Koken in de modus
"Kookpan"*
Enkel mogelijk met het model met pan met
gekleurde anti-aanbaklaag.
Draai het drukventiel (A) tot de stand voor de kookmodus
"Kookpan" .
Verzeker u ervan dat uw snelkookpan goed is gesloten - afb.
3 voordat u hem in werking stelt.
Plaats uw snelkookpan op een warmtebron waarbij het
vermogen lager is ingesteld.
Begin de in het recept aangegeven kooktijd af te tellen zodra
het water kookt.
In de modus "Kookpan" kunt u uw snelkookpan altijd openen om te roeren, de
bereiding te controleren of ingrediënten toe te voegen.
Indien u de snelkookpan moeilijk open krijgt: plaats de afdichtingsring onder water
en plaats deze opnieuw op het deksel zonder het te drogen - afb. 19 en 15 en let
er hierbij op dat de afdichtingsring goed onder de uitsparingen van het deksel
komen te zitten.
Als de warmtebron te hoog staat, kan het gebeuren dat de snelkookpan zich
vergrendelt (de veiligheidsindicator (D) gaat omhoog en blokkeert de opening) en
dat de handgreep van de deksel niet werkt of de snelkookpan niet opent. Zet in
dergelijk geval de warmtebron lager of uit. Haal bij elektrische kookplaten van
gietijzer de snelkookpan van de warmtebron.
Gebruik geen gardes of metalen of scherp keukengerei. Klop uw keukengerei niet af
op de rand van de pan; dit kan de snelkookpan beschadigen en lekken veroorzaken.
Laat vetten, zoals boter of olie, nooit verbranden of verkolen. De tijdens het koken
vrijgegeven dampen kunnen gevaarlijk zijn voor dieren met een gevoelig
ademhalingsstelsel, zoals vogels. Eigenaars van vogels moeten deze uit de keuken
verwijderen.
Uw snelkookpan is uitgerust met verschillende beveiligingen:
Beveiliging bij het sluiten:
- Wanneer het deksel verkeerd is geplaatst of als u vergeet de handgreep van
de deksel omlaag te klappen, ontstaat er een stoomlek aan de buitenrand
van de snelkookpan en kan deze geen druk opbouwen.
Beveiliging
12