP/WIS] toets
Hiermee kunt u een actueel uitgevoerde job
onderbreken of wisse of een opgeslagen job
wissen. Kopieeropdrachten en ontvangen
faxberichten kunnen met deze toets niet worden
onderbroken gewist. Kopieeropdrachten kunnen
worden geannuleerd door de [WISSEN] toets ( )
of [ALLES WISSEN] toets ( ) in te drukken.
[PRIORITEIT] toets
Tip deze toets aan na het selecteren van een
opgeslagen job in deze [JOB RIJ] lijst om deze job
voor andere jobs te printen.
[DETAILS] toets
Toont informatie over de geselecteerde opdracht.
Deze kan niet worden gebruikt voor een
ontvangen faxbericht.
OPDRACHTWACHTRIJ
KOPIEREN
SHARP001
0666211221
STATUS
PAPIER OP
*
1
003 / 000
AFDRUKOPDR. E-MAIL/FTP
FAXOPDRACHT
OPDR.WACHTR
VOLTOOID
DETAILS
PRIORITEIT
STOP./WIS.
WACHTEN
WACHTEN
003 / 000
010 / 000
1/1
SETS / VOORTGANG
1
2
93
4 5 6 7 8
Kopieerfunctie Printfunctie
Netwerk scannerfunctie
Faxfunctie
(verzenden van jobs)
Faxfunctie
(ontvangen van jobs)
1
3 5
7 8
2
3
4
5
6
7
8
9
13
1
HET AAN EN UITZETTEN VAN HET
APPARAAT
De aan-/uitschakelaar bevindt zich aan de linkerkant van het apparaat.
STROOM INSCHAKELEN
Zet de aan-/uitschakelaar op de stand "ON"
(aan).
Wanneer de aan-/uitschakelaar op de "ON" stand
verschijnt de melding "OPWARMFASE. ER KAN NU
EEN KOPIEERJOB WORDEN INGESTELD."
verschijnt in het meldingendisplay en de machine
begint op te warmen. Wanneer "GEREED VOOR HET
KOPIEREN." verschijnt is de machine klaar om te
kopiëren. Kopieerinstellingen kunnen tijdens de
opwarmfase worden geselecteerd.
Wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, verschijnt
"VOER UW ACCOUNTNUMMER IN.". Wanneer er
een geldig nummer wordt ingevoerd verschijnt de
accountstatus gedurende enkele seconden op het
hoofdscherm. Nu kan de kopieerbewerking worden
uitgevoerd. (Zie het "Handleiding key operator".)
STROOM UIT
Wanneer het apparaat langer niet gebruikt gaat
worden, dient u het uit te schakelen.
Controleer of de machine geen bewerking
uitvoert en zet dan de aan-/uitschakelaar op
de stand "OFF" (uit).
Wanneer de aan-/uitschakelaar wordt uitgezet terwijl
de machine in werking is, kan er een papierstoring
optreden en de actueel uitgevoerde job wordt
geannuleerd.
Wanneer de aan-/uitschakelaar aan is, start de machine in de functie die eerder werd gebruikt. De volgende
uitleg gaat er van uit dat de eerder gebruikte functie de kopieerfunctie was.
Opmerking
AAN
UIT
Wanneer de fax optie geïnstalleerd is moet u de stroom ingeschakeld laten. Faxberichten kunnen niet worden
ontvangen wanneer de stroom uitgeschakeld is.
Opmerking
14
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
OORSPRONKELIJKE INSTELLINGEN
De machine keert terug naar de oorspronkelijke instellingen wanneer deze voor het eerst wordt ingeschakeld,
wanneer de [ALLES WISSEN] toets ( ) ingedrukt is, of de vooraf ingestelde "automatische wistijd" verstrijkt nadat
de laatste kopie in een willekeurige functie werd gemaakt. Wanneer de machine terugkeert naar de oorspronkelijke
instellingen, worden alle op dit moment gemaakte instellingen en geselecteerde functies geannuleerd. De
automatische wistijd kan in de key operator programma's worden gewijzigd. (Zie het "Handleiding key operator".)
De in het display weergegeven oorspronkelijke instellingen worden hierna getoond.
Functies en instellingen worden toegelicht op basis van het bovenstaande scherm.
Kopieerpercentage: 100%, belichting: automatisch, kopieerhoeveelheid: 0, Automatisch 2-zijdig: 1-zijdig
naar 1-zijdig,
Automatische papierselectie: aan,
Papierlade: bovenste papierlade (bij stroom inschakelen zal de eerder geselecteerde papierlade opnieuw
geselecteerd worden.)
STROOMSPAARFUNCTIES
De machine is voorzien van twee stroomspaarfuncties om het totale stroomverbruik te verminderen en op die
manier de kosten te beperken. Bovendien behoudt deze energiebesparing de natuurlijke bronnen en helpt
milieuvervuiling te verminderen. De twee stroomspaarfuncties zijn "Voorverwarmingstijd" en "Automatische
uitschakelfunctie".
De tijdsinstellingen voor elke functie kunnen met de key operator programma's worden gewijzigd. (Zie het
"Handleiding key operator".)
Voorverwarm functie
Wanneer de ingestelde tijd afgelopen is daalt de temperatuur van de fuseereenheid automatisch om het stroom-
verbruik in het stand-by-bedrijf te reduceren. De fabrieksinstelling is 15 minuten. Om terug te keren naar de normale
werking, tipt u een willekeurige toets op het bedieningspaneel aan. Om een kopie te maken terwijl de machine in
deze functie is, selecteert u gewoon de gewenste kopieerinstellingen en drukt u vervolgens de [START] toets
in ( ).
Automatische stroom-uitschakelstand
Wanneer de tijd verstrijkt wordt de stroom naar de fuseereenheid automatisch uitgeschakeld om het stroomverbruik
te reduceren (gebaseerd op de richtlijnen van het Internationale Energy Star Programma.). De fabrieksinstelling is
60 minuten. Wanneer de machine in deze stand gaat, wordt het tiptoetsenpaneel uitgeschakeld en alleen de
[START] toets ( ) knippert. Om terug te keren naar de normale werking, drukt u op de [START] toets ( ).
Om te kopiëren nadat het opwarmen is begonnen maakt u de gewenste kopieerselecties en drukt u op de [START]
toets ( ).
De oorspronkelijke instellingen kunnen worden gewijzigd in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding
key operator".)
Voor de oorspronkelijke instellingen (oorspronkelijk scherm) van printer, fax, en scannerfuncties, zei de
gebruiksaanwijzingen van deze functies.
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPEC.FUNCTIES
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
A4
0
A4
A3
Opmerking
15
1
HET LADEN VAN PAPIER
Wanneer er een papierlade leeg raakt verschijnt er een melding op het tiptoetsenpaneel. Laad papier in de lade.
PAPIER
De specificaties voor de papiersoorten en -formaten die in de papiercassettes kunnen worden geladen zijn
onderstaand vermeld.
Voor het beste resultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP goedgekeurd papier te gebruiken.
*
1
A5 (5-1/2" x 8-1/2") formaat kan alleen in lade 1 en de handinvoerlade worden geplaatst.
*
2
B5 papierformaat kan niet in lade 2 worden geplaatst ( B5R papier kan echter wel worden geplaatst.).
*
3
Wanneer u groter papier dan A4 (8-1/2" x 11") formaat plaatst, gebruik dan geen papier met een gewicht dat zwaarder is dan
105 g/m
2
(28 lbs.).
*
4
Het aantal vellen papier dat kan worden geplaatst hangt af van het gewicht van het papier.
Lade
nr.
Soort papierlade Papiersoort Formaat Gewicht
Capaciteit
1 Bovenste
papierlade
*1
Normaal papier
Papier met briefhoofd
Gerecycleerd papier
Gekleurd papier
A5 tot A3
(5-1/2" x 8-1/2" tot
11" x 17")
56 g/m
2
tot
105 g/m
2
(15 lbs. tot 28 lbs.)
500 vel*
4
2 Onderste
papierlade
*2
3 500-vel papier
invoereenheid/
Bovenste papierlade
of 2 x 500-vel papier
invoereenheid
4 Onderste papierlade
of 2 x 500-vel papier
invoereenheid
Handinvoerlade Normaal papier
Papier met briefhoofd
Gerecycleerd papier
Gekleurd papier
A6 tot A3
(5-1/2" x 8-1/2" tot
11" x 17")
56
g
/m
2
tot 128
g
/m
2
(15 lbs. tot
34,5 lbs.)
*3
100 vel*
4
Dun papier 52 g/m
2
tot 56 g/m
2
(14 lbs. tot 15 lbs.)
100 vel
Dik papier Max. 200 g/m
2
(54 lbs.)
30 vel
Etiketten 40 vel
Transparante film 40 vel
Envelop-
pen
International DL
(110 x 220 mm)
International C5
(162 x 229 mm)
Commercial 10
(4-1/8" x 9-1/2")
5 vel
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPEC.FUNCTIES
UITVOER
OPEN LADE 1 EN VUL PAPIER BIJ.
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
A4
ORIGINEEL
0
A4
A3
16
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Speciaal papier
Volg de hieronder beschreven maatregelen bij het gebruik van speciaal papier.
Enveloppen
Gebruik de volgende enveloppen niet (Dit zal leiden tot
papierstoringen.).
Enveloppen met metalen plaatjes, gespen, linten,
gaten of schermen.
Enveloppen met ruwe vezels, carbonpapier of
gladde oppervlakken.
Enveloppen met twee of meer flappen.
Enveloppen met plakband, folie of waarbij er papier
aan de flap is bevestigd.
Enveloppen met een vouw in de flap.
Enveloppen met lijm aan de flap die moet worden
natgemaakt om de enveloppen te sluiten.
Enveloppen met etiketten of postzegels.
Enveloppen die enigszins zijn gevuld met lucht.
Enveloppen met lijm die buiten het lijmgedeelte
uitsteekt.
Enveloppen waarbij een deel van het lijmgedeelte
loslaat.
Papier met briefhoofd
Papier met briefhoofd is papier waarop vooraf aan de
bovenkant informatie is geprint zoals bedrijfsnaam en
adres.
Gebruik door SHARP goedgekeurde transparante
film en etiketvellen. Het gebruik van papier dat niet
door SHARP is goedgekeurd kan leiden tot papier-
storingen of vlekken op de kopieën. Wanneer u
papier gebruikt dat niet door SHARP is goedge-
keurd, plaats dan één vel per keer met behulp van
de handinvoerlade (probeer niet continu te kopiëren
of af te drukken met dit soort papier.).
Er zijn veel verschillende soorten papier op de
markt en niet elke papiersoort kan in deze machine
worden gebruikt. Neem contact op met uw service
leverancier voordat u speciaal papier gaat
gebruiken.
Maak eerst een testkopie met het speciale papier
om te controleren of dit geschikt is voordat u papier
dat niet is goedgekeurd door SHARP gaat
gebruiken.
SHARP
17
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
1
HET LADEN VAN PAPIER
Zorg ervoor dat de machine niet bezig is met kopiëren of afdrukken en volg daarna de onderstaande stappen om het
papier bij te vullen
Papierlade bijvullen
1
Trek de lade eruit tot aan het eindpunt.
Wanneer u het zelfde
papierformaat bijvult als
er geladen was, ga dan
verder naar stap 4.
Wanneer u een ander
papierformaat in de lade
vult, ga dan door met de
volgende stap.
2
Knijp de vergrendelhendel van de
voorste geleider samen en pas de
voorste geleider aan de breedte van
het papier aan.
3
Schuif de linker geleider naar de
overeenkomstige sleuf volgens de
markering in de lade.
Wanneer u 11" x 17"
kopieerpapier gebruikt,
plaats dan de linkergelei-
der in de sleuf aan de
linker voorzijde van de
papierlade.
4
Waaier het kopieerpapier.
5
Laad papier in de lade.
6
Druk de papierlade stevig terug in de
machine.
Wanneer u een ander papierformaat heeft geladen
dan het vorige formaat, plaats dan de passende
papierformaatkaart in de voorzijde van de papierlade
om het nieuwe papierformaat aan te geven.
Voorste geleider
Linker geleider
Plaats het papier met de printzijde omhoog
in de lade.
Voer het papier langs de papiergeleiders.
De lade kan max. 500 vel 80 g/m
2
(21 lbs.) papier bevatten.
Laad het papier niet boven de
maximumhoogte markering.
Wanneer u papier toevoegt, verwijder dan
het resterende papier uit de lade,
combineer het met het nieuwe papier en
laad dit opnieuw als een stapel.
Papierformaatkaart
Indien u een ander papierformaat heeft
geladen dan het vorige, gaat u naar
"PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN
LADE WIJZIGEN" (p.19).
Maximum height line
Maximum hoogtemarkering
Opmerking
Papierformaatkaart
B5
A4 A3
B5B4
R
A4
R
8
1
/
2
X11
A5
8
1
/
2
X13
EXTRA
Voorzijde
Achterzijde
Opmerking
18
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Het laden van papier in de handinvoer
1
Vouw de handinvoerlade open.
Om het papierformaat
correct te kunnen
herkennen, moet u de
verlenging van de
handinvoer uittrekken.
2
Stel de papiergeleiders in op de
breedte van het papier.
3
Plaats het kopieerpapier (afdrukzijde
omlaag) helemaal in de handinvoer-
lade.
Belangrijke richtlijnen m.b.t. het plaatsen van papier in de handinvoerlade
Zorg ervoor dat u A6 papier of enveloppen in de
liggende afdrukstand plaatst zoals afgebeeld in het
onderstaande diagram.
Plaats het papier met de printzijde omlaag in de
lade.
Zorg er bij het plaatsen van enveloppen voor dat
deze glad en vlak zijn en, afgezien van de sluitklep,
geen losse lijmdelen bevatten.
Wanneer u papier toevoegt, verwijder dan het
resterende papier uit de lade, combineer het met het
nieuwe papier en laad dit opnieuw als een stapel.
Het papier dat wordt toegevoegd moet van hetzelfde
formaat zijn.
Gebruik geen papierformaat dat kleiner is dan het
origineel. Dit kan leiden tot vlekken of onduidelijke
afbeeldingen.
Gebruik geen papier dat is bedrukt door een
laserprinter of faxapparaat. Dit kan leiden tot vlekken
of onduidelijke afbeeldingen.
Liggende
afdrukstand
Staande
afdrukstand
19
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
1
PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE
WIJZIGEN
Volg de onderstaande stappen om de papierformaatinstelling van een lade te wijzigen.
De papierformaatinstelling kan niet worden gewijzigd wanneer de machine tijdelijk is gestopt als gevolg van
papiertekort, papierstoring of tijdens een onderbreking van het kopiëren.
Tijdens het afdrukken (zelfs in de kopieerfunctie) kan de papierformaatinstelling niet worden gewijzigd.
1
Vul papier in de lade zoals toegelicht
in "Papierlade bijvullen" (p.17).
2
Tip de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN]
toets aan.
Het menuscherm voor de
aangepaste instellingen
verschijnt.
3
Toets op de [LADE INSTELLINGEN]
toets.
Het lade-instelscherm
verschijnt.
4
Selecteer de lade waarin u het papier
heeft gevuld.
Voor de ladenummers,
zie "PAPIER" (p.15).
Wanneer de gewenste
lade niet op het display
verschijnt, gebruik dan
de toets of toets
om te balderen tot de
lade verschijnt.
5
Selecteer het formaat en soort papier
dat in de lade is geplaatst.
De actueel geselecteerde papiersoort wordt
geaccentueerd.
Om de selectie van de papiersoort te wijzigen, tipt u
de desbetreffende toets aan.
Om de selectie van het papierformaat te wijzigen,
tipt u de desbetreffende toets aan.
Om de weergegeven formaatselecties te veranderen in
INCH-formaat, tipt u [AB INCH] aan.
6
Tip op de [OK] toets.
7
Er verschijnt een melding waarin u
wordt gevraagd het papier in de lade
te controleren. Controleer het papier
en tip vervolgens op de [OK] toets.
U keert terug naar het lade-instelscherm.
Het papierformaat A5 (5-1/2" x 8-1/2") kan alleen voor lade 1 geselecteerd worden.
Het papierformaat B5 kan niet voor lade2 geselecteerd worden (B5R papier kan echter wel worden ingesteld.).
De ladeinstellingen behalve voor de handinvoerlade kunnen worden verboden in de key operator
programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
Opmerking
DATA
LINE
AKSTATUS
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
LADE-INSTEL.
ADRES
BEHEE
KEUZE
TOETSENBORD
KEY-OP
PROGR
CONTRA
LADE 1
LADE 2
LADE 3
NORMAAL PAPIER / B5
NORMAAL PAPIER / A3
TYPE / FORMAAT
NORMAAL PAPIER / A4
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE/FORMAATINSTELLING LADE 1
TYPE
RECYCLED
NORMAAL PAPIER
KLEUR
BRIEFPAPIER A3 B4
B5
A4R
A5
B5R
A4
OK
FORMAAT AB INCH
20
VOORDAT U DE MACHINE GAAT GEBRUIKEN
Het instellen van de papiersoort in de handinvoerlade
Gebruik één van de twee volgende methodes om het soort papier in te stellen voor de handinvoerlade.
Met de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN]
toets
1
Vul papier in de handinvoerlade zoals
toegelicht in "Het laden van papier in
de handinvoer" (p.18).
2
Tip de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN]
toets aan.
Het menuscherm voor de
aangepaste instellingen
verschijnt.
3
Toets op de [LADE INSTELLINGEN]
toets.
Het lade-instelscherm
verschijnt.
4
Toets op de [LADE INSTELLINGEN]
toets.
5
Selecteer het formaat en soort papier
dat in de lade is geplaatst.
"JAPANESE P/C" heeft betrekking op de officiële
briefkaarten die in Japan worden gebruikt.
6
Tip op de [OK] toets.
U keert terug naar het lade-instelscherm.
Met de [PAPIERFORMAAT] toets
1
Vul papier in de handinvoerlade zoals
toegelicht in "Het laden van papier in
de handinvoer" (p.18).
2
Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets
3
Tip de papierselectietoets aan.
4
Selecteer de papiersoort.
"JAPANESE P/C" heeft betrekking op de officiële
briefkaarten die in Japan worden gebruikt.
5
Tip op de [PAPIERFORMAAT] toets
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
DATA
LINE
AKSTATUS
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
LADE-INSTEL.
ADRES
BEHEE
KEUZE
TOETSENBORD
KEY-OP
PROGR
CONTRA
LADE 4
HAND-
INVOER
TYPE / FORMAAT
NORMAAL PAPIER
NORMAAL PAPIER / 11x17
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TYPE-INSTELLING HANDINVOER
SELECTEER PAPIERSOORT.
RECYCLED
NORMAAL PAPIER
KLEUR
ZWAAR PAPIER DUN PAPIER
BRIEFPAPIER
ETIKETTEN
TRANSPARANT
ENVELOP JAPANESE P/C
OK
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
A3
0
NORMAAL PAPIER
EXTRA BEELD
INSTELLEN
RECYCLED NORMAAL PAPIER
A4
B4
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
0
RECYCLED
NORMAAL PAPIER
KLEUR
ZWAAR PAPIER DUN PAPIER
BRIEFPAPIER
ETIKETTEN
JAPANESE P/C
TRANSPARANT
ENVELOP
21
2
Hoofdstuk 2
KOPIEERFUNTIES
Dit hoofdstuk geeft een uitleg van de basiskopieerfuncties zoals normaal kopiëren, verkleinen of vergroten en
aanpassing van de belichting.
HOOFDSCHERM VAN DE KOPIEERFUNCTIE
Het hoofdscherm van de kopieerfunctie geeft meldingen, toetsen, en instellingen weer, die voor het kopiëren worden
gebruikt. Tip een toets aan om een selectie te maken. Het hoofdscherm van de kopieerfunctie verschijnt wanneer de
[KOPIEREN] toets wordt ingedrukt (Behalve wanneer het scherm voor aangepaste instellingen verschijnt).
Meldingen display
Hier worden de statusmeldingen weergegeven.
Kopieerhoeveelheid display
Geeft het aantal geselecteerde kopieën weer voor
de [START] toets ( ) wordt ingedrukt of het
aantal resterende kopieën nadat de [START] toets
( ) werd ingedrukt. Er kan een enkele kopie
worden gemaakt wanneer "0" wordt weergegeven.
[2-ZIJDIGE KOPIE] toets (p.27)
Tip deze toets aan om het instelscherm van de
dubbelzijdige kopieerfunctie weer te geven.
[UITVOER] toets (p.35)
Tip deze toets aan om sorteren, groeperen,
sorteren nieten en andere uitvoerinstellingen te
selecteren.
[SPECIALE FUNCTIES] toets (p.39)
Tip deze toets aan om het selectiescherm voor de
speciale functies te openen.
Origineel toevoer display
Verschijnt wanneer er een origineel in de RSPF
wordt geplaatst.
Papierformaat display
Hier wordt de locatie van de papierlade en het
papierformaat in de papierladen weergegeven.
" " Geeft aan of er wel of geen papier is
geladen. Er kan een papierlade worden aangetipt
om de selectie van de papierlade te wijzigen.
Origineel formaat display
Geeft het origineel formaat aan wanneer er een
origineel werd geplaatst voor het kopiëren.
Belichtingsdisplay
Geeft de icoon van het geselecteerde
belichtingstype en de belichtingsscala weer.
[BELICHTING] toets (p.29)
Gebruik deze toets om de belichting van de
kopieën af te stellen.
Papierselectie display
Geeft het geselecteerde papierformaat aan.
Wanneer de automatische papierselectiefunctie
geselecteerd is verschijnt er "AUTO" wanneer u de
automatische papierselectiefunctie selecteert.
[PAPIERFORMAAT] toets (p.22, p.26)
Druk op deze toets om het papierformaat te
selecteren.
Kopieerfactor display
Geeft de geselecteerde kopieerfactor aan.
[KOPIEERFACTOR] toets (p.31)
Gebruik deze toets om de kopieerfactor weer te
geven.
ACC.#-C
KOPIE
AFDRUKKEN
SCANNEN
FA X
ON LINE
DATA
DATA
DATA
LINE
TAAKSTATUS
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPEC.FUNCTIES
UITVOER
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
A4
ORIGINEEL
A4
0
A4
A3
GEBRUIKSKLAAR.
1
2
12
10
9
11
14
13
6
3
5 8
4 7
De melding varieert afhankelijk van
het land en de regio.
Het scherm varieert afhankelijk van
de geïnstalleerde uitrusting.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
3
14
22
NORMAAL KOPIËREN
KOPIËREN VANAF DE GLASPLAAT
1
Open de origineelklep/RSPF en plaats
het origineel met de kopiezijde naar
beneden.
[Hoe wordt het origineel geplaatst]
Leg de hoek van het origineel overeenkomstig de punt
van de pijl ( ) in de linker achterhoek van de
glasplaat zoals in de afbeelding wordt getoond.
2
Sluit de origineelklep/RSPF.
Het origineelformaat
verschijnt op het
tiptoetsenpaneel.
3
Controleer of het zelfde papierformaat
als het origineel automatisch wordt
geselecteerd.
De geselecteerde lade
wordt geaccentueerd.
Wanneer de lade een
ander papierformaat
bevat dan het origineel,
verschijnt "LAAD xxxx
PAPIER."
Zelfs wanneer de boven-
staande melding wordt weergegeven, kan er met
behulp van de geselecteerde lade worden gekopieerd.
Handmatige selectie van het papierformaat
(papierlade)
Wanneer automatische papierselectie in de key operator
programma's werd uitgeschakeld en u een ander papierfor-
maat wilt gebruiken dan het origineel, tipt u de [PAPIER-
FORMAAT] toets aan en selecteert u de papierlade met het
gewenste papierformaat. (Het geselecteerde papier wordt
geaccentueerd en het papierselectiescherm gaat dicht).
Om het scherm te sluiten zonder een papierformaat te
selecteren, tipt u de [PAPIERFORMAAT] toets opnieuw aan.
4
Selecteer het aantal kopieën en de
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ( ).
Het cijfer in het kopieerhoeveelheid display wordt telkens
met 1 verlaagd wanneer er een kopie werd gemaakt.
Indien u alleen een enkele kopie maakt, kunt u de kopie
