100
MOTOR
Smering van de motor afb. 4
Opgelet! Vul bij met motorolie voordat u de machine de
eerste keer opstart.
Een tekort aan olie kan leiden tot schade aan de motor.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die
voortvloeit uit een dergelijk gebruik. De gebruiker is de
enige die het risico hiervan draagt.
Olievulhoeveelheid: 0,6 liter
Olietype: SAE 10W-30 of 10W-40
Gebruik in de handel beschikbare motorolie met de spe-
cificatie 10W-30 of 10W-40.
1 Verwijder de oliedopschroef (6) van de motor.
2 Vul motorolie bij tot deze zichtbaar is in de draad van
de vulopening. Vul ongeveer 0,6 liter bij.
Smering van het stampsysteem afb. 5
Olievulhoeveelheid: 0,8 liter
Olietype: SAE 10W-30
Plaats de trilstamper op een effen oppervlak.
Verwijder vuil uit het gebied van het inspectievenster
(16).
Controleer het oliepeil door het inspectievenster (16).
De smering van het stampsysteem is goed als het olie-
inspectievenster een vulpeil van 1/2 – 3/4 toont.
Als er geen olie zichtbaar is, moet er olie worden bij-
gevuld.
Kantel de trilstamper naar voren tot het apparaat op de
rolstang (I) ligt. Verwijder de olie-afvoerschroef (16) op
de stamperbasis. Vul SAE 10W-30 olie indien dat nodig
is. (Gebruik een trechter)
Plaats de schroef terug en span deze aan.
Breng het apparaat in een rechtopstaande positie.
De eerste keer opstarten
OPGELET! Lees de veiligheidsrichtlijnen aandachtig (zie
„Veiligheidsrichtlijnen“ en aanvullende opmerkingen voor
machines op benzine).
Voorbereiding
Plaats de trilstamper rechtop op een stabiel, vlak op-
pervlak zodat een juiste smering van de motor wordt
gegarandeerd.
Controleer het volgende voordat u het apparaat opstart:
het motoroliepeil, het brandstofniveau (de tank moet
minstens halfvol zijn), de smering van het stampsysteem,
de status van de luchtfilter, de toestand van de brandsto-
fleidingen en de schroefbevestigingen aan de buitenzijde
voor een stevige positie
Schakel het apparaat niet in op asfalt of beton.
Vermijd het plaatsen van de stamper op locaties met
lage punten of gaten (bijv. plassen). Op vlotte, natte
oppervlakken bestaat slipgevaar!
6
Fig. 4
Fig. 5
16
