•Dit apparaat bespaart automatisch elektriciteit door het stroomverbruik
aanzienlijk te beperken wanneer het apparaat niet wordt gebruikt.
•We raden aan kringlooppapier te gebruiken om energie te besparen.
Snel afdrukken met hoge resolutie
•U kunt afdrukken met een resolutie tot 1200 x 1200 dpi effectieve
uitvoer.
•Snel on-demand afdrukken.
-M207x series
▪Voor enkelzijdig afdrukken, 20 ppm (A4) of 21 ppm (Letter).
-M2074 series
▪Voor enkelzijdig afdrukken, 18 ppm (A4) of 19 ppm (Letter).
Belangrijkste voordelen
Gemak
•Met Easy Capture Manager kunt u gemakkelijk bewerken en afdrukken
wat u met de toets Print Screen op het toetsenbord hebt vastgelegd (zie
"Easy Capture Manager" op pagina 255).
•Samsung Easy Document Creator is een programma dat u helpt bij het
scannen, verzamelen en bewaren van documenten in verschillende
formaten, inclusief het .epub formaat. Deze documenten kunnen
gedeeld worden via social networking sites of fax (zie "Werken met
Samsung Easy Document Creator" op pagina 262)
•Met AnyWeb Print kunt u een schermopname of afdrukvoorbeeld
maken van een scherm in Windows Internet Explorer, en deze
bewerken of afdrukken, op een veel eenvoudigere manier dan in het
gebruikelijke programma (zie "Samsung AnyWeb Print" op pagina
256).
•Met Slim bijwerken kunt u controleren op de nieuwste software en de
nieuwste versie installeren tijdens het installatieproces van het
printerstuurprogramma. Deze functie is alleen beschikbaar in Windows.
•Als u toegang hebt tot het internet, kunt u op de website van Samsung
(www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of
Downloads) terecht voor hulp, ondersteuning,
printerstuurprogramma’s, handleidingen en andere informatie.
Grote functionaliteit en brede ondersteuning van
toepassingen.
•Ondersteuning voor verschillende papierformaten (zie "Specificaties
van de afdrukmedia" op pagina 111).
•Watermerken afdrukken: U kunt uw documenten aanpassen met
woorden zoals "Vertrouwelijk" (zie "Geavanceerde afdrukfuncties
gebruiken" op pagina 218).
•Posters afdrukken: De tekst en afbeeldingen op elke pagina van uw
document worden vergroot en afgedrukt over verschillende vellen
papier die u kunt samenvoegen tot een poster (zie "Geavanceerde
afdrukfuncties gebruiken" op pagina 218).
•U kunt in verschillende besturingssystemen afdrukken (zie
"Systeemvereisten" op pagina 114).
•Het apparaat is uitgerust met een USB- en/of een netwerkinterface.
Belangrijkste voordelen
AirPrint
•Met AirPrint kunt u draadloos afdrukken direct vanaf een iPhone, iPad
en iPod touch die werkt met iOS 4.2 of nieuwer.
Ondersteund verschillende instellingsmethoden
voor draadloze netwerken.
•De WPS (Wi-Fi Protected Setup™)-knop gebruiken
-U kunt gemakkelijk verbinding maken met een draadloos netwerk
door de WPS-knop op het apparaat en op het toegangspunt (een
draadloze router) te gebruiken.
•De USB-kabel of netwerkkabel gebruiken
-U kunt verbinding maken en verschillende instellingen voor het
draadloze netwerk configureren met een USB-kabel of
netwerkkabel.
•Wi-Fi Direct gebruiken
-U kunt eenvoudig vanaf uw mobiele apparaat afdrukken met Wi-Fi of
Wi-Fi Direct.
Zie "Methoden voor het instellen van een draadloos netwerk" op
pagina 157.
Functies per model
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land.
Besturingssysteem
(●: beschikbaar. Leeg: Niet beschikbaar)
Software
Besturingssysteem
M207x series
M207xW series
M207xF series
M207xFW series
M207xFH series
M207xHW series
Windows●●
Mac●●
Linux●●
Software
M207x series
M207xW series
M207xF series
M207xFW series
M207xFH series
M207xHW series
SPL-printerstuurprogramma●●
PCL-printerstuurprogramma
PS-printerstuurprogramma
Functies per model
(●: beschikbaar. Leeg: Niet beschikbaar)
XPS-printerstuurprogramma
a
●●
Hulpprogramma Direct afdrukken
Samsung Easy Printer
Manager
Instellingen voor scannen naar pc●●
Instellingen voor faxen naar pc●
Apparaatinstellingen●●
Samsung Easy Document Creator●●
Samsung-printerstatus●●
AnyWeb Print●●
SyncThru™ Web Service●
(Alleen M207xW Series)
●
(Alleen M207xFW Series)
SyncThru Admin Web Service●
(Alleen M207xW Series)
●
(Alleen M207xFW Series)
Easy Eco Driver●●
FaxSamsung Network PC Fax●
a. XPS-stuurprogramma's worden voor Windows alleen ondersteund via de Samsung-website (www.samsung.com)
Software
M207x series
M207xW series
M207xF series
M207xFW series
M207xFH series
M207xHW series
Functies per model
Verschillende functies
functies
M207x series
M207xW series
M207xF series
M207xFW series
M207xFH series
M207xHW series
Hi-Speed USB 2.0●●
Netwerkinterface Ethernet 10/100 Base TX bedraad LAN●
(Alleen M207xFW series /M207xHW series)
Netwerkinterface 802.11b/g/n draadloos LAN
a
●
(Alleen M207xW Series)
●
(Alleen M207xFW series /M207xHW series)
NFC afdrukken/scannen●
(Alleen M207xW Series)
●
(Alleen M207xFW series /M207xHW series)
Eco-afdrukken (bedieningspaneel)●●
Dubbelzijdig afdrukken (handmatig)
b
●●
USB-geheugeninterface
Geheugenmodule
Massaopslagapparaat (HDD)
Dubbelzijdige automatische documentinvoer (DADI)
Automatische documentinvoer (ADI)●
Functies per model
FaxMeerdere verz.●
Uitgest. verz.●
Prior. verz.●
Dubbelzijdig verzenden
Veilige ontv.●
Dubbelz. afdr.
Naar ander nr./ Ontv. en doorst. - fax●
Naar ander nr./ Ontv. en doorst. - e-mail
Naar ander nr./ Ontv. en doorst. - server
ScannenScannen naar e-mail
Scannen naar SMB-server
Scannen naar FTP-server
Dubbelzijdig scannen
Scan naar pc●●
Naar WSD scannen●
(Alleen M207xW Series)
●
(Alleen M207xFW Series)
functies
M207x series
M207xW series
M207xF series
M207xFW series
M207xFH series
M207xHW series
Functies per model
(●: beschikbaar. Leeg: Niet beschikbaar)
KopiërenIdentiteitskaarten kopiëren●●
Verkleinend of vergrotend kopieëren●●
Sorteren●●
Posters afdrukken
Klonen
Boek
2 pagina's/vel, 4 pagina's/vel●●
Achtergrond wijzigen●●
Marge versch.
Rand wissen
Grijs verbeteren
Dubbelzijdig kopiëren
a.Draadloze netwerkinterfacekaarten (LAN-kaarten) zijn niet in alle landen verkrijgbaar. In sommige landen kan alleen 802.11 b/g worden gebruikt. Neem contact op met uw
plaatselijke Samsung-dealer of de winkel waar u het apparaat kocht.
b. Alleen Windows.
functies
M207x series
M207xW series
M207xF series
M207xFW series
M207xFH series
M207xHW series
Nuttig om te weten
Het apparaat drukt niet af.
•Open de afdruklijst en verwijder het document uit de lijst
(zie "Een afdruktaak annuleren" op pagina 54).
•Verwijder het stuurprogramma en installeer deze opnieuw
(zie "Lokaal installeren van het stuurprogramma" op
pagina 30).
•Selecteer uw printer als de standaardprinter in Windows
(zie "Uw apparaat instellen als standaardprinter" op pagina
217).
Waar kan ik accessoires of verbruiksartikelen
kopen?
•Vraag na bij een Samsung-distributeur of uw
detailhandelaar.
•Kijk op www.samsung.com/supplies. Kies uw land of regio
voor productinformatie.
De status-LED knippert of blijft branden.
•Schakel het apparaat uit en weer in.
•Zoek de betekenis van de LED-indicatorlampjes in deze
handleiding en los het probleem op (zie "Informatie over de
status-LED" op pagina 99).
Er is papier vastgelopen.
•Open en sluit de scaneenheid (zie "Voorkant" op pagina
22).
•Zoek de instructies voor het verwijderen van vastgelopen
papier in deze handleiding en los het probleem op (zie
"Papierstoringen verhelpen" op pagina 95).
De afdrukken zijn vaag.
•Het toner is mogelijk op of ongelijk verdeeld. Schud de
tonercassette (zie "Toner herverdelen" op pagina 75).
•Probeer een andere instelling voor de resolutie (zie
"Voorkeursinstellingen openen" op pagina 55).
•Vervang de tonercassette (zie "comp." op pagina 77).
Waar kan ik het stuurprogramma van de
printer downloaden?
•U kunt op de website van Samsung (www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads) terecht
voor hulp en ondersteuning, printerstuurprogramma’s,
handleidingen en bestelinformatie.
14
1. Inleiding
Informatie over deze gebruikershandleiding
Deze gebruikershandleiding bevat basisinformatie over het apparaat en
biedt tevens gedetailleerde informatie over de verschillende procedures die
doorlopen moeten worden bij het gebruik van het apparaat.
•Lees de veiligheidsinformatie voor u het apparaat in gebruik neemt.
•Raadpleeg het hoofdstuk over probleemoplossing als u problemen
ondervindt bij gebruik van het apparaat.
•De termen die in deze gebruikershandleiding worden gebruikt, worden
uitgelegd in het hoofdstuk met de woordenlijst.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met het
door u gekochte apparaat.
•De schermafbeeldingen in deze Beheerdersgids kunnen afwijken van
de schermweergave van uw apparaat afhankelijk van de firmware-/
stuurprogrammaversie.
•De procedures in deze gebruikershandleiding zijn voornamelijk
gebaseerd op Windows 7.
1
Afspraken
Sommige in deze gebruikershandleiding gebruikte termen zijn
verwisselbaar:
•Document is synoniem met origineel.
•Papier is synoniem met materiaal of afdrukmateriaal.
