GEBRUIK
computer de resultaten van de training en beëindigt hij het programma, en wanneer
u op START / PAUSE drukt, gaat het programma verder waar u was gebleven.
■ De console gebruiken: een profielprogramma selecteren
Programma selecteren:
druk op een willekeurige knop om de console te star-
ten; het alfanumerieke venster toont “ENTER PROGRAM”. Wanneer u naar de
profielprogramma’s wilt, bladert u met UP en DOWN naar “PROGRAMS”, en drukt
u op ENTER. Programmaprofiel en -naam verschijnen in het venster. Druk op UP of
DOWN om het gewenste programma te selecteren. Druk op ENTER om uw keuze
te bevestigen.
Niveau invoeren:
het alfanumerieke venster verplicht u een niveau in te voeren:
“ENTER LEVEL”, (1 – 16). U gebruikt de knoppen UP en DOWN om het gewenste
weerstandsniveau te selecteren, en drukt op ENTER om uw selectie te bevestigen.
Het standaard weerstandniveau is het laatste niveau dat u invoerde (vorige training).
Tijd invoeren:
het alfanumerieke venster verplicht u een niveau in te voeren:
“ENTER TIME”. U gebruikt de knoppen UP en DOWN om de gewenste tijd te selec-
teren, en drukt op ENTER om uw selectie te bevestigen. De standaard tijd is de
laatste tijd die u invoerde (vorige training). De minimale tijd die u kunt invoeren, is
twee minuten.
Gewicht invoeren:
het alfanumerieke venster verplicht u een niveau in te voeren:
“ENTRWEIGHT (lbs. or kgs.)”. U gebruikt de knoppen UP en DOWN om het juiste
gewicht te selecteren, en drukt op ENTER om uw selectie te bevestigen.
Begin:
het alfanumerieke venster verplicht u op start te drukken: “PRESS START”.
Het ingestelde programma verschijnt op het venster ter bevestiging van uw selectie.
U kunt nu beginnen met oefenen!
Het programma STOPPEN of TIJDELIJK ONDERBREKEN:
druk op de
knop START / PAUSE om het programma tijdelijk te onderbreken. Het venster toont
“PRESS RESULT OR PRESS START”. Wanneer u op RESULTS drukt, toont de
computer de resultaten van de training en beëindigt hij het programma, en wanneer
u op START / PAUSE drukt, gaat het programma verder waar u was gebleven.
■ De console gebruiken: “H R C” (Heart Rate Control)
***Opmerking: u moet de hartslagsensor-kussens in de handvaten beetpakken
voordat de computer uw hartslag kan meten en voordat de Heart Rate Control pro-
gramma’s kunnen werken.
Pr
ogramma selecteren:
druk op een willekeurige knop om de console te star-
ten; het alfanumerieke venster toont “ENTER PROGRAM”. Wanneer u naar de hart-
slagprogramma’s wilt, bladert u met UP en DOWN naar “H R C”, en drukt u op
ENTER.
34