reiniging en onderhoud van uw
wasmachine
HET VUILFILTER REINIGEN
We raden aan om het vuilfilter 5 à 6 keer per jaar te reinigen, of wanneer de foutmelding “5E” wordt
weergegeven. (Lees ook “De wasmachine laten leeglopen in een noodgeval” op de vorige pagina.)
Trek altijd, voordat u het afvoerfilter schoonmaakt, de stekker uit het stopcontact.
1. Verwijder eerst het achtergebleven water ( raadpleeg
daarvoor “De wasmachine laten leeglopen in een noodgeval”
op bladzijde 32.)
Als u de filter eruit neemt zonder het achtergebleven water
weg te laten lopen, kan dit eruit druppelen.
2. Open de afdekplaat van het filter met behulp van een
muntstuk of een sleutel.
3. Draai het deksel van de afvoer voor noodgevallen linksom
los en laat al het water weglopen.
4. Draai de dop van het vuilfilter los.
5. Spoel vuil en ander materiaal van het filter. Zorg dat de
propeller van de afvoerpomp achter het filter niet wordt
geblokkeerd.
6. Plaats de dop van het filter terug.
7. Doe de filterklep weer dicht.
Open het deksel van de gruisfilter niet terwijl de wasmachine aan
staat omdat het water er dan uit kan stromen.
• Zorg ervoor dat het filterdeksel wordt teruggeplaatst nadat u de
filter schoongemaakt hebt. Als het filter niet aanwezig is functioneert de wasmachine mogelijk niet
goed of lekt er water uit.
• Na het schoonmaken moet de filter weer volledig in elkaar worden gezet.
DE BUITENKANT REINIGEN
1. U kunt de oppervlakken van de wasmachine, ook het bedieningspaneel, afnemen met een
zachte doek en niet-schurende reinigingsmiddelen voor huishoudelijk gebruik.
2. Droog de oppervlakken af met een zachte doek.
3. Giet geen water op de wasmachine.
Dop van
vuilfilter
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG