11Veilig rijden
–Veiligheidsgordel juist omgespen ⇒ pagina 18.
–Blijf met beide voeten in de voetenruimte zitten zodat u altijd
de wagen onder controle hebt.
Bestuurdersstoel verstellen ⇒ pagina 117.
ATTENTIE
●Een verkeerde zithouding van de bestuurder kan ernstig lichamelijk
letsel als gevolg hebben.
●Bestuurdersstoel zo verstellen dat er ten minste 25 cm ruimte is tus-
sen uw borstkas en het midden van het stuurwiel ⇒ Afbeelding 1. Als u
dichterbij zit dan 25 cm, kunnen de airbags geen goede bescherming ge-
ven.
●Als u vanwege uw lichaamsbouw niet de minimale afstand van 25 cm
kunt aanhouden, dient u contact met een gespecialiseerde werkplaats op
te nemen waar zij u kunnen helpen en nagaan of het nodig is om bepaal-
de speciale wijzigingen aan te brengen.
●Het stuurwiel tijdens het rijden altijd met beide handen vasthouden
aan de buitenzijde van het stuurwiel op kwart over negen. Hierdoor wordt
de kans op lichamelijk letsel bij een airbagactivering gereduceerd.
●Nooit het stuurwiel op twaalf uur vasthouden of in een andere stand
(bijv. in het midden van het stuurwiel). In zulke gevallen kunnen bij acti-
vering van de bestuurdersairbag zware letsels aan uw armen, handen en
hoofd worden toegebracht.
●Om het risico op lichamelijk letsel voor de bestuurder bij plotseling
remmen of een ongeval te reduceren, nooit met sterk naar achteren ge-
kantelde rugleuningen rijden! De optimale beschermende werking van de
airbags en van de veiligheidsgordel wordt alleen bereikt wanneer de rug-
leuning lichtjes hellend staat en de bestuurder de veiligheidsgordel goed
ATTENTIE (vervolg)
heeft omgegespt. Hoe sterker de rugleuning naar achteren gekanteld is,
hoe groter het gevaar op lichamelijk letsel is door een verkeerd aanlig-
gende gordel of verkeerde zithouding!
●Hoofdsteun juist afstellen om de optimale beschermende werking te
bereiken.
Juiste zithouding van de bijrijder
De bijrijder moet een minimale afstand van 25 cm van het
dashboard aanhouden zodat de airbag in geval van active-
ring de grootst mogelijke veiligheid biedt.
Voor uw eigen veiligheid en om het gevaar op lichamelijk letsel bij
een ongeval te vermijden, raden wij onderstaande aan de bijrijder
aan:
–Bijrijdersstoel zover mogelijk naar achteren verschuiven ⇒ .
–Rugleuning lichtjes hellend zetten zodat uw rug geheel tegen
de rugleuning ligt.
–Hoofdsteun zo verstellen dat de bovenzijde van de hoofdsteun
in lijn ligt met het bovenste gedeelte van uw hoofd ⇒ pagina
13.
–Beide voeten in de voetenruimte voor de bijrijdersstoel laten.
–Veiligheidsgordel juist omgespen ⇒ pagina 18.
De bijrijdersairbag kan in uitzonderlijke gevallen uitgeschakeld worden
⇒ pagina 40.
'Veilig op weg' Bediening Advies en actie Technische Gegevens