230 Verzorgen en schoonhouden
Bodembescherming
De onderzijde van de wagen is tegen chemische en mecha-
nische invloeden beschermd.
Tijdens het rijden kan de beschermende laag worden beschadigd. Daarom
adviseren wij u om de beschermende laag aan de onderzijde van de wagen
en van het onderstel vóór en na het koude jaargetijde te controleren en zo
nodig te laten bijwerken.
Wij adviseren reparatiewerkzaamheden en extra beschermingsmaatregelen
tegen corrosie te laten uitvoeren door uw Technische Dienst.
ATTENTIE
Gebruik nooit een bodembeschermingslaag of corrosiewerende middelen
voor uitlaten, katalysatoren of warmtewerende platen. Door een heet uit-
laatsysteem of door hete motordelen kunnen deze stoffen vlam vatten.
Brandgevaar!
Motorruimte schoonmaken
Neem extra voorzorgsmaatregelen voor het schoonmaken
van de motorruimte.
Corrosiewerende laag
De motorruimte en het oppervlak van de motor zijn af fabriek met een corro-
siewerende laag behandeld.
Vooral in de winter, wanneer u vaak op met zout bestrooide wegen rijdt, is
een goede bescherming tegen corrosie heel belangrijk. Opdat het zout geen
schade kan aanrichten, moet de motorruimte voor en na de strooiperiode
grondig worden schoongemaakt.
De Technische Dienst beschikt over de juiste schoonmaak- en conserve-
ringsmiddelen en de benodigde gereedschappen. Daarom adviseren wij u
om deze werkzaamheden daar te laten uitvoeren.
Wanneer de motorruimte met vetoplossende middelen wordt schoonge-
maakt of wanneer de motor wordt gewassen, wordt de corrosiewerende
laag bijna altijd verwijderd. Daarna beslist alle vlakken, groeven, naden en
alle componenten in de motorruimte laten conserveren.
ATTENTIE
●Let vóór alle werkzaamheden in de motorruimte op de waarschuwin-
gen ⇒ pagina 243.
●Motor uitschakelen, handrem aantrekken en altijd de contactsleutel
uit het contactslot trekken, voordat u de motorkap opent.
●Motor laten afkoelen, voordat u de motorruimte schoonmaakt.
●Handen en armen tegen metalen delen met scherpe kanten bescher-
men, als u bijvoorbeeld de onderkant van de wagen, de binnenzijde van
de wielkasten of de wieldoppen schoonmaakt. Gevaar voor verwondin-
gen!
●Vocht, ijs en strooizout in het remsysteem verminderen de remwer-
king - gevaar voor ongevallen! Na het wassen van de wagen abrupte en
plotselinge remmanoeuvres vermijden.
●Nooit het koelsysteem aanraken. Deze wordt afhankelijk van de tem-
peratuur geregeld en kan automatisch worden ingeschakeld – ook bij uit
het contact getrokken contactsleutel!
Milieu-aanwijzing
Omdat bij het wassen van een motor resten brandstof, vet en olie kunnen
worden afgespoeld, het vervuilde water door een olie-afscheider schoonma-
ken. Daarom mag de motor alleen worden schoongespoten in een gespecia-
liseerde werkplaats of bij een daartoe uitgerust tankstation.