•Apparaat verwijst naar printer of multifunctionele printer.
2
Algemene pictogrammen
PictogramTekstOmschrijving
Opgepast
Biedt gebruikers informatie om het apparaat te
beschermen tegen mogelijke mechanische
schade of defecten.
Opmerking
Biedt aanvullende informatie of gedetailleerde
uitleg over een functie of voorziening van het
apparaat.
15
1. Inleiding
Veiligheidsinformatie
Deze waarschuwingen en voorzorgen moeten eventuele beschadigingen
aan uw apparaat en verwondingen aan uzelf of anderen voorkomen. Lees
deze instructies aandachtig voor u het apparaat in gebruik neemt. Bewaar
dit document goed nadat u het hebt gelezen.
3
Belangrijke veiligheidssymbolen
Verklaring van alle pictogrammen en symbolen in
dit hoofdstuk
4
Bedrijfsomgeving
Waarschuwing
Waarschu
wing
Gevaren of onveilige praktijken die ernstig letsel of
de dood kunnen veroorzaken.
Opgepast
Gevaren of onveilige praktijken die een klein letsel
of eigendomsschade kunnen veroorzaken.
NIET proberen.
Niet gebruiken als de stekker beschadigd is of als het
stopcontact niet geaard is.
Dit kan een elektrische schok of brand veroorzaken.
Plaats niets op het apparaat (water, kleine metalen of zware
•Het openen van de menu's kan verschillen per model (zie "Toegang
tot het menu" op pagina 33).
•Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar
menu's op lagere niveaus te gaan.
Tonersterkte
Als er vlekken en donkere afbeeldingen op uw origineel staan, kunt u de
helderheid aanpassen om de kopie beter leesbaar te maken.
1
Selecteer (kopiëren) > (Menu) > Kopieerfunctie >
Tonersterkte op het bedieningspaneel.
Of druk op de knop Tonersterkte op het bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
Bijvoorbeeld Licht+5 is de lichtste en Donker+5 is de donkerste.
3
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
Origineel
Met de oorspronkelijke instelling kunt u de kwaliteit van de kopie verbeteren
door het documenttype voor de huidige kopieertaak te selecteren.
1
Selecteer (kopiëren) > (Menu) > Kopieerfunctie > Type
origineel op het bedieningspaneel.
Of selecteer (Menu) > Kopieerfunctie > Type origineel op het
bedieningsscherm.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
•Tekst: gebruik deze optie voor originelen die hoofdzakelijk uit
tekst bestaan.
•Tekst en foto: gebruik deze optie voor originelen die tekst en
foto’s bevatten.
Als de tekst op de afdruk onscherp is, selecteert u Tekst om scherpe
teksten te krijgen.
•Foto: gebruik deze optie voor foto’s.
3
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
Normaal kopiëren
61
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Verkleinde of vergrote kopie
U kunt het formaat van een gekopieerde afbeelding verkleinen tot 25% of
vergroten tot 400% wanneer u originelen kopieert via de glasplaat.
•Afhankelijk van het model of optionele onderdelen zijn enkele LED's
mogelijk niet beschikbaar (zie "Verschillende functies" op pagina
10).
•Wanneer het apparaat is ingesteld op Eco-modus, zijn de vergroot-
en verkleinfuncties niet beschikbaar.
Om uit de vooraf ingestelde kopieerformaten te
selecteren
1
Selecteer (kopiëren) > (Menu) > Kopieerfunctie >
Verkleinen/vergroten op het bedieningspaneel.
Of selecteer (Menu) > Kopieerfunctie > Verkleinen/vergroten
op het bedieningsscherm.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
3
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
Om de grootte van de kopie aan te passen door
rechtstreeks de schaalverhouding in te voeren
1
Selecteer (kopiëren) > (Menu) > Kopieerfunctie >
Verkleinen/vergroten > Aangepast op het bedieningsscherm.
Of selecteer (Menu) > Kopieerfunctie > Verkleinen/vergroten
op het bedieningsscherm.
2
Geef het gewenste kopieerformaat op met het numerieke
toetsenblok.
3
Druk op OK om de selectie op te slaan.
4
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
Als u een verkleinde kopie maakt, kunnen er onderaan op de kopie
zwarte lijnen verschijnen.
Normaal kopiëren
62
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
17
Identiteitskaarten kopiëren
Uw apparaat kan dubbelzijdige originelen afdrukken op één vel.
Hierbij wordt één zijde van het origineel op de bovenste helft van het vel
papier afgedrukt en de andere zijde op de onderste helft zonder dat het
origineel daarbij wordt verkleind. Deze functie is handig voor het kopiëren
van kleine documenten zoals visitekaartjes.
•Voor deze functie moet het origineel op de glasplaat van de scanner
worden geplaatst.
•Als het apparaat is ingesteld op Eco-modus is deze functie niet
beschikbaar.
•Voor een betere beeldkwaliteit selecteert u (kopiëren) >
(Menu) > Kopieerfunctie > Type origineel > Foto in het
bedieningspaneel of (Menu) > Kopieerfunctie > Type origineel
> Foto.
1
Druk op ID Copy op het bedieningspaneel.
2
Plaats een origineel op de glasplaat met de voorzijde naar onder
zoals aangegeven door de pijlen. Sluit vervolgens het deksel van de
scanner.
3
Plaats voorzijde en druk op Start verschijnt op het display.
4
Druk op Start.
Het apparaat begint de voorzijde te scannen. Op het display
verschijnt Plaats achterz. en druk op Start.
Normaal kopiëren
63
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
5
Keer het origineel om en leg het op de glasplaat zoals wordt
aangegeven door de pijlen. Sluit vervolgens het deksel van de
scanner.
6
Druk op Start.
•Als u niet op (Start) drukt, wordt alleen de voorzijde gekopieerd.
•Als het origineel groter is dan het afdrukgebied, worden sommige
gedeelten mogelijk niet afgedrukt.
64
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Basisfuncties voor scannen
Raadpleeg de handleiding Handleiding Geavanceerd (zie
"Scanfuncties" op pagina 232), voor speciale scanfuncties.
18
Basisfuncties voor scannen
Dit is de normale en gebruikelijke procedure voor het scannen van
originelen.
Dit is een basisscanmethode voor een apparaat dat via USB is verbonden.
•Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar
menu's op lagere niveaus te gaan.
•Als u wilt scannen via het netwerk, raadpleegt u de handleiding
Geavanceerd (zie "Scannen vanaf een apparaat dat is aangesloten
op een netwerk" op pagina 233).
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 49).
2
Selecteer (scannen) > Naar pc scan. op het bedieningspaneel.
OF
Druk op Scan to op het bedieningspaneel.
IAls u de Niet beschikbaar boodschap ziet, controleer dan de
poortverbinding of selecteert Scannen vanaf paneel op apparaat
inschakelen in Samsung Easy Printer Manager > Schakel over
naar geavanceerde modus > Instellingen voor scannen naar pc.
3
Selecteer de gewenste scanbestemming en druk op OK.
De standaardinstelling is Mijn docum..
•U kunt een profiellijst met veelgebruikte instellingen aanmaken en
opslaan. U kunt ook profielen toevoegen en verwijderen, en profielen
opslaan naar verschillende paden.
•Voor het aanpassen van deSamsung Easy Printer Manager >
Geavanceerde modus activeren > Instellingen voor scannen
naar pc.
4
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
5
Het apparaat begint te scannen.
De gescande afbeelding wordt opgeslagen op de computer in
C:\Gebruikers\gebruikersnaam\Mijn documenten. De opslagmap
kan verschillen, afhankelijk van uw besturingssysteem of het gebruikte
programma.
65
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Basisfuncties voor faxen
•Deze functie wordt niet ondersteund voor de M207x series (zie
"Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 25).
•Raadpleeg de handleiding Handleiding Geavanceerd (zie
"Faxfuncties" op pagina 242), voor speciale faxfuncties.
•U kunt dit apparaat niet als faxapparaat gebruiken via een
internettelefoon. Raadpleeg uw internetprovider voor meer
informatie.
•Wij raden het gebruik van traditionele analoge telefoondiensten
(PSTN: Public Switched Telephone Network) wanneer u
telefoonlijnen aansluit om de fax te gebruiken. Als u andere
internetdiensten (DSL, ISDN, VolP) gebruikt, kunt u de kwaliteit van
de verbinding verbeteren door gebruik te maken van een microfilter.
Een microfilter elimineert ruissignalen en verbetert de kwaliteit van
de netwerk/internetverbinding. Aangezien er geen DSL-microfilter
met het apparaat wordt meegeleverd, neemt u best contact op met
uw internetprovider als u er gebruik van wilt maken.
1Lijnpoort
2Microfilter
3DSL-modem / telefoonlijn
(zie "Achterkant" op pagina 24).
19
Voorbereiden om te faxen
Voordat u een fax kunt verzenden of ontvangen moet u het meegeleverde
telefoonsnoer aansluiten op een telefoonaansluiting in de wand (zie
"Achterkant" op pagina 24). Raadpleeg de Beknopte installatiehandleiding
voor informatie over de aansluiting. Het maken van een telefoonverbinding
verschilt van land tot land.
20
Een fax verzenden
U kunt originelen op de glasplaat van de scanner of in de ADI plaatsen.
Als er zich zowel originelen in de ADI als op de glasplaat van de
scanner bevinden, worden de originelen in de ADI eerst gelezen omdat
de ADI een hogere prioriteit heeft bij het scannen.
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 49).
2
Selecteer (faxen) op het bedieningspaneel.
3
Stel de gewenste resolutie en tonersterkte in (zie "De
documentinstellingen aanpassen" op pagina 68).
Basisfuncties voor faxen
66
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
4
Voer het faxnummer van de ontvanger in (zie "Letters en cijfers op
het toetsenblok" op pagina 210).
5
Druk op (Start) op het bedieningspaneel. Het document wordt
gescand en naar de bestemmingen gefaxt.
•Met Samsung Network PC Fax kunt u de fax rechtstreeks vanaf uw
computer verzenden (zie "Een fax met uw computer verzenden" op
pagina 243).
•Als u een faxtaak wilt annuleren, drukt u op (Stop/Clear) voordat
het apparaat begint met verzenden.
•Als u een fax verzendt vanaf de glasplaat van de scanner, verschijnt
er een bericht waarin u wordt gevraagd een volgende pagina in te
voeren.
