FRANÇAIS NEDERLANDS
38
Perfectionnez vos enregistrements
Sélection d’un mode d’exposition automatique
✤ Cette fonction n’est disponible qu’en mode Caméscope.
✤ Les modes disponibles avec la fonction PROGRAM AE permettent
d’adapter automatiquement la vitesse d'obturateur et la diaphragme
selon la scène à filmer.
✤ Six modes sont disponibles.
1. Mode AUTO
■
Équilibrage automatique entre le sujet et l’arrière-plan.
■
À utiliser dans des conditions normales.
■
La vitesse d’obturateur varie automatiquement de 1/50ème à
1/250ème de seconde, selon la scène.
2. Mode SPORTS ( )
■
Prise d’un personnage ou d’un objet se déplaçant rapidement,
pour permettre de visionner les images sur un magnétoscope au
format 8 mm en mode ralenti ou pause sans qu’elles soient floues.
3. Mode PORTRAIT ( )
■
Mise en valeur d’un personnage en avant-plan, l’arrière-plan étant
flou. Le mode PORTRAIT est à utiliser de préférence à l’extérieur.
■
La vitesse d’obturateur varie automatiquement de 1/50ème à
1/1000ème de seconde, selon la scène.
4. Mode SPOTLIGHT ( )
■
Pour filmer correctement lorsque seul le sujet est éclairé et que le
reste de la scène ne l’est pas.
■
La vitesse d’obturateur est de 1/50ème de seconde.
5. Mode SAND/SNOW ( )
■
Pour filmer des sujets plus foncés que l’arrière-plan, du fait de
reflets de lumière sur la mer ou la neige.
■
La vitesse d’obturateur varie automatiquement de 1/50ème à
1/250ème de seconde, selon la scène.
6. Mode HSS (vitesse d’obturateur élevée) (HSS) ( )
■
Prise d’un sujet se déplaçant à très grande vitesse, tel que des
joueurs de golf ou de tennis.
■
Il se peut que la zone à filmer doive être éclairée.
Geavanceerde opnamefuncties
PROGRAM AE (belichtinsprogramma’s)
✤ Deze functie is alleen beschikbaar in de CAMERA stand.
✤ Met deze functie kunt u de sluitertijd en het diafragma aanpassen aan
de scene die u wilt opnemen.
Zo kunt u bijvoorbeeld de scherptediepte beînvloeden.
✤ Er zijn 6 automatische belichtingsstanden.
1. AUTO stand
■
Automatisch instellen; sluitertijd en diafragma variëren gelijkmatig.
■
Voor gebruik onder normale omstandigheden.
■
De sluitertijd ligt afhankelijk van de hoeveelheid licht tussen 1/50
en 1/250 seconde,.
2. SPORTS stand ( )
■
Voor het opnemen van snelbewegende onderwerpen.
U kunt de opname op een 8 mm videorecorder in slow motion
afspelen of bij een bepaald beeld stoppen zonder dat het beeld
erg onscherp wordt.
3. PORTRAIT stand ( )
■
Om scherp te stellen op het onderwerp dat zich op de voorgrond
bevindt, waarbij de achtergrond onscherp wordt gehouden.
De PORTRAIT stand is vooral geschikt voor buitenopnamen.
■
De sluitertijd ligt afhankelijk van de hoeveelheid licht tussen 1/50
en 1/1000 seconde.
4. SPOTLIGHT stand ( )
■
Om goede opnamen te maken wanneer alleen het onderwerp is
verlicht en niet de rest van het beeld.
■
De sluitertijd is 1/50 seconde.
5. SAND/SNOW mode ( )
■
Voor opnamen waarbij de onderwerpen donkerder zijn dan de achter-
grond, doordat veel licht wordt gereflecteerd door zand of sneeuw.
■
De sluitertijd ligt afhankelijk van de hoeveelheid licht tussen 1/50
en 1/250 seconde.
6. HSS (korte sluitertijd) stand (HSS) ( )
■
Om snel bewegende onderwerpen op te nemen, zoals golf- of
tennisspelers.
■
Het kan nodig zijn om een videolamp te gebruiken.