maken terwijl het kopieerhoeveelheid display "0" weergeeft.
Om een fout te wissen, drukt u op de [WISSEN] toets ( ).
Indien "AUDIT FUNCTIE" (p.56) ingeschakeld is, voert u uw 5-stellige accountnummer in.
Opmerking
Als het origineelformaat niet automatisch
wordt herkend, dient u dit handmatig in te
stellen. (p.47)
R
Origineel schaal Origineel schaal
A4
A3
B5
B4
A4
R
B5
Opmerking
AUTO
BELICHTIN
AUTO A4
PAPIERFORMA
100%
KOPIEERFACT
A4
ORIGINEEL
A4
A4
A3
Voor het laden van papier, zie "HET
LADEN VAN PAPIER" (p.15). Wanneer u
het papierformaat in de lade wijzigt, moet u
ook de instellingen van het papierformaat
en -soort in de lade wijzigen. (p.19)
De papiersoorten voor de automatische
papierselectie functie kunnen geselecteerd
worden, of u kunt de functie uitschakelen
m.b.v. de key operator programma's. (Zie
het "Handleiding key operator".)
Druk op de [WISSEN] toets ( ) om het
kopiëren midden in een kopieerproces te
stoppen.
Om dezelfde kopieervolgorde te herhalen
voor een ander origineel, dient u gewoon het
origineel te vervangen en de [START] toets in
te drukken ( ).
Wanneer het kopiëren stopt omdat de lade
leeg is, kunt u het kopiëren hervatten door de
[PAPIERFORMAAT] toets aan te tippen en de
handinvoer te selecteren of een papierlade
met hetzelfde papierformaat en -soort papier
dat in dezelfde stand is geladen.
Opmerking
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
A3
0
NORMAAL PAPIER
EXTRA BEELD
INSTELLEN
RECYCLED
NORMAAL PAPIER
1.A4
2.A3
ACC.#-C
Opmerking
23
KOPIEERFUNTIES
2
KOPIEREN VANAF DE RSPF
1
Controleer of er geen origineel op de
glasplaat is achtergebleven en sluit
vervolgens de RSPF.
Wanneer er een origineel
op de glasplaat achterblijft,
verschijnt er, "VERWIJ-
DER HET ORIGINEEL
VAN DE GLASPLAAT."in
het tiptoetsenpaneel.
2
Stel de origineelgeleiders af op de
breedte van het origineel.
3
Plaats de originelen met de geprinte
zijde boven in de documentinvoer.
Plaats de originelen hele-
maal in de invoersleuf.
Het origineelformaat ver-
schijnt op het tiptoetsen-
paneel.
4
Controleer of het zelfde papierformaat
als het origineel wordt geselecteerd.
De geselecteerde lade
wordt geaccentueerd.
Indien geen van de lades
hetzelfde papierformaat
bevat als het origineel,
verschijnt "LAADxxxx
PAPIER".
Zelfs wanneer de bovenstaande melding wordt
weergegeven, kan er met behulp van de
geselecteerde lade worden gekopieerd.
5
Selecteer het aantal kopieën en de
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ( ).
Het cijfer in het kopieerhoeveelheid display wordt
telkens met 1 verlaagd wanneer er een kopie werd
gemaakt.
Indien u alleen een enkele kopie maakt, kunt u de
kopie maken terwijl het kopieerhoeveelheid display
"0" weergeeft.
Om een fout te wissen, drukt u op de [WISSEN]
toets ( ).
Stroom-invoer-functie
Wanneer de stroom-invoer-functie is ingeschakeld in
de key operator programma's verschijnt ca: % secon-
den na het invoeren van de originelen "PLAATS ORIG.
VOOR CONTINU TOEVOER." op het tiptoetsenpa-
neel. Nieuwe originelen die in de RSPF worden
geplaatst terwijl deze melding verschijnt, worden auto-
matisch ingevoerd en gekopieerd.
Het kopiëren van een groot aantal originelen
De opdrachtfunctie is handig wanneer u meer origine-
len wilt kopiëren dan er tegelijkertijd in de RSPF kun-
nen worden geplaatst. Voor informatie over de
Opdrachtfunctie, zie "OPDRACHT SAMENSTELLING"
(p.45).
Indien "AUDIT FUNCTIE" (p.56) ingeschakeld is, voert u uw 5-stellige accountnummer in.
Wanneer de RSPF uitgeschakeld werd in de key operator programma's kan de RSPF niet gebruikt worden.
(Zie het "Handleiding key operator".)
Opmerking
Er kunnen maximaal 100 vellen (90 g/m
2
(24 lbs.)) tegelijkertijd worden ingevoerd.
Als het origineelformaat niet automatisch
wordt herkend, dient u dit handmatig in te
stellen. (p.47)
Opmerking
AUTO
BELICHTIN
AUTO A4
PAPIERFORMA
100%
KOPIEERFACT
A4
ORIGINEEL
A4
A4
A3
Voor het laden van papier, zie "HET LADEN VAN
PAPIER" (p.15). Wanneer u het papierformaat in
de lade wijzigt, moet u ook de instellingen van het
papierformaat en -soort in de lade wijzigen. (p.19)
Desgewenst kunt u handmatig de papierlade
met het gewenste papiersoort selecteren
zoals beschreven op pagina 22.
De papiersoorten voor de automatische
papierselectie functie kunnen geselecteerd
worden, of u kunt de functie uitschakelen
m.b.v. de key operator programma's. (Zie het
"Handleiding key operator".)
Wanneer het origineel groter is dan het papier-
formaat, kan het resultaat van het kopiëren
vanaf de glasplaat verschillen van het resul-
taat van het kopiëren vanuit de RSPF. (p.22)
Druk op de [WISSEN] toets ( ) om het kopië-
ren midden in een kopieerproces te stoppen.
Wanneer het kopiëren stopt omdat de lade leeg
is, kunt u het kopiëren hervatten door de
[PAPIERFORMAAT] toets aan te tippen en de
handinvoer te selecteren of een papierlade met
hetzelfde papierformaat en -soort papier dat in
dezelfde stand is geladen.
Opmerking
ACC.#-C
Opmerking
24
KOPIEERFUNTIES
PUNTEN WAAROP U BIJ HET KOPIEREN MOET LETTEN
Glasplaat en RSPF
Papier dat in een andere afdrukstand is geplaatst dan het origineel kan geselecteerd worden wanneer de
automatische papierselectie of automatische beeldfunctie ingesteld is. In dit geval wordt het beeld van het
origineel gedraaid.
Wanneer u een boek of een gevouwen of gekreukeld origineel kopieert, dient u voorzichtig op de glasplaat/RSPF
te drukken. Hierdoor worden schaduwlijnen die worden veroorzaakt door een ongelijkmatig contact tussen het
origineel en de glasplaat, gereduceerd.
Wanneer de telfunctie van de middelste lade ingeschakeld is, wordt het aantal vellen dat in de uitvoerlade kan
worden geleverd, gereduceerd tot 500 (alleen A4 en 8-1/2" x 11" formaat, de limiet voor alle andere formaten is
300 vellen). Wanneer er een afwerkingeenheid geïnstalleerd is, bedraagt de limiet 400 bladzijden. Wanneer de
offsetfunctie wordt gebruikt, is de limiet ongeveer 300 vellen papier. Wanneer het limiet wordt bereikt, stopt het
kopiëren en gat het licht in de [START] toets ( ) uit. Verwijder de kopieën uit de middelste lade en druk
vervolgens op de [START] toets ( ) om het kopieerproces te hervatten. De telfunctie van de middelste lade kan
worden uitgeschakeld m.b.v. de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
Originelen die in de RSPF kunnen worden gebruikt
Er kunnen maximaal 100 originelen met hetzelfde formaat (A4, 90 g/m
2
(8-1/2" x 11", 24 lbs.)) in de RSPF worden
geplaatst. Originelen met een andere lengte kunnen samen in de RSPF worden geplaatst, zolang de breedtes gelijk
zijn, maar sommige kopieerfuncties werken dan eventueel niet correct.
Geschikte originelen
Originelen met een formaat van A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17") en een gewicht van 35 g/m
2
tot 128 g/m
2
(9 lbs. tot 34 lbs.) of 52 g/m
2
tot 105 g/m
2
(14 lbs. tot 28 lbs.) voor 2-zijdige originelen kunnen worden gebruikt.
Andere overwegingen
Gebruik originelen binnen het aangegeven formaat- en gewichtbereik. Originelen buiten het gespecificeerde
bereik kunnen papierstoringen veroorzaken.
Verzeker u ervan dat er geen paperclips of nietjes in de originelen aanwezig zijn.
Wanneer een origineel vochtige plekken heeft van correctievloeistof, inkt of lijm dient u deze eerst volledig te laten
drogen voor u er een kopie van maakt. Anders kan de binnenkant van de RSPF of de glasplaat verontreinigd
worden.
De volgende originelen kunnen niet gebruikt worden. Dit kan leiden tot papierstoringen, vlekken of onduidelijke
afbeeldingen.
Projecties, blauwdrukpapier, ander transparant of doorschijnend papier en foto's
Carbonpapier
Thermisch kopieerpapier
Originelen die zijn gekreukt, gevouwen of gescheurd
Gelijmde originelen, uitgesneden originelen
Originelen met ringbandgaten
Originelen die zijn afgedrukt met een inktlint (thermaal transfer print), originelen op thermaal afdrukpapier
Het verwijderen van de origineelklep
Verwijder de origineelklep om kopieën te maken van grote originelen, zoals bijvoorbeeld kranten.
Open de origineelklep en til deze op met een lichte achterwaartse hoek. Om de origineelklep weer te plaatsen
doet u het tegenovergestelde.
De RSPF kan niet worden verwijderd.
25
KOPIEERFUNTIES
2
Het kopiëren van originelen met verschillende lengtes (Gemengde toevoer)
Wanneer u de RSPF gebruikt kunnen er originelen met verschillende lengtes samen worden ingevoerd zolang de
breedte van de originelen hetzelfde is.
Om gemengde originelen in te voeren, dient u de volgende stappen op te volgen:
1
Tip de [SPECIALE FUNCTIES] toets
aan.
2
Tip de toets aan en vervolgens de
[FORMAAT ORIGINEEL] toets.
3
Selecteer de "INVOERFUNCTIE VOOR
GEMENGDE ORIGINELEN" checkbox.
4
Tip op de [OK] toets.
De instelling wordt
ingevoerd en u keert terug
naar het hoofdscherm.
de icoon van het
origineelformaat wijzigt in
()
om aan te geven dat
gemengde toevoer werd
geselecteerd.
Automatische rotatie kopieerafdruk (rotatie kopiëren)
Wanneer de originelen in een andere afdrukstand worden geplaatst dan het kopieerpapier, wordt de afbeelding van
het origineel automatisch 90
°.geroteerd. Wanneer een afbeelding geroteerd wordt, wordt er een melding weergege-
ven.) Indien er een functie geselecteerd is die niet geschikt is voor het roteren, zoals het vergroten van de kopie tot
groter dan A4 (8-1/2" x 11") formaat of kantlijnverschuiving, is roteren niet mogelijk.
[Voorbeeld]
Deze functie werkt zowel in de automatische papierselectie zoals in de automatische beeldmodus. Rotatie
kopiëren kan worden uitgeschakeld in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
2-ZIJDIGE
KOPIE
SPEC.FUNCTIES
FORMAAT
ORIGINEEL
HANDMATIG
FORMAAT ORIGINEEL
AUTO
INVOERFUNCTIE VOOR
GEMENGDE ORIGINELEN
OK
Wanneer het kopiëren wordt gestart in de
gemengde toevoerfunctie worden alle
originelen gescand voor het kopiëren begint.
OK
A4
Opmerking
Afdrukstand van het
geplaatste origineel
Afdrukstand van het
geladen papier
Kopie na rotatie
Printzijde omlaag Printzijde omlaag
26
KOPIEERFUNTIES
HANDINVOER (speciaal papier)
De handinvoer moet worden gebruikt om speciaal papier in te voeren zoals transparante film en etiketten. In de
handinvoer kunt u ook standaard kopieerpapier invoeren.
1
Plaats het origineel (de originelen).
(p.22, p.23)
2
Plaats het kopieerpapier (afdrukzijde
omlaag) helemaal in de
handinvoerlade.
Voor papier dat geschikt
is voor de
handinvoerlade, zie
"PAPIER" (p.15).
Voor het laden van
papier, zie "Het laden
van papier in de
handinvoer" (p.18).
3
Tip de [PAPIERFORMAAT] toets aan
of de lade in de afbeelding van de
machine op het tiptoetsenpaneel en
selecteer de handinvoerlade.
Stel het soort papier in
dat in de handinvoer is
geplaatst. (p.20)
4
Selecteer het aantal kopieën en de
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ( ).
Het omschakelen van de startpositie van het kopiëren
Wanneer u op een speciaal papierformaat in de handinvoerlade kopieert, kan de startpositie voor het printen
verticaal worden omgeschakeld voor een fijne afstelling van de afdrukpositie. Voor het aanpassen van de
startpositie voor het printen, volgt u de onderstaande stappen op. Deze functie kan alleen worden gebruikt wanneer
u speciale papierformaten vanuit de handinvoerlade toevoert.
1 Tip de [PAPIERFORMAAT] aan en vervolgens de [EXTRA
BEELDAFSTELLING] op de handinvoerlade.
2 Gebruik de toets of toets om de printpositie af te
stellen en tip vervolgens de [OK] toets aan.
De positie kan worden afgesteld van -10 mm tot +10 mm in
0.5 mm intervallen (-0.5 inch tot +0.5 inch in 0,02 inch intervallen).
Wanneer er een instelling van -10 mm tot -0.5 mm (-0.5 inch tot
-0,02 inch) geselecteerd is, zal de startpositie van het printen
vanuit de standaardpositie naar voren worden bewogen. Wanneer
een instelling van +0.5 mm tot +10 mm (+0,02 inch tot +0.5 inch)
geselecteerd wordt, zal de startpositie van het printen naar
achteren worden bewogen.
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
ACC.#-C
GEBRUIKSKLAAR.
EXTRA BEELD INSTELLEN
NAAR VOOR NAAR ACHTER
OK
0
(-10 10)
mm
0.00
27
2
AUTOMATISCH 2-ZIJDIG KOPIËREN
Twee originelen kunnen automatisch op beide zijden van een enkel blad papier worden gekopieerd. Wanneer de
RSPF wordt gebruikt kunnen er eenvoudig tweezijdige kopieën van tweezijdige originelen worden gemaakt.
BIJ HET GEBRUIK VAN DE GLASPLAAT
1
Plaats het origineel op de glasplaat.
(p.22)
2
Tip de [2-ZIJDIGE KOPIE] toets aan.
3
Tip de [1-zijdige naar 2-zijdige kopie]
toets aan.
4
Tip op de [OK] toets.
Origineel papier
Glasplaat
Enkelzijdig origineel
Twee zijden ( )
RSPF
Enkelzijdig origineel
Twee zijden
()
Tweezijdig origineel
Twee zijden
()
Tweezijdig origineel
Enkelzijdig
()
Papierformaten die kunnen worden gebruikt zijn A5, B5, B5R, A4, A4R, B4 en A3 (8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R,
8-1/2" x 13", 8-1/2" x 14" en 11" x 17").
Wanneer u tweezijdige kopieën maakt op papier met briefhoofd, dient u de kant met het briefhoofd omlaag te
plaatsen wanneer u een papierlade gebruikt of met het briefhoofd omhoog bij het gebruik van de
handinvoerlade (Dit is het tegenovergestelde van normaal.).
Automatisch tweezijdig kopiëren is niet mogelijk op dik papier, dn papier, etiketten, transparante film, enveloppen en
andere speciale papiersoorten.
Indien automatisch tweezijdig kopiëren wordt uitgevoerd in de super foto functie, kan het geheugen vol raken
("GEHEUGEN IS VOL, KIES EEN ANDERE BELICHTING." verschijnt.). Tip de [OK] toets aan om
automatisch tweezijdig kopiëren te annuleren, stel de belichtingsfunctie op een andere dan super foto en
selecteer opnieuw automatisch tweezijdig kopiëren.
Automatisch tweezijdig kopiëren kan worden uitgeschakeld in de key operator programma's. (Zie het
"Handleiding key operator".)
Wanneer Boekkopie (p.43) geselecteerd is, kan er geen 2-zijdig naar 2-zijdig of 2-zijdig naar 1-zijdig worden gebruikt.
Opmerking
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
Origineel in staande afdrukstand
(A3 of B4 (11" x 17" of 8-1/2" x 14") formaat)
Voor [BINDING WIJZIGEN] Na [BINDING WIJZIGEN]
Tip de [BINDING WIJZIGEN] toets aan wanneer u tablet
binding uitvoert of wanneer u automatische tweezijdige
kopieën maakt van een eenzijdig A3 (11" x 17") of B4 (8-1/2"
x 14") staand origineel, tipt u de [BINDING WIJZIGEN] toets
INBINDEN
VERANDEREN
OK
28
KOPIEERFUNTIES
5
Verzeker u ervan dat er automatisch een
geschikt papierformaat wordt geselec-
teerd of selecteer een ander formaat met
behulp van de [PAPIERFORMAAT] toets.
6
Selecteer het aantal kopieën en de
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ( ).
Het origineel voor de
voorzijde wordt gescand.
7
Verwijder het eerste origineel en
plaats het origineel voor de
achterzijde op de glasplaat. Sluit de
origineelklep/RSPF en druk
vervolgens op de [START] toets ( ).
Om automatisch 2-zijdig
kopiëren te annuleren,
drukt u op de [WISSEN]
toets ( ).
HET GEBRUIK VAN DE RSPF
1
Plaats de originelen in de
documentinvoer. (p.23)
2
Tip de [2-ZIJDIGE KOPIE] toets aan.
3
Tip de gewenste kopieerfunctie aan.
4
Tip op de [OK] toets.
5
Verzeker u ervan dat er automatisch
een geschikt papierformaat wordt
geselecteerd of selecteer een ander
formaat met behulp van de [PAPIER-
FORMAAT] toets.
6
Selecteer het aantal kopieën en de
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ( ).
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
ACC.#-C
Wanneer u 2-zijdige kopieën van een
oneven aantal originelen maakt, drukt u na
het scannen van het laatste origineel op de
[LEZEN KLAAR] toets.
Opmerking
UITVOER
2-ZIJDIGE
KOPIE
INB
VERAN
UIKSKLAAR.
Tip de [BINDING WIJZIGEN] toets aan wanneer u tablet
binding uitvoert of wanneer u automatische tweezijdige
kopieën maakt van een eenzijdig A3 (11" x 17") of B4
(8-1/2" x 14") staand origineel, tipt u de [BINDING
Origineel in staande afdrukstand
(A3 of B4 (11" x 17" of 8-1/2" x 14") formaat)
Voor [BINDING WIJZIGEN] Na [BINDING WIJZIGEN]
INBINDEN
VERANDEREN
OK
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
ACC.#-C
29
2
AFSTELLING BELICHTING
HET SELECTEREN VAN HET SOORT ORIGINEEL EN
HANDMATIG AFSTELLEN VAN DE BELICHTING
[AUTO] is standaard geselecteerd voor de automatische afstelling van het beeld overeenkomstig het origineel.
Wanneer u het soort origineel wilt bepalen of de belichting handmatig wilt afstellen, plaatst u het origineel in de
RSPF of op de glasplaat, controleert u het papierformaat en voert u de volgende stappen uit.
1
Tip op de [BELICHTING] toets.
2
Selecteer [TEKST], [TEKST/FOTO],
[FOTO], of [SUPER FOTO]
overeenkomstig het origineel.
Het selecteren van het soort origineel
Er zijn vier origineelsoorten beschikbaar.
De automatische belichtingsafstelling kan alleen
worden geselecteerd wanneer [TEKST]
geselecteerd is voor het soort origineel.
3
Handmatig afstellen van de
kopiebelichting.
Indien [TEKST] geselec-
teerd was voor het soort
origineel, tipt u de [AUTO
HANDMATIG] toets
aan om [HANDMATIG] te
selecteren en stelt u ver-
volgens de kopiebelich-
ting af.
Tip de toets aan om donkerdere kopieën te maken.
Tip de toets aan om lichtere kopieën te maken.
Om terug te keren naar de automatische belichting,
voert u de volgende stappen uit:
1 Tip de [BELICHTING] toets aan.
2 Tip de [TEKST] toets aan.
De [AUTO HANDMATIG] toets verschijnt
wanneer [TEKST] geselecteerd is.
3 Tip de [AUTO HANDMATIG] toets aan, zodat
[AUTO] geaccentueerd wordt.
4 Tip de [OK] toets aan.
4
Tip op de [OK] toets.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
5
Controleer het papierformaat, selec-
teer het aantal kopieën en andere
gewenste kopieerinstellingen en druk
vervolgens op de [START] toets ( ).
6
TEKST
Wordt gebruikt voor normale tekst,
blauwprint en licht potloodschrift.
TEKST/FOTO
Wordt gebruikt voor gemengde
tekst/foto originelen en geprinte
foto's.
FOTO
Wordt gebruikt voor foto's en
wanneer u helderde halftonen
wenst.
SUPER
FOTO
Wordt gebruikt om foto's te kopiëren
met een hoge resolutie van 1200
dpi.
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
AUTO
TYPE ORIGINEEL BEELD
SUPERFOTO
FOTO
TEKST/FOTO
TEKST
1 3
Richtlijnen voor de belichtingswaarden
1 - 2 Donkere originelen zoals kranten
3 Normale originelen
4 - 5 Licht gekleurde tekst of met potlood
geschreven tekst
AUTO
MANUAL
1 3 5
Opmerking
ACC.#-C
30
VERKLEINEN/VERGROTEN/ZOOM
Er zijn drie manieren om kopieën te vergroten en te verkleinen:
Automatische kopieerfactorkeuze overeenkomstig het papierformaat .AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE (onderstaand)
Het vastleggen van een factor met de reductietoet, vergrotingstoets of zoomtoets..HANDMATIGE FACTORSELECTIE (p.31)
Afzonderlijke selecties voor de verticale en horizontale factor............................................................XY ZOOM kopiëren (p.32)
De factoren kunnen worden geselecteerd naar gelang de volgende condities:
AUTOMATISCHE KOPIEERFACTORKEUZE
De factor wordt automatische geselecteerd afhankelijk van het origineelformaat en papierformaat.
1
Plaats het origineel (de originelen).
(p.22, p.23)
Het origineelformaat verschijnt op het
tiptoetsenpaneel.
2
Tip de [PAPIERFORMAAT] toets aan
en selecteer vervolgens het gewenste
papierformaat.
De geselecteerde toets
wordt geaccentueerd en
het papierselectiescherm
gaat dicht.
3
Tip op de [AUTO BEELD] toets.
Er wordt een geschikte
factor geselecteerd
afhankelijk van het origi-
neelformaat en het gese-
lecteerde papierformaat.
(De factor verschijnt op
het tiptoetsenpaneel.)
4
Selecteer het aantal kopieën en de
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ( ).
Instelling soort origineel Origineelpositie Selecteerbare factoren
Anders dan super foto functie
Glasplaat 25 tot 400%
RSPF 50 tot 200%
Super foto functie
Glasplaat 50 tot 200%
RSPF 50 tot 141%
Wanneer het origineelformaat niet in het
tiptoetsenpaneel verschijnt, dient u het
origineelformaat handmatig te selecteren.
(p.47)
De automatische kopieerfactorkeuze is
niet mogelijk wanneer het origineel of het
papier een ander formaat heeft dan
standaardformaat.
Indien het gewenste papier niet in één van
de lades is gevuld, dient u het gewenst
papier in een papierlade of in de
handinvoerlade te vullen. (p.19)
Opmerking
A3
A4
NORMAAL
RECYCLED
Opmerking
AUTO
IMAGE
AUT
PAPIE
1
KOPIE
Wanneer de automatische
kopieerfactorkeuze geselecteerd is, wordt
de [AUTO IMAGE] toets geaccentueerd in
het hoofdscherm.
Indien het origineel en het papier in
verschillende afdrukstanden zijn, wordt het
beeld automatisch gedraaid om aan de
afdrukstand te voldoen (voor papierformaten
A4 (8-1/2" x 11") of minder).
De rotatie van het beeld kan worden
uitgeschakeld in de key operator
programma's. (Zie het "Handleiding key
operator".)
Wanneer "BEELD IS GROTER DAN
KOPIEERPAPIER." in het
tiptoetsenpaneel verschijnt, zal een deel
van het beeld in de kopie ontbreken.
Om de automatische kopieerfactorkeuze te
annuleren, tipt u de [AUTO IMAGE] toets
aan.
Opmerking
ACC.#-C
Opmerking
31
KOPIEERFUNTIES
2
HANDMATIGE KOPIEERFACTORKEUZE
Er zijn vijf (vier) vooringesteld reductiefactoren en vijf (vier) vooringesteld vergrotingsfactoren.