Een fax handmatig verzenden
Voer de volgende stappen uit om een fax te verzenden met (On Hook
Dial) op het configuratiescherm.
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 49).
2
Selecteer (faxen) op het bedieningspaneel.
3
Stel de gewenste resolutie en tonersterkte in (zie "De
documentinstellingen aanpassen" op pagina 68).
4
Druk op de (On Hook Dial) op het bedieningspaneel.
5
Voer een faxnummer in met behulp van het numeriek toetsenblok op
het bedieningspaneel.
6
Druk op (Start) op het bedieningspaneel zodra u een hoge
faxtoon hoort van het ontvangende faxapparaat.
Groepsverzending (faxen naar meerdere
bestemmingen verzenden)
Met de functie Groepsverzending kunt u een fax naar meerdere
bestemmingen verzenden. Uw documenten worden automatisch in het
geheugen opgeslagen en naar een extern faxapparaat verzonden. Na
verzending worden de originelen automatisch uit het geheugen gewist.
U kunt geen faxen verzenden met deze functie wanneer u hebt
gekozen voor superfijn of wanneer de fax in kleur is.
Basisfuncties voor faxen
67
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 49).
2
Selecteer (faxen) op het bedieningspaneel.
3
Stel de gewenste resolutie en tonersterkte in (zie "De
documentinstellingen aanpassen" op pagina 68).
4
Selecteer (Menu) > Faxfunctie > Meerdere verz. op het
bedieningspaneel.
5
Voer het nummer van het eerste ontvangende faxapparaat in en
druk op OK.
U kunt snelkiesnummers oproepen of een groepskiesnummer
selecteren met de knop (Address Book).
6
Voer het tweede faxnummer in en druk op OK.
U wordt gevraagd om het volgende faxnummer waarnaar u het
document wilt verzenden in te voeren.
7
Als u meerdere faxnummers wilt invoeren, drukt u op OK wanneer
Ja oplicht, en herhaalt u stap 5 en 6.
•U kunt maximaal 10 bestemmingen ingeven.
•Na het invoeren van een groepskiesnummer kunt u geen ander
groepskiesnummer invoeren.
8
Als u klaar bent met het invoeren van faxnummers, selecteert u Nee
op de vraag Nog een nummer? en drukt u op OK.
Het apparaat verzendt de fax naar de verschillende nummers in de
volgorde waarin u ze hebt ingevoerd.
Een rapport word afgedrukt na het uitvoeren van Meerdere
verzenden.
Basisfuncties voor faxen
68
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
21
Een fax ontvangen
Uw apparaat is standaard ingesteld op faxmodus. Als u een fax ontvangt,
beantwoordt het apparaat de oproep na een opgegeven aantal belsignalen
en wordt de fax automatisch ontvangen.
22
De documentinstellingen aanpassen
Voordat u een fax verstuurt, wijzigt u de volgende instellingen
overeenkomstig de eigenschappen van het origineel voor een optimaal
resultaat.
Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar
menu's op lagere niveaus te gaan.
Resolutie
De standaard documentinstellingen leveren goede resultaten voor een
normaal tekstdocument. Als u echter originelen verstuurt die foto’s bevatten
of van een slechte kwaliteit zijn, kunt u de resolutie aanpassen om een fax
van een betere kwaliteit te versturen.
1
Selecteer (faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Resolutie op het
bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
•Standaard: originelen met tekens van normale grootte.
•Fijn: originelen met kleine tekens of dunne lijnen, of originelen
die met een matrixprinter zijn afgedrukt.
•Superfijn: originelen met zeer kleine details. De modus
Superfijn wordt alleen ingeschakeld als het apparaat waarmee
u communiceert deze resolutie ondersteunt.
•Verzenden vanuit het geheugen is niet mogelijk in de modus
Superfijn. De resolutie-instelling wordt automatisch gewijzigd in
Fijn.
•Als het apparaat ingesteld is op de resolutie Superfijn, maar het
ontvangende faxapparaat de resolutie Superfijn niet ondersteunt,
wordt de fax verzonden in de hoogste resolutie die het ontvangende
faxapparaat ondersteunt.
•Fotofax: originelen met grijstinten of foto's.
•Kleurenfax: originelen met kleuren.
Basisfuncties voor faxen
69
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
•Verzenden vanuit het geheugen is niet beschikbaar in deze modus.
•U kunt alleen een kleurenfax verzenden als het apparaat waarmee
u communiceert, de ontvangst van een kleurenfax ondersteunt en
als u de fax handmatig verzendt.
3
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
Tonersterkte
U kunt de helderheid van het originele document selecteren.
De ingestelde helderheid geldt voor de huidige faxtaak. Voor het
aanpassen van de standaardinstellingen (zie"Menu Faxen" op pagina
192).
1
Selecteer (faxen) > (Menu) > Faxfunctie > Tonersterkte op
het bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste tonerinstelling.
3
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
3.Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van
uw apparaat kunt aankopen.
•Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen71
•Beschikbare verbruiksartikelen72
•De tonercassette bewaren73
•Toner herverdelen75
•comp.77
•De gebruiksduur van de verbruiksartikelen
controleren79
•Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op"80
•Het apparaat reinigen81
•Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw
apparaat87
71
3. Onderhoud
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en
onderdelen.
Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer
of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.com/supplies en selecteer uw land/regio voor de contactgegevens van de
klantenservice.
72
3. Onderhoud
Beschikbare verbruiksartikelen
Als de verbruiksartikelen het einde van hun gebruiksduur naderen, kunt u de volgende verbruiksartikelen voor uw apparaat bestellen:
De levensduur van de tonercassette kan variëren afhankelijk van de opties, het percentage afbeeldingen en de taakmodus.
Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen aanschaft, doet u dit best in het land waar u het apparaat hebt gekocht. Nieuwe tonercassettes of andere
verbruiksartikelen zijn mogelijk niet compatibel met het apparaat omdat de configuratie van tonercassettes en andere verbruiksartikelen per land kunnen
verschillen.
Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van niet-
originele Samsung-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik van andere tonercassettes dan
die van Samsung vallen niet onder de garantie van het apparaat.
Type
Gemiddeld aantal afdrukken
a
a. Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19752. Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de gebruiksomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken, afbeeldingen en
het type en formaat van het afdrukmateriaal.
Benaming van onderdeel
TonercassetteCirca 1.000 pagina'sMLT-D111S
73
3. Onderhoud
De tonercassette bewaren
Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht,
temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze aanbevelingen te
volgen met het oog op optimale prestaties, de hoogste kwaliteit en de
langste gebruiksduur van uw nieuwe Samsung-tonercassette.
Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt gebruikt. Idealiter
in een omgeving met gecontroleerde temperatuur en vochtigheid. Haal de
tonercassette pas uit haar originele, ongeopende verpakking op het
moment dat u de cassette gaat installeren. Als de originele verpakking
ontbreekt, moet u de bovenste opening van de cassette bedekken met
papier en moet u de cassette in een donkere kast bewaren.
Door de verpakking van de cassette te openen voor u de cassette in gebruik
neemt, zal de levensduur en bewaartijd van de cassette aanzienlijk
verkorten. Bewaar tonercassetten niet op de grond. Volg de onderstaande
procedures om een tonercassette die u uit de printer hebt verwijderd, te
bewaren.
•Bewaar de cassette in de beschermhoes van de originele verpakking.
•Bewaar de tonercassette liggend (niet staand) met dezelfde kant boven
als bij de installatie.
•Bewaar geen verbruiksartikelen onder de volgende omstandigheden:
-Temperaturen boven 40°C (104°F).
-In een omgeving met een luchtvochtigheid van minder dan 20% of
van meer dan 80%.
-In een omgeving met extreme temperatuur- of
vochtigheidsschommelingen.
-In direct zon- of kunstlicht.
-Op stoffige plaatsen.
-In een auto gedurende een lange periode.
-In een omgeving met corrosieve dampen.
-In een omgeving met zilte lucht.
1
Behandelingsinstructies
•Raak het oppervlak van de fotogeleidende drum in de cassette niet aan.
•Stel de cassette niet bloot aan onnodige trillingen of schokken.
•Roteer de drum niet handmatig, vooral in de tegengestelde richting. Dit
kan interne schade en een tonerlek veroorzaken.
2
Gebruik tonercassette
Samsung Electronics raadt het gebruik van andere tonercassettes dan van
Samsung af, met inbegrip van generische, hervulde of gerecycleerde
tonercassettes of tonercassettes van witte producten.
De printergarantie van Samsung dekt geen schade aan het apparaat
die ontstaan is door het gebruik van een bijgevulde cassette,
gerecyclede cassette of een tonercassette van een ander merk dan
Samsung.
De tonercassette bewaren
74
3. Onderhoud
3
Geschatte levensduur van tonercassette
De geschatte levensduur van een cassette is afhankelijk van de
hoeveelheid toner die afdruktaken vereisen. De eigenlijke capaciteit kan
variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid van de pagina’s waarop u
afdrukt, de omgeving, percentage afbeeldingen, de tijd tussen de
afdruktaken, het type media en het mediaformaat. Als u bijvoorbeeld veel
afbeeldingen afdrukt, wordt er meer toner verbruikt en moet de cassette
waarschijnlijk vaker worden vervangen.
75
3. Onderhoud
Toner herverdelen
Als de tonercassette bijna leeg is:
•Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende dichtheid aan beide kanten.
•De Status-LED knippert rood.
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen. Soms blijven die witte strepen
of lichtere gebieden voorkomen, ook nadat de toner opnieuw is verdeeld.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen met
uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
•Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
•Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
•Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals een mes of een schaar om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken
mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
•Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner
zich aan de stof.
•Houd de ADI en de papierlade samen wanneer u een papierlade opent.
Toner herverdelen
76
3. Onderhoud
2
1
77
3. Onderhoud
De tonercassette vervangen
4
comp.
•Schud de tonercassette grondig. Dit verhoogt de afdrukkwaliteit in het begin.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen
met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
•Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
•Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
•Gebruik geen scherpe voorwerpen zoals een mes of een schaar om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken
mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
•Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner
zich aan de stof.
•Houd de ADI en de papierlade samen wanneer u een papierlade opent.
De tonercassette vervangen
78
3. Onderhoud
Als een tonercassette het eind van de levensduur bereikt heeft, stopt de printer met afdrukken.
79
3. Onderhoud
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren
Als u regelmatig geconfronteerd wordt met papierstoringen of afdrukproblemen, controleert u het aantal pagina’s dat het apparaat heeft afgedrukt of
gescand. Vervang indien nodig de betrokken onderdelen.
