91Bestuurdersplaats
Oliepeilsensor defect*
Als het controlelampje geel knippert, moet u een gespecialiseerde werk-
plaats opzoeken en de oliepeilsensor laten controleren. Veiligheidshalve
het oliepeil elke keer bij het tanken controleren.
Snelheidsregelsysteem (cruise control)*
Het controlelampje brandt bij ingeschakeld snelheidsregel-
systeem.
Het controlelampje brandt bij ingeschakeld snelheidsregelsysteem. Voor
meer aanwijzingen betreffende het snelheidsregelsysteem ⇒ pagina 187.
Waarschuwingslampje open portieren*
Dit controlelampje geeft aan dat de portieren open zijn.
Het controlelampje moet uitgaan wanneer alle portieren geheel (tot aan
de tweede vergrendeling) zijn gesloten.
Het controlelampje werkt ook wanneer het contact is uitgeschakeld. Moet
ca. 15 seconden, nadat de wagen afgesloten is, uit gaan.
Elektromechanische besturing*
In wagens met elektro-mechanische besturing, hangt de stuurbekrachtiging
af van de snelheid van de wagen en de stuurinslag.
Het controlelampje gaat enkele seconden branden bij het inschakelen van
het contact. Het lampje moet na het aanslaan van de motor uitgaan.
Indien de accu losgekoppeld wordt, blijft het controlelampje branden, zelfs
met draaiende motor. Het controlelampje schakelt niet uit tot een afstand
van ca. 50 m afgelegd wordt.
Indien het lampje daarna niet uitgaat of tijdens de rit gaan branden, is er
een storing in de elektro-mechanische stuurinrichting. Het controlelampje
kan in verschillende kleuren oplichten voor het aangeven van functiestorin-
gen. Licht de lamp geel op, betreft het een minder ernstige waarschuwing.
Licht het controlelampje rood op dan werkt de stuurbekrachtiging niet, u
dient zich dan onmiddellijk tot een gespecialiseerde werkplaats te wenden;
in dit geval mag u niet blijven verder rijden. De wagen stoppen en de hulp
van een garage inroepen. De stuurbekrachtiging werkt niet als de accu ont-
laden is of als de motor niet draait (bijvoorbeeld bij wegslepen). Bij geheel
of gedeeltelijk uitgevallen stuurbekrachtiging moet u er rekening mee hou-
den, dat u voor het sturen aanzienlijk meer kracht nodig hebt dan gewoon-
lijk.
In wagens uitgerust met ESC* is functie "Aanbeveling stuurmanoeuvre"
voorzien. Zie ⇒ pagina 193.
Uitlaatgascontrolesysteem*
Het controlelampje dient ter controle van het uitlaatsysteem.
Controlelampje knippert:
Door een slecht draaiende motor kan de katalysator worden beschadigd.
Snelheid minderen en voorzichtig naar de dichtstbijzijnde gespecialiseerde
werkplaats rijden en de motor laten controleren.
'Veilig op weg' Bediening Advies en actie Technische Gegevens