Bovendien kunnen de [ZOOM] toetsen ( , ) worden ingedrukt om de factor in stappen van 1% te selecteren.
1
Plaats het origineel (de originelen).
(p.22, p.23)
2
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets.
3
Gebruik de [MENU] toets om menu
[ ] of menu [ ] te kiezen voor de
selectie van de kopieerfactor.
Menu
Vooringesteld
reductietoetsen: 70%, 81%, 86% (64%, 77%)
Vooringesteld
vergrotingstoetsen:
115%, 122% (121%, 129%),
141%
[100%] toets 100%
Menu
Vooringesteld reductietoetsen:
25%, 50%
Vooringesteld vergrotingstoetsen:
200%, 400%
[100%] toets 100%
4
Gebruik de vergroting- of reductietoet-
sen of de [ZOOM] toets ( / ) om de
gewenste kopieerfactor in te stellen.
De [ZOOM] toetsen
( / )kunnen wor-
den gebruikt om de factor
in stappen van 1% te wijzi-
gen
Tip de toets aan om
het percentage te vergro-
ten, of de toets om
het percentage te verklei-
nen. Door het ingedrukt
houden van een [ZOOM]
toets ( / ) wijzigt de
factor sneller.
5
Tip op de [OK] toets.
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
B4 B5
A3 A4
B5 A5
B4 A4
A5 B5
A4 B4
A4 B5
A3 B4
B5 B4
A4 A3
70%
81%
86%
115%
122%
141%
B5 A4
B4 A3
ZOOM
XY ZOOM
MENU
AUTO
IMAGE
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
AUTO A4
0
1
2
100
OK
%
100%
READY TO COPY.
0
100
ZOOM
%
50%
200%
25%
400%
100%
XY ZOOM
MENU
AUTO
IMAGE
2
1
BELICHTING
PAPIERFORMAAT
KOPIEERFACTOR
AUTO
AUTO A4
OK
Tip een reductie of vergrotingstoets aan
om het ca. percentage in te voeren,en tip
vervolgens de [ ] toets aan om het
percentage te verkleinen of de [ ]
toets om het percentage te vergroten.
Indien "BEELD IS GROTER DAN
KOPIEERPAPIER." verschijnt is de
geselecteerde kopieerfactor te groot voor
het papierformaat. Indien u echter op de
[START] toets ( ) drukt, wordt er een
kopie gemaakt.
ZOOM
XY ZOOM
MENU
1
2
100
B5
A4
B5 A5
B4 A4
A5 B5
A4 B4
A4 B5
A3 B4
B5 B4
A4 A3
70% 81% 86%
115% 122% 141%
A4
A3
%
5
4
B5 A5
B4 A4
A5 B5
A4 B4
A4 B5
A3 B4
B5 B4
A4 A3
70% 81% 86%
115% 122% 141%
4
3
ZOOM
XY ZOOM
MENU
1
2
70
%
Opmerking
ZOOM
ENU
AUTO
IMAGE
BELIC
PAPIERF
KOPIEER
A
AUTO
1
2
70
OK
%
100%
A4 B5
A3 B4
B5 B4
A4 A3
81% 86%
22% 141%
32
KOPIEERFUNTIES
6
Verzeker u ervan dat er automatisch
een geschikt papierformaat wordt
geselecteerd of selecteer een ander
formaat met behulp van de [PAPIER-
FORMAAT] toets.
Indien AUTOMATISCHE
PAPIERFORMAAT inge-
schakeld is wordt het
geschikt kopieerpapier
automatisch geselec-
teerd op basis van het
origineelformaat en de
geselecteerde kopieer-
factor.
7
Selecteer het aantal kopieën en de
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ( ).
HET AFZONDERLIJKE SELECTEREN VAN DE
VERTICALE EN HORIZONTALE KOPIEERFACTOREN
(XY ZOOM kopiëren)
De XY ZOOM functie maakt het mogelijk de horizontale en verticale kopieerfactor onafhankelijk van elkaar te
wijzigen.
Voorbeeld: Verticale kopieerfactor op 100% en horizontale kopieerfactor op 50% ingesteld.
1
Plaats het origineel (de originelen).
(p.22, p.23)
2
Tip op de [KOPIEERFACTOR] toets.
3
Tip op de [XY ZOOM] toets.
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
77%
Om de factor terug te zetten op 100%, tipt u
de [KOPIEERFACTOR] toets aan om het
factormenu weer te geven en vervolgens de
[100%] toets. (p.31, stap 3)
ACC.#-C
Opmerking
De AUTO IMAGE/MULTI SHOT/INBINDKOPIE functie kan niet worden gebruikt in combinatie met de XY
ZOOM functie.
Om de XY ZOOM functie met de BOEKKOPIE functie te gebruiken (p.43), dient u eerst de BOEKKOPIE
functie in te stellen en daarna de XY ZOOM functie.
Origineel
Kopie
Opmerking
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
XY ZOOM
MENU
B4 B5
A3 A4
B5 A5
B4 A4
A5 B5
A4 B4
A
A
B
A
70% 81%
115% 122%
B5 A4
B4 A3
33
KOPIEERFUNTIES
2
4
Tip op de [X] toets.
De [X] toets is standaard
geselecteerd (geaccen-
tueerd) zodat u deze stap
normaal gesproken niet
moet uitvoeren (ga naar
stap 5.).
Indien de [X] toets niet
geaccentueerd is, voert u
deze stap uit.
5
Gebruik de reductie-, vergroting en
ZOOM ( / ) toetsen om de
kopieerfactor in de horizontale (X)
richting te veranderen.
Een vaste kopieerfactor
wordt niet geaccentueerd
wanneer deze wordt
aangetipt.
De [ZOOM] toetsen
( / )kunnen wor-
den gebruikt om de factor
in stappen van 1% te wijzi-
gen
Tip de toets aan om
het percentage te vergro-
ten, of de toets om
het percentage te verklei-
nen. Door het ingedrukt
houden van een [ZOOM]
toets ( / ) wijzigt de
factor sneller.
6
Tip op de [Y] toets.
7
Gebruik de reductie-, vergroting en
ZOOM ( / ) toetsen om de
kopieerfactor in de verticale (X)
richting te veranderen.
Een vaste kopieerfactor
wordt niet geaccentueerd
wanneer deze wordt
aangetipt.
Indien u de horizontale
factor opnieuw moet
afstellen. tipt u opnieuw
de [X] toets aan.
8
Tip op de [OK] toets.
9
Verzeker u ervan dat er automatisch
een geschikt papierformaat wordt
geselecteerd of selecteer een ander
formaat met behulp van de [PAPIER-
FORMAAT] toets.
Indien AUTOMATISCHE
PAPIERFORMAAT inge-
schakeld is wordt het
geschikt kopieerpapier
automatisch geselec-
teerd op basis van het
origineelformaat en de
geselecteerde kopieer-
factor.
10
Selecteer het aantal kopieën en de
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ( ).
Tip een reductie of vergrotingstoets aan om
het ca. percentage in te voeren,en tip ver-
volgens de [ ] toets aan om het percen-
tage te verkleinen of de [ ] toets om het
percentage te vergroten.
1
2
4
ZOOM
100
100
X
Y
64%
50%
XY ZOOM
Y
4%
0%
XY ZOOM
ANNULEREN
ZOOM
100
Y
Opmerking
ZOOM
100
50
X
Y
Om deze functie te annuleren tipt u de
[ANNULEREN] toets in het XY ZOOM
scherm aan.
64%
50%
70%
X
Y
ZOOM
ANNULEREN
ZOOM
50
70
X
Y
OK
%
%
141%
400%
200%
100%
BE
L
PAPI
E
AU
T
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
X-50% Y-70%
Opmerking
34
HET ONDERBREKEN VAN EEN
KOPIEERPROCES
Een kopieerproces kan tijdelijk worden onderbroken om een andere kopieerbewerking te kunnen uitvoeren.
Wanneer de andere bewerking klaar is zal het kopieerproces worden hervat met de originele kopieerinstellingen.
1
Druk op de [ONDERBREKEN] toets
( ) om het kopieerproces te
onderbreken.
De [ONDERBREKEN]
toets ( ) knippert tot de
machine klaar is voor de
onderbreken bewerking,
waarna de toets continu
brandt.
Indien u de onderbreken
bewerking wilt annuleren
terwijl u de instellingen
selecteert, drukt u op de
[ONDERBREKEN] toets
().
2
Verwijder de vorige originelen en
plaats het origineel/de originelen voor
de onderbreken kopieerbewerking.
(p.22, p.23)
3
Selecteer het aantal kopieën en de
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ( ).
De onderbreken kopieën
worden verplaatst
uitgevoerd van de vorige
kopieën. (Offset functie,
p.35)
4
Wanneer de kopieerbewerking
voltooid is, drukt u op de
[ONDERBREKEN] toets ( ) en
verwijdert u de originelen.
5
Vervang de vorige originelen en druk
op de [START] toets ( ) om het
kopiëren voort te zetten.
Vervang alleen de originelen die nog niet werden
gescand.
Automatisch tweezijdig kopiëren, sorteren/groeperen kopiëren, nieten/sorteren,dekblad kopiëren, inbindkopie
gemengde toevoer, opdrachten, job-programma's of multi shot kopiëren kan niet worden gebruikt voor het
onderbreken van een kopieerproces.
Opmerking
Indien de auditfunctie ingeschakeld is,
verschijnt er een mededeling waarin u
wordt gevraagd uw accountnummer in te
voeren. Voer uw accountnummer in met
de numerieke toetsen. De kopieën die
maakt worden bij uw account opgeteld.
Indien er een origineel wordt gescand
terwijl de [ONDERBREKEN] toets ( )
wordt ingedrukt, begint de onderbreken
bewerking nadat het origineel is gescand.
Indien er een kopie wordt geprint, begint
de onderbreken bewerking nadat de kopie
werd geprint.
Opmerking
ACC.#-C
35
3
Hoofdstuk 3
COMFORTABELE
KOPIEERFUNCTIES
Dit hoofdstuk geeft een uitleg van de aangepaste kopieerfuncties en andere handige functies.
AANGEPASTE KOPIEERFUNCTIES
In dit gedeelte worden de sorteren, groeperen en offsetfuncties toegelicht evenals de sorteren-nieten functie, die
wordt gebruikt om de uitvoer te nieten in combinatie met de sorteerfunctie als er een afwerkingeenheid is
geïnstalleerd.
KOPIEEN SORTEREN
Deze functie wordt gebruikt om sets met kopieën
samen te voegen. De kopieën worden in de middelste
lade uitgevoerd en in de andere lades wanneer er een
sorteerlade of een afwerkingeenheid is geïnstalleerd.
KOPIEEN GROEPEREN
Deze functie wordt gebruikt om kopieën op
paginanummer te groeperen. De kopieën worden in de
middelste lade uitgevoerd en in de andere lades
wanneer er een sorteerlade of een afwerkingeenheid
is geïnstalleerd.
OFFSET FUNCTIE
Elke set kopieën wordt verplaatst van de vorige set in
de uitvoerlade gedeponeerd, zodat met de sets
eenvoudig kan onderscheiden. (De offset functie kan
in de middelste lade of in de offsetlade van de
afwerkingeenheid worden gebruikt.)
Inschakelen van de offsetfunctie
De offsetfunctie werkt wanneer er een checkmarkering
verschijnt in de [STAFFEL] checkbox, die wordt
weergegeven door de [UITVOER] toets aan te tippen.
(Wanneer er geen checkmarkering verschijnt, tip dan
de checkbox aan.)
2
1
3
2
1
3
1
2
3
2
1
3
3
3
3
2
2
2
1
2
3
1
1
1
Offset functie "AAN" Offset functie "UIT"
36
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
1
Plaats de originelen in de RSPF of op
de glasplaat. (p.22, p.23)
Wanneer de originelen in
de RSPF geplaatst zijn,
is de sorteerfunctie auto-
matisch geselecteerd.
(Om deze functie uit te
schakelen, zie het
"Handleiding key opera-
tor".)
Voorbeeld: 5 sets kopieën of 5 kopieën per pagina van
3 originelen
2
Tip op de [UITVOER] toets.
3
Tip op de [SORTEREN] of [GROEP]
toets.
4
Tip op de uitvoerlade die u wilt
gebruiken.
De uitvoerlade kan alleen
geselecteerd worden
wanneer er een
sorteerlade of
afwerkingeenheid
geïnstalleerd is.
5
Tip op de [OK] toets.
6
Selecteer het aantal kopieën en
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ( ).
7
[Bij het gebruik van de RSPF:]
Het kopiëren start nadat de originelen gescand
werden.
[Bij het gebruik van de glasplaat:]
Vervang het origineel door het volgende origineel
en druk op de [START] toets ( ). Herhaal deze
stap tot alle originelen werden gescand en tip
vervolgens de [LEZEN KLAAR] toets aan.
De kopieën worden als volgt gegroepeerd:
Wanneer het geheugen vol raakt tijdens het scannen
van de originelen, verschijnt "GEHEUGEN IS VOL.
DRUK OP [START] OM TE BEGINNEN OF OP [CA]
OM TE ANNULEREN. Om alleen de gescande
originelen te kopiëren, drukt u op de [START] toets
( ). Om de bewerking te annuleren, drukt u op de
[ALLES WISSEN] toets ( ).
Om de offset functie in te schakelen (p.35),
tipt u p de [OFFSET] checkbox, zodat er een
checkmarkering verschijnt. Om de offset
functie uit te schakelen, tipt u de [OFFSET]
checkbox opnieuw aan om de checkmarke-
ring te wissen.
Originelen
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
UITVOER
BOVENSTE
LADE
MIDDELSTE
LADE
SORTEREN
GROEP
BOVENSTE
LADE
MIDDELSTE
LADE
Opmerking
Het aantal originelen dat in het geheugen kan
worden gescand, kan worden vergroot door
de geheugentoewijzing in de key operator
programma's te vergroten of door het
installeren van meer geheugen.
(Zie het
"Handleiding key operator".)
STAFFEL
OK
ACC.#-C
LEZEN KLAAR
PLAATS VOLGEND ORIGINEEL. DRUK OP
[START]. DRUK OP [LEZEN KLAAR]
INDIEN GEREED.
Kopie
5 sets kopieën 5 kopieën per pagina
Kopie
Sorteren Groeperen
Opmerking
37
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
3
SORTEREN-NIETEN (wanneer de afwerkingeenheid
(AR-FN5N) geïnstalleerd is)
In deze functie worden de kopieën samengevoegd, geniet en uitgevoerd in de offset lade. De sorteren-nieten functie
kan alleen worden gebruikt wanneer er een afwerkingeenheid is geïnstalleerd.
AFDRUKSTAND VAN HET ORIGINEEL EN
NIETPOSITIES
Wanneer de afdrukstand van de originelen niet overeenkomt met die van het kopieerpapier, worden de beelden
gedraaid. De nietpositie varieert met de afdrukstand van het origineel.
Het gebruik van de RSPF
Voer de originelen met de printzijde omhoog in.
Bij het gebruik van de glasplaat
Plaats elk origineel met d e printzijde omlaag.
Wanneer u B4 of A3 (8-1/2" x 14" of 11" x 17") originelen kopieert met een staande afdrukstand, worden de kopieën
op de onderstaand getoonde positie geniet.
Nietpositie
Linker
bovenhoek
Staande afdrukstand
Liggende afdrukstand
Beschikbare papierformaten:
A4 en B5 (8-1/2" x 11")
Nietcapaciteit: Voor elk formaat
kunnen er maximaal 30 vellen
worden geniet.
Beschikbare papierformaten:
A3, B4 en A4R, (11" x 17",
8-1/2" x 14", 8-1/2" x 13", 8-1/2"
x 11" R)
Nietcapaciteit: Voor elk formaat
kunnen er maximaal 30 vellen
worden geniet.
Nietpositie
Nietpositie
Wanneer u briefhoofd papier gebruikt in de sorteren-nieten functie, dient u het
papier met het briefhoofd vooraan of rechts te laden zoals gtoond in het
diagram.
Originelen met verschillende formaten kunnen niet op de overeenkomstige papierformaten worden
gekopieerd.
De sorteren-nieten functie kan niet worden gebruikt wanneer deze in de key operator programma's werd
uitgeschakeld. (Zie het "Handleiding key operator".)
De offset functie (p.35) kan niet worden gebruikt.
Nietpositie
RSPF
Nietpositie
Glasplaat
Opmerking
SHARP
SHARP
38
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
1
Plaats het origineel (de originelen).
(p.22, p.23)
2
Tip op de [UITVOER] toets.
3
Tip op de [SORTEREN-NIETEN] toets.
Wanneer de [SORTE-
REN-NIETEN] toets
geselecteerd is, wordt de
offsetlade automatisch
als uitvoerlade geselec-
teerd. De bovenste lade
en de middelste lade
kunnen niet worden
gebruikt.
4
Tip op de [OK] toets.
5
Selecteer het aantal kopieën en
andere kopieerinstellingen en druk
vervolgens op de [START] toets ( ).
6
[Bij het gebruik van de RSPF:]
Het kopiëren start nadat alle originelen werden
gescand.
[Bij het gebruik van de glasplaat:]
Vervang het origineel door het volgende origineel
en druk op de [START] toets ( ). Herhaal deze
stap tot alle originelen werden gescand en tip
vervolgens de [LEZEN KLAAR] toets aan.
Wanneer het geheugen vol raakt tijdens het scannen
van de originelen, verschijnt "GEHEUGEN IS VOL.
DRUK OP [START] OM TE BEGINNEN MET
KOPIEREN OF [CA] OM TE ANNULEREN2. Om
alleen de gescande originelen te kopiëren, drukt u op
de [START] toets ( ). Om de bewerking te
annuleren, drukt u op de [ALLES WISSEN] toets ( ).
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
UITVOER
BOVENSTE LADE
STAFFEL-
LADE
SORTEREN
NIETEN
SORTEREN
GROEP
OK
MIDDELSTE LADE
STAFFEL
Het aantal originelen dat in het geheugen kan
worden gescand, kan worden vergroot door
de geheugentoewijzing in de key operator
programma's te vergroten of door het
installeren van meer geheugen. (Zie het
"Handleiding key operator".)
LEZEN KLAAR
PLAATS VOLGEND ORIGINEEL. DRUK OP
[START]. DRUK OP [LEZEN KLAAR]
INDIEN GEREED.
Opmerking
39
3
SPECIALE FUNCTIES
Wanneer de [SPECIALE FUNCTIES] toets in het hoofdscherm van de kopieerfunctie wordt aangetipt, verschijnt het
speciale functies scherm. Het scherm bevat de volgende speciale functietoetsen.
[KANTLIJN-VERSCHUICING] toets (p.41)
Gebruik deze toets om het beeld op het
kopieerpapier automatisch te verschuiven om
randen voor het inbinden te creëren.
[WISSEN] toets (p.42)
Gebruik deze toets om schaduwlijnen te wissen
die op kopieën ontstaan wanneer er dikke
originelen of boeken worden gekopieerd.
[BOEKKOPIE] toets (p.43)
Deze functie wordt gebruikt om aparte kopieën van
e linker en rechter pagina van gebonden
documenten.
[INBINDKOPIE] toets (p.44)
De inbindkopie functie wordt gebruikt om kopieën
in de juiste volgorde te rangschikken om deze
eventueel in het midden te kunnen nieten en in
een boekvorm te vouwen. Er worden twee
originele pagina's op elke kant van het papier
gekopieerd, zodat er vier pagina's op een blad
worden gekopieerd.
[OPDRACHT SAMENSTELLEN] toets (p.45)
Wordt gebruikt als er meer originelen gekopieerd
moeten worden dan in één keer in de RSPF
kunnen worden geplaatst. Zodoende kunt u de
originelen in sets verdelen en deze
achtereenvolgens in de RSPF scannen.
[MULTI SHOT] toets (p.46)
De multi shot kopieerfunctie wordt gebruikt om
twee of vier originelen op een blad kopieerpapier
te kopiëren in één van vier mogelijke lay-out
patronen.
( ) toets, ( ) toets
Gebruik deze toetsen om de pagina's in het
speciale functiescherm te veranderen.
[FORMAAT ORIGINEEL] toets (p.47)
Wordt gebruikt om het origineel formaat handmatig
te selecteren. Wanneer het origineel formaat
geselecteerd is zal de automatische kopieerfactor
selectietoets automatisch een geschikte factor
kiezen gebaseerd op het papierformaat.
[VOORBLAD] toets (p.48)
Druk op deze toets om een verschillend soort
papier te gebruiken voor het voorste en achterste
dekblad (Wanneer de RSPF geïnstalleerd is.).
[Z/W OMKEREN] toets (p.50)
Wordt gebruikt om zwarte en witte gedeeltes om te
keren.
[OK] toets
Tip op deze toets om terug te keren naar het
hoofdscherm van de kopieerfunctie.
FORMAAT
ORIGINEEL
Z/W
OMKEREN
VOORBLAD
SPECIALE FUNCTIES
2/2
OK
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
GEBRUIKSKLAAR.
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
A4
A4
ORIGINEEL
0
A4
A3
MULTISHOT
WISSEN
KANTLIJN
VERSCHUIVING
INBINDKOPIE
SPECIALE FUNCTIES
1/2
OK
OPDRACHT
SAMENSTEL.
BOEKKOPIE
9
10
11
2 3
4 5 6 7
8
1
Tip de [SPEC. FUNCTIES]
toets aan in het hoofdscherm:
Het afgebeelde menu kan
verschillen afhankelijk van de
geïnstalleerde apparatuur.
1
2
3
4
5
Sommige functies kunnen niet met elkaar
worden gecombineerd. Wanneer er een
verboden combinatie van deze functies werd
geselecteerd, verschijnt er een melding op
het tiptoetsenpaneel.
6
7
8
9
10
11
Opmerking
40
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
ALGEMENE PROCEDURE VOOR HET GEBRUIK VAN
DE SPECIALE FUNCTIES
1
Tip de [SPECIALE FUNCTIES] toets
aan.
2
Tip op de toets voor de gewenste
speciale functie.
Voorbeeld:
Om de kantlijnverschui-
ving in te stellen
De instelprocedure voor functies waarvoor verdere
instellingen nodig zijn, begint op de volgende
pagina.
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
KANTLIJN
VERSCHUIVING
INBINDKOPIE
41
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
3
KANTLIJNVERSCHUIVING
De kantlijnverschuiving zal de tekst of het beeld op het kopieerpapier automatisch 10 mm (1/2") verschuiven in de
standaardinstelling.
1
Tip de [KANTLIJN-VERSCHUIVING]
toets op het speciale functies scherm.
Het instelscherm voor de
kantlijnverschuiving
verschijnt.
Het icoon voor de kant-
lijnverschuiving ( ) ver-
schijnt eveneens op het
scherm om aan te geven
dat de functie ingescha-
keld is.
2
Selecteer de richting van de
verschuiving.
Tip op de [RECHTS],
[LINKS] of [OMLAAG]
toets.
De geselecteerde toets
wordt geaccentueerd.
3
Stel de verschuivingfactor naar wens
in en tip de [OK] toets aan.
Gebruik de toets en
de toetsen om de
verschuivingfactor in te
stellen. De verschuiving-
factor kan worden inge-
steld van 0 mm tot
20 mm in stappen van
1 mm (0" tot 1" in stap-
pen van 1/8").
4
Tip de [OK] toets aan op het speciale
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
Beeld naar rechts
verschoven
Beeld naar links
verschoven
Beeld omlaag
verschoven
Kantlijn
Kantlijn
Kantlijn
Kantlijn
1-zijdig kopiëren
2-zijdig kopiëren
Beeld naar rechts
verschoven
Kantlijn
Beeld naar links
verschoven
Kantlijn
Beeld omlaag
verschoven
of
Rechts, links of omlaag kan
geselecteerd worden voor de
verschuivingrichting zoals in
de afbeelding wordt getoond.
De verschuivingfactor kan
worden ingesteld van 0 mm
tot 20 mm in stappen van 1
mm (0" tot 1" in stappen van
1/8").
Wanneer de [OMLAAG] toets
geselecteerd is, plaatst u de
originelen zodanig dat de
kantlijn die moet worden
vergroot naar de achterzijde
van de RSPF of de glasplaat
ingesteld.
KANTLIJN
VERSCHUIVING
INBINDKOPIE
RECHTS LINKS OMLAAG
Over de volgende stappen
Wanneer u de glasplaat gebruikt, zie pagina 22.
Wanneer u de RSPF gebruikt, zie pagina 23.
Wanneer de kantlijnverschuiving geselec-
teerd is, functioneert rotatie kopiëren niet.
Deze eigenschap kan niet worden gebruikt
bij papier dat geen standaard formaat heeft.
Om de kantlijnverschuiving te annuleren,
tipt u de [ANNULEREN] toets aan op het
instelscherm voor de kantlijnverschuiving.
(Zie het scherm van stap 3.)
ZIJDE 1
(0 20)
mm
(0 20)
mm
ZIJDE 2
OKANNULEREN
OK
10 10
Opmerking
42
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
WISSEN
De wisfunctie wordt gebruikt om schaduwlijnen te wissen die op kopieën ontstaan wanneer er dikke originelen of
boeken worden gekopieerd. De te selecteren wisfuncties worden hierna getoond. De wisbreedte is oorspronkelijk
ingesteld op 10 mm (1/2").
RAND WISSEN
Verwijdert schaduwlijnen aan de randen van kopieën
die worden veroorzaakt wanneer zwaar papier of een
boek wordt gekopieerd.
MIDDEN WISSEN
Verwijdert schaduwlijnen die worden veroorzaakt door
de ruggen van gebonden documenten.
RAND + MIDDEN WISSEN
Verwijdert schaduwlijnen rond de randen van kopieën
en verwijdert de schaduw in het midden van kopieën.
1
Tip de [WISSEN] toets aan op het
speciale functies scherm.
Het instelscherm voor
het wissen verschijnt.
Het icoon voor de kant-
lijnverschuiving ( ,
enz.) verschijnt even-
eens op het scherm om
aan te geven dat de func-
