88 89
●
Instellingen Positioner: hiermee configureert u de antennepositioner.
Positioner: hiermee schakelt u de besturing van de positioner in of uit.
Type positioner: hiermee stelt u het type positioner in op DiSEqC 1.2 of USALS (Universal Satellite Automatic
Location System).
–
Lengte: hiermee stelt u de lengtegraad voor uw locatie in.
–
Breedte: hiermee stelt u de breedtegraad voor uw locatie in.
–
Inst. lengtegraad satelliet: hiermee stelt u de lengtegraad in voor de satellieten die de gebruiker heeft
gedefinieerd.
Gebruikersmodus: hiermee stelt u de positie van de satellietschotel in op basis van elke satelliet.
Als u de huidige positie van een satellietschotel instelt op basis van een bepaalde satelliet, kan de
satellietschotel naar de vooraf ingestelde positie worden verplaatst wanneer u het signaal van die satelliet
nodig hebt.
–
Satelliet: hiermee selecteert u de satelliet waarvoor u de positie wilt instellen.
–
Transponder: hiermee selecteert u een transponder uit de lijst voor signaalontvangst.
–
Bewegingsmodus: hiermee selecteert u de bewegingsmodus. Maak onderscheid tussen discrete en
continue beweging.
–
Stapgrootte: hiermee stelt u het aantal graden in voor de stapgrootte van de schotelrotatie. Stapgrootte
is beschikbaar wanneer Bewegingsmodus is ingesteld op Stap.
–
Naar opgeslagen positie: hiermee draait u de schotel naar de opgeslagen satellietpositie.
–
Antennepositie: hiermee past u de schotelpositie van de geselecteerde satelliet aan en slaat u deze op.
–
Huidige positie opslaan: hiermee slaat u de actuele positie op als geselecteerde positioneringslimiet.
Installatiemodus: hiermee stelt u de limieten in voor de verplaatsing van de satellietschotel of herstelt u de
positie. Deze functie wordt voornamelijk gebruikt in de installatiehandleiding.
–
Positie begrenzen: hiermee selecteert u de richting van de positioneringslimiet.
–
Antennepositie: hiermee past u de schotelpositie van de geselecteerde satelliet aan en slaat u deze op.
–
Huidige positie opslaan: hiermee slaat u de huidige positie op als geselecteerde positioneringslimiet.
–
Positie resetten: hiermee beweegt u de schotel naar de referentiepositie.
–
Positioneringslimiet resetten: hiermee staat u toe dat de schotel een volledige boog maakt.
●
Alle instellingen resetten: hiermee worden alle satellietinstellingen teruggezet naar de beginwaarden.