1
Selecteer (Menu) > Systeeminstellingen > Rapport > Gebr.duur art. op het bedieningsscherm.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
•Tot.: toont het totaal aantal afgedrukte pagina's.
•ADI-scan: toont het aantal pagina's dat is afgedrukt via de automatische documentinvoer.
•Scan. via glas: toont het aantal pagina's dat is gescand via de glasplaat.
•Info verbruiksartikelen: drukt een pagina af met de gegevens van verbruiksartikelen.
3
Druk op (Stop/Clear) om terug te keren naar de gereedmodus.
80
3. Onderhoud
Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op"
Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet vervangen. U kunt instellen
of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet.
•Het openen van de menu's kan verschillen per model (zie "Toegang tot het menu" op pagina 33).
•Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan.
•U kunt de apparaatinstellingen instellen door de Apparaatinstellingen te gebruiken in het Samsung Easy Printer Manager programma.
-Voor gebruikers van Windows en Mac, stel in vanaf Samsung Easy Printer Manager > (Geavanceerde modus activeren) >
Apparaatinstellingen.
1
Selecteer (Menu) > Systeeminst. > Onderhoud > Ws tr bijna op op het bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste optie.
3
Druk op OK om de selectie op te slaan.
81
3. Onderhoud
Het apparaat reinigen
Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig
schoonmaken om de beste afdrukkwaliteit te blijven garanderen en de gebruiksduur van uw apparaat te verlengen.
•Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere agressieve substanties bevatten, kan de
behuizing verkleuren of vervormen.
•Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan is terecht gekomen, raden wij u aan om de toner te verwijderen met een zachte, met water
bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger gebruikt, wordt de toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk voor u zijn.
5
De buitenkant reinigen
Maak het apparaat aan de buitenkant schoon met een zachte, pluisvrije doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met water, maar let erop dat er geen
water op of in het apparaat terechtkomt.
Het apparaat reinigen
82
3. Onderhoud
6
De binnenkant reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat
te reinigen.
•Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
•Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
•Gebruik een droge pluisvrije doek voor het reinigen van de binnenkant van het apparaat. Let op dat u de transportrol of andere onderdelen niet
beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of verdunner. Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en het apparaat beschadigen.
•Gebruik een niet-pluizende doek om het apparaat te reinigen.
•Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. Als uw apparaat een aan/uit-schakelaar heeft,
zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen
met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
•Houd de ADI en de papierlade samen wanneer u een papierlade opent.
Het apparaat reinigen
83
3. Onderhoud
2
1
Het apparaat reinigen
84
3. Onderhoud
7
Reinigen van de opneemrol
•Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. Als uw apparaat een aan/uit-schakelaar heeft,
zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
Het apparaat reinigen
85
3. Onderhoud
8
Scannereenheid reinigen
Houd de scannereenheid goed schoon. Dat komt de kwaliteit van de kopieën ten goede. Wij raden u aan de scannereenheid aan het begin van elke dag
te reinigen en dit zo nodig in de loop van de dag te herhalen.
•Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. Als uw apparaat een aan/uit-schakelaar heeft,
zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
1
Bevochtig een niet-pluizende, zachte doek of een velletje keukenrol met een beetje water.
2
Til het deksel van de scanner op.
Het apparaat reinigen
86
3. Onderhoud
3
Veeg de glasplaat van de scanner schoon en droog.
1Scannerdeksel
2Glasplaat van de scanner
3Glasplaat van de documentinvoer
4Wit blad
4
Sluit het deksel van de scanner.
1
2
4
3
87
3. Onderhoud
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat
•U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan immers toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er
schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
•Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee mensen het apparaat goed vasthouden.
4.Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
•Tips om papierstoringen te voorkomen89
•Vastgelopen originelen verwijderen90
•Papierstoringen verhelpen95
•Informatie over de status-LED99
•Informatie over displaymeldingen102
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem
optreedt. Als uw apparaat beschikt over een displayscherm, moet u eerst hierop kijken om
de fout op te lossen. Als u in dit hoofdstuk geen oplossing voor uw probleem kunt vinden,
kijkt u in het hoofdstuk Problemen oplossen in de handleiding Handleiding Geavanceerd
(zie "Problemen oplossen" op pagina 269). Als u geen oplossing kunt vinden in de
Gebruikershandleiding of als het probleem blijft optreden, kunt u met de klantenservice
bellen.
89
4. Problemen oplossen
Tips om papierstoringen te voorkomen
U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met vastzittend papier te
voorkomen:
•Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 40).
•Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
•Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst.
•Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
•Plaats geen verschillende soorten papier in een lade.
•Gebruik alleen aanbevolen afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 111).
90
4. Problemen oplossen
Vastgelopen originelen verwijderen
Als een origineel vastloopt in de ADI verschijnt er een waarschuwingsbericht op het display.
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt.
Gebruik de glasplaat van de scanner voor originelen van dik, dun of gemengd papier om papierstoringen te voorkomen.
Vastgelopen originelen verwijderen
91
4. Problemen oplossen
1
Er is een origineel vastgelopen vóór de scanner
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen
met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
•Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 10).
Vastgelopen originelen verwijderen
92
4. Problemen oplossen
2
Het origineel is in de scanner vastgelopen
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen
met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
•Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 10).
Vastgelopen originelen verwijderen
93
4. Problemen oplossen
Vastgelopen originelen verwijderen
94
4. Problemen oplossen
3
Het origineel is vastgelopen in het uitvoergebied van de scanner
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen
met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
•Deze probleemoplossing is mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Voorkant" op pagina 22).
1
Verwijder alle resterende pagina's uit de ADI.
2
Verwijder het vastgelopen papier voorzichtig uit de ADI.
95
4. Problemen oplossen
Papierstoringen verhelpen
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt.
4
In de papierlade
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen met
uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
Papierstoringen verhelpen
96
4. Problemen oplossen
5
Binnenin het apparaat
•Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties, en komen mogelijk niet helemaal overeen
met uw apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 22).
Papierstoringen verhelpen
97
4. Problemen oplossen
2
1
Papierstoringen verhelpen
98
4. Problemen oplossen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
99
4. Problemen oplossen
Informatie over de status-LED
De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan.
•Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 25).
•Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen (zie "Informatie over displaymeldingen" op pagina 102).
•Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
Informatie over de status-LED
100
4. Problemen oplossen
LEDStatusOmschrijving
Status
UitHet apparaat is offline.
Groen
KnippertAls het lampje knippert, is het apparaat bezig met het ontvangen of afdrukken van gegevens.
Aan•Het apparaat is online en klaar voor gebruik.
Rood
Knippert
•Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Bekijk het bericht op het display.
Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met afdrukken.
•De tonercassette is bijna leeg. Geschatte levensduur van een cassette
a
van de tonercassette is bijna bereikt. Bereid een
nieuwe cassette voor ter vervanging van de oude. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te
herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 75).
b
Aan
•De tonercassette heeft de geschatte levensduur
a
bijna bereikt. Het wordt aanbevolen de tonercassette te vervangen (zie
"comp." op pagina 77).
•De klep is geopend. Sluit de klep.
•De papierlade is leeg tijdens het ontvangen of afdrukken van gegevens. Plaats papier in de lade.
•Het apparaat is gestopt als gevolg van een ernstige fout. Bekijk de melding op het display (zie "Informatie over
displaymeldingen" op pagina 102).
•Er is een papierstoring opgetreden (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 95).
Blauw
KnippertHet apparaat maakt verbinding met een draadloos netwerk.
AanHet apparaat maakt verbinding met een draadloos netwerk (zie "Draadloos netwerk instellen" op pagina 156).
Oranje
Knippert
De tonercassette is bijna leeg. De tonercassette heeft de geschatte levensduur
a
bijna bereikt. Bereid een nieuwe cassette
voor ter vervanging van de oude. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de toner te herverdelen (zie "Toner
herverdelen" op pagina 75).
Aan
De tonercassette heeft de geschatte levensduur
a
bijna bereikt. Het wordt aanbevolen de tonercassette te vervangen (zie
"comp." op pagina 77).
Informatie over de status-LED
101
4. Problemen oplossen
(
Power/
Wakeup)
Blauw
AanHet apparaat bevindt zich in energiebesparende modus.
Uit
Het apparaat staat in de gereedmodus of het apparaat is uitgeschakeld.
EcoGroen
AanEco-modus is ingeschakeld.
De standaardinstelling in de eco-modus is 2 op 1 vel en tonerbesparing.
UitEco-modus is uitgeschakeld.
a.De geschatte gebruiksduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een tonercassette. Dit geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld kunnen worden
gemaakt met de cassette conform ISO/IEC 19752. Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, het percentage van de afbeelding, de tijd tussen
afdruktaken, media en formaat van het afdrukmateriaal. Er kan wat toner achterblijven in de cassette, ook als de rode LED brandt en de printer stopt met afdrukken.
b. Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 25).
LEDStatusOmschrijving
102
4. Problemen oplossen
Informatie over displaymeldingen
Er verschijnen berichten op het display van het bedieningspaneel om de status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande tabellen
voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het probleem.
•Als het bericht niet in de tabel voorkomt, schakelt u het apparaat uit en weer in en probeert u de afdruktaak opnieuw uit te voeren. Neem contact op met
een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
•Als u contact opneemt met de klantenservice, is het nuttig dat u het bericht op het display doorgeeft aan een medewerker van de klantenservice.
•Afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties verschijnen sommige meldingen mogelijk niet op het display.
•[foutnummer] geeft het foutnummer aan.
6
Foutmeldingen gerelateerd aan vastgelopen papier
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Verw. vastgel.
doc.
Het geplaatste origineel is vastgelopen in de
documentinvoer.
Verwijder het vastgelopen papier (zie "Vastgelopen originelen
verwijderen" op pagina 90).
Storing of leeg
Open/sluit deur
•Er is papier vastgelopen bij de papierinvoer.
•De lade is leeg.
•Verwijder het vastgelopen papier (zie "In de papierlade" op
pagina 95).
•Plaats papier in de lade (zie "Papier in de lade plaatsen" op
pagina 41).
Pap.st.
in app.
Er is papier vastgelopen in het apparaat.Verwijder het vastgelopen papier (zie "Binnenin het apparaat" op
pagina 96).
Informatie over displaymeldingen
103
4. Problemen oplossen
7
Meldingen over de tonercassette
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Plaats tonercassette
plaatsen
Er is geen tonercassette geplaatst.Plaats een tonercassette.
