261Wielen en banden
Bandenspanningscontrole verlicht
Na het inschakelen van het contact gaat het lampje van de bandencontrole
ca. 2 seconden branden. Als het lampje na het inschakelen van het con-
tact knippert en vervolgens continu brandt, dan is er sprake van een sys-
teemstoring. Op het instrumentenpaneel wordt bovendien TPMS (Tire Pres-
sure Monitoring System) aangeduid. Ga zo snel mogelijk naar de dichtstbij-
zijnde gespecialiseerde werkplaats.
Als de bandenspanning van een of meerdere wielen aanzienlijk lager is dan
door de bestuurder is ingesteld, dan gaat het lampje van de bandencontro-
le branden ⇒ .
ATTENTIE
●Als het lampje van de bandencontrole gaat branden, direct de snel-
heid verminderen en heftige stuur- en remmanoeuvres voorkomen. Bij de
eerste mogelijkheid stoppen om de banden en de bandenspanning te
controleren.
●De bestuurder draagt de verantwoordelijkheid voor de correcte ban-
denspanning. Daarom moeten de bandenspanningswaarden regelmatig
gecontroleerd worden.
●Onder bepaalde omstandigheden (bijv. sportieve rijstijl, besneeuwd
of onverhard wegdek) kan de bandencontrole vertraagd of helemaal
niets weergeven.
●Informeer bij een Technische Dienst of bij een gespecialiseerde werk-
plaats of voor uw wagen banden met noodloopeigenschappen mogen
worden gebruikt. Bij ongeoorloofd gebruik van dergelijke banden komt
de goedkeuring van uw wagen voor het openbare wegverkeer te verval-
len. Ook kunnen schade aan de wagen of, onder bepaalde omstandighe-
den, ongelukken het gevolg zijn.
●Als van normale banden op banden met noodloopeigenschappen
wordt overgegaan of omgekeerd, moet het regelapparaat door een Tech-
nische Dienst of een gespecialiseerde werkplaats opnieuw worden gepro-
grammeerd.
Let op
Als na het veranderen van de bandenspanning, resp. verwisselen van een
wiel de knop voor bandencontrole niet wordt ingedrukt, kan een waarschu-
wing worden gegeven waar geen drukverlies aan ten grondslag ligt. In
dit geval bij de volgende mogelijkheid de wagen stilzetten en na opnieuw
controleren van de banden de knop voor bandencontrole indrukken.
'Veilig op weg' Bediening Advies en actie Technische Gegevens