18 Gebruikershandleiding SATEL
Inschakelmode – maakt het mogelijk de manier van inschakelen te selecteren (de
snelkoppelingstoets wordt tussen haakjes weergegeven).
[0] Volledig inschakelen – (om te gebruiken als iedereen het pand verlaten heeft).
[1] Volledig inschakelen met overbrugging – (maakt het mogelijk om in het beveiligde
gebied te blijven) – Zones waarvoor de OVERBRUGGEN BIJ BLIJVEN optie ingeschakeld
zijn door de installateur, zullen worden overbrugd.
[2] Inschakelmode blijven - (maakt het mogelijk om in het beveiligde gebied te blijven):
volgzones (3. VOLGZONE) worden uitgeschakeld;
activeren van de externe zone (8. Extern) geeft enkel een stil alarm;
activeren van overige zones zal een luid alarm genereren.
[3] Inschakelmode blijven, zonder vertraging - (maakt het mogelijk om in het beveiligde
gebied te blijven en kan worden gebruikt als niemand het beveiligde gebied zal gaan
betreden).
Deze inschakelmethode is identiek aan de vorige, maar vertraagde zones zullen werken
als inbraakzones (geen ingangsvertraging).
Annuleer 1e code – bij het inschakelen met 2 codes kan de 1
e
code invoer met deze functie
worden geannuleerd
Wijzig eigen code – maakt het voor de gebruiker mogelijk om zijn/haar eigen code te
wijzigen.
Wijzig telefooncode – maakt het voor de gebruiker mogelijk om zijn/haar eigen
telefooncode te wijzigen
Wijzig prefix – dit is beschikbaar voor de manager indien de installateur de prefix optie
beschikbaar heeft gemaakt ( de prefix lengte is gedefinieerd). Dit maakt het mogelijk de
prefix te programmeren en de tijd om u te herinneren dat deze gewijzigd moet worden.
Elke code dient dan vooraf gegaan te worden van een prefix:
Normaal – voor dagelijks gebruik. Standaard is de lengte van de prefix 4 cijfers en staat
deze ingesteld op 0000.
Overval – voor gebruik onder dwang waarbij de gebruiker gedwongen wordt de code in te
voeren. Het gebruik van deze prefix zal een stil alarm activeren. Standaard is de lengte
van de prefix 4 cijfers. (bijv.: wordt de prefix ingesteld op 3, dan is de standaard prefix is
444).
Gebruikers – de volgende functies zijn beschikbaar in het submenu:
Nieuwe gebruiker – voor het aanmaken van een nieuwe gebruiker (zie: “Een nieuwe
gebruiker toevoegen” p.28).
Wijzig gebruiker – voor het wijzigen van bestaande gebruikers (zie: “Een gebruiker
wijzigen” p. 29).
Verwijder gebruiker – voor het verwijderen van bestaande gebruikers (zie: “Een
gebruiker verwijderen” p. 29).
De manager bepaalt of de installateur toegang krijgt tot het gebruikersmenu
(SERV.MAG WIJZ. optie in het WIJZIG OPTIES submenu).
Manager – de volgende opties zijn beschikbaar voor de manager:
Nieuwe manager – voor het aanmaken van een nieuwe manager voor een ander object.
Wijzig manager – voor het wijzigen van de bestaande managers.
Verwijder manager – voor het verwijderen van de bestaande managers.
Zone overbruggen – de volgende opties zijn beschikbaar in het submenu:
Tijdelijk – voor het tijdelijk overbruggen van zones (zie: “Zones tijdelijk overbruggen”
p. 32).