TC niet
comp.
De tonercassette die u hebt geplaatst, is niet geschikt voor
uw apparaat.
Installeer tonercassettes van Samsung die speciaal bedoeld zijn
voor uw apparaat.
Bereid nieuwe cass. voorDe tonercassette bevat nog een kleine hoeveelheid toner.
De tonercassette heeft de geschatte levensduur bijna
bereikt.
Houd een nieuwe cassette gereed om de oude cassette te
vervangen. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk verhogen door de
toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 75).
Informatie over displaymeldingen
104
4. Problemen oplossen
Plaats nieuwe cass.De aangegeven tonercassette is bijna aan het einde van de
geschatte levensduur.
De geschatte gebruiksduur van een cassette verwijst
naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van
een tonercassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken
er met de cassette gemiddeld kunnen worden
gemaakt conform ISO/IEC 19752 (zie "Beschikbare
verbruiksartikelen" op pagina 72). Het aantal
pagina’s kan afhankelijk zijn van de
omgevingsomstandigheden, het percentage
afbeeldingen, de tijd tussen de afdruktaken, media
en het mediaformaat. Het is mogelijk dat de cassette
nog wat toner bevat wanneer de desbetreffende
melding verschijnt en de printer stopt met afdrukken.
•U kunt kiezen tussen Stoppen of Doorgaan, zoals
weergegeven op het bedieningspaneel. Als u Stoppen
selecteert, stopt de printer met afdrukken en kunt u niet meer
afdrukken zolang u de cassette niet hebt vervangen. Als u
Doorgaan kiest, gaat de printer door met afdrukken maar kan
de afdrukkwaliteit niet worden gegarandeerd.
•Als u van een optimale afdrukkwaliteit wilt blijven genieten,
dient u de tonercassette te vervangen wanneer dit bericht
verschijnt. Als u de cassette verder blijft gebruiken kunnen er
problemen optreden met de afdrukkwaliteit (zie "comp." op
pagina 77).
Samsung raadt het gebruik van niet-originele Samsung-
tonercassettes (bijv. hervulde of gerecyclede cassettes)
af. Samsung kan de kwaliteit van niet-originele Samsung-
tonercassettes immers niet garanderen. Onderhoud en
herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik
van andere tonercassettes dan die van Samsung worden
niet gedekt door de garantie van het apparaat.
De aangegeven tonercassette is aan het einde van de
geschatte levensduur. Het apparaat stopt mogelijk met
afdrukken.
Vervang de tonercassette (zie "comp." op pagina 77).
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Informatie over displaymeldingen
105
4. Problemen oplossen
8
Meldingen over de papierlade
9
Meldingen over het netwerk
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Storing of leeg
Open/sluit deur
•Er is papier vastgelopen bij de papierinvoer.
•De lade is leeg.
•Verwijder het vastgelopen papier (zie "In de papierlade" op
pagina 95).
•Plaats papier in de lade (zie "Papier in de lade plaatsen" op
pagina 41).
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Netw.probl.:
IP-conflict
Het door u ingestelde IP-adres wordt al door iemand
anders gebruikt.
Controleer het IP-adres en stel het zo nodig opnieuw in (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 144).
#S6-3210Draadloze module is niet geïnstalleerd.Zet uit en weer aan.
Informatie over displaymeldingen
106
4. Problemen oplossen
10
Div. meldingen
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Klep open
Sluit klep.
De klep is niet goed gesloten.Sluit de klep goed. Deze moet vastklikken.
Klep van scanner staat open.De klep van de documentinvoer is niet goed vergrendeld.Sluit de klep goed. Deze moet vastklikken.
fuser [foutnummer]
Zet uit en weer aan
Het apparaat kan niet bestuurd worden.Start het apparaat opnieuw op en probeer nogmaals af te
drukken. Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan
contact op met een servicecentrum.
fuser [foutnummer]
Bel klantendienst
Scanner vergrendeldDe scanner is vergrendeld.Start het apparaat opnieuw op. Als het probleem zich blijft
voordoen, neem dan contact op met een servicecentrum.
5.Bijlage
In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met betrekking tot toepasbare regelgeving.
•Specificaties108
•Informatie over wettelijke voorschriften118
•Copyright133
108
5. Bijlage
Specificaties
1
Algemene specificaties
De specificaties hieronder kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga naar www.samsung.com voor mogelijk gewijzigde
informatie.
ItemsOmschrijving
Afmetingen
a
Breedte x Lengte x HoogteM207x series
M207xW series
406 x 359,6 x 253 mm
M207xF series / M207xFW series
M207xFH series / M207xHW series
406 x 359,6 x 308,7mm
Gewicht
a
Apparaat inclusief
verbruiksartikelen
M207x series
M207xW series
7,4 Kg
M207xF series / M207xFW series
M207xFH series / M207xHW series
8,47 kg
Specificaties
109
5. Bijlage
Geluidsniveau
b
Stand-bymodusMinder dan 26 dB(A)
AfdrukmodusMinder dan 50 dB(A)
KopieermodusGlasplaat van de scannerMinder dan 50 dB(A)
DocumentinvoerMinder dan 53 dB(A)
ScanmodusGlasplaat van de scannerMinder dan 52 dB(A)
DocumentinvoerMinder dan 54 dB(A)
TemperatuurGebruik10 tot 32 °C
Opslag (in verpakking)-20 tot 40°C
Relatieve
luchtvochtigheid
Gebruik20 tot 80% RV
Opslag (in verpakking)10 tot 90% RV
Nominaal vermogen
c
Modellen op 110 voltAC 110 – 127 V
Modellen op 220 voltAC 220 – 240 V
ItemsOmschrijving
Specificaties
110
5. Bijlage
StroomverbruikGemiddeld vermogenMinder dan 310 W
Stand-bymodusMinder dan 30 W
Energiebesparende modus
d
•M207x series: Minder dan 1,5 W
•M207xW series: Minder dan 2,1 Watt (Wi-Fi Direct uitgeschakeld: minder dan 1,8 W)
•M207xF series / M207xFH series: Minder dan 1,9 W
•M207xFW series / M207xHW series: Minder dan 2,5 Watt (Wi-Fi Direct uitgeschakeld:
minder dan 2,3 W)
Uitgeschakelde toestand
e
Minder dan 0,45 W
Draadloos
f
ModuleT77H262 / SPW-B4319S
a. De afmetingen en het gewicht zijn gebaseerd op een apparaat zonder handset of andere accessoires.
b. Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: basisinstallatie apparaat, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken.
c.Zie het typeplaatje op het apparaat voor het juiste voltage (V), de frequentie (hertz) en het type stroom (A) voor uw apparaat.
d. Het energieverbruik in de energiebesparende modus wordt mogelijk beïnvloed door de status, de instellingsvoorwaarden en de gebruiksomgeving van het apparaat.
e. Stroomverbruik kan alleen volledig worden voorkomen wanneer de voedingskabel niet is aangesloten.
f.Alleen voor draadloze modellen (zie "Functies per model" op pagina 8).
ItemsOmschrijving
Specificaties
111
5. Bijlage
2
Specificaties van de afdrukmedia
TypeFormaatAfmetingen
Gewicht/capaciteit afdrukmedia
a
Lade
Handmatige invoer in de lade
b
Normaal papier
Letter216 x 279 mm
71 tot 85 g/m
2
(bankpostpapier)
•150 vellen van 80 g/m
2
(bankpostpapier)
71 tot 85 g/m
2
(bankpostpapier)
•1 vel
Legal216 x 356 mm
Folio216 x 330 mm
A4210 x 297 mm
Oficio216 x 343 mm
B5 (JIS)182 x 257 mm
B5 (ISO)176 x 250 mm
Executive184 x 267 mm
A5148 x 210 mm
Enveloppen
Envelop Monarch98 x 191 mm
75 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•10 vellen
75 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•1 vel
Envelop nr.10 105 x 241 mm
Envelop DL110 x 220 mm
Envelop C5162 x 229 mm
Specificaties
112
5. Bijlage
Dik papierZie Normaal papier
Zie Normaal papier
86 tot 120 g/m
2
(bankpostpapier)
•50 vellen van 120 g/m
2
(bankpostpapier)
86 tot 120 g/m
2
(bankpostpapier)
•1 vel
Dun papierZie Normaal papier
Zie Normaal papier
60 tot 70 g/m
2
(bankpostpapier)
•160 vellen van 60 g/m
2
(bankpostpapier)
60 tot 70 g/m
2
(bankpostpapier)
•1 vel
KatoenZie Normaal papier
Zie Normaal papier
75 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•150 vellen van 80 g/m
2
(bankpostpapier)
75 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•1 vel
GekleurdZie Normaal papier
Zie Normaal papier
75 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•150 vellen van 80 g/m
2
(bankpostpapier)
75 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•1 vel
VoorbedruktZie Normaal papier
Zie Normaal papier
75 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•150 vellen van 80 g/m
2
(bankpostpapier)
75 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•1 vel
TypeFormaatAfmetingen
Gewicht/capaciteit afdrukmedia
a
Lade
Handmatige invoer in de lade
b
Specificaties
113
5. Bijlage
KringlooppapierZie Normaal papier
Zie Normaal papier
60 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•150 vellen van 80 g/m
2
(bankpostpapier)
60 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•1 vel
Etiketten
c
Letter, Legal,
Oficio, Folio, A4, B5
(JIS), B5 (ISO),
Executive, A5
Zie Normaal papier
120 tot 150 g/m
2
(bankpostpapier)
•10 vellen
120 tot 150 g/m
2
(bankpostpapier)
•1 vel
Kartonpapier
Letter, Legal,
Oficio, Folio, A4, B5
(JIS), B5 (ISO),
Executive, A5,
Briefkaart 4x6
Zie Normaal papier
121 tot 163 g/m
2
(bankpostpapier)
•10 vellen
121 tot 163 g/m
2
(bankpostpapier)
•1 vel
BankpostZie Normaal papier Zie Normaal papier •10 vellen•1 vel
ArchiefpapierZie Normaal papier Zie Normaal papier •100 vellen•1 vel
Minimaal formaat (aangepast)76 x 127 mm
60 tot 163 g/m
2
(bankpostpapier)
Maximaal formaat (aangepast)216 x 356 mm
a. De maximumcapaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van afdrukmedia en de omgevingsomstandigheden.
b. 1 vel voor de handmatige invoer.
c.De zachtheid van de voor dit apparaat gebruikte etiketten moet tussen 100 tot 250 (sheffield) bedragen. Deze getallen verwijzen naar het gladheidsniveau.
