363Diverse situaties
Situaties waarin een wagen niet gesleept mag worden
In de volgende gevallen mag een voertuig niet worden gesleept, en moet
het vervoerd worden op een aanhangwagen of speciaal voertuig:
●Als de versnellingsbak van de wagen wegens een defect niet over
smeermiddel beschikt.
●Als de accu leeg is en daarom de stuurkolom of de elektronische par-
keerrem niet kunnen worden ontgrendeld, indien deze zijn ingeschakeld.
●Als de te slepen wagen een automatische versnellingsbak heeft en het
af te leggen traject langer is dan 50 km (30 mijl).
Let op
Een wagen mag alleen gesleept worden als de parkeerrem en de elektroni-
sche stuurkolomvergrendeling uitgeschakeld zijn. Als de wagen zonder
stroom zit of er een defect is in het elektrische systeem, moet de motor ge-
start worden met de startkabels om de elektronische parkeerrem en de
elektronische stuurkolomvergrendeling uit te schakelen.
Montage van het sleepoog vooraan
Afbeelding 220 Rechts
op de voorbumper: sleep-
oog vastschroeven.
De behuizing voor het opschroefbare sleepoog bevindt zich rechts op de
voorbumper ⇒ Afbeelding 220.
Sleepoog altijd in de wagen meenemen
Lees de aanwijzingen voor het slepen ⇒ pagina 362.
Sleepoog vooraan monteren
●Haal het sleepoog uit het wagengereedschap ⇒ pagina 341.
●Druk boven op het deksel en verwijder het voorzichtig naar voren. Laat
het deksel open.
●Schroef het sleepoog in de behuizing tegen de klok in zover als u kunt
⇒ Afbeelding 220 ⇒ . Gebruik een geschikt object om het sleepoog stevig
vast te schroeven.
●Verwijder na het slepen het sleepoog door het met de klok mee te draai-
en, en plaats het terug in de opbergplaats.
Veilig op weg Bediening Raad en daad Technische gegevens