44 Airbagsysteem
ATTENTIE (vervolg)
●Tussen de inzittenden op de plaatsen op de achterbank en het wer-
kingsgebied van de hoofdairbags mogen zich geen andere personen, die-
ren of voorwerpen bevinden zodat de hoofdairbag ongehinderd kan wor-
den ontvouwen en zijn maximale beschermende werking kan bieden.
Daarom mogen aan de zijruiten in geen enkel geval zonweringen worden
bevestigd die niet uitdrukkelijk voor uw wagen zijn vrijgegeven ⇒ pagina
221, Accessoires, vervanging van onderdelen en wijzigingen.
●Aan de kledinghaken in de wagen mag uitsluitend kleding met weinig
gewicht worden opgehangen. In de zakken van de kledingstukken mogen
geen zware en scherpe voorwerpen zitten. Bovendien mogen voor het op-
hangen van de kleding geen kleerhangers worden gebruikt.
●De beschermende werking van de airbags geldt slechts voor één aan-
rijding en nadat ze geactiveerd zijn geweest, moeten ze vervangen wor-
den.
●Alle werkzaamheden aan de hoofdairbag en het uit- en inbouwen van
onderdelen van het systeem vanwege reparatiewerkzaamheden (bijv. ver-
wijderen van de hemelbekleding) mogen alleen door een gespecialiseer-
de werkplaats worden uitgevoerd. Anders kunnen er storingen in de
werking van de airbags optreden.
●Aan de delen van het airbagsysteem mag geen enkele verandering
worden aangebracht.
●De aansturing van de zij- en hoofdairbags gebeurt met sensoren die
zich bevinden aan de binnenzijde van de voorportieren. Om de correcte
werking van de zij- en hoofdairbags te garanderen, mogen noch de por-
tieren, noch de portierpanelen gewijzigd worden (bijv. door naderhand
luidsprekers in te bouwen). Indien schade aangebracht wordt aan het
voorportier kan de correcte werking van het systeem aangetast worden.
Alle werkzaamheden aan het voorportier moeten in een gespecialiseerde
werkplaats uitgevoerd worden.