286 Diverse situaties
Aanslepen of wegslepen
Starten door aanslepen
Starthulp verdient de voorkeur boven starten door aansle-
pen.
Wij adviseren u om uw wagen niet te starten door aanslepen. In
plaats hiervan, het starten met startkabels proberen ⇒ pagina
283.
Wanneer uw wagen toch door aanslepen gestart moet worden:
–De 2e of de 3e versnelling inschakelen.
–Koppeling ingetrapt houden.
–Contact inschakelen.
–Wanneer beide wagens in beweging zijn, de koppeling loslaten.
–Zodra de motor is aangeslagen, de koppeling intrappen en de
versnelling uitschakelen om te voorkomen dat men tegen de
trekkende wagen rijdt.
ATTENTIE
Wanneer de wagen door aanslepen gestart wordt, is het gevaar voor een
ongeval groot, bijv. doordat u tegen de trekkende wagen aanrijdt.
VOORZICHTIG
Er kan onverbrande brandstof in de katalysatoren komen, wanneer de wa-
gen door aanslepen gestart wordt. Dit kan tot beschadigingen leiden.
Algemene aanwijzingen
Let bij gebruik van een sleepkabel op het volgende:
Bestuurder van de trekkende wagen
–Eerst langzaam wegrijden, tot de kabel strak staat. Dan voor-
zichtig gas geven.
–U dient voorzichtig weg te rijden en te schakelen. Is de wagen
met een automatische versnellingsbak uitgerust, voorzichtig
gas geven.
–Erop letten dat bij het slepen van de wagen de rembekrachti-
ging noch de stuurbekrachtiging in werking is. Vroeg afremmen
door het pedaal voorzichtig in te trappen!
Bestuurder van de getrokken wagen
–Let erop dat de kabel strak blijft staan.
Sleepkabel of sleepstang
De sleepstang is veiliger en minder gevaarlijk, wat betreft schade die aan
de wagen zou optreden. Alleen wanneer een sleepstang niet beschikbaar is,
een sleepkabel gebruiken.
De sleepkabel moet elastisch zijn, zodat beide wagens zo veel mogelijk
worden ontzien. Een kabel van kunstvezel of van materiaal met soortgelijke
elasticiteit gebruiken.
De sleepkabel of de sleepstang uitsluitend aan de daarvoor bestemde ogen
of aan de trekhaak bevestigen.
Rijwijze
Het slepen vraagt enige oefening, vooral wanneer er een sleepkabel wordt
gebruikt. Beide bestuurders moeten met de bijzonderheden van het slepen
vertrouwd zijn. Ongeoefende bestuurders moeten hiervan afzien.