14
Gebruiksinstructies
1 - De stoom is zeer heet wanneer deze uit het
overdrukventiel komt.
2 - Zodra de drukindicator naar boven komt, kunt
u de snelkookpan niet meer openen.
3 - Zoals bij iedere pan dient u de snelkookpan
goed in gaten te houden als u deze gebruikt
wanneer er kinderen in de buurt zijn.
4 - Kijk uit voor de uitstoot van stoom.
5 - Gebruik de handgrepen wanneer u de
snelkookpan wil verplaatsen.
6 - Bewaar geen etenswaren in de snelkookpan.
7 - Gebruik nooit bleekmiddel of chloorhoudende
middelen.
8 - Was het deksel niet in de vaatwasmachine af.
Laat het deksel niet in water staan.
9 - Vervang de rubberring ieder jaar.
10 - Deze reinigingsbeurt moet altijd met een
koude, lege pan gebeuren.
11 - Laat uw snelkookpan na een gebruik van
10 jaar door een Servicedienst van SEB nakijken.
■ Gebruik geen bleekmiddel of
chloorhoudende middelen.
Voor het reinigen van de binnenzijde
van de pan
■ Gebruik een schuursponsje.
Voor het reinigen van de buitenzijde
van de pan
■ Gebruik een gewoon sponsje.
■■ U kunt de pan in de vaatwasmachine
afwassen.
■ Wanneer de binnenzijde van de RVS pan
geïriseerd is, reinig deze dan met azijn of
een speciaal reinigingsmiddel voor RVS.
Voor het reinigen van het deksel
■ Reinig het deksel met lauw water, een
spons en afwasmiddel.
■■ Was het deksel niet in de vaatwasmachine
af.
■ Voor het plaatsen van de rubberring, let
op de tekening.
Voor het reinigen van de rubberring
van het deksel
■ Reinig na ieder gebruik de rubberring en
zijn zitting - Fig 11 - 12
Voor het reinigen van het
overdrukventiel (A)
■ Verwijder het overdrukventiel (A): zie
hoofdstuk 6.
■ Reinig het overdrukventiel onder
stromend kraanwater - Fig 13
Schoonmaken van de binnenkant van
het deksel
■ Verwijder het ventiel.
■ Controleer met het blote oog bij daglicht
of het staafje van de stoomuitlaat schoon en
rond is. Reinig het, indien nodig, met een
tandenstoker - Fig 9
Voor het reinigen van het
veiligheidsventiel (D)
Verwijder het veiligheidsventiel (D),
dit bevindt zich bovenop het deksel, nooit.
■ Reinig de onderzijde van het
veiligheidsventiel aan de binnenzijde van
het deksel. Reinig het met water.
■ Controleer de juiste werking door licht op
het klepje te drukken, dit moet zonder
moeite ingedrukt kunnen worden - Fig 14
Voor het opbergen van uw snelkookpan
■ Leg het deksel omgekeerd op de pan.
12 - Veiligheid
Uw snelkookpan is voorzien van
verschillende veiligheidsvoorzieningen,
waarvan 2 voor de overdruk:
■ Eerste voorziening: het veiligheidsventiel
zorgt dat de druk afneemt en de stoom
verticaal - Fig 15 ontsnapt.
■ Tweede voorziening: de rubberring zorgt
ervoor dat de stoom tussen het deksel en de
pan kan ontsnappen - Fig 16
Eén van de veiligheidssystemen treedt
in werking:
■ Doe de warmtebron uit.
■ Laat de snelkookpan afkoelen.
■ Openen.
■ Controleer en reinig het overdrukventiel
(A), de stoomuitlaat (B), het
veiligheidsventiel (D) en de rubberring (H).