TypeFormaatAfmetingen
Gewicht/capaciteit afdrukmedia
a
Lade
Handmatige invoer in de lade
b
Specificaties
114
5. Bijlage
3
Systeemvereisten
Microsoft
®
Windows
®
Besturingssysteem
Vereisten (aanbevolen)
ProcessorRAMVrije schijfruimte
Windows
®
XPIntel
®
Pentium
®
III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (256 MB)1,5 GB
Windows Server
®
2003Intel
®
Pentium
®
III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (512 MB)1,25 GB tot 2 GB
Windows Server
®
2008Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz)
512 MB (2 GB)10 GB
Windows Vista
®
Intel
®
Pentium
®
IV 3 GHz
512 MB (1 GB)15 GB
Windows
®
7Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
1 GB (2 GB)16 GB
•Ondersteuning voor DirectX
®
9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
•DVD-R/W-station
Windows Server
®
2008 R2Intel
®
Pentium
®
IV 1,4 GHz-processoren (x64) (2 GHz of sneller)
512 MB (2 GB)10 GB
Windows
®
8
Windows
®
8.1
Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
2 GB20 GB
•Ondersteuning voor DirectX
®
9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
•DVD-R/W-station
Windows Server
®
2012
Windows Server
®
2012 R2
Intel
®
Pentium
®
IV 1,4 GHz-processoren (x64) (2 GHz of sneller)
512 MB (2 GB)32 GB
Specificaties
115
5. Bijlage
•Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen.
•Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben.
•Windows Terminal Services is compatibel met uw apparaat.
•Voor Windows 2000 is Services Pack 4 of hoger vereist.
Mac
Besturingssysteem
Vereisten (aanbevolen)
ProcessorRAMVrije schijfruimte
Mac OS X 10.5
•Intel
®
-processoren
•867 MHz of sneller Power PC G4/G5
512 MB (1 GB)1 GB
Mac OS X 10.6
•Intel
®
-processoren
1 GB (2 GB)1 GB
Mac OS X 10.7 ~ 10.9
•Intel
®
-processoren
2 GB4 GB
Specificaties
116
5. Bijlage
Linux
ItemsVereisten
Besturingssysteem
Redhat
®
Enterprise Linux 5, 6
Fedora 11, 12, 13, 14, 15, 16, 17, 18
SuSE Linux 10.1 (32 bits)
OpenSuSE
®
11.0, 11.1, 11.2, 11.3, 11.4, 12.1, 12.2, 12.3
Ubuntu 10.04, 10.10, 11.04, 11.10, 12.04, 12.10
SuSE Linux Enterprise Desktop 10, 11
Debian 5.0, 6.0
Mint 13, 14
ProcessorPentium IV 2,4GHz (Intel Core™2)
RAM512 MB (1 GB)
Vrije schijfruimte1 GB (2 GB)
Specificaties
117
5. Bijlage
4
Netwerkomgeving
Alleen voor draadloze en netwerkmodellen (zie "Functies per model" op pagina 8).
U moet de netwerkprotocollen installeren op het apparaat om het als netwerkprinter te kunnen gebruiken. In de volgende tabel worden de
netwerkomgevingen vermeld die door het apparaat worden ondersteund.
ItemsSpecificaties
Netwerkinterface•Ethernet 10/100 Base-TX bedraad LAN
•Operation Mode: Operation Mode verwijst naar het type
draadloze verbinding (zie "Naam van draadloos netwerk en
Netwerkwachtwoord" op pagina 156).
-Infrastructure: in deze modus kunnen draadloze apparaten
via een toegangspunt met elkaar te communiceren.
Als de Operation Mode van uw netwerk ingesteld is op Infrastructure
selecteert u de SSID van het toegangspunt. Houd er rekening mee dat
"portthru" de standaard SSID van uw apparaat is.
Draadloos netwerk instellen
176
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
8
Klik op Next.
Als het venster met beveiligingsinstellingen voor draadloze
netwerken verschijnt, voert u het geregistreerde wachtwoord
(Netwerkwachtwoord) in en klikt u op Next.
9
Het bevestigingsvenster verschijnt. Controleer de instellingen van
het draadloze netwerk. Als de instellingen juist zijn, klikt u op Apply.
Ontkoppel de netwerkkabel (standaard of netwerk). Als het goed is,
communiceert uw apparaat nu draadloos met het netwerk.
10
Plaats de meegeleverde cd in het cd-rom-station en volg de
instructies op het scherm voor het installeren van de software. Als
het scherm 'Printer verbinden' verschijnt, selecteert u de
netwerkverbinding (ethernet/draadloos).
18
Het Wi-Fi-netwerk in- of uitschakelen
Als uw apparaat een LCD-display heeft, kunt u Wi-Fi ook in-/
uitschakelen via het menu Network op het bedieningspaneel van het
apparaat.
1
Controleer of de netwerkkabel op het apparaat is aangesloten. Als
dat niet het geval is, moet u een standaardnetwerkkabel op het
apparaat aansluiten.
2
Start een webbrowser als Internet Explorer, Safari of Firefox, en voer
in het browservenster het nieuwe IP-adres van uw apparaat in.
Voorbeeld:
3
Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
4
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login.
•ID: admin
•Password: sec00000
5
Als het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt u op
Network Settings.
6
Klik op Wireless > Custom.
U kunt het Wi-Fi-netwerk ook in- of uitschakelen.
Draadloos netwerk instellen
177
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
19
Wi-Fi Direct voor mobiel printen instellen
Met Wi-Fi Direct kunt u uw printer tegelijkertijd met een Wi-Fi Direct-netwerk
en een toegangspunt verbinden. Daarnaast kunt u tegelijkertijd gebruik
maken van een bekabeld netwerk en een Wi-Fi Direct-netwerk, zodat
meerdere gebruikers documenten kunnen openen en afdrukken via Wi-Fi
Direct en het bekabelde netwerk.
•U kunt geen verbinding maken met het internet via het mobiele
apparaat dat Wi-Fi Direct gebruikt.
•De lijst met ondersteunde protocollen kan verschillen per model. Wi-
Fi Direct-netwerken ondersteunen NIET IPv6-, netwerkfilterings-,
IPSec-, WINS- en SLP-diensten.
•Er kunnen maximaal vier draagbare apparaten op hetzelfde moment
verbinding maken met Wi-Fi Direct.
Wi-Fi Direct installeren
U kunt de Wi-Fi Direct-optie inschakelen volgens een van de volgende
methoden.
Via een computer die verbonden is met een USB-kabel
(aanbevolen)
•Wanneer de installatie van het stuurprogramma compleet is, kan de
Samsung Easy Printer Manager gebruikt worden om de Wi-Fi Direct-
modus in te stellen en te configureren.
Samsung Easy Printer Manager is alleen beschikbaar voor gebruikers
van Windows en Mac OS.
-Selecteer in het menu StartProgramma’s of Alle programma's >
Samsung Printers > Samsung Easy Printer Manager >
Apparaatinstellingen > Netwerk.
▪Wi-Fi Direct Aan/Uit: Kies Aan om in te schakelen.
▪Apparaatnaam: Voer de naam van de printer in om uw printer
te kunnen zoeken op een draadloos netwerk. De
standaardnaam van uw apparaat is de modelnaam.
▪IP-adres: Voer het IP-adres van de printer in. Dit IP-adres wordt
gebruikt op uw lokale netwerk en niet voor het bekabelde of
draadloze netwerk. Wij raden u aan om het standaard lokale IP-
adres te gebruiken (het standaard lokaal IP-adres van de printer
voor Wi-Fi Direct is 192.168.3.1)
▪Groepsgebruiker: Schakel deze optie in om de printer toe te
wijzen aan de Wi-Fi Direct-groepsgebruiker. De
Groepsgebruiker functioneert op dezelfde manier als het
draadloze toegangspunt. Wij raden u aan deze optie in te
schakelen.
▪Netwerkwachtwoord: Wanneer uw printer een
Groepsgebruiker is, heeft u een Netwerkwachtwoord nodig
om andere mobiele apparaten te verbinden met uw printer. U
kunt het netwerkwachtwoord zelf instellen, of u kunt het
netwerkwachtwoord dat standaard gegenereerd wordt, laten
onthouden.
Draadloos netwerk instellen
178
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Vanaf het apparaat (apparaat met een LCD-display)
•Kies Netwerk > Draadloos > Wi-Fi Direct op het bedieningspaneel.
•Schakel Wi-Fi Direct in.
Vanaf een computer met netwerkverbinding
Wanneer uw printer een netwerkkabel of een draadloos toegangspunt
gebruikt, kunt u Wi-Fi Direct inschakelen en configureren via SyncThru™
Web Service.
•Ga naar SyncThru™ Web Service, kies Settings > Network Settings
> Wireless > Wi-Fi Direct.
•Schakel Wi-Fi Direct in of uit en stel andere opties in.
•Voor Linux OS-gebruikers,
-Druk een IP-netwerkconfiguratierapport af om het afdrukken te
controleren (zie"Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op
pagina 144).
-Ga naar SyncThru Web Service, kies Settings > Network
Settings > Wireless > Wi-Fi Direct.
-Schakel Wi-Fi Direct in of uit.
Het mobiele apparaat instellen
•Raadpleeg de gebruikershandleiding voor het mobiele apparaat na het
instellen van Wi-Fi Direct op uw printer om Wi-Fi Direct in te stellen op
het mobiele apparaat.
•Na het inschakelen van Wi-Fi Direct moet u de toepassing voor mobiel
afdrukken downloaden (bijvoorbeeld: Samsung Mobile printer) om af te
kunnen drukken vanaf uw smartphone.
•Wanneer u de printer heeft gevonden waar u verbinding mee wilt
leggen vanaf uw mobiele apparaat, selecteert u de printer en gaat
het LED-lampje op de printer branden. Wanneer u op de WPS-knop
van de printer drukt, wordt er verbinding gemaakt met uw mobiele
apparaat.
•Wanneer uw mobiele apparaat WPS niet ondersteund, moet u de
netwerkwachtwoord van een printer invoeren in plaats van te
drukken op de WPS-knop.
Draadloos netwerk instellen
179
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
20
Problemen oplossen
Problemen tijdens het instellen of de installatie
van het stuurprogramma
Printers niet gevonden
•Mogelijk staat uw printer niet aan. Zet de computer en printer aan.