tie ingeschakeld is.
2
Selecteer de gewenste wisfunctie.
Selecteer één van de
drie wisfuncties. De
geselecteerde toets
wordt geaccentueerd.
3
Stel de wisbreedte naar wens in en tip
de [OK] toets aan.
Gebruik de toets en
de toetsen om de
wisbreedte in te stellen.
De wisbreedte kan
worden ingesteld van
0 mm tot 20 mm in
stappen van 1 mm (0" tot
1" in stappen van 1/8").
4
Tip de [OK] toets aan op het speciale
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
MUL
SH
WISSEN
N
NG
IE
OPDRACHT
SAMENSTEL.
WISSEN
MIDDEN
WISSEN
RAND+MIDDEN
WISSEN
RAND
WISSEN
RAND
ANNULEREN OK
10
(0 20)
mm
Over de volgende stappen
Indien de glasplaat wordt gebruikt, zie pagina 22.
Indien de RSPF wordt gebruikt, zie pagina 23.
Deze functie kan niet worden gebruikt met
originelen die geen standaardformaat
hebben.
Deze functie kan niet geselecteerd worden
wanneer gemengde invoer (p.25) wordt
gebruikt.
Om de wisfunctie te annuleren, tipt u de
[ANNULEREN] toets aan op het instel-
scherm voor het wissen. (Zie het scherm
van stap 3.)
Opmerking
43
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
3
BOEKKOPIE
De boekkopie functie maakt aparte kopieën van documenten die naast elkaar op de glasplaat worden geplaatst. Dit
is handig bij het kopiëren van boeken en andere ingebonden documenten.
[Voorbeeld] Kopiëren van de rechter en linker pagina’s van een boek
1
Tip de [BOEKKOPIE] toets aan op het
speciale functies scherm.
De [BOEKKOPIE] toets
is geaccentueerd om aan
te geven dat de functie
ingeschakeld is en de
boekkopie icoon ( )
verschijnt op het scherm.
2
Tip de [OK] toets aan op het speciale
functies scherm.
U gaat terug naar het
hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
3
Plaats de originelen op de glasplaat.
(p.22)
Bij het kopiëren van boeken:
Wanneer u een dik boek kopieert, drukt u licht op het
boek om het tegen de glasplaat te drukken.
4
Controleer of er B5 of A4 (8-1/2" x 11")
papierformaat werd geselecteerd.
Indien er geen B5 of A4
(8-1/2" x 11") papier werd
geselecteerd, tipt u de
[PAPIERFORMAAT]
toets aan om B5 of A4
(8-1/2" x 11") papier te
selecteren.
5
Selecteer het aantal kopieën en
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ( ).
Er kan een reductie-instelling worden geselecteerd
wanneer u de boekkopie functie gebruikt, er kan
echter geen vergrotingsinstelling geselecteerd
worden.
De boekkopie functie kan alleen worden gebruikt
wanneer u vanaf de glasplaat kopieert. De RSPF
kan niet worden gebruikt.
B5 en A4 (8-1/2" x 11") papier kan worden gebruikt.
Boek origineel Boekkopie
MULTISHOT
1/2
BOEKKOPIE
0
1/2
OK
BOEKKOPIE
Middenlijn van
het origineel
Deze pagina
wordt eerst
gekopieerd
Index
B5, A4 (8
1
/2x11 )
Om de boekkopie functie te annuleren, tipt
u de [BOEKKOPIE] toets aan in het spe-
ciale functies scherm. (De toets wordt niet
meer geaccentueerd.) (Zie het scherm van
stap 1.)
Om schaduwen te wissen die worden ver-
oorzaakt door het inbinden van documen-
ten, gebruikt u de randen wisfunctie (pagina
p.42). (Midden wissen en Rand + midden
wissen kan niet worden gebruikt bij de
boekkopie functie.)
PAPIERFORMAAT
AUTO A4
100%
COPY RATIO
ACC.#-C
Opmerking
44
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
INBINDKOPIE
De inbindkopie functie wordt gebruikt om kopieën in de juiste volgorde te rangschikken om deze eventueel in het
midden te kunnen nieten en in een boekvorm te vouwen. Er worden twee originele pagina's op elke kant van het
papier gekopieerd, zodat er in totaal vier pagina's op elk blad worden gekopieerd.
Deze functie is handig om kopieën in een attractieve boekvorm te rangschikken.
[Voorbeeld]: Het kopiëren van 8 originelen in de inbindkopie functie
Scan de originelen in de volgorde van de eerste
pagina tot de laatste pagina. De kopieervolgorde
wordt automatisch door het apparaat ingesteld.
Er kan of linker rug (rechts naar links draaiing) of
rechter rug (links naar rechts draaiing) geselecteerd
worden.
Er worden vier originelen op een blad gekopieerd.
Blanco pagina’s worden automatisch aan het einde
gemaakt afhankelijk van het aantal originelen.
1
Tip de [INBINDKOPIE] toets aan op
het speciale functies scherm.
Het instelscherm voor
inbindkopie verschijnt.
Het icoon voor de
inbindkopie ( , etc)
verschijnt eveneens in de
linker bovenhoek van het
scherm om aan te geven
dat de functie
ingeschakeld is.
2
Bepaal of er 1-zijdige of 2-zijdige
originelen gekopieerd moet worden.
3
Selecteer de rugpositie ([LINKER
RUG] of [RECHTER RUG]) en toets
vervolgens op de [OK] toets in het
instelscherm voor inbindkopie.
U keert terug naar het
menuscherm van de
speciale functies.
4
Tip de [OK] toets aan op het speciale
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
5
Plaats het origineel (de originelen).
(p.22, p.23)
6
Controleer of er automatisch een geschikt
papierformaat werd geselecteerd.
Indien het gewenste
papierformaat niet werd
geselecteerd, gebruik dan
de [PAPIERFORMAAT]
toets om het papierfor-
maat te selecteren. Nadat
het papier werd geselec-
teerd tipt u de [AUTO
IMAGE] toets aan. De
passende kopieerfactor wordt automatisch geselecteerd.
7
Selecteer het aantal kopieën en
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ( ).
8
[Bij het gebruik van de RSPF:]
Het kopiëren start nadat alle originelen werden
gescand.
9
[Bij het gebruik van de glasplaat:]
Vervang het origineel door het volgende origineel
en druk op de [START] toets ( ). Herhaal deze
stap tot alle originelen werden gescand en tip
vervolgens de [LEZEN KLAAR] toets aan.
1
2
3
4
5
6
7
8
7
8
5
6
3
4
1
2
Originelen (2-zijdig)
Originelen (1-zijdig)
Eerste pagina
Eerste pagina
De afgewerkte
kopieën kunnen
gevouwen worden.
KANTLIJN
VERSCHUIVING
INBIND-
KOPIE
ANNULEREN
OK
INBINDKOPIE
ORIGINEEL
2-ZIJDIG1-ZIJDIG
RUG
RECHTS
RUG
LINKS
ANNULEREN OK
IG
RUG
RECHTS
RUG
LINKS
Wanneer de inbindkopie functie geselecteerd is,
wordt automatisch 2-zijdig kopiëren geselecteerd.
Om de inbindkopie functie te annuleren, tipt u de
[ANNULEREN] toets aan op het instelscherm
voor inbindkopie. (Zie het scherm van stap 2.)
PAPIERFORMAAT
AUTO A4
100%
COPY RATIO
Opmerking
45
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
3
OPDRACHT SAMENSTELLING
Wordt gebruikt als er meer originelen gekopieerd moeten worden dan in één keer in de RSPF kunnen worden
geplaatst. Het maximum aantal originelen dat tegelijkertijd in de RSPF kan worden geplaatst, is 100,)
Voorbeeld: Kopiëren van 130 pagina's (A4 (8-1/2" x 11") originelen)
1
Tip de [OPDRACHT SAMENSTELLEN]
toets aan op het speciale functies
scherm.
De [OPDRACHT
SAMENSTELLEN] toets
wordt geaccentueerd.
De opdracht
samenstellen icoon ( )
verschijnt ook op het
scherm om aan te geven
dat de functie
ingeschakeld is.
2
Tip de [OK] toets aan op het speciale
functies scherm.
U gaat terug naar het
hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
3
Plaats de originelen in de RSPF p.23.
4
Controleer of er een geschikt papier-
formaat werd geselecteerd, selecteer
het aantal kopieën en andere
gewenste kopieerinstellingen en druk
vervolgens op de [START] toets ( ).
Het scannen begint.
Nadat het eerste
gedeelte van originelen
is gescand (A in het
bovenstaande voor-
beeld) plaatst u het vol-
gende gedeelte
originelen en drukt u op
de [START] toets ( ).
Herhaal deze stap tot alle overgebleven originelen
(B in het bovenstaande voorbeeld) werden gescand.
Verwijder elke set originelen voor u de volgende set
plaatst.
5
Tip op de [LEZEN KLAAR] toets.
Het kopiëren begint.
Wanneer het geheugen vol raakt tijdens het scannen van de originelen, verschijnt "GEHEUGEN IS VOL.
DRUK OP [START] OM TE BEGINNEN OF OP [CA] OM TE ANNULEREN. Om alleen de gescande originelen
te kopiëren, drukt u op de [START] toets ( ). Om de bewerking te annuleren, drukt u op de [ALLES
WISSEN] toets ( ).
Afhankelijk van de inhoud van de originelen kan het geheugen vol raken voordat er 100 originelen werden gescand.
In dit geval drukt u op de [START] toets ( ) om de originelen die werden gescand te kopiëren en vervolgens
plaatst u de originelen die nog niet werden gescand in de RSPF en herhaalt u de kopieerprocedure.
Om het aantal originelen dat kan worden gescand, te vergroten, kunt u extra geheugen installeren of de
geheugentoewijzing in de key operator programma's vergroten. (Zie het "Handleiding key operator".)
Opmerking
Originelen
* Verdeel de originelen in sets van maximaal 100 pagina's.
Scan de sets beginnende bij de eerste pagina van set A.
100 vel 30 vel
pagina 1 pagina 101
ERASET
-
MULT
WISSEN
JOB
BUILD
D
OPDRACHT
SAMENSTEL.
MULTISHOT
WISSEN
1/2
OK
OPDRACHT
SAMENSTEL.
BOEKKOPIE
Om de opdracht samenstelling te annuleren
tipt u op de [OPDRACHT SAMENSTELLEN]
toets in het speciale functies scherm zodat
deze niet langer geaccentueerd is. (Zie het
scherm van stap 1.)
ACC.#-C
LEZEN KLAAR
PLAATS VOLGEND ORIGINEEL. DRUK OP
[START]. DRUK OP [LEZEN KLAAR]
INDIEN GEREED.
Opmerking
46
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
MULTISHOT
De multi shot kopieerfunctie wordt gebruikt om twee of vier originelen op een blad kopieerpapier te kopiëren in één
bepaalde volgorde.
Voorbeeld: Kopiëren van vier originelen op een blad papier
(Paginanummer: 4 in 1 ( ), lay-out: ( ))
Bij het gebruik van de multishot functie plaatst u de
originelen, selecteert u het gewenste papierformaat
en selecteert u de kopieerfunctie voordat u de mul-
tishot functie selecteert op het speciale functies
scherm.
Wanneer u de
multi shot
functie gebruikt, wordt de
juiste kopieerfactor automatisch ingesteld gebaseerd
op het origineelformaat, het papierformaat en het aantal
originelen dat op een blad moet worden gekopieerd.
De minimum reductiefactor is 25%. (De minimum
reductiefactor is 50% wanneer SUPER FOTO werd
geselecteerd voor het soort origineel in de belich-
tingsinstellingen of wanneer de RSPF wordt gebruikt.)
Afhankelijk van het origineelformaat, papierformaat en
het aantal originelen dat op een blad moet worden
gekopieerd kunnen er gedeeltes van de originele
afbeeldingen worden afgesneden.
1
Tip de [MULTISHOT] toets aan op het
speciale functies scherm.
Het instelscherm voor
MULTI SHOT verschijnt.
De MULTISHOT icoon
( ) verschijnt ook op het
scherm om aan te geven
dat de functie
ingeschakeld is.
2
Selecteer het aantal originelen dat op
een blad moet worden gekopieerd uit
het multi shot selectiescherm.
3
Selecteer het lay-out.
Selecteer de volgorde
waarin de originelen op
de kopie gerangschikt
moeten worden.
4
Selecteer een grensinstelling.
Selecteer [ ], [ ], of
[].
5
Tip op de[OK] toets in het multishot
instelscherm.
U keert terug naar het menuscherm van de speciale
functies.
6
Tip de [OK] toets aan op het speciale
functies menuscherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
7
Selecteer het aantal kopieën en
andere gewenste kopieerinstellingen
en druk vervolgens op de [START]
toets ( ).
8
[Bij het gebruik van de RSPF:]
Het kopiëren start nadat alle originelen werden
gescand.
9
[Bij het gebruik van de glasplaat:]
Vervang het origineel door het volgende origineel
en druk op de [START] toets ( ). Herhaal deze
stap tot alle originelen werden gescand en tip
vervolgens de [LEZEN KLAAR] toets aan.
1-zijdige kopie van
1-zijdig origineel
Kopie
1-zijdige kopie van
2-zijdig origineel
MULTISHOT
1/2
BOEKKOPIE
SPECIALE FUNCTIES
MULTISHOT
OK
OK
ANNULEREN
LAY-OUT
2-in-1 4-in-1
RAND
OK
ANNULEREN
LAY-OUT
RAND
De afbeeldingen kunnen gedraaid worden
afhankelijk van het aantal originelen en de
afdrukstand van de originelen en het
kopieerpapier.
•Om de
multi shot
functie te annuleren, tipt u
de [ANNULEREN] toets aan in het
multishot
instelscherm (het scherm van stap 2).
OK
ANNULEREN
LAY-OUT
RAND
Opmerking
47
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
3
ORIGINEEL FORMAAT
Indien u een andere papiersoort wilt gebruiken dan het automatisch geselecteerde origineelformaat, wordt de
instelling van eht origineelformaat bepaald door de speciale fucnties. De gemende toevoer instelling (p.25) wordt
hier ook geselecteerd.
1
Tip de toets aan en vervolgens de
[ORIGINEELFORMAAT] toets in het
speciale functies menuscherm.
Het instelscherm voor
origineelformaat
verschijnt.
2
Tip op de [HANDMATIG] toets.
3
Selecteer het origineel formaat.
De [HANDMATIG] toets is geaccentueerd en het
geselecteerde papierformaat wordt weergegeven.
4
Tip op de binnenste [OK] toets.
U keert terug naar het menuscherm van de
speciale functies.
5
Tip de [OK] toets aan op het speciale
functies menuscherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
Om een origineel met INCH formaat weer te
geven, tipt u de [AB INCH] toets aan. De
INCH formaten verschijnen.
FORMAAT
ORIGINEEL
VOOR
ALE FUNCTIES
HANDMATIG
MAAT ORIGINEEL
AUTO
INVOERFUNCTIE VOOR
GEMENGDE ORIGINELEN
OK
INCH
AB
OK
AUTO
HANDMATIG
FORMAAT ORIGINEEL
A5 B5 B5R A4R
A5A4R B4
Opmerking
Om gemengde toevoer te selecteren,
selecteert u de "INVOERFUNCTIE VOOR
GEMENGDE ORIGINELEN" checkbox.
De gemengde toevoer wordt uitgelegd op
pagina 25.
Opmerking
48
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
DEKBLAD KOPIEREN
de dekblad functie wordt gebruikt om een dekblad aan de voorkant of achterkant toe te voegen of aan beide kanten
van een document met meerdere pagina's.
Om de dekblad functie ge gebruiken moet de RSPF worden toegepast.
Het kopiëren op een dekblad Niet kopiëren op een dekblad
1-zijdige originelen
Achterste dekblad
(geen kopiëren)
Voorste dekblad (kopiëren
op voorzijde mogelijk)
1-zijdige kopieën
(kopiëren op een dekblad)
2-zijdige originelen
SHARP
SHARP
Dekblad
origineel
1
2
3
4
1
2
3
4
3
4
5
1
2
Dekblad origineel
SHARP
Achterste dekblad
(geen kopiëren)
Voorste dekblad (kopiëren
op voorzijde mogelijk)
SHARP
1
2
3
4
5
1-zijdige originelen 2-zijdige kopieën
(kopiëren op een dekblad)
2-zijdige originelen
2
3
4
1
Dekblad
origineel
SHARP
2-zijdige kopieën van 1-zijdige of 2-zijdige originelen
1-zijdige kopieën van 1-zijdige of 2-zijdige originelen
1
2
3
4
SHARP
Dekblad origineel
2
3
4
1
SHARP
Achterste dekblad
(geen kopiëren)
Voorste dekblad (kopiëren
op voorzijde mogelijk)
(achterkant van dekblad
is blanco)
Er kan een voorste dekblad, een achterste
dekblad of zowel een voorste als een achterste
dekblad geselecteerd worden.
U kunt vastleggen of er wel of niet op het
voorste dekblad gekopieerd wordt.
Het kopiëren is niet mogelijk op het dekblad van
de achterzijde.
2
3
4
1
Achterste
dekblad
Voorste dekblad
(niet kopiëren op
voorzijde)
1-zijdige originelen
2-zijdige originelen
1
2
3
4
1
2
3
4
4
1
2
3
Voorste dekblad
1-zijdige originelen
2-zijdige originelen
1
2
3
4
4
1
2
3
1-zijdige kopieën van 1-zijdige of 2-zijdige originelen
2-zijdige kopieën van 1-zijdige of 2-zijdige originelen
Achterste
dekblad
1-zijdige kopieën
(niet kopiëren op dekblad)
1-zijdige kopieën
(niet kopiëren op dekblad)
Er kan een voorste dekblad, een achterste
dekblad of zowel een voorste als een achterste
dekblad geselecteerd worden.
49
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
3
1
Tip de toets aan en vervolgens de
[VOORBLAD] toets in het speciale
functies menuscherm.
Het instelscherm voor
het dekblad verschijnt.
Het icoon voor het
dekblad ( , enz.)
verschijnt eveneens op
het scherm om aan te
geven dat de functie
ingeschakeld is.
2
Selecteer de dekbladen die u wilt
toevoegen.
Om alleen een dekblad aan de voorkant toe te voegen,
tipt u op de [VOORSTE DEKBLAD] toets. Om alleen
een dekblad aan de achterkant toe te voegen, tipt u op
de [ACHTERSTE DEKBLAD] toets. Om zowel een
dekblad aan de voorkant als aan de achterkant toe te
voegen, tipt u op de [VOORSTE+ACHTERSTE
DEKBLAD] toets.
3
Bepaal of er wel of niet op het voorste
dekblad gekopieerd wordt.
Selecteer [JA] of [NEE]
op het tiptoetsenpaneel.
Indien [JA] geselecteerd
is, zal het eerste blad van
het document op het
voorste dekblad gekopi-
eerd worden.
4
Tip de [OK] toets aan op het
dekbladen instelscherm.
Ga terug naar het SPECIALE FUNCTIES
scherm.
5
Tip de [OK] toets aan op het speciale
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
6
Laad de dekbladen die u wilt
gebruiken in de handinvoer.
Laad hetzelfde
papierformaat als het
papierformaat voor de
kopieerbewerking.
T
EL
VOORBLAD
COVER
SPECIALE FUNCTIES
VOORKANT
ACHTERKANT
VOORKANT+
ACHTERKANT
AFDRUKKEN OP VOORBLAD?
JA
NEE
OK
ANNULEREN
OK
T+
ANT
AFDRUKKEN OP VOORBLAD?
JA
NEE
OK
ANNULEREN
Over de volgende stappen
zie pagina 23.
Het is niet mogelijk om aan de binnenkant
van een voorste dekblad te kopiëren en op
geen enkele kant van het achterste
dekblad.
Controleer of de originelen in de RSPF
werden geplaatst. De glasplaat kan voor
deze functie niet worden gebruikt.
Tijdens het kopiëren van een dekblad
functioneert de stroom-invoer-functie niet,
ook niet wanneer deze in de key operator
programma's werd ingeschakeld. (Zie het
"Handleiding key operator".)
Om de dekblad functie te annuleren,
selecteert u de dekblad functie opnieuw en
tipt u op de [ANNULEREN] toets. (Zie het
scherm van stap 2.)
Opmerking
50
COMFORTABELE KOPIEERFUNCTIES
Z/W OMKEREN FUNCTIE
De Z/W OMKEREN functie wordt gebruikt om zwart en wit in een kopie om te draaien om een negatief beeld te
creeren.
Wanneer de Z/W omkeren functie geselecteers is,
wordt de belichtingsfunctie automatisch op TEKST
ingesteld. Andere belichtingsfuncties kunnen niet
worden ingesteld. Indien Z/W OMKEREN geannuleerd
wordt, wordt de TEKST functie niet automatisch
geannuleerd.
1
Tip de toets aan en vervolgens de
[Z/W OMKEREN] toets in het speciale
functies menuscherm.
De [Z/W OMKEREN]
toets wordt geaccentu-
eerd.
De Z/W omkeren icoon
( ) verschijnt ook op
het scherm om aan te
geven dat de functie
ingeschakeld is.
2
Tip de [OK] toets aan op het speciale
functies scherm.
U gaat terug naar het hoofdscherm van de
kopieerfunctie.
Origineel Z/W OMKEREN functie
Over de volgende stappen
Indien de glasplaat wordt gebruikt, zie pagina 22.
Indien de RSPF wordt gebruikt, zie pagina 23.
Om de Z/W omkeren functie te annuleren, tipt
u opnieuw op de [Z/W OMKEREN] toets in
het speciale functies scherm. (De toets wordt
niet meer geaccentueerd.) (Zie het scherm
van stap 1.)
ORBLAD
Z/W
OMKEREN
Opmerking
51
4
Hoofdstuk 4
AANGEPASTE
INSTELLINGEN
AANGEPASTE INSTELLINGEN
De aangepaste instellingen kunt u gebruiken om bepaalde instellingen van de machine aan uw eigen behoeftes aan
te passen. De aangepaste instellingen bestaan uit de volgende instellingen:
TOTAAL TELLER ....................... Het aantal door het apparaat bewerkte pagina's wordt weergegeven. (p.53)
DISPLAY CONTRAST ................ Wordt gebruikt om het contrast van het tiptoetsenpaneel af te stellen. (p.53)
LIJSTAFDRUK*
1
.........................Wordt gebruikt om een lijst met instellingen of lettertypes te printen. (p.53)
KLOK ..........................................Hiermee kunt u de datum en de tijd van de interne klok instellen. (p.53)
LADE-INSTELLINGEN ............... Wordt gebruikt om de instellingen voor de papiersoort en het papierformaat
voor elke lade te configureren en om te selecteren of u wel of niet
automatisch naar een andere lade over wilt schakelen met hetzelfde
papierformaat als de lade leeg raakt tijdens continu printen. (p.53)
De volgende instellingen worden gedetailleerd beschreven in de gebruiksaanwijzing voor het faxtoestel.
ADRESREGELING*
2
.................. Indien uw machine over deze functie beschikt, wordt deze instelling gebruikt
om faxnummers op te slaan voor automatisch kiezen. Er kunnen ook
groepstoetsen en gebruikersindexen worden geprogrammeerd.
ONTVANGSTFUNCTIE*
2
........... Wordt gebruikt om de faxontvangstfunctie te selecteren (automatisch of
handmatig).
FAX DATA DOORSTUREN*
2
..... Dit wordt gebruikt om faxberichten die in het geheugen werden ontvangen
naar een andere bestemming te zenden.
TOETSENBORD SELECTIE*
3
...Wanneer u de fax- of netwerkscanner functie gebruikt, kunt u deze instelling
gebruiken om het lay-out van het toetsenbord in het letter invoerscherm te
wijzigen. (p.53)
KEY OPERATOR
PROGRAMMA'S ......................... Instellingen voor de hoofdoperator (beheerders van de machine). Er ver-
schijnt een toets voor deze instellingen in het menu met aangepaste instel-
lingen. Voor een uitleg van deze instellingen, zie het handleiding key
operator. (Voor een toelichting van de key operator programma's voor de
faxoptie, zie de gebruiksaanwijzing voor het faxtoestel.)
*
1
De faxoptie of netwerkprinter functie meot geinstalleerd zijn.
*
2
De faxfunctie moet geïnstalleerd zijn.
*
3
De faxoptie of netwerkscanner functie moet geïnstalleerd zijn.
52
AANGEPASTE INSTELLINGEN
ALGEMENE PROCEDURE VOOR AANGEPASTE
INSTELLINGEN
1
Tip de [GEBRUIKERSINSTELLINGEN]
toets aan.
2
Tip de toets van de gewenste
instelling aan. Het instelscherm
verschijnt.
Alle aangepaste instellingen worden op de
volgende pagina's toegelicht.
De [LADE-INSTELINGEN] toets is in het
volgende voorbeeld geselecteerd.
Wanneer de [LADE-INSTELLINGEN] toets
geselecteerd is, verschijnt het volgende scherm.
3
Tip de [OK] toets aan in het
instelscherm om dit te sluiten.
4
Wanneer u de aangepaste instellingen
wilt verlaten tipt u de [VERLATEN]
toets aan.
