249Controleren en bijvullen
Motorolie bijvullen
Motorolie wordt in kleine hoeveelheden bijgevuld.
Afbeelding 167 In de
motorruimte: dop van de
motorolie-vulopening
Voordat u de motorkap opent, eerst de waarschuwingen lezen en
deze opvolgen ⇒ in Veiligheidsaanwijzingen voor werkzaamhe-
den in de motorruimte op pagina 243.
–Dop van de motorolie-vulopening losschroeven ⇒ Afbeelding
167.
–De juiste olie in kleine hoeveelheden bijvullen.
–Tussendoor wachten en het oliepeil controleren, opdat u niet
per abuis te veel olie bijvult.
–Zodra het oliepeil ten minste in bereik B staat, draait u de dop
van de vulopening weer zorgvuldig dicht.
De plaats van de oliepeilstok is in de betreffende afbeelding van de motor-
ruimte in ⇒ pagina 303 weergegeven.
Motoroliespecificatie ⇒ pagina 246.
ATTENTIE
Olie kan gemakkelijk branden! Wanneer u olie bijvult, mag er geen olie
op hete motordelen komen.
VOORZICHTIG
Als het oliepeil zich boven het gebied A bevindt, de motor niet starten. Dit
kan schade aan de motor en de katalysator tot gevolg hebben. Ga dan naar
een gespecialiseerde werkplaats.
Milieu-aanwijzing
Het oliepeil mag in geen geval boven gebied A liggen. Anders kan olie via
de carterontluchting worden aangezogen en door de uitlaat in de atmosfeer
komen.
Motorolie verversen
De motorolie wordt bij onderhoudswerkzaamheden ver-
verst.
Wij adviseren u daarom om de motorolie bij een Technische Dienst te laten
verversen.
In het Onderhoudsprogramma staat vermeld wanneer de motorolie ⇒ moet
worden ververst.
'Veilig op weg' Bediening Advies en actie Technische Gegevens