•De USB-kabel tussen de computer en het apparaat is niet aangesloten.
Verbind de printer met uw computer door middel van de USB-kabel.
•De printer ondersteunt geen draadloze netwerken. Raadpleeg de
gebruikershandleiding van de printer op de software-cd die bij het
apparaat is geleverd en zorg dat u beschikt over een draadloze
netwerkprinter.
Verbindingsprobleem - SSID niet gevonden
•De printer kan de door u geselecteerde of ingevoerde netwerknaam
(SSID) niet vinden. Controleer de netwerknaam (SSID) op uw
toegangspunt en probeer opnieuw verbinding te maken.
•Uw toegangspunt is uitgeschakeld. Zet het toegangspunt aan.
Verbindingsprobleem - Ongeldige beveiliging
•De beveiliging is niet op de juiste manier geconfigureerd. Controleer de
beveiliging die op het toegangspunt en de printer is geconfigureerd.
Verbindingsprobleem - Algemene verbindingsfout
•Uw computer ontvangt geen signaal van uw apparaat. Controleer de
USB-kabel en de stroomtoevoer van de printer.
Verbindingsprobleem - Verbonden bedraad netwerk
•De printer is verbonden met een netwerkkabel. Koppel de netwerkkabel
los van uw apparaat.
Fout bij verbinding met pc
•Het geconfigureerde netwerkadres kan geen verbinding maken tussen
uw computer en het apparaat.
-Voor een DHCP-netwerkomgeving
De printer ontvangt automatisch het IP-adres (DHCP) als de
toewijzingsmethode voor het IP-adres is ingesteld op DHCP.
-Voor een statische netwerkomgeving
De printer gebruikt het statische adres als de toewijzingsmethode
voor het IP-adres op de computer is ingesteld op Statisch.
Voorbeeld:
Als de netwerkgegevens van de computer als volgt zijn:
▪IP-adres: 169.254.133.42
Draadloos netwerk instellen
180
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
▪Subnetmasker: 255.255.0.0
Dan zijn dit de netwerkgegevens van het apparaat:
▪IP-adres: 169.254.133.43
▪Subnetmasker: 255.255.0.0 (gebruik het subnetmasker van de
computer).
▪Gateway: 169.254.133.1
Andere problemen
Als zich tijdens het gebruik van de printer in een netwerk problemen
voordoen, controleert u de volgende punten:
Raadpleeg de gebruikershandleiding bij het toegangspunt (of de
draadloze router) voor specifieke informatie.
•Mogelijk is uw computer, het toegangspunt (of de draadloze router) of
de printer niet ingeschakeld.
•Controleer de draadloze ontvangst van het signaal rond het apparaat.
Als de router ver van de printer staat of als er een obstakel in de weg
staat, kan dat de ontvangst van het signaal bemoeilijken.
•Schakel het toegangspunt (of de draadloze router), de printer en de
computer uit en weer aan. Soms kan dat helpen om de communicatie
met het netwerk te herstellen.
•Controleer of firewallsoftware (V3 of Norton) de communicatie
blokkeert.
Als de computer en de printer op hetzelfde netwerk zijn aangesloten
maar niet kunnen worden gevonden, blokkeert de firewall-software
mogelijk de communicatie. Raadpleeg de gebruikershandleiding bij de
firewall-software voor informatie over het uitschakelen van de firewall.
Probeer vervolgens nogmaals of de printer kan worden gevonden.
•Controleer of het IP-adres van het apparaat juist is toegewezen. U kunt
het IP-adres controleren door het netwerkconfiguratierapport af te
drukken.
•Controleer of het toegangspunt (of de draadloze router) met een
wachtwoord beveiligd is. Als er een wachtwoord is ingesteld, neemt u
contact op met de beheerder van het toegangspunt (of de draadloze
router).
•Controleer het IP-adres van de printer. Installeer het
printerstuurprogramma opnieuw en wijzig de instellingen om een
verbinding te maken met het apparaat op het netwerk. Bij DHCP is het
mogelijk dat het toegewezen IP-adres verandert als het apparaat lange
tijd niet wordt gebruikt of als het toegangspunt opnieuw is ingesteld.
Registreer het MAC-adres van het product als u de DHCP-server
configureert op het toegangspunt (of de draadloze router). Dan kunt u
altijd het ingestelde IP-adres gebruiken dat is ingesteld met behulp van
het MAC-adres. U kunt het MAC-adres van uw apparaat vinden door
een netwerkconfiguratierapport af te drukken (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 144).
Draadloos netwerk instellen
181
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
•Controleer de draadloze omgeving. Mogelijk kunt u geen verbinding
maken met het netwerk in de infrastructuuromgeving waar u
gebruikersgegevens moet invoeren voordat u een verbinding hebt
gemaakt met een toegangspunt (of draadloze router).
•Dit apparaat ondersteunt alleen IEEE 802.11b/g/n en Wi-Fi. Andere
draadloze communicatietypes (b.v. Bluetooth) worden niet
ondersteund.
•Het apparaat moet zich binnen het bereik van het draadloos netwerk
bevinden.
•De printer mag niet in de buurt staan van obstakels die het draadloze
signaal kunnen blokkeren.
Verwijder grote metalen voorwerpen die zich tussen het toegangspunt
(of de draadloze router) en het apparaat bevinden.
Controleer of er geen palen, muren of steunpilaren van metaal of beton
tussen de printer en het draadloze toegangspunt (of de draadloze
router) staan.
•De printer mag niet in de buurt staan van andere elektronische
apparaten die het draadloze signaal kunnen verstoren.
Er zijn veel apparaten die het draadloze signaal kunnen verstoren,
waaronder magnetrons en bepaalde Bluetooth-apparaten.
•Telkens als de configuratie van uw toegangspunt (of draadloze router)
verandert, moet u het draadloze netwerk van het product opnieuw
instellen.
•Als Wi-Fi Direct is ingeschakeld, ondersteunt dit apparaat alleen IEEE
802.11 b/g.
•Als het toegangspunt is ingesteld om alleen met de 802.11n-standaard
te werken, maakt het mogelijk geen verbinding met uw machine.
182
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Samsung Mobile Print
21
Wat is Samsung Mobile Print?
Samsung Mobile Print is een gratis toepassing waarmee gebruikers
foto's, documenten en webpagina's direct van hun smartphone of tablet
kunnen afdrukken. Samsung Mobile Print is niet alleen compatibel met uw
Android- en iOS-smartphones maar ook met uw iPod Touch en tablet-pc.
Het verbindt uw mobiele apparaat met een printer van Samsung die met het
netwerk is verbonden of met een draadloze printer via een Wi-Fi-
toegangspunt. U hoeft geen nieuw stuurprogramma te installeren of
netwerkinstellingen te configureren: u hoeft alleen de toepassing Samsung
Mobile Print te installeren en deze detecteert automatisch compatibele
Samsung-printers. Behalve het afdrukken van foto's, webpagina's en PDF's
kunt u met deze toepassing ook scannen. Als u een multifunctionele printer
van Samsung hebt, kunt u elk gewenst document scannen naar een
document met de indeling JPG, PDF of PNG en deze snel en eenvoudig op
uw mobiele apparaat weergeven.
22
Samsung Mobile Print downloaden
Voor het downloaden van Samsung Mobile Print gaat u naar de
toepassingenwinkel (Samsung Apps, Play Store, App Store) op uw mobiele
apparaat, en zoekt u op 'Samsung Mobile Print'. U kunt ook naar iTunes
op uw computer gaan voor Apple-apparaten.
23
Ondersteund mobiel besturingssysteem
•Android OS 2.1 of hoger
•iOS 4.0 of hoger
24
Ondersteunde apparaten
•iOS 4.0 of hoger: iPod Touch, iPhone, iPad
•Android 2.3 of hoger: Galaxy-serie en Android mobile-apparaten
183
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
De NFC-functie gebruiken
Met de NFC-printer (Near Field Communication) kunt u direct vanaf uw
mobiele telefoon afdrukken en scannen door uw telefoon boven de NFC-
tag op uw printer te houden. U hoeft geen printerstuurprogramma te
installeren of verbinding te maken met een toegangspunt. U moet alleen
een telefoon hebben die NFC ondersteunt. Als u deze functie wilt
gebruiken, moet de Samsung Mobile Print-app zijn geïnstalleerd op uw
telefoon.
•Afhankelijk van het materiaal van de behuizing van de mobiele
telefoon werkt NFC-herkenning mogelijk niet goed.
•De overdrachtssnelheid is afhankelijk van de mobiele telefoon die u
gebruikt.
25
Vereisten
•Voor NFC en Wi-Fi Direct geschikte mobiele telefoon met Android 4.0
of hoger waarop de Mobile Print-app is geïnstalleerd.
Alleen in Android 4.1 of hoger wordt de Wi-Fi Direct-functie op uw
mobiele telefoon automatisch ingeschakeld wanneer u de NFC-functie
inschakelt. Als u de NFC-functie wilt gebruiken, kunt u uw mobiele
telefoon het beste bijwerken naar Android 4.1 of hoger.
•Printer met Wi-Fi Direct-functie. Wi-Fi Direct-functie is standaard
ingeschakeld.
26
Afdrukken
1
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele telefoon en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer (zie "Wi-Fi Direct installeren" op pagina 177).
2
Houd de NFC-antenne op uw mobiele telefoon (meestal op de
achterkant van uw telefoon) boven de NFC-tag () op uw printer.
Wacht een aantal seconden totdat de app Samsung Mobile Print is
gestart.
De NFC-functie gebruiken
184
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
•Mogelijk bevindt de NFC-antenne van sommige mobiele telefoons
zich niet aan de achterkant van de telefoon. Controleer de locatie
van de NFC-antenne op uw telefoon, voordat u deze functie
gebruikt.
•Als er een foutbericht over gewijzigde pincode wordt weergegeven,
moet u de gewijzigde pincode opgeven en op OK drukken. Volg de
instructies op het scherm van de app om de pincode bij te werken.
•Als u de app Samsung Mobile Print niet hebt geïnstalleerd op uw
mobiele telefoon, maakt de telefoon automatisch verbinding met de
downloadpagina van de Samsung Mobile Print-app. Download de
app en probeer het opnieuw.
3
Selecteer de inhoud die u wilt afdrukken.
Wijzig de afdrukoptie indien nodig door op te drukken.