Wanneer er een checkbox naast een item
in het scherm verschijnt, tipt u de check-
box ( ) aan om het item te selecteren.
Er verschijnt een checkmarkering ( )
om aan te geven dat het item geselec-
teerd is.
In de bovenstaande instellingen kan lade
1 gebruikt worden voor de print-, kopieer-
en faxfunctie. Lade 2 en 3 kunnen alleen
voor de kopieerfunctie worden gebruikt.
Voor een gedetailleerde toelichting van de
lades, zie
"PAPIERFORMAATINSTELLING VAN
EEN LADE WIJZIGEN" (p.19).
DATA
LINE
AAKSTATUS
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
ADRESBEHEER
KEUZE
TOETSENBORD
KEY-OPERATORPROGRAMMA'S
KLOK
DISPLAY-
CONTRAST
LIJSTAFDRUK
DOORSTUREN
FAXDATA
VERLATEN
ONTVANGSTMODUS
LADEINSTEL.
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
PAPIERLADE-INSTELLINGEN
LADE 1
LADE 3
LADE 2 NORMAAL PAPIER / B4
NORMAAL PAPIER / A3
TYPE / FORMAAT
AFDRUKKEN
FAX
OK
1/3
NORMAAL PAPIER / A4
KOPIEREN
Opmerking
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
TOTAAL AANTAL
KOPIEËN
KEUZE
TOETSENBORD
KEY-OPERATORPROGRAMMA'S
KLOK
DISPLAY-
CONTRAST
DOORSTUREN
FAXDATA
VERLATEN
ADRESBEHEER
LIJSTAFDRUK
ONTVANGSTMODUS
LADEINSTEL.
53
AANGEPASTE INSTELLINGEN
4
INSTELLINGEN
Totaal teller
De totaal teller toont de volgende tellingen:
Totaal aantal kopieën en geprinte pagina's
Aantal pagina's dat via de RSPF werd toegevoerd
Aantal tweezijdige kopieën
Aantal malen dat de nieteenheid werd gebruikt
Aantal pagina's dat werd verzonden via de netwerk
scanner functie
Aantal verzonden en ontvangen faxpagina's
De tellingen die verschijnen zijn afhankelijk van de
geïnstalleerde randapparatuur.
Elk blad papier met A3 (11" x 17") formaat of groter
wordt als twee bladen geteld.
Elk blad papier dat wordt gebruikt voor automatisch
tweezijdig kopiëren wordt geteld als twee bladen (A3
(11" x 17") papier wordt geteld als vier bladen.).
Displaycontrast
Afstelling van het schermcontrast wordt gebruikt om
het LCD tiptoetsenpaneel gemakkelijker te kunnen
bekijken onder diverse lichtomstandigheden. Tip op de
[LIGHTER] toets om het scherm lichter te maken of op
de [DARKER] toets om het scherm donkerder te
maken.
Lijst printen
Gebruik deze functie om de PRINTER TEST PAGINA,
het FAXRAPPORT of de ZENDADRESSENLIJST te
printen.
Klok
Hiermee kunt u de datum en de tijd van de interne klok
instellen. De datum en de tijd worden gebruikt voor
functies die datum- en tijdgegevens vereisen.
Lade-instellingen
De papiersoort, het papierformaat en de ingescha-
kelde functies kunnen voor elke lade worden ingesteld.
Automatische ladeomschakeling en uitschakelen van
tweezijdig printen op briefhoofdpapier kan eveneens
worden ingesteld. Zie pagina 19 en 20 voor details
over het instellen van papiersoort en -formaat.
Om te selecteren welke lades in de kopieer-, printer-
en faxfuncties kunnen wordne gebruikt, seleceert u
de checkboxen ( ) van de gewenste laden in elke
functie.
Wanneer er een lade leeg raakt tijdens een kopieer-
proces, zal de automatische ladeomschakelings-
functie automatisch de papierbron naar een andere
lade omschakelen met hetzelfde papierformaat en
dezelfde instellingen m.b.t. papiersoort.
(De automatische ladeomschakelfunctie kan niet
worden ingesteld voor de handinvoerlade.)
Toetsenbord selectie
Wanneer u de fax- of netwerkscanner functie gebruikt
kunt u het lay-out van het toetsenbord dat in het letter
invoerscherm verschijnt, veranderen. Selecteer het
lay-out dat u het eenvoudigst lijkt.
De volgende drie toetsenbord configuraties zijn
beschikbaar:
Toetsenbord 1 (QWERTY configuratie)*
Toetsenbord 2 (AZERTY...configuratie)
Toetsenbord 3 (ABCDEF...configuratie)
*
De standaardinstelling is "Toetsenbord 1".
(Voorbeeld: Letterinvoerscherm wanneer
toetsenbord 3 geselecteerd is.)
NAAM
SPATIE
AB/ab 12#$
OK
ANNULEREN
ABC
abc
ÀÄÂ/àäâ
aa c d g h i j
k l m n o p q
t u v w x y z
r s @
feb
54
OPDRACHTPROGRAMMA GEHEUGEN
Indien u vaak dezelfde instellingen gebruikt voor kopieerbewerkingen kunt u deze instellingen in een opdrachtpro-
gramma opslaan. Er kunnen max. 10 opdrachtprogramma's worden opgeslagen, die ook behouden blijven wanneer
de stroom uitvalt. Door vaak gebruikte kopieerinstellingen te programmeren kunt u zich de moeite sparen elke keer
de wanneer u kopieert de instellingen te selecteren.
Nadat een opdrachtprogramma is opgeslagen, zullen, indien er instellingen van de key operator programma's die
gerelateerd zijn aan het opgeslagen programma verboden zijn, de gerelateerde instellingen in het
opdrachtprogramma niet opgeroepen worden.
Wanneer het overschrijven van programma's verboden is in de key operator programma's, zal het niet mogelijk
zijn om een opdrachtprogramma te overschrijven.
Om de geheugenfunctie opdrachtprogramma te verlaten, dient u de opdrachtgeheugenmodus te verlaten, op de
[ALLES WISSEN] toets ( ) op het bedieningspaneel te drukken of de [VERLATEN] toets op het
tiptoetsenpaneel aan te tippen.
OPSLAAN VAN EEN OPDRACHTPROGRAMMA
1
Druk op de [ ] toets.
2
Tip op de [OPSLAAN/WISSEN] toets.
3
Tip op een numerieke toets van 1 tot
10 op het geheugenvak dataopslag
scherm.
4
Selecteer de kopieerinstellingen die u
in het programma op wilt slaan.
Het aantal kopieën kan
niet worden opgeslagen.
5
Tip op de [OK] toets.
De geselecteerde
instellingen worden
opgeslagen onder het
geheugenvaknummer
dat werd geselecteerd in
stap 3.
ACC.#-C
S
AMMANUMMER.
ROEPEN OPSLAAN/WISSEN
ROGRAMMA’S
K OP PROGRAMMANUMMER.
OPROEPEN OPSLAA
Indien er een numerieke toets werd
geselecteerd die al werd geprogrammeerd,
verschijnt er een bevestigingsscherm. Om
het bestaande programma te vervangen
door het nieuwe programma, tipt u de
[OPSLAG] toets aan en gaat u verder vanaf
stap 4. Indien u het bestaande programma
niet wilt vervangen, tipt u de [ANNULEREN]
toets aan om terug te keren naar het
bovenstaande scherm en selecteert u een
andere numerieke toets.
Opmerking
A4
A3
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
MAAK SELECTIES. DRUK OP [OK] OM OP TE
SLAAN EN OP [ANNULEREN] OM TE WISSEN.
A4
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
OM OP TE
E WISSEN.
ANNULEREN
A4
A3
OK
55
AANGEPASTE INSTELLINGEN
4
HET UITVOEREN VAN EEN OPDRACHTPROGRAMMA
1
Druk op de [ ] toets.
2
Tip de programmanummertoets aan
van het gewenste programma.
Het opdrachtprogramma
wordt uitgevoerd. Een
nummer waarvoor geen
opdrachtprogramma
werd opgeslagen kan
niet geselecteerd wor-
den.
3
Plaats het origineel, controleer het
origineelformaat en stel vervolgens
het aantal kopieën en andere
gewenste kopieerinstellingen in die
niet in het programma zijn opgesla-
gen. Wanneer u klaar bent, drukt u op
de [START] toets ( ).
HET WISSEN VAN EEN OPGESLAGEN PROGRAMMA
1
Druk op de [ ] toets.
2
Tip op de [OPSLAAN/WISSEN] toets.
3
Selecteer het programmanummer dat
u wilt wissen.
Indien er een numerieke
toets geselecteerd wordt,
waarvoor geen opdracht-
programma werd opge-
slagen, ga dan verder
naar stap 4 op de vorige
pagina (voor het opslaan
van een opdrachtpro-
gramma).
4
Tip op de [WISSEN] toets.
Het geselecteerde pro-
gramma wordt gewist en u
keert terug naar het
scherm van stap 3. Indien
de [ANNULEREN] toets
wordt aangetipt keert u
terug naar het scherm van
stap 3 zonder het pro-
gramma te wissen.
Als u klaar bent met het wissen van programma's tip dan
de [VERLATEN] toets aan in het scherm van stap 3 om
het te verlaten.
ACC.#-C
S
WERKPROGRAMMA’S
DRUK OP PROGRAMMANUMMER.
OPROEPEN
ACC.#-C
ACC.#-C
S
AMMANUMMER.
ROEPEN OPSLAAN/WISSEN
VERLATEN
OPSLAAN/WISSEN
OPROEPEN OPSLAAN/WISSE
EEN WERKPROGRAMMA IS AL OPGESLAGEN.
EEN ANDER PROGRAMMA OPSLAAN?
ANNULEREN WISSEN OPSLAAN
56
AUDIT FUNCTIE
Wanneer de auditfunctie ingeschakeld is wordt er een telling bijgehouden van het aantal door elke account geprinte
of gekopieerde pagina's (maximaal 100 accounts). De tellingen kunnen desgewenst worden bekeken.
KOPIEREN WANNEER DE AUDITFUNCTIE
INGESCHAKELD IS
Wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, verschijnt het volgende accountnummer invoerscherm.
1
Voer uw rekeningnummer (5 cijfers) in
met de numerieke toetsen.
Elk cijfer wordt
aangegeven door een
asterisk " ".
Wanneer er een geldig accountnummer wordt
ingevoerd, worden de kopieën die al voor deze
rekening werden gemaakt enkele seconden lang op
het oorspronkelijke scherm weergegeven.
Als er een limiet werd ingevoerd in de key operator
programma's voor het aantal kopieën dat door de
account kan worden gemaakt, wordt het resterende
aantal te maken kopieën weergegeven in het
mededelingendisplay samen met het reeds
gemaakte aantal kopieën. (Zie het "Handleiding key
operator".)
2
Wanneer de kopieerbewerking
voltooid is, druk dan op de [ACC.#-C]
toets ( ).
Het scherm keert terug
naar het accountnummer
invoerscherm.
De audit-functie kan ingeschakeld worden voor alle functies (kopieerfunctie, faxfunctie, netwerkscanner
functie en printerfunctie) in de key operator programma's. (Zie het "Handleiding key operator".)
Om in de printerfunctie te printen wanneer de auditfunctie ingeschakeld is, voert u uw accountnummer in het
installatiescherm van de printerbesturing op uw computer in.
Opmerking
-----
VOER UW ACCOUNTNUMMER IN.
ACC.#-C
S
SPEC.
FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
READY TO COPY.
AUTO
BELICHTING
AUTO A4
PAPIERFORMAAT
100%
KOPIEERFACTOR
A4
ORIGINEEL
0
ACCOUNTGEG. :GEMAAKT AANTAL: 000,000
RESTEREND AANTAL: 999,999
Om een onderbreken bewerking uit te
voeren wanneer de auditfunctie ingescha-
keld is, drukt u op de [ONDERBREKEN]
toets ( ). Het accountnummer invoer-
scherm verschijnt. Voer uw accountnum-
mer in. Wanneer de onderbreken
bewerking voltooid is dient u op de
[ONDERBREKEN] toets ( ) of de
[ALLES WISSEN] toets ( ) te drukken
om de onderbreken functie te beëindigen.
Indien er een verkeerd nummer werd
ingevoerd in stap 1 verschijnt het account-
nummer invoerscherm opnieuw.
Wanneer ACCOUNT NUMMER VEILIG-
HEID in het key operator programma inge-
schakeld is (zie het "handboek voor de
hoofdoperator."), verschijnt de volgende
melding n de werking is gedurende
1 minuut geblokkeerd wanneer er drie
maal achter elkaar een verkeerd account-
nummer werd ingevoerd.
ACC.#-C
ON LINE
DATA
DATA
DATA
LINE
S
GEBRUIKERSINSTELLINGEN
Opmerking
NEEM CONTACT OP MET KEY-OPERATOR
VOOR HULP.
57
5
Hoofdstuk 5
PROBLEEMOPLOSSING
EN ONDERHOUD
Dit hoofdstuk beschrijft procedures voor het oplossen van problemen zoals het verhelpen van papierstoringen en
onderhoudsprocedures zoals het vervangen van de tonercartridge en het reinigen van de machine.
DISPLAY MELDINGEN .................................................................................................................. 58
HET OPSPOREN VAN FOUTEN.................................................................................................... 60
PAPIERSTORING VERHELPEN.................................................................................................... 64
VERVANGEN VAN DE TONERCARTRIDGE ................................................................................ 72
HET VERVANGEN VAN DE NIETJESPATROON......................................................................... 73
HET VERWIJDEREN VAN VATZITTENDE NIETJES.................................................................................................. 74
HET CONTROLEREN VAN DE TOTALE UITVOERTELLING EN TONERNIVEAU ..................... 74
HET REINIGEN VAN DE MACHINE............................................................................................... 75
GLASPLAAT EN ORIGINEELKLEP/RSPF .................................................................................................................. 75
PAPIERINVOERROL VAN DE HANDINVOER............................................................................................................ 75
Problemen Pagina
Problemen met betrekking tot de werking van de machine
60
De machine werkt niet.
De stroom is ingeschakeld maar kopiëren is niet mogelijk.
2-zijdig kopiëren is niet mogelijk.
Het verkeerde papierformaat wordt weergegeven voor papier in de handinvoerlade.
Een kopieeropdracht stopt voortijdig.
Het contrast van het tiptoetsenpaneel is te hoog of te laag.
Het beeld kan niet gedraaid worden.
Het origineelformaat wordt niet automatisch geselecteerd, of het kopiëren vindt niet plaats op papier dat
overeenkomt met het origineelformaat.
61
Het papierformaat voor een lade kan niet worden ingesteld.
De volgorde van de kopieën is niet correct..
De bewerking wordt geannuleerd nadat de originelen werden gescand.
Niet alle pagina’s werden gekopieerd.
De RSPF kan niet worden gebruikt.
Verlichting knippert.
Problemen met de papiertoevoer
62
Wanneer u papier gebruikt dat via de handinvoerlade wordt ingevoerd, is de kopieerafdruk scheef.
Het papier uit de handinvoer loopt vast.
Het papier loopt vast.
Problemen met de beeldkwaliteit
63
De kopieën zijn te licht of te donker.
De tekst is niet duidelijk op de kopie.
Een gedeelte van de kopieerafdruk is afgesneden.
Blanco kopieën
Het papier is gekreukeld of de kopieerafdruk laat los wanneer u over het oppervlak wrijft.
De kopie zijn vlekkerig of vuil.
Er verschijnen witte of zwarte strepen op de kopieën.
58
DISPLAY MELDINGEN
Wanneer er een van de volgende meldingen in het display verschijnt, dient u onmiddellijk de activiteiten uit te voeren
die in de melding beschreven staan.
Melding Oorzaak en oplossing Pagina
VOER UW ACCOUNTNUMMER
IN.
De auditfunctie is ingeschakeld. Voer uw accountnummer in.
56
ER IS EEN PAPIERSTORING
OPGETREDEN.
Verhelp de papierstoring volgens de instructies in
"PAPIERSTORING VERHELPEN".
64
TWEEZIJDIGE KOPIEEN
KUNNEN NIET WORDEN
GEMAAKT OP DIT SOORT
PAPIER.
Deze melding verschijnt wanneer u probeert 2-zijdige kopieën te
maken op speciaal papier dat niet voor 2-zijdig kopiëren kan
worden gebruikt. Annuleer 2-zijdig kopiëren of verander het
papier.
27
VERWIJDER PAPIER UIT DE
<*>LADE.
De aangegeven uitvoerlade is vol. Verwijder de uitvoer uit de lade.
(<*> geeft aan dat de lade vol is.)
-
SLUIT HET <**> DEKSEL. Het aangegeven deksel is open. Sluit het deksel. (<**> geeft aan
dat het deksel open is.)
-
TREK HANDINVOERLADE UIT.
Wanneer u vanuit de handinvoerlade kopieert, dient u ervoor te
zorgen dat de ladeverlenging is uitgetrokken..
18
HET FORMAAT VAN DE OMSLA-
GEN EN HET KOPIEERPAPIER
MOET HETZELFDE ZIJN.
Wanneer u een dekblad toevoegt, dient u papier in de handinvoer
te laden met hetzelfde formaat als het papier in de lade die voor
het kopiëren werd gesorteerd.
48
TONERNIVEAU IS LAAG. De tonercartridge moet binnenkort worden vervangen 72
VERVANG DE TONERCARTRIDGE.
De tonercartridge is bijna leeg. Vervang de tonercartridge. 72
CONTROLEER DE TONER-
CARTRIDGE.
Verzeker u ervan of de tonercartridge correct geïnstalleerd is.
72
ORIGINEELINVOER IS
UITGESCHAKELD.
De RSPF werd uitgeschakeld in de key operator programma's.
Gebruik de glasplaat.
22
GESELECTEERDE LADE IS NIET
TOEGESTAAN.
SELECTEER EEN ANDERE
LADE.
Dit verschijnt wanneer er een lade is geselecteerd die niet werd
toegestaan in de "LADE-INSTELLINGEN" in de aangepaste
instellingen.
53
CONTROLEER DE INSTELLING
VAN HET PAPIERFORMAAT VAN
LADE <***>.
De papierformaat instelling van de lade verschilt van het actuele
papierformaat. Laad het correcte papierformaat. De lade wordt
aangeduid in <***>.
17
VUL NIETJES AAN. De afwerkingeenheid heeft geen nietjes meer. Vervang de
nietjescartridge volgens de instructies in "HET VERVANGEN VAN
DE NIETJESPATROON".
73
VERWIJDER PAPIER UIT NIET-
EENHEID-COMPILER.
Het papier blijft achter in de compiler van de nieteenheid.
Verwijder het papier.
70
HET GEHEUGEN IS VOL. DRUK
OP [START] OM TE BEGINNEN
MET KOPIEREN OF [CA] OM TE
ANNULEREN.
Het geheugen raakt vol tijdens het scannen van de originelen.
Druk op de [START] toets ( ) om de gescande originelen te
kopiëren of druk op de [ALLES WISSEN] toets ( ) om de
bewerking te annuleren.
-
59
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
5
GESELECTEERDE LADE KAN
NIET WORDEN GEBRUIKT.
Neem contact op met uw erkende service vertegenwoordiger.
-
CONTROLER DE NIETPOSITIE
OF DE NIETSTORING.
De nietjes zitten vast in de afwerkingeenheid of de nieteenheid is
niet correct bevestigd. Controleer de nieteenheid. Wanneer de
melding na het verwijderen van de nietstoring nog steeds wordt
weergegeven, dient u de nieteenheid uit te schakelen met behulp
van "UITSCHAKELEN VAN HET NIETAPPARAAT" in de key
operator programma's (Zie het "Handleiding key operator.) of
vraag uw erkende servicevertegenwoordiger.
74
(BEL WELDRA VOOR SERVICE.) Het is binnenkort tijd voor het periodieke onderhoud. Neem
contact op met uw erkende service vertegenwoordiger.
-
(ONDERHOUD VEREIST) Het is tijd voor periodiek onderhoud. Neem contact op met uw
erkende service vertegenwoordiger.
-
BEL SERVICEDIENST.
CODE:
Schakel de stroom uit en vervolgens weer aan. Wanneer de
melding hierdoor niet uit gaat, dient u de 2-cijferige hoofdcode en
de 2-cijferige subcode te noteren en direct contact op te nemen
met uw erkende servicevertegenwoordiger.
-
CONTROLEER ORIGINEEL FOR-
MAAT.TAAK GESTOPT.
Het origineel in de RSPF is langer dan het herkende formaat. Voer
het origineel opnieuw in en controleer of het formaat dat op het
tiptoetsenpaneel wordt weergegeven overeenkomt met het
actuele formaat en begin vervolgens met kopiëren. U kunt ook de
gemengde toevoer selecteren om p, op papier te kopiëren dat met
elk formaat overeenkomt nadat alle originelen werden gescand.
-
Melding Oorzaak en oplossing Pagina
60
HET OPSPOREN VAN FOUTEN
Raadpleeg deze probleemoplossing voordat u de service belt, wanneer u problemen ondervindt bij het gebruik van
de kopieermachine. Veel problemen kunnen namelijk eenvoudig door de gebruiker zelf worden opgelost. Zet de
hoofdschakelaar uit, haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met de serviceleverancier wanneer u
het probleem niet met behulp van deze probleemoplossing kunt verhelpen. De volgende problemen zijn gerelateerd
aan de algemene werking van de machine en het kopiëren.
Voor problemen die verband houden met de printer-, fax- en netwerkscanner functies, zie de overeenkomstige
gebruiksaanwijzingen.
Problemen met betrekking tot de werking van de machine
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
De machine werkt niet.
Hoofdschakelaar staat op OFF.
Zet de hoofdschakelaar op ON.
13
De machine is in de opwarmfase.
De machine heeft ongeveer 23 seconden nodig om op te warmen nadat de
aan-/uitschakelaar werd ingeschakeld. Tijdens het opwarmen kunnen de
kopieerinstellingen worden geselecteerd, kopieën is echter niet mogelijk.
Wacht tot "GEREED OM TE KOPIEREN." verschijnt.
13
Het papier is op.
Laad papier.
17
Toner is op.
Vervang de tonercartridge.
72
Er is een papierstoring opgetreden.
Verwijder het vastgelopen papier.
64
De stroom is
ingeschakeld maar
kopiëren is niet mogelijk.
Het apparaat staat in de automatische stroom-uitschakel-stand.
Indien alleen de [START] toets ( ) knippert, is de automatische
stroom-uitschakel-stand geactiveerd. Druk op de [START] toets ( ) om de
machine in de normale werking terug te zetten.
14
De kopieerfunctie is niet geselecteerd.
Druk op de [KOPIEREN] toets om de kopieerfunctie te selecteren.
10
2-zijdig kopiëren is niet
mogelijk.
Automatisch 2-zijdig kopiëren werd geprobeerd op papier dat
niet geschikt is voor 2-zijdig kopiëren.
Tweezijdig kopiëren is niet mogelijk op speciaal papier. Gebruik papier dat
geschikt is voor automatisch tweezijdig kopiëren.
27
Tweezijdig kopiëren is geblokkeerd in de key operator
programma's.
Wijzig de instelling in de key operator programma's om tweezijdig kopiëren
toe te staan.
Handlei-
ding key
operator
Het verkeerde
papierformaat wordt
weergegeven voor papier
in de handinvoerlade.
De verlenging van de handinvoerlade is niet uitgetrokken.
Om het papierformaat correct te kunnen herkennen moet de verlenging van
de handinvoerlade uitgetrokken zijn wanneer er papier wordt geladen.
18
Een kopieeropdracht
stopt voortijdig.
De kopie-uitvoerlade is vol, zodat de lade vol sensor
geactiveerd wordt. verder kopiëren is pas mogelijk nadat de
pagina's verwijderd werden.
Verwijder de pagina's uit de uitvoerlade.
-
Het contrast van het
tiptoetsenpaneel is te
hoog of te laag.
Het displaycontrast werd niet afgesteld.
Stel het contrast af met behulp van "DISPLAYCONTRAST" in de
aangepaste instellingen.
53
Het beeld kan niet
gedraaid worden.
Er werd geen automatische papierselectie noch auto
beeldfunctie geselecteerd.
De rotatie kopieerfunctie functioneert alleen wanneer de automatische
papierselectiefunctie of de automatische beeldfunctie geselecteerd is.
25, 30
Rotatie kopiëren is geblokkeerd in de key operator
programma's.
Wijzig de instelling in de key operator programma's om rotatie kopiëren toe
te staan.
Handlei-
ding key
operator
61
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
5
Het origineelformaat
wordt niet automatisch
geselecteerd, of het
kopiëren vindt niet plaats
op papier dat
overeenkomt met het
origineelformaat.
De origineelklep/RSPF werd niet geheel geopend toen het
origineel op de glasplaat werd geplaatst.
