37Airbagsysteem
Veiligheidsaanwijzingen voor de frontairbags
Het juiste gebruik van het airbagsysteem vermindert bij veel
soorten ongevallen de kans op letsel aanzienlijk!
ATTENTIE
●Voor de bestuurder en de bijrijder is het belangrijk om een afstand
van ten minste 25 cm tot het stuurwiel of tot het dashboard aan te hou-
den. Wanneer deze afstand minder is dan 25 cm, zouden de airbags de
inzittenden niet correct kunnen beschermen - levensgevaar! Bovendien
moeten de voorstoelen en de hoofdsteunen altijd overeenkomstig de li-
chaamslengte van de inzittenden zijn versteld.
●Als de veiligheidsgordel niet is vastgegespt, als er opzij of naar voren
wordt geleund of als er een verkeerde zithouding wordt ingenomen, is de
kans op lichamelijk letsel bij een aanrijding aanzienlijk groter. Dit ver-
hoogde gevaar op lichamelijk letsel stijgt nog meer als zij in zo'n geval
door een geactiveerde airbag worden getroffen.
●Kinderen mogen nooit onbeschermd op de voorstoel van de wagen
worden meegenomen. Als de airbag bij een ongeval wordt geactiveerd,
kunnen kinderen zwaargewond raken of overlijden door de activering van
de airbag ⇒ pagina 43, Veilig vervoeren van kinderen.
●Tussen de personen voorin en het werkingsbereik van de airbag mo-
gen zich verder geen personen, dieren of voorwerpen bevinden.
●De beschermende werking van de airbags geldt slechts voor één aan-
rijding en nadat ze geactiveerd zijn geweest, moeten ze vervangen wor-
den.
●Ook mogen er geen voorwerpen zoals bijv. bekerhouders of telefoon-
houders op de afdekkingen van de airbags worden bevestigd.
●Aan de delen van het airbagsysteem mag geen enkele verandering
worden aangebracht.
'Veilig op weg' Bediening Advies en actie Technische Gegevens