SATEL INTEGRA 9
5 – het alarm logboek te bekijken,
6 – het storing logboek te bekijken,
7 – de huidige storingen te bekijken,
8 – het belsignaal in het bediendeel aan of uit te zetten,
9 – om te schakelen tussen de stand-by mode en de blok status weergavemode.
De overige toetsen geven de mogelijkheid om:
- toegang te verkrijgen tot het gebruikers menu (eerst code invoeren);
- annuleren van de functie
of - in- en uitschakelen en alarm herstellen (eerst code invoeren);
- selecteren van de gekozen functie;
- het bevestigen van ingevoerde gegevens.
- navigeren door het menu. (Doorlopen van getoonde berichten, functies
en opties en het verplaatsen van de cursor);
- uitvoeren van de door de installateur ingestelde functies (eerst code
invoeren).
- het activeren van het brandalarm
- het activeren van het medisch alarm
- het activeren van het paniek alarm.
5.1.4 Ingebouwde proximity kaartlezer
De INT-KLCDR en INT-KLFR bediendelen kunnen bediend worden met gebruik van
proximity kaarten (proximity tags of andere 125 kHz passieve transponders). De
installateur bepaalt de functies welke met de kaart uitgevoerd kunnen worden na het kort
voorhouden of lang voorhouden van de kaart.
5.1.5 Geluidssignalen bediendeel
Geluidsignalen bij bedienen van het bediendeel
De installateur kan de geluidsignalen in het bediendeel uitschakelen.
1 korte pieptoon – indrukken van een numerieke toets
2 korte pieptonen – bevestiging bij het uitvoeren van een commando, signalering of
binnengaan van het gebruikersmenu, submenu of functie.
3 korte pieptonen – signalering van:
–het starten van de inschakelprocedure (er is uitgangsvertraging geprogrammeerd voor
het blok) of inschakeling (er is geen uitgangsvertraging in het blok);
–het uitschakelen van het alarmsysteem en/of alarm herstellen,
–het deactiveren van een uitgang,
–het activeren van het belsignaal in het bediendeel met toets 8,
–het omschakelen tussen de stand-by mode en de blok status weergavemode met
toets 9,
–het beëindigen van een functie en het terugkeren naar het menu na bevestiging van
de ingevoerde data.
4 korte pieptonen en 1 lange pieptoon – signalering van:
–het activeren van een uitgang,
–het activeren van het belsignaal in het bediendeel met toets 8,