Open de origineelklep/RSPF volledig, plaats het origineel op de glasplaat
en sluit de RSPF.
-
Het origineel bevat grote zwarte gedeeltes.
Indien het origineel grote zwarte gedeeltes bevat, zal het origineelformaat
niet automatisch herkend worden. Gebruik de [SPECIALE FUNCTIES]
toets om het origineelformaat te selecteren.
47
Het origineel is kleiner dan A5 (5-1/2" x 8-1/2") formaat.
Wanneer het origineel kleiner is dan A5 (5-1/2" x 8-1/2") formaat kan het
formaat niet worden herkend. Tip de [PAPIERFORMAAT] toets aan om het
gewenste papierformaat te selecteren.
22
Het origineel heeft geen standaardformaat.
Wanneer het origineel geen standaardformaat heeft, kan het formaat niet
herkend worden. Selecteer het dichtstbijzijnde standaard origineelformaat
of gebruik de [PAPIERFORMAAT] toets om het gewenste papierformaat te
selecteren.
22, 47
Het papierformaat voor
een lade kan niet worden
ingesteld.
Er wordt een kopieerbewerking, printbewerking uitgevoerd of
een ontvangen faxbericht wordt geprint.
Stel het correcte papierformaat in nadat het printen is voltooid.
-
De werking is tijdelijk gestopt omdat de lade leeg is of omdat er
een papierstoring is opgetreden.
Laad papier of verhelp de papierstoring, beëindig de kopieerbewerking en
stel vervolgens het papierformaat in.
19, 64
Tijdens een onderbekende kopieeropdracht.
tel het papierformaat in nadat de onderbrekende kopieeropdracht is
beëindigd.
34
Er is een papierstoring opgetreden.
Verwijder het vastgelopen papier.
64
De papierlade instellingen zijn geblokkeerd in de key operator
programma's.
Wijzig de instelling in de key operator programma's om papierlade
instellingen toe te staan.
Handlei-
ding key
operator
De volgorde van de
kopieën is niet correct.
De originelen werden in de verkeerde volgorde geplaatst.
Wanneer u de glasplaat gebruikt, dient u de originelen één voor één te
scannen beginnend bij de eerste pagina. Wanneer u de RSPF gebruikt,
voert u de originelen in met de eerste pagina boven en met de printzijde
omhoog.
23
De bewerking wordt
geannuleerd nadat de
originelen werden
gescand.
Het geheugen raakte vol terwijl de originelen werden gescand.
Wanneer u een functie gebruikt zoals inbindkopie of multishot waar alle
originele pagina's in het geheugen worden gescand voor het kopiëren
begint, zal het scannen stoppen en het kopiëren vindt niet plaats wanneer
het geheugen vol is. U kunt het aantal in het geheugen gescande pagina's
vergroten door meer geheugencapaciteit te installeren.
76
Niet alle pagina’s werden
gekopieerd.
Het geheugen raakte vol terwijl de originelen werden gescand.
Wanneer het geheugen vol wordt tijdens het scannen van de originelen kunt
u de bewerking voortzetten en alleen de gescande originelen printen of u
kunt de bewerking annuleren. Wanneer u de bewerking voortzet worden er
alleen kopieën gemaakt van de gescande originelen en kunnen alle kopieën
dus niet tegelijkertijd gekopieerd worden.
-
De RSPF kan niet worden
gebruikt.
Het gebruik van de RSPF werd geblokkeerd in de key operator
programma's.
Schakel het gebruik van de RSPF in, in de key operator programma's.
Handlei-
ding key
operator
Verlichting knippert.
Indien er een verlichting op dezelfde contactdoos is
aangesloten kan het licht gaan knipperen.
Sluit het apparaat aan op een contactdoos die niet voor andere elektrische
apparatuur wordt gebruikt.
4
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
62
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
Problemen met de papiertoevoer
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
Wanneer u papier gebruikt dat via
de handinvoerlade wordt inge-
voerd, is de kopieerafdruk scheef.
Het aantal in de handinvoer geplaatste bladen
overschrijdt het maximum aantal.
Plaats niet meer dan het maximum aantal bladen.
15
De handinvoer geleider is niet afgesteld op het formaat
van het geladen papier.
Stel de handinvoer geleider af op het formaat van het geladen
papier.
18
Het papier uit de handinvoer loopt
vast.
De instelling van de papiersoort is niet correct.
Wanneer u speciaal papier gebruikt, dient u erop te letten dat u
de correcte papiersoort instelt.
20
Het aantal in de handinvoer geplaatste bladen
overschrijdt het maximum aantal.
Plaats niet meer dan het maximum aantal bladen.
15
De handinvoer geleider is niet afgesteld op het formaat
van het geladen papier.
Stel de handinvoer geleider af op het formaat van het geladen
papier.
18
Het papier loopt vast.
Het papier is buiten het vastgelegde formaat en
gewichtbereik.
Gebruik papier binnen het gespecificeerde bereik.
15
Het papier is gekruld of vochtig.
Gebruik geen omgekruld of gekrompen papier. Vervang het door
droog papier. Verwijder het papier uit de papierlade en bewaar
het in een zak op een donkere plaats om vochtabsorptie te
voorkomen wanneer de machine gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
79
Het papier is niet behoorlijk geladen.
Zorg ervoor dat het papier behoorlijk wordt geladen.
17
Er blijven stukjes papier achter in de machine.
Verwijder alle stukjes vastgelopen papier.
64
De vellen papier plakken aan elkaar vast.
Waaier het papier goed voor u het in de lade plaatst.
17
63
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
5
Problemen met de beeldkwaliteit
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
De kopieën zijn te licht of te
donker.
Het beeld van het origineel is te licht of te donker.
Selecteer de correcte origineelsoort in de belichtingsinstelling en
stel de kopieerbelichting af.
29
De kopieerbelichting staat op "AUTO".
Het "BELICHTING AFSTELLEN" key operator programma kan
worden gebruikt om het belichtingsniveau af te stellen dat wordt
gebruikt voor "AUTO" belichting. Raadpleeg de beheerder van de
machine.
Handlei-
ding key
operator
Het origineelsoort dat het meest geschikt is voor het
origineel wis niet geselecteerd in het instelscherm
voor de kopieerbelichting.
Wijzig het origineelsoort op "AUTO", of selecteer handmatig het
de meest geschikte instelling voor het origineelsoort.
29
De tekst is niet duidelijk op de
kopie.
De correcte origineelsoort werd niet ingesteld in het
instelscherm voor de kopieerbelichting.
Wijzig de instelling voor de origineelsoort op "TEKST".
29
Een gedeelte van de kopieerafdruk
is afgesneden.
Het origineel was in de verkeerde positie geplaatst.
Plaats het origineel in de juiste stand. Wanneer u de glasplaat
gebruikt, plaatst u het origineel aan de uiterste linker zijde.
22, 23
Er werd geen geschikte factor voor het
origineelformaat en papierformaat geselecteerd.
Gebruik de automatische factorselectie om de correcte
kopieerfactor te krijgen.
31
De papierformaat instelling van de lade werd niet
veranderd toen er een ander papierformaat werd
geladen.
Let erop dat u de papierformaat instelling wijzigt wanneer u een
ander papierformaat in de lade plaatst.
19
Er wordt een inch papierformaat gebruikt.
Wanner u kopieerpapier met een inchformaat gebruikt, dient u
het origineelformaat handmatig in te stellen.
47
Blanco kopieën
Het origineel is niet met de printzijde omhoog in de
RSPF of met de printzijde omlaag op de glasplaat
geplaatst.
Plaats het origineel met de printzijde omhoog in de RSPF of met
de printzijde omlaag op de glasplaat.
22, 23
Het papier is gekreukeld of de
kopieerafdruk laat los wanneer u
over het oppervlak wrijft.
Het papier is buiten het vastgelegde formaat en
gewichtbereik.
Gebruik papier binnen het gespecificeerde bereik.
15
De instelling van de papiersoort is niet correct.
Stel de correcte papiersoort in. Om de papiersoort voor een lade
in te stellen, zie "PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN
LADE WIJZIGEN".
19, 20
Het papier is gekruld of vochtig.
Gebruik geen omgekruld of gekreukeld papier. Vervang het door
droog papier. Verwijder het papier uit de papierlade en bewaar
het in een zak op een donkere plaats om vochtabsorptie te
voorkomen wanneer de machine gedurende langere tijd niet
wordt gebruikt.
79
De kopie zijn vlekkerig of vuil.
De glasplaat of de onderkant van de RSPF is vuil.
Regelmatig reinigen.
75
Het origineel is vlekkerig of vuil.
Gebruik een schoon origineel.
-
Er verschijnen witte of zwarte
strepen op de kopieën.
De scanplaat van de RSPF is vuil.
Reinig de lange smalle scanplaat.
75
64
PAPIERSTORING VERHELPEN
Wanneer er een papierstoring optreedt tijdens het kopiëren zal de melding "PAPIERSTORING IS OPGETREDEN."
verschijnen op het tiptoetsenpaneel en het printen zal stoppen.
Wanneer het papier scheurt tijdens het verwijderen dient u alle stukjes te verwijderen. Let erop dat u de
fotogeleidende drum niet aanraakt terwijl u de stukjes papier verwijdert. Krassen of vlekken op de drum kunnen
leiden tot vlekkerige kopieën.
Stel eerst vast waar de papierstoring is opgetreden
Papierstoring in de RSPF (p.65)
Papierstoring in de afwerkingeenheid (p.70)
Papierstoring in de machine ((p.66), (p.67))
Papierstoring in de handinvoerlade (p.66)
Papierstoring in de bovenste papierlade (p.68)
Papierstoring in de onderste papierlade (p.69)
BEGELEIDING BIJ HET VERHELPEN VAN
PAPIERSTORINGEN.
De begeleiding bij het verhelpen van papierstoringen kan worden weergegeven door op de [INFORMATION] toets
op het bedieningspaneel te tippen nadat er een papierstoring is opgetreden:
Indien d e faxoptie geïnstalleerd is worden alle ontvangen faxberichten in het geheugen opgeslagen. De
faxberichten worden automatisch geprint nadat de papierstoring verholpen is.
ER IS EEN INVOERFOUT OPGETREDEN.
INFORMATIE
2
3
4
5
6
1
1
2
3
4
5
6
Opmerking
INFORMATIE
65
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
5
PAPIERSTORING IN DE RSPF
1
Verwijder het vastgelopen origineel.
Controleer de onderde-
len A, B en C in de
afbeelding op de vol-
gende pagina en verwij-
der het vastgelopen
origineel.
Onderdeel A
Open de klep van de
invoerrol en verwijder het
vastgelopen origineel uit
de origineel invoerlade.
Sluit de klep van de
invoerrol.
Onderdeel B
Open de RSPF en draai
de ontgrendelrol in de
richting van de pijl om het
origineel uit te voeren.
Sluit de RSPF en verwij-
der het origineel voor-
zichtig.
Wanneer het vastgelo-
pen origineel niet verwij-
dert kan worden, open
dan de klep van de trans-
portrol(onderstaand) en
draai de ontgrendelrol
opnieuw.
Indien er een klein origineel (A5 (5-1/2" x 8-1/2"), etc.)
is vastgelopen of er papier vastloopt in de omkeerlade
van de RSPF, til dan de knop van het deksel van de
transportrol op en verwijder het origineel.
Onderdeel C
Verwijder het vastgelo-
pen origineel uit het uit-
voergedeelte.
Wanneer het vastgelopen origineel niet eenvoudig uit
het uitvoergedeelte kan worden verwijderd, open dan
het beweegbare onderdeel van de origineelinvoer,
verwijder de omkeerlade en verwijder vervolgens het
origineel.
2
Open en sluit de RSPF om de
papierstoring melding op het
tiptoetsenpaneel te verwijderen.
De melding kan ook
gewist worden door de
deksels van de invoerrol
en de transportrol te ope-
nen en weer te sluiten.
Nadat de papierstoring
verholpen is en de
melding werd gewist verschijnt er een melding wordt
meegedeeld hoeveel originelen u opnieuw in de RSPF
moet invoeren.
3
Voer de originelen die nog moeten
worden gescand opnieuw in( inclusief
het origineel dat werd gescand toen
de papierstoring optrad.), en druk op
de [START] toets( ).
Het kopiëren van de resterende originelen wordt
voortgezet.
A
C
B
Deksel documentinvoer
Wals
Document
transportdeksel
Knop document
transportdeksel
Na het verwijderen van een vastgelopen ori-
gineel uit het uitvoergedeelte, dient u de
omkeerlade weer stevig op het uitvoerge-
deelte te plaatsen (Wanneer de RSPF
geïnstalleerd is.).
Beweegbaar onderdeel
Omkeerlade
Opmerking
66
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
PAPIERSTORING IN DE HANDINVOERLADE
1
Verwijder voorzichtig het vastgelopen
papier.
2
Open en sluit de zijklep.
Let erop dat de papier-
storingsmelding wordt
gewist.
De melding kan ook wor-
den gewist door het front-
deksel te openen en te
sluiten.
Indien de melding niet
wordt gewist, zie "A.
Papierstoring in het
papiertoevoergedeelte".
PAPIERSTORING IN DE MACHINE
Bepaal de plaats van de papierstoring en verwijder het vastgelopen papier zoals beschreven in de afbeelding
hieronder.
A. Papierstoring in het papiertoevoergedeelte
1
Open de handinvoerlade en de zijklep.
2
Druk voorzichtig op beide zijden van
de voorklep en trek deze open.
3
Verwijder het vastgelopen papier
voorzichtig. Draai de draaiknop van
de rol in de richting van de pijl om het
verwijderen te vergemakkelijken.
Let op dat u het
vastgelopen papier
tijdens het verwijderen
niet scheurt.
Indien hier een papierstoring
optreedt, ga dan naar "A".
Papierstoring in het papier
invoergedeelte. (hieronder)
Indien hier een papierstoring
optreedt, ga dan naar "B".
Papierstoring in het
fuseergedeelte. (p. 67)
De fuseereenheid is heet. Raak de
fuseereenheid niet aan bij het
verwijderen van vastgelopen papier.
Anders kunt u brandwonden of
ander letsel oplopen.
Raak de fotogeleidende drum niet aan
(groene gedeelte) bij het verwijderen van
het vastgelopen papier. Anders kan de drum
beschadigd raken en kunnen er vlekken op
de kopieën komen.
Walsdraaiknop
Attentie
Waarschuwing
67
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
5
4
Sluit het frontdeksel en de zijklep.
Let erop dat de
papierstoringsmelding
wordt gewist.
B: Papierstoring in het fuseergebied
1
Open de handinvoerlade en de zijklep.
2
Druk voorzichtig op beide uiteinden
van de voorplaat.
3
Draai de draaiknop van de rollen in de
richting van de pijl
4
Haal de ontgrendeling van de
fuseereenheid omhoog en verwijder
voorzichtig het vastgelopen papier.
5
Indien u het vastgelopen papier in stap
4 niet kon verwijderen, haal dan de
ontgrendelingen van de fuseereenheid
naar beneden op de papiergeleider te
openen en verwijder dan het
vastgelopen papier.
6
Sluit de fuseer
eenheid
papiergeleider
en druk de ontgrendelingen omlaag.
7
Sluit het frontdeksel en de zijklep.
Let erop dat de
papierstoringsmelding
wordt gewist.
De fuseereenheid is heet. Raak de
fuseereenheid niet aan bij het
verwijderen van vastgelopen papier.
Anders kunt u brandwonden of
ander letsel oplopen.
Walsdraaiknop
Ontgrendelhendels fuseereenheid
Attentie
Raak de fotogeleidende drum niet aan
(groene gedeelte) bij het verwijderen van
het vastgelopen papier. Anders kan de
drum beschadigd raken en kunnen er
vlekken op de kopieën komen.
Zorg ervoor dat de losse toner op het
vastgelopen papier uw handen of kleren
niet bevuilt.
Waarschuwing
68
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
PAPIERSTORING IN DE MIDDELSTE LADE
Verwijder het papier door het in de middelste lade te trekken.
PAPIERSTORING IN DE BOVENSTE PAPIERLADE
Controleer of er geen vastgelopen papier in de machine zit voor u de lade eruit trekt. (p.66)
1
Til de bovenste lade omhoog, en trek
hem eruit. Verwijder vervolgens het
vastgelopen papier.
Let op dat u het vastgelo-
pen papier tijdens het
verwijderen niet scheurt.
2
plaats de bovenste papierlade terug.
Duw de bovenste lade er
helemaal in.
3
Open en sluit de zijklep.
Let erop dat de papier-
storingsmelding wordt
gewist.
De melding kan ook
worden gewist door het
frontdeksel te openen en
te sluiten.
69
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
5
PAPIERSTORING IN DE ONDERSTE PAPIERLADE
Controleer of er geen vastgelopen papier in de machine zit voor u de lade eruit trekt. (p.66)
gebruik de volgende procedure om papierstoringen te verhelpen die optreden in de 500-vel papierinvoereenheid of
de 2 x 500-vel papierinvoereenheid.
1
Open de onderste zijklep.
2
Verwijder het vastgelopen papier.
Let op dat u het vastgelo-
pen papier tijdens het
verwijderen niet scheurt.
3
Wanner u het papier niet kunt zien
nadat u stap 2 heeft uitgevoerd, til dan
de onderste papierlade op en trek hem
eruit en verwijder vervolgens het
vastgelopen papier.
Let op dat u het vastgelo-
pen papier tijdens het
verwijderen niet scheurt.
4
Plaats de onderste papierlade terug.
Duw de onderste lade er helemaal in.
5
Sluit de onderste zijklep.
Let erop dat de papier-
storingsmelding wordt
gewist.
70
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
PAPIERSTORING IN HET BOVENSTE UITVOERGEDEELTE
(wanneer er een sorteerlade of afwerkingeenheid
(AR-FN5N) geïnstalleerd is)
Indien er een sorteerlade of afwerkingeenheid geïnstalleerd is kan er een papierstoring optreden in het bovenste
uitvoergedeelte.
1
Open de bovenste rechter zijklep.
2
Verwijder voorzichtig het vastgelopen
papier.
Let op dat u het
vastgelopen papier
tijdens het verwijderen
niet scheurt.
3
Sluit de bovenste rechter zijklep.
Let erop dat de papierstoringsmelding wordt
gewist.
PAPIERSTORING IN EEN UITVOERLADE (wanneer er
een afwerkingeenheid (AR-FN5N) geïnstalleerd is).
1
Pak de handgreep van het deksel van
de nietcompiler vast en trek hieraan
om het deksel te openen.
2
Verwijder eventueel vastgelopen
papier uit het transportgedeelte.
ER IS EEN INVOERFOUT OPGETREDEN.
INFORMATIE
71
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
5
3
Indien er sorteren-nieten wordt uitge-
voerd, open dan de papiergeleider en
verwijder eventueel vastgelopen
papier uit de nietcompiler.
4
Sluit het deksel van de nietcompiler.
5
Indien de offsetlade wordt gebruikt,
verwijder dan eventueel vastgelopen
papier uit de offsetlade.
6
Wanneer de bovenste lade wordt
gebruikt, open dan het bovenste dek-
sel, verwijder eventueel vastgelopen
papier en sluit het deksel weer.
Let erop dat de papier-
storingsmelding wordt
gewist.
72
VERVANGEN VAN DE TONERCARTRIDGE
Om te controleren hoeveel toner er nog is in de tonercartridge (p.74), houdt u de [KOPIEREN] toets ingedrukt De
hoeveelheid resterende toner verschijnt op het display. Wanner er minder dan 25% toner over is, bezorg dan zo snel
mogelijk een nieuwe tonercartridge. Wanneer "TONERNIVEAU IS LAAG" in het display verschijnt, dient u een
nieuwe cartridge bij de hand te hebben om de tonercartridge op ieder moment te kunnen vervangen wanneer er te
kort toner over is. Wanneer "VERVANG DE TONERCARTRIDGE." in het tiptoetsenpaneel verschijnt moet de
tonercartridge worden vervangen. Volg deze stappen op om de cartridge te vervangen.
1
Druk voorzichtig op beide zijden van
de voorklep en trek deze open.
2
Trek de tonerpatroon er voorzichtig
uit terwijl u op de ontgrendelings-
hefboom drukt.
Wanneer u de tonercar-
tridge eruit trekt, plaats
dan uw andere hand op
het groene gedeelte van
de cartridge.
3
Neem de tonercartridge uit de zak.
Pak beide uiteinden van de cartridge
vast en schudt deze ongeveer 20 keer
horizontaal heen en weer. Na het
schudden van de cartridge, verwijdert
u de tape.
Pak de cartridge aan de
handgreep vast. Houd de
cartridge niet aan de
sluiter vast. Schud de
cartridge alleen voordat
het zegel wordt
verwijderd.
4
Terwijl u tegen de
ontgrendelingshefboom duwt voert u
de tonercartridge voorzichtig langs de
geleiders tot deze vastklikt.
5
Verwijder het plakband van de sluiter.
Trek de sluiter uit de tonerpatroon
zoals getoond in de afbeelding.
Gooi de sluiter weg.
6
Sluit het frontdeksel.
Wanner u een lang kopieerproces uitvoert of originelen met veel zwarte gedeeltes kopieert, kan "TONER
WORDT BIJGEVULD." in het tiptoetsenpaneel verschijnen en kan het kopiëren stoppen hoewel er nog toner in
de tonercartridge is. Wanneer dit gebeurt, wordt de toner bijgevuld. Het bijvullen duurt ongeveer twee minuten.
Wanneer de [START] toets ( ) gaat branden, druk dan op de [START] toets ( ) om het kopiëren te
hervatten.
Opmerking
Na het verwijderen van de tonerpatroon
mag u deze niet meer schudden of erop
kloppen. Anders kan er toner uit de
patroon lekken. Doe de oude cartridge
onmiddellijk in de zak die waarin de
nieuwe cartridge werd geleverd.
Verwijder de oude tonercartridge volgens
de plaatselijke voorschriften.
Handle
Toner cartridge
lock release lever
Ontgrendelhendel
tonercartridge
Handgreep
Opmerking
Tape
Sluiter
Ongeveer 20 keer
Wanneer er vuil of stof aan de
tonercartridge plakken, dient u dit te
verwijderen voor u de cartridge installeert.
Opmerking
73
5
HET VERVANGEN VAN DE
NIETJESPATROON
(wanneer de afwerkingeenheid (AR-FN5N)
geïnstalleerd is).
Wanneer de melding "VUL NIETJES AAN." verschijnt, dient u de nietjescartridge als volgt te vervangen:
1
Open het deksel van de nieteenheid.
2
Pak het groene gedeelte van de
nietjesbox vast en verwijder de
nietjesbox uit de nieteenheid.
3
Verwijder de nietjescartridge uit de
nietjesbox.
4
Plaats een nieuwe nietjescartridge in
de box tot deze op zijn plaats
vastklikt.
Voer de nieuwe cartridge
in door de pijlen op de
cartridge op één lijn te
brengen met die op de
box.
Controleer of de
cartridge vastgeklikt is
door er zachtjes aan te
trekken.
5
Verwijder het plakband van de
cartridge.
6
Plaats de nietjesbox in de neteenheid
tot deze ineenklikt.
7
Sluit het deksel van de nieteenheid.
74
PROBLEEMOPLOSSING EN ONDERHOUD
HET VERWIJDEREN VAN VATZITTENDE NIETJES
Wanneer er nietjes in de nieteenheid vast zitten, verschijnt de melding "CONTROLEER NIETPOSITIE OF
NIETSTORING." Volg deze stappen op om de vastzittende nietjes te verwijderen.
