360 Diverse situaties
–Een uiteinde van de rode starthulpkabel op de pluspool + van
de wagen met de ontladen accu klemmen A ⇒ Afbeelding
218.
–Het andere uiteinde van de rode starthulpkabel op de pluspool
+ van de stroomgevende wagen B klemmen.
–Een uiteinde van de zwarte starthulpkabel op de minpool –
van de stroomgevende wagen klemmen B ⇒ Afbeelding 218.
–Sluit het andere uiteinde van de zwarte starthulpkabel X in de
wagen met ontladen accu aan op een massief metalen deel
vastgeschroefd aan het motorblok of aan het motorblok zelf,
maar niet in de buurt van de accu A.
3. Voor wagens met Start-stopsysteem:
–Een uiteinde van de rode starthulpkabel op de pluspool + van
de wagen met de ontladen accu klemmen A ⇒ Afbeelding
219.
–Het andere uiteinde van de rode starthulpkabel op de pluspool
+ van de stroomgevende wagen B klemmen.
–Een uiteinde van de zwarte X starthulpkabel op een geschikt
massapunt, een massief metalen onderdeel van het motorblok
of aan het motorblok zelf ⇒ Afbeelding 219.
–Sluit het andere uiteinde van de zwarte starthulpkabel X in de
wagen met ontladen accu aan op een massief metalen deel
vastgeschroefd aan het motorblok of aan het motorblok zelf,
maar niet in de buurt van de accu A.
4. Kabels zo leggen, dat ze niet door draaiende delen in de motor-
ruimte kunnen worden geraakt.
Starten
5. De motor van de stroomgevende wagen starten en stationair la-
ten draaien.
6. Motor van de wagen met de ontladen accu starten en twee tot
drie minuten wachten tot de motor "draait".
Startkabels verwijderen
7. Vóór het losmaken van de startkabels het dimlicht - wanneer dit
aan is - uitschakelen.
8. Kabels bij draaiende motoren verwijderen in omgekeerde volg-
orde van het aansluiten.
Let erop dat de aangesloten pooltangen voldoende contact met het metaal
hebben.
Als de motor niet aanslaat: na 10 seconden ophouden met starten en daar-
na na ca. een minuut weer starten.
ATTENTIE
●Let op de waarschuwingen bij werkzaamheden in de motorruimte
⇒ pagina 296.
●De stroomgevende accu moet dezelfde spanning (12 V) en ongeveer
dezelfde capaciteit (zie tekst op de accu) hebben als de lege accu. Anders
bestaat er gevaar voor explosie!
●Voer nooit een starthulp uit als een van de accu's bevroren is – gevaar
voor explosie! Ook wanneer de accu is ontdooid, bestaat er gevaar voor
verbranding bij het uitvloeien van accuvloeistof. Bevroren accu vervan-
gen.