1
Open het deksel van de nieteenheid.
2
Pak het groene gedeelte van de
nietjesbox vast en verwijder de
nietjesbox uit de nieteenheid.
3
Trek de hefboom aan het eind van de
nietjesbox omhoog en verwijder de
vastzittende nietjes.
4
Zet de hefboom terug in de originele
positie.
5
Plaats de nietjesbox in de neteenheid
tot deze ineenklikt.
6
Sluit het deksel van de nieteenheid.
HET CONTROLEREN VAN DE TOTALE
UITVOERTELLING EN TONERNIVEAU
Het resterende tonerniveau en de totale uitvoertelling kunnen op de onderstaande wijze worden weergegeven.
De uitvoertelling toont de gecombineerde hoeveelheden van uitgevoerde kopieer- fax- en printerfuncties.
Controle van de totale uitvoertelling en tonerniveau
Houd de [KOPIEREN] toets ingedrukt. De totale uitvoertelling verschijnt in het display terwijl u deze toets ingedrukt houdt.
Elke A3 (11" x 17") pagina wordt als twee pagina's geteld. Tweezijdige pagina's worden ook als twee pagina's
geteld.
De hoeveelheid verbruikte toner is afhankelijk van de gebruiksvoorwaarden en de soorten originelen die gekopieerd
werden. Het tonerniveau display kan slechts al geschatte richtlijn worden gebruikt.
KOPIE
PRINT
SPEC.FUNCTIES
2-ZIJDIGE
KOPIE
UITVOER
TOTALE UITVOER: 0,123,456
TONERHOEVEELHEID: 100-75%
A4
A3
Opmerking
75
5
HET REINIGEN VAN DE MACHINE
GLASPLAAT EN ORIGINEELKLEP/RSPF
Wanneer de glasplaat, de origineelklep/RSPF of de scanplaat voor originelen die via de RSPF worden toegevoerd
(het lange smalle glazen oppervlak aan de rechterkant van de glasplaat) vuil worden, kan het vuil op de kopieën
verschijnen. Houd deze onderdelen steeds schoon.
Vlekken of vuil op de glasplaat/origineelklep/RSPF worden eveneens gekopieerd. Veeg de glasplaat, de
origineelklep, de RSPF en het scanvenster af met een zachte schone doek.
Maak de doek indien noodzakelijk vochtig met water. Gebruik geen verdunner, benzeen of soortelijke agressieve
reinigingsmiddelen.
PAPIERINVOERROL VAN DE HANDINVOER
Indien er vaak papierstoringen ontstaan bij het toevoeren van enveloppen of ander dik papier via de handinvoerlade,
deint u de papierinvoerrol bij de invoersleuf van de handinvoerlade met een schone, zachte doek af te vegen, die
vochtig werd gemaakt met alcohol of water.
Spuit er geen ontvlambaar reinigingsgas op. Het gas van de gasspray kan in aanraking komen
met het interne elektrische circuit of met hete onderdelen van de fuseereenheid, waardoor er
gevaar voor brand of elektrische schokken bestaat.
Oppervlak van de glasplaat Onderkant van de origineelklep/RSPF
Scanplaat
Attentie
Scanglasplaat voor RSPF
Papierinvoerrol handinvoerlade
76
6
Hoofdstuk 6
RANDAPPRATUUR EN
VOORRADEN
In dit hoofdstuk wordt de randapparatuur en de voorraden beschreven. Voor het bestellen van randapparatuur en
voorraden neemt u contact op met uw erkende servicevertegenwoordiger.
RANDAPPARATUUR
*
1
Hiervoor is de installatie van de PRINTER UITBREIDINGSKIT (AR-P17) nodig.
*
2
Hiervoor is de installatie van de PRINTER UITBREIDINGSKIT (AR-P17) en 128MB extra geheugencapaciteit
noodzakelijk.
AFWERKINGEENHEID (AR-FN5N) zie pagina 77.
500-VEL PAPIERINVOEREENHEID (AR-D21) zie pagina 78.
2 x 500-VEL PAPIERINVOEREENHEID (AR-D22) zie pagina 78.
DOCUMENTDEKSEL (AR-VR6)
TOEVOER ENKELE BLADEN EN OMKEERFUNCTIE (AR-RP7) zie pagina 79.
SORTEERLADE (AR-TR3)
Hiermee kunt u de uitvoer per functie van elkaar scheiden (kopieën, printer, etc.).
PRINTER UITBREIDINGSKIT (AR-P17)
Hierdoor kunt u de machine gebruiken als netwerkprinter.
PRINT SERVERKAART (AR-NC5J)*
1
Deze optionele uitbreidingskit voegt de netwerkprinter functie toe (10/100 BASE-TX).
PS3 UITBREIDINGSKIT (AR-PK1)*
1
Deze kit levert u compatibiliteit met PostScript 3.
BARCODE FONTKIT (AR-PF1)*
1
Deze set lettertypes maakt het printen van barcodes mogelijk.
NETWERKSCANNER UITBREIDINGSKIT (AR-NS2)*
2
Hierdoor kunt u de machine gebruiken als netwerkscanner.
FAX UITBREIDINGKIT (AR-FX7)
Hierdoor kunt u de machine als faxtoestel gebruiken.
8MB FAX GEHEUGEN (AR-MM9)
Het afdrukgeheugen kan worden vergroot door het installeren van het optionele fax uitbreidingsgeheugen.
256MB OPTIONEEL GEHEUGEN (AR-SM5)
512MB OPTIONEEL GEHEUGEN (AR-SM6)
Er kan extra geheugen in de machine wordne geinstalleerd. Er bevinden zich twee DIMM sleuven in de machine
en het geheugen kan worden uitgebreid tot maximaal 1056 MB.
Een in de handel gebruikelijke 64/128/256/512MB (de 168 pin SDRAM DIMM) geheugenmodule kan worden
gebruikt om het geheugen in deze eenheid te vergroten. Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met
uw erkende service vertegenwoordiger.
Sommige opties zijn eventueel niet verkrijgbaar in sommige laden en regio's.
Opmerking
77
RANDAPPRATUUR EN VOORRADEN
6
AFWERKINGEENHEID (AR-FN5N)
Wanneer er een optionele afwerkingeenheid (AR-FN5N) geïnstalleerd is, kan de machine de gesorteerde kopieën
automatisch nieten. Elke samengevoegde set kopieën of groep kopieën kan verplaatst van de vorige set worden
gedeponeerd. (Offsetfunctie (p.35))
Namen van de onderdelen
Technische gegevens
AR-FN5N
Capaciteit van de lade
Bovenste lade 100 vel
Offsetlade 1.000 vel (500 vel bij een formaat dat groter is dan A4 (8-1/2" x 11"))
Papierformaat
Formaat
Bovenste lade: A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17")
Offsetlade: B5 tot A3 (8-1/2" x 11" tot 11" x 17")
Gewicht 52 g/m
2
tot 128 g/m
2
(14 lbs. tot 34 lbs.)
Offset Ongeveer 27 mm (1")
Geschikt papierformaat
voor het nieten
B5, A4, A4R, B4, A3 (8-1/2" x 11", 8-1/2" x 11"R, 8-1/2" x 13", 8-1/2" x 14", 11" x 17")
Nietcapaciteit 30 vel (80 g/m
2
(21 lbs.))
Stroomvoeding afgenomen van de machine
Gewicht Ongeveer 19 kg (42 lbs.)
Afmetingen Uitgangszone
470 mm (B) x 511 mm (D) x 540 mm (H)
(18-33/64" (B) x 20-1/8" (D) x 21-17/64" (H))
Compiler van de
nieteenheid
562 mm (B) x 444 mm (D) x 109 mm (H)
(22-9/64" (B) x 17-31/64" (D) x 4-19/64" (H))
Als onderdeel van ons streven naar continue verbetering van onze producten, behoudt SHARP het recht voor
wijzigingen in ontwerp en technische gegevens aan te brengen zonder aankondiging vooraf. De aangegeven
vermogensgegevens zijn nominale productiewaarden en er kunnen enkele afwijkingen van deze waarden in
individuele machines ontstaan.
Deksel van de compiler
van de nieteenheid
Offsetlade
Bovenste lade
Bovenste deksel
Deksel nieteenheid
Opmerking
78
RANDAPPRATUUR EN VOORRADEN
500-VEL PAPIERINVOEREENHEID/
2 x 500-VEL PAPIERINVOEREENHEID
Deze papierinvoereenheden zijn geschikt voor het maken van grote aantallen afdrukken en beiden een ruimere
keuze in bestaande kopieerformaten.
De AR-D21 is voorzien van een 500-vel papierinvoereenheid en de AR-D22 bevat twee 500-vel papierinvoerladen.
Namen van de onderdelen
Technische gegevens
AR-D21 AR-D22
Papier
Formaat B5 tot A3 (8-1/2" x 11" tot 11" x 17")
Gewicht 56 g/m
2
tot 105 g/m
2
(15 lbs. tot 28 lbs.)
Papiercap
aciteit
Bovenste
lade
500 vel 500 vel
Onderste
lade
—500 vel
Gewicht Ongeveer 6,1kg (13,5 lbs.) Ongeveer 11,8kg (26,1 lbs.)
Afmetingen
596 mm (B) x 498 mm (D) x 97 mm (H)
(23-15/32" (B) x 19-39/64" (D) x 3-53/64" (H))
596 mm (B) x 498 mm (D) x 194 mm (H)
(23-15/32" (B) x 19-39/64" (D) x 7-53/64" (H))
Stroomvoeding afgenomen van de machine
Als onderdeel van ons streven naar continue verbetering van onze producten, behoudt SHARP het recht voor
wijzigingen in ontwerp en technische gegevens aan te brengen zonder aankondiging vooraf. De aangegeven
vermogensgegevens zijn nominale productiewaarden en er kunnen enkele afwijkingen van deze waarden in
individuele machines ontstaan.
500 VEL PAPIERINVOEREENHEID
(AR-D21)
Zijklep
Lade
Zijklep
Lade
2x500 VEL PAPIERINVOEREENHEID
(AR-D22)
Opmerking
79
RANDAPPRATUUR EN VOORRADEN
6
TOEVOER ENKELE BLADEN EN OMKEERFUNCTIE
De toevoer enkele bladen en omkeereenheid (RSPF) kan automatisch documenten met meerdere pagina's invoeren.
Wanneer de RSPF geïnstalleerd is, kunnen tweezijdige kopieën automatisch gekopieerd worden zonder dat u deze
met de hand moet omdraaien.
Namen van de onderdelen
Technische gegevens
HET BEWAREN VAN VOORRADEN
Standaard onderdelen voor dit product, die door de gebruiker moeten worden vervangen, zijn papier en de tonercartridge.
CORRECT BEWAREN
Bewaar de onderdelen op een plaats, die
schoon en droog is,
een stabiele temperatuur heeft
en niet aan direct zonlicht is blootgesteld
Bewaar papier in de verpakking en vlak liggend.
Papier dat uit de verpakking wordt bewaard, of in een
rechtop staande verpakking kan omkrullen of vochtig
worden, waardoor er papierstoringen kunnen
ontstaan.
AR-RP7
Geschikte originelen
Gewicht
35 g/m
2
tot 128 g/m
2
(9 lbs. tot 34 lbs. )
52 g/m
2
tot 105 g/m
2
(14 lbs. tot 28 lbs.) voor tweezijdige originelen)
Formaat A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17")
Capaciteit Tot 100 vel (dikte 13 mm (33/64) of minder)
Stroomvoeding afgenomen van de machine
Te herkennen origineelformaten A5 tot A3 (5-1/2" x 8-1/2" tot 11" x 17")
Gewicht Ongeveer 7.5 kg (16,6 lbs.)
Afmetingen
586 mm (B) x 457 mm (D) x 145 mm (H)
(22-61/64" (B) x 17-9/64" (D) x 5-1/4" (H))
Als onderdeel van ons streven naar continue verbetering van onze producten, behoudt SHARP het recht voor
wijzigingen in ontwerp en technische gegevens aan te brengen zonder aankondiging vooraf. De aangegeven
vermogensgegevens zijn nominale productiewaarden en er kunnen enkele afwijkingen van deze waarden in
individuele machines ontstaan.
Uitgang
Omkeerlade
Documentdoorvoerdeksel
Knop documentdoorvoerdeksel
Originele geleidingen
Documentinvoerlade
Documentinvoerdeksel
Opmerking
Voor het beste kopieerresultaat raden wij u aan uitsluitend SHARP producten te gebruiken. Alleen
authentieke SHARP verbruiksartikelen zijn voorzien van het Authenthieke Onderdelen etiket.
GENUINE SUPPLIES
80
7
Hoofdstuk 7
BIJLAGE
TECHNISCHE GEGEVENS
Model AR-M236 AR-M276
Soort Digitaal Multifunctioneel Systeem, Desktop
Fotogeleidend type OPC drum
Glasplaat type Vast ingesteld:
Kopieersysteem Droge elektrostatische transfer
Originelen Bladen, gebonden documenten
Origineelformaten Max. A3 (11" x 17")
Kopieerformaat
Max. A3 (11" x 17")
Min. A6 (5-1/2" x 8-1/2")
Beeldverlies: Max. 4 mm (5/32") (voorste en achterste randen)
Max. 6 mm (11/64") (langs de andere randen in totaal)
Kopieersnelheid
(eenzijdig kopiëren bij
100% kopieerfactor)
600dpi
12 kopieën/min. A3 (11" x 17")
13 kopieën/min. 8-1/2" x 14"
14 kopieën/min. B4 (8-1/2" x 13")
16 kopieën/min. A4R (8-1/2" x 11"R)
18 kopieën/min. B5R
23 kopieën/min. A5, B5, A4
(5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11")
600dpi
14 kopieën/min. 11" x 17"
15 kopieën/min. A3
16 kopieën/min. 8-1/2" x 14"
17 kopieën/min. B4 (8-1/2" x 13")
18 kopieën/min. A4R (8-1/2" x 11"R)
21 kopieën/min. B5R
27 kopieën/min. A5, B5, A4
(5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11")
1200dpi
7,5 kopieën/min. A3 (11" x 17")
8 kopieën/min. 8-1/2" x 14"
8,5 kopieën/min. B4 (8-1/2" x 13")
9 kopieën/min. A4R (8-1/2" x 11"R)
10,5 kopieën/min. B5R
13,5 kopieën/min. A5, B5, A4
(5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11")
1200dpi
7,5 kopieën/min. A3 (11" x 17")
8 kopieën/min. 8-1/2" x 14"
8,5 kopieën/min. B4 (8-1/2" x 13")
9 kopieën/min. A4R (8-1/2" x 11"R)
10,5 kopieën/min. B5R
13,5 kopieën/min. A5, B5, A4
(5-1/2" x 8-1/2", 8-1/2" x 11")
Continu kopiëren Max.999 kopieën; aftrekkende teller
Tijd voor eerste kopie* Ongeveer 4,8 sec.
Opwarmtijd* Ongeveer 23 sec.
Kopieerfactor
600 dpi:
Variabel: 25% tot 400%, in stappen van 1% (totaal 376 stappen)
Vast ingesteld: 25%, 50%, 70%, 81%, 86%, 100%, 115%, 122%, 141%, 200%, 400%
(25%, 50%, 64%, 77%, 100%, 121%, 129%, 200%, 400%)
1200 dpi:
Variabel: 50% tot 200%, in stappen van 1% (totaal 151 stappen)
Vast ingesteld: 50%, 70%, 81%, 86%, 100%, 115%, 122%, 141%, 200%
(50%, 64%, 77%, 100%, 121%, 129%, 200%)
Belichtingssysteem
Glasplaat: Bewegende optische bron, glijdende belichting (vaste kant) met
automatische belichtingsfunctie
RSPF: Bewegend origineel
Papierinvoer Twee automatische papierinvoerladen (500 vel x 2) + handinvoerlade (100 vel)
Fuseersysteem Verwarmingsrollen
81
BIJLAGE
7
* De duur van de eerste kopie en opwarmtijd kunnen variëren afhankelijk van stroomtoevoervoltage, omgevingstemperatuur en
andere werkomstandigheden.
Ontwikkelingssysteem Magnetische borstel ontwikkeling
Lichtbron Xenon lamp
Resolutie
Scannen: 400 dpi uitvoer: 600 dpi (AUTO/TEKST/FOTO functie)
Scannen: 400 dpi uitvoer: 1200 dpi (SUPER FOTO functie)
Verloop
Scannen: 256
Printen: 2 waarde
Stroomtoevoer
Lokaal voltage ±10% (zie de naamplaat achterop de kopieermachine voor de
stroomtoevoereisen.)
Stroomverbruik Max. 1,4 kW
Afmetingen van de
buitenkant (met handin-
voerlade ingeklapt)
623 mm (B) x 609,5 mm (D) (24-17/32" (W) x 24" (D))
Gewicht Ongeveer 47 kg (103,7 lbs.) (tonercartridge niet inbegrepen)
Afmetingen
623mm (B) x 609,5mm (D) x 785,5mm (H)
(24-17/32" (B) x 24" (D) x 30-15/16" (H))
Bedrijfscondities Temperatuur: 15°C tot 30°C (59°F tot 86°F), luchtvochtigheid: 20% tot 85%
Geluidsniveau
Geluidsvermogensniveau L
wA(1B=10dB)
Kopiëren: 6,3[B]
Standby: 3,6[B]
Geluidsdrukniveau L
pA (omstanderpositie)
Kopiëren: 50[dB(A)]
Standby: 25[dB(A)]
Geluidsdrukniveau L
pA (operatorpositie)
Kopiëren: 51[dB(A)]
Standby: 20[dB(A)]
Geluidsemissie overeenkomstig ISO 7779.
Emissie concentratie
(gemeten volgens de
RAL-UZ62)
Ozon: 0,02 mg/m
3
of minder
Stof: 0,075 mg/m
3
of minder
Styreen: 0,07 mg/m
3
of minder
Als onderdeel van ons streven naar continue verbetering van onze producten, behoudt SHARP het recht voor
wijzigingen in ontwerp en technische gegevens aan te brengen zonder aankondiging vooraf. De vermelde
gegevens over het vermogen zijn nominale waarden van productieapparaten. Bij individuele apparaten kunnen er
afwijkingen van deze waarden optreden.
Opmerking
82
INDEX
Symbolen
[#/P] toets .................................................... 10, 54, 55
2 - 8
2 x 500-vel papierinvoereenheid ................. 69, 76, 78
256MB optioneel geheugen .................................... 76
[2-ZIJDIGE KOPIE] toets ............................ 21, 27, 28
500-vel papierinvoereenheid....................... 69, 76, 78
512 MB optioneel geheugen ................................... 76
8MB faxgeheugen ................................................... 76
A
Aan-/uitschakelaar .............................................. 8, 13
Aangepaste instellingen .......................................... 51
Aangepaste kopieerfuncties
- Groeperen functie ............................................ 35
- Offset functie.................................................... 35
- Sorteren functie................................................ 35
- Sorteren-nieten functie..................................... 37
Aantal malen dat de nieteenheid werd gebruikt ...... 53
Aantal pagina's dat via de RSPF werd toegevoerd 53
Aantal tweezijdige kopieën...................................... 53
Aantal verzonden en ontvangen faxpagina's .......... 53
Aantal verzonden pagina's met de netwerkscanner
functie................................................................... 53
[AFDRUKKEN] toets
- DATA indicatie ................................................. 10
- ONLINE indicatie ............................................. 10
ABCDEF configuratie .............................................. 53
[ACC.#-C] toets ................................................. 10, 56
Accountnummer ...................................................... 56
Afdrukstand van het origineel (Nieten-sorteren) ..... 37
Afstellen van de belichting ...................................... 29
Afwerkingeenheid............................ 37, 70, 73, 76, 77
[ALLES WISSEN] toets ..................................... 10, 14
Attenties m.b.t. de handhaving van de machine .......4
Auditfunctie ............................................................. 56
[AUTO IMAGE] toets............................................... 30
Automatisch 2-zijdig kopiëren
- Glasplaat.......................................................... 27
- RSPF ............................................................... 28
Automatische kopieerfactorselectie ........................ 30
Automatische ladeomschakeling............................. 53
AZERTY configuratie .............................................. 53
B
Barcode fontkit ........................................................ 76
Bedieningspaneel...................................................... 8
Begeleiding bij het verhelpen van papierstoringen . 64
Belangrijke punten bij de keuze van een
opstellingsplaats..................................................... 3
Belangrijke punten bij het invoeren van papier in de
handinvoerlade..................................................... 18
[BELICHTING] toets.......................................... 21, 29
Belichtingsafstelling................................................. 29
Belichtingsdisplay.................................................... 21
[BOEKKOPIE] toets .......................................... 39, 43
Boekkopie ............................................................... 43
Bovenste klep.......................................................... 77
Bovenste lade ................................................... 71, 77
Bovenste rechter zijklep ..................................... 9, 70
Bovenste uitvoergebeid.......................................... 70
Briefhoofd papier........................................ 15, 16, 27
C
Compiler van de nieteenheid ................................. 71
Contactdoos ............................................................. 4
Controle van de tonerhoeveelheid ......................... 74
D
Dekblad kopiëren ................................................... 48
Deksel documentinvoer...................................... 8, 65
Deksel nieteenheid........................................... 74, 77
Deksel transportrol ............................................. 8, 65
Deksel van de compiler van de nieteenheid .......... 70
Deksel van de nieteenheid..................................... 73
[DETAIL] toets........................................................ 12
Display origineel formaat........................................ 21
Display origineeltoevoer......................................... 21
Displaycontrast................................................. 51, 53
Displaymelding....................................................... 58
Displayschakeltoets ............................................... 12
Documentinvoerlade .................................... 8, 23, 65
Dun papier.............................................................. 15
E
[E-MAIL/FTP] toets................................................. 12
Envelop ............................................................ 15, 16
Etiket ...................................................................... 15
Extra beeldafstelling............................................... 26
F
[FAX] toets
- DATA indicatie ................................................ 10
- LINE indicatie .................................................. 10
Fax uitbreidingskit .................................................. 76
[FAXOPDRACHT] toets ......................................... 12
Fotogeleidende drum ......................................... 9, 66
Foutmelding ........................................................... 58
Frontdeksel ............................................ 8, 66, 67, 72
Functiekeuzetoetsen .............................................. 10
Functie-omschakeltoets ......................................... 12
G
[GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets. 10, 19, 20, 52
Gemengde toevoer ................................................ 25
Geschikte originelen voor gebruik in de RSPF....... 24
Glasplaat .................................................................. 8
Grijs gemaakt ......................................................... 11
Groeperen functie .................................................. 35
[GROEP] toets ....................................................... 36
H
Handgreep zijklep .................................................... 9
Handinvoer............................................................. 26
[HANDINVOERLADE] toets ................................... 20
Handinvoerlade ...................................... 9, 26, 66, 75
[HANDMATIG] toets............................................... 47
Handmatige kopieerfactor selectie......................... 31
Hefbomen................................................................. 8
Het bijvullen van papier in de handinvoerlade ....... 18
83
Het bijvullen van papier........................................... 15
Het gebruik van het tiptoetsenpaneel...................... 11
Het instellen van de papiersoort in de handinvoerlade
- [GEBRUIKERSINSTELLINGEN] toets............. 20
- [PAPIERFORMAAT] toets ............................... 20
- Verschuifrichting .............................................. 41
Hoe wordt het origineel geplaatst
- Glasplaat.......................................................... 22
- RSPF ............................................................... 23
Hoofdscherm van de kopieerfunctie........................ 21
I
icoon (opdrachtstatusscherm)................................. 12
[INBINDEN VERANDEREN] toets .......................... 27
[INBINDKOPIE] toets ........................................ 39, 44
Inbindkopie.............................................................. 44
[INFORMATIE] toets ............................................... 64
Informatieblad over materiaalveiligheid................... 82
J
Kantlijn verschuiven functie..................................... 41
[KANTLIJN VERSCHUIVEN] toets ................... 39, 41
Kleurenpapier.......................................................... 15
Klok ......................................................................... 51
Knop deksel transportrol ..................................... 8, 65
Kopieerfactor display............................................... 21
[KOPIEERFACTOR] toets........................... 21, 31, 32
Kopieerhoeveelheid display .................................... 21
[KOPIEREN] toets....................................... 21, 72, 74
L
[LADE INSTELLINGEN] toets ........................... 19, 20
Lade-instellingen ................................... 19, 20, 51, 53
Ladenummer ..................................................... 15, 19
Lay-out .................................................................... 46
[LEZEN KLAAR] toets ........................... 36, 38, 45, 46
Lijst printen........................................................ 51, 53
M
Meldingendisplay .................................................... 21
[MENU] toets........................................................... 31
Middelste lade ..................................................... 8, 68
Multi shot functie ..................................................... 46
[MULTI SHOT] toets.......................................... 39, 46
N
Namen van de onderdelen en functies
- Bedieningspaneel ............................................ 10
Netwerkscanner uitbreidingskit ............................... 76
Nietcartridge............................................................ 73
Nietjesbox ............................................................... 73
Nietposities.............................................................. 37
Normaal kopiëren
- Glasplaat.......................................................... 22
- RSPF ............................................................... 23
Normaal papier........................................................ 15
Numerieke toetsen .................................................. 10
O
Offsetfunctie ...................................................... 35, 36
Offsetlade.................................................... 35, 71, 77
Omkeerlade......................................................... 8, 65
[ONDERBREKEN] toets.................................... 10, 34
Onderbreken van een kopieerproces..................... 34
Ontgrendelrol ......................................................... 65
Ontgrendlingshefboom fuseereenheid ............... 9, 67
Oorspronkelijke instellingen ................................... 14
Opdrachtenlijst ....................................................... 12
Opdrachtprogramma
- Opslaan........................................................... 54
- Uitvoeren......................................................... 55
- Wissen ............................................................ 55
[OPDRACHTSAMENSTELLING] toets ............ 39, 45
Opdrachtsamenstellingsfunctie ........................ 23, 45
[OPDRACHTSTATUS] toets ............................ 10, 12
Opdrachtstatusscherm ........................................... 12
Opslaan van voorraden.......................................... 79
[OPSLAAN/WISSEN] toets .............................. 54, 55
Optionele apparatuur ............................................. 76
Opwarmen.............................................................. 13
[ORIGINEELFORMAAT] toets ......................... 39, 47
Origineelformaat................................... 22, 23, 24, 47
Origineelgeleiders .................................................... 8
Origineelklep .......................................... 8, 22, 24, 76
P
Papier..................................................................... 15
Papiercapaciteit...................................................... 15
Papierformaat display ............................................ 21
Papierformaat kaartje............................................. 17
Papierformaat................................................... 15, 19
Papiergeleider fuseereenheid ............................ 9, 67
Papiergeleider ........................................................ 71
Papiergeleiders handinvoer ..................................... 9
Papiergewicht......................................................... 15
Papierinvoerrol van de handinvoer ........................ 75
Papierlade bijvullen ................................................ 17
Papierlade ........................................ 9, 15, 17, 19, 68
Papierselectie display ............................................ 21
[PAPIERFORMAAT] toets.............. 20, 21, 22, 23, 26
Papiersoort................................................. 15, 19, 20
Papierstoring in d e handinvoerlade....................... 66
Papierstoring in de bovenste papierlade................ 68
Papierstoring in de machine................................... 66
Papierstoring in de middelste lade ......................... 68
Papierstoring in de onderste papierlade ................ 69
Papierstoring in een uitvoerlade............................. 70
Papierstoring in het bovenste uitvoergedeelte ....... 70
Papierstoring in het fuseergebied .......................... 67
Papierstoring in het papiertoevoergedeelte ........... 66
Papierstoringen ...................................................... 62
Print serverkaart..................................................... 76
Printer uitbreidingstoets ......................................... 76
[PRINTOPDRACHT] toets...................................... 12
[PRIORITEIT] toets ................................................ 12
Problemen.............................................................. 60
PS3 uitbreidingskit ................................................. 76
Punten waarop u bij het kopiëren moet letten........ 24
Q
QWERTY configuratie............................................ 53
R
Randapparatuur ..................................................... 76
Recyclepapier ........................................................ 15
84
Reinigen van de machine
- Glasplaat.......................................................... 75
- Papierinvoerrol van de handinvoer .................. 75
- RSPF ............................................................... 75
Richtlijnen belichtingswaarden................................ 29
Rotatie kopiëren ...................................................... 25
RSPF ...........................................8, 23, 24, 65, 76, 79
S
[SCANNEN] toets
- DATA indicatie ................................................. 10
Selecteren van de soort origineel............................ 29
Soort origineel
- Foto.................................................................. 29
- Super foto ........................................................ 29
- Tekst ................................................................ 29
- Tekst/foto ......................................................... 29
Sorteerlade.......................................................... 8, 76
Sorteren functie....................................................... 35
[SORTEREN] toets ................................................. 36
Sorteren-nieten functie............................................ 37
[SORTEREN-NIETEN] toets ................................... 38
Speciaal papier ....................................................... 26
Speciaal papier
- Envelop ............................................................ 16
- Briefhoofd papier.............................................. 16
[SPECIALE FUNCTIES] toets..................... 21, 39, 40
Speciale functies
- Boekkopie ........................................................ 43
- Dekblad kopiëren ............................................. 48
- Inbindkopie....................................................... 44
- Kantlijn verschuiven functie ............................. 41
- Multi shot functie .............................................. 46
- Opdrachtsamenstellingsfunctie.........................45
- Origineelformaat .............................................. 47
- Wisfunctie ........................................................ 42
- Z/W omkeren functie........................................ 50
[START] toets.............................................. 10, 22, 23
[STOP/WISSEN] toets ............................................ 12
Stroom aan.............................................................. 13
Stroom uit................................................................ 13
Stroominvoerfunctie ................................................ 23
Stroomspaarfuncties
- Automatische stroomuitschakelstand .............. 14
- Voorverwarmfunctie ......................................... 14
T
Technische gegevens ............................................. 80
Tellerfunctie middelste lade .................................... 24
Tiptoetsenpaneel............................................... 10, 11
Tonercartridge ontgrendelhendel ........................ 9, 72
Tonercartridge..................................................... 9, 72
Totaal aantal gekopieerde en geprinte pagina's ..... 53
Totaaltelling....................................................... 51, 53
Totale uitvoertelling ................................................. 74
Transparante film ........................................ 15, 16, 27
U
Uitschakelen van tweezijdig printen op briefhoofd
papier ................................................................... 53
[UITVOER] toets ................................... 21, 35, 36, 38
Uitvoerlade .............................................................. 70
Uitvoerzone ........................................................ 8, 65
V
Vastgelopen origineel............................................. 65
Vergrotingstoets ..................................................... 31
Verhelpen van papierstoring
- Bovenste papierlade ....................................... 68
- Bovenste uitvoerlade....................................... 70
- Handinvoerlade ............................................... 66
- Machine........................................................... 66
- Middelste lade ................................................. 68
- Onderste papierlade........................................ 69
- RSPF............................................................... 65
- Uitvoerlade...................................................... 70
Verkleining/vergroting/zoom................................... 30
Verkleiningstoets.................................................... 31
Verlenging handinvoerlade ................................ 9, 18
Vervangen nietcartridge ......................................... 73
Vervangen van de tonercartridge........................... 72
Verwijderen van nietstoringen................................ 74
[VOORBLAD] toets .......................................... 39, 49
Vooringestelde vergrotingsfactoren ....................... 31
W
Waarschuwingen bij het gebruik van dit apparaat.... 3
Walsdraaiknop ............................................. 9, 66, 67
Wijzigen van de instellingen van de papierlade en
instellingen papierformaat ................................... 19
Wisbreedte ............................................................. 42
Wisfunctie............................................................... 42
Wisfunctie
- Midden wissen ................................................ 42
- Rand wissen.................................................... 42
- Rand + midden wissen.................................... 42
[WISSEN] toets ........................ 10, 22, 23, 39, 42, 55
X
[X] toets .................................................................. 33
XY ZOOM functie ................................................... 32
[XY ZOOM] toets.................................................... 32
Y
[Y] toets .................................................................. 33
Z
Z/W omkeren functie .............................................. 50
[Z/W OMKEREN] toets..................................... 39, 50
Zijklep................................................................. 9, 67
Zwaar papier .......................................................... 15
85
Voorbereidingen
Handinvoerlade, het vullen van papier in .................18
Oorspronkelijke instellingen, terugkeren naar de.....14
Origineelklep, verwijderen........................................24
Papier, bijvullen........................................................17
Papierformaat, wisselen...........................................19
Papiersoort, wijzigen ................................................19
Stroom inschakelen..................................................13
Stroom uitschakelen.................................................13
Het maken van kopieën
Afdrukstand, wijzigen .........................................27, 28
Auditfunctie, kopieren wanneer deze
ingeschakeld is......................................................56
Automatisch 2-zijdig kopiëren
- Glasplaat.......................................................... 27
- RSPF ............................................................... 28
Belichting, afstellen ..................................................29
Belichting, selecteren ...............................................29
Gemengde toevoer ................................................. 25
Glasplaat kopiëren vanaf de ....................................22
Handinvoerlade, kopiëren vanuit..............................26
Kopieerproces onderbreken.....................................34
Kopieerproces stoppen ......................................22, 23
Kopiëren
- Glasplaat.......................................................... 22
- RSPF ............................................................... 23
Origineelsoort, selecteren ........................................29
Papierformaat (lade), handmatig selecteren ............22
RSPF, kopiëren vanuit .............................................23
Speciaal papier, kopiëren op....................................26
Stroominvoerfunctie ................................................ 23
Vergroten/verkleinen van kopieën
- Automatische kopieerfactorselectie ................. 30
- Handmatige kopieerfactor selectie................... 31
- XY ZOOM functie............................................. 32
Het gebruik van comfortabele kopieerfuncties
Boekkopie ................................................................43
Dekblad, aan kopieën toevoegen.............................48
Groeperen m.b.v. .....................................................35
Groot aantal originelen, kopiëren .............................45
Inbindkopieren..........................................................44
Kantlijn, maken.........................................................41
Multi shot functie ......................................................46
Offsetfunctie, het gebruik van ..................................35
Origineel formaat vastleggen ...................................47
Selecteren van de afwerkingfuncties
- Groeperen.........................................................35
- Offset functie.................................................... 35
- Sorteren ............................................................35
- Sorteren-nieten functie......................................37
Sorteren, het gebruik van.........................................35
Sorteren-nieten functie.............................................37
Speciale functies, het gebruik van
- Boekkopie ....................................................... 43
- Dekblad kopiëren ............................................ 48
- Inbindkopie...................................................... 44
- Kantlijn verschuiven functie............................. 41
- Multi shot functie ............................................. 46
- Opdrachtsamenstellingsfunctie ....................... 45
- Origineelformaat.............................................. 47
- Wisfunctie........................................................ 42
- Z/W omkeren functie ....................................... 50
Wisfunctie................................................................ 42
Zwart/wit omkeerfunctie .......................................... 50
De machine eenvoudiger maken in het gebruik
Datum en tijd, instellen............................................ 53
Displaycontrast, afstellen ........................................ 53
Een opdracht annuleren.......................................... 12
Een opdracht in uitvoering annuleren ..................... 12
Gebruikersinstellingen, configureren....................... 51
Laden, instellingen configureren ............................. 53
Lijsten, printen......................................................... 53
Opdrachtdetails, weergegeven ............................... 12
Opdrachtprogramma, opslaan ................................ 54
Opdrachtprogramma, uitvoeren .............................. 55
Opdrachtprogramma, wissen .................................. 55
Prioriteit, verlenen aan een bepaalde opdracht ...... 12
Toetsenbord, wijzigen ............................................. 53
Totaaltelling, weergeven ......................................... 53
Wissen van een opdracht........................................ 12
Opsporen van fouten en onderhoud
Nietcartridge, vervangen ......................................... 73
Nietstoring, verhelpen ............................................. 74
Papierstoringen, verhelpen
- Bovenste papierlade ....................................... 68
- Bovenste uitvoergebeid................................... 70
- Handinvoerlade ............................................... 66
- Machine........................................................... 66
- Middelste lade ................................................. 68
- Onderste papierlade........................................ 69
- RSPF............................................................... 65
- Uitvoerlade...................................................... 70
Problemen.............................................................. 60
Reinigen van de machine........................................ 75
Toner, controleren................................................... 74
Tonercartridge, vervangen ...................................... 72
Totale uitvoertelling ................................................ 74
INDEX NAAR FUNCTIES
MEMO
MEMO
LUOKAN 1 LASERLAITE
KLASS 1 LASERAPPARAT
CLASS 1
LASER PRODUCT
LASER KLASSE 1
Attentie:
Deze aansluiting is alleen bestemd voor
servicewerkzaamheden. Aansluitingen op deze uitgang
kunnen storingen in de kopieermachine veroorzaken.
Instructie voor de servicemonteur:
De snoerlengte voor de service-uitgang mag maximaal
3 meter bedragen.
RSPF-uitgang Afwerkinguitgang
Parallel-uitgang
USB-uitgang
GEDRUKT IN JAPAN
2003J DSC1
CINSH1011QS51
AR-M236/AR-M276 (Voor kopieermachine)
Gedrukt op 100% gerecycleerd papier
SHARP CORPORATION
85


Need help? Post your question in this forum.

Forumrules


Report abuse

Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.

Product:

For example, Anti-Semitic content, racist content, or material that could result in a violent physical act.

For example, a credit card number, a personal identification number, or an unlisted home address. Note that email addresses and full names are not considered private information.

Forumrules

To achieve meaningful questions, we apply the following rules:

Register

Register getting emails for Sharp AR-M276 at:


You will receive an email to register for one or both of the options.


Get your user manual by e-mail

Enter your email address to receive the manual of Sharp AR-M276 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.

The manual is 2,81 mb in size.

 

You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.

The manual is sent by email. Check your email

If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.

The email address you have provided is not correct.

Please check the email address and correct it.

Your question is posted on this page

Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.



Info