4
Houd de NFC-antenne op uw mobiele telefoon (meestal op de
achterkant van uw telefoon) boven de NFC-tag () op uw printer.
Wacht een aantal seconden totdat de mobiele telefoon verbinding
heeft gemaakt met de printer.
•Mogelijk bevindt de NFC-antenne van sommige mobiele telefoons
zich niet aan de achterkant van de telefoon. Controleer de locatie
van de NFC-antenne op uw telefoon, voordat u deze functie
gebruikt.
•Als er een foutbericht over gewijzigde pincode wordt weergegeven,
moet u de gewijzigde pincode opgeven en op OK drukken. Volg de
instructies op het scherm van de app om de pincode bij te werken.
5
Het apparaat start met afdrukken.
De NFC-functie gebruiken
185
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
27
Scannen
1
Controleer of de functies NFC en Wi-Fi Direct zijn ingeschakeld op
uw mobiele telefoon en of de Wi-Fi Direct-functie is ingeschakeld op
uw printer (zie "Wi-Fi Direct installeren" op pagina 177).
2
Houd de NFC-antenne op uw mobiele telefoon (meestal op de
achterkant van uw telefoon) boven de NFC-tag () op uw printer.
Wacht een aantal seconden totdat de app Samsung Mobile Print is
gestart.
•Mogelijk bevindt de NFC-antenne van sommige mobiele telefoons
zich niet aan de achterkant van de telefoon. Controleer de locatie
van de NFC-antenne op uw telefoon, voordat u deze functie
gebruikt.
•Als er een foutbericht over gewijzigde pincode wordt weergegeven,
moet u de gewijzigde pincode opgeven en op OK drukken. Volg de
instructies op het scherm van de app om de pincode bij te werken.
•Als u de app Samsung Mobile Print niet hebt geïnstalleerd op uw
mobiele telefoon, maakt de telefoon automatisch verbinding met de
downloadpagina van de Samsung Mobile Print-app. Download de
app en probeer het opnieuw.
3
Selecteer scanmodus.
4
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 49).
Wijzig de scanoptie indien nodig door op te drukken.
De NFC-functie gebruiken
186
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
5
Houd de NFC-antenne op uw mobiele telefoon (meestal op de
achterkant van uw telefoon) boven de NFC-tag () op uw printer.
Wacht een aantal seconden totdat de mobiele telefoon verbinding
heeft gemaakt met de printer.
•Mogelijk bevindt de NFC-antenne van sommige mobiele telefoons
zich niet aan de achterkant van de telefoon. Controleer de locatie
van de NFC-antenne op uw telefoon, voordat u deze functie
gebruikt.
•Als er een foutbericht over gewijzigde pincode wordt weergegeven,
moet u de gewijzigde pincode opgeven en op OK drukken. Volg de
instructies op het scherm van de app om de pincode bij te werken.
6
De printer begint met het scannen van de inhoud.
De gescande gegevens worden op uw mobiele telefoon
opgeslagen.
Als u wilt doorgaan met scannen, volgt u de instructies op het app-
venster.
3.Menu´s met nuttige
instellingen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde
apparaatinstellingen instelt.
•Voordat u een hoofdstuk gaat lezen188
•Menu Kopiëren189
•Menu Faxen192
•Systeeminstallatie196
188
3. Menu´s met nuttige instellingen
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
In dit hoofdstuk worden alle beschikbare functies voor dit model beschreven om gebruikers te helpen deze functies te begrijpen. U kunt controleren welke
functies beschikbaar zijn voor ieder model in de Basishandleiding (zie "Menuoverzicht" op pagina 33). Hier volgen een aantal tips voor het gebruiken van
dit hoofdstuk
•Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling en het gebruik van het apparaat. Druk op (Menu) om toegang te
krijgen tot deze menu’s.
•Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
•Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder (Menu) op het configuratiescherm (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 25).
•Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
189
3. Menu´s met nuttige instellingen
Menu Kopiëren
1
Kopieerfunctie
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (kopiëren) > (Menu) > Kopieerfunctie op het
bedieningspaneel.
•Of druk op Instelling > Apparaatinst. > Standaardinstelling >
Standaard kopiëren.
•Of druk op Kopie > selecteer het menu-item.
ItemOmschrijving
Formaat van
origineel
Hiermee stelt u de grootte van de afbeelding in.
Verkl./vergr.
Hiermee verkleint of vergroot u een gekopieerde
afbeelding (zie "Verkleinde of vergrote kopie" op
pagina 61).
Wanneer het apparaat is ingesteld op Eco-
modus, zijn de vergroot- en verkleinfuncties
niet beschikbaar.
Tonersterkte
Hiermee past u de helderheid aan voor een origineel
met onduidelijke markeringen en donkere
afbeeldingen, zodat de kopie beter leesbaar is (zie
"Tonersterkte" op pagina 60).
Oorspr. type
Hiermee verbetert u de kopieerkwaliteit door het
documenttype voor de huidige kopieertaak te
selecteren (zie "Origineel" op pagina 60).
ItemOmschrijving
Menu Kopiëren
190
3. Menu´s met nuttige instellingen
Sortering
Hiermee stel u het apparaat zo in dat de kopieën
worden gesorteerd. Als u bijvoorbeeld 2 kopieën wilt
maken van een document met 3 pagina’s, krijgt u
eerst één volledige kopie van het 3 pagina’s tellende
document en vervolgens een tweede volledige
kopie.
•Aan: Hiermee drukt u de pagina’s gegroepeerd af
in dezelfde volgorde als het origineel.
•Uit: Hiermee drukt u af en sorteert u het resultaat
in stapels van afzonderlijke pagina’s.
Lay-out
Hiermee kunt u de instelling voor lay-out opgeven,
zoals Id-kopie en 2 of 4 op 1 vel.
ItemOmschrijving
2-op-1 of 4-op-1
verkleinde
originelen per vel
Hiermee worden de originele afbeeldingen verkleind
en worden 2 of 4 pagina’s afgedrukt op één vel
papier.
Deze kopieerfunctie is alleen beschikbaar
als u originelen in de ADI plaatst.
Achtergrondkl.
Hiermee drukt u een afbeelding zonder achtergrond
af. Deze kopieerfunctie verwijdert de
achtergrondkleur en is handig voor het kopiëren van
een origineel met een gekleurde achtergrond, zoals
een krant of catalogus.
•Uit: Deze functie wordt niet gebruikt.
•Auto: De achtergrond wordt geoptimaliseerd.
•Versterken niv.1~2: Hoe hoger het getal, hoe
levendiger de achtergrond.
•Vervagen niv. 1~4: Hoe hoger het getal, hoe
lichter de achtergrond.
ItemOmschrijving
12
12
34
Menu Kopiëren
191
3. Menu´s met nuttige instellingen
2
Kopieerinstel.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op (kopiëren) > (Menu) > Kopieerinstellingen op het
configuratiescherm.
ItemBeschrijving
St.inst. wijz.
Hiermee herstelt u de waarde of instelling opnieuw
in op de beginwaarde.
192
3. Menu´s met nuttige instellingen
Menu Faxen
3
Faxfunctie
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (faxen) > (Menu) > Faxfunctie op het
configuratiescherm.
•Of druk op Instelling > Apparaatinst. > Standaardinstelling >
Standaard faxen.
•Of druk op Fax > selecteer het menu-item.
ItemOmschrijving
Tonersterkte
Hiermee kunt u de helderheid aanpassen voor een
origineel met onduidelijke markeringen en donkere
afbeeldingen zodat de gescande kopie beter
leesbaar is (zie "Tonersterkte" op pagina 69).
Resolutie
De standaardinstellingen leveren een goed resultaat
op voor een origineel met tekst. Als u echter
originelen verstuurt die foto’s bevatten of van een
slechte kwaliteit zijn, kunt u de resolutie aanpassen
om een fax van een betere kwaliteit te versturen (zie
"Resolutie" op pagina 68).
Formaat van
origineel
Hiermee stelt u de grootte van de afbeelding in.
Meerdere verz.
Hiermee kunt u een fax naar meerdere
bestemmingen verzenden (zie "Groepsverzending
(faxen naar meerdere bestemmingen verzenden)"
op pagina 66).
U kunt met deze functie geen kleurenfax
verzenden.
Uitgest. verz.
Hiermee kunt u het apparaat zo instellen dat een fax
op een later tijdstip (tijdens uw afwezigheid) wordt
verzonden (zie "Uitgestelde faxverzending" op
pagina 243).
U kunt met deze functie geen kleurenfax
verzenden.
ItemOmschrijving
Menu Faxen
193
3. Menu´s met nuttige instellingen
4
Verzendinstellingen
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (faxen) > (Menu) > Faxinstel. > Verzenden op het
configuratiescherm.
•Of druk op Instelling > Apparaatinst. > Standaardinstelling >
Standaard faxen.
Prior. verz.
Het originele document wordt in het geheugen
opgeslagen en onmiddellijk verzonden zodra de
lopende taak is voltooid. Met een verzending met
hoge prioriteit wordt een verzending naar meerdere
bestemmingen onderbroken (de fax met hoge
prioriteit wordt verzonden na de verzending naar
ontvanger A en vóór de verzending naar ontvanger
B). Kiespogingen worden ook onderbroken voor een
verzending met hoge prioriteit (zie "Een fax
verzenden met een hoge prioriteit" op pagina 245).
Naar ander nr./Ontv.
doorst.
Hiermee wordt de ontvangen of verzonden fax naar
een andere bestemming verzonden per fax of via
een pc. Deze functie is nuttig als u een fax wilt
ontvangen wanneer u niet op kantoor bent.
•Zie "Een verzonden fax doorsturen naar een
andere bestemming" op pagina 246.
•Zie "Ontvangen faxen doorsturen" op pagina 246.
Veilig ontvangen
Hiermee wordt de ontvangen fax opgeslagen in het
geheugen zonder dat deze wordt afgedrukt. Als u
ontvangen documenten wilt afdrukken, moet u het
wachtwoord invoeren. Zo kunt u voorkomen dat
onbevoegde personen de ontvangen faxen kunnen
bekijken (zie "Ontvangen in veilige
ontvangstmodus" op pagina 250).
ItemOmschrijving
Pag. toevoegen
Hiermee kunt u extra documenten toevoegen aan
een uitgestelde faxtaak (zie "Documenten
toevoegen aan een gereserveerde fax" op pagina
244).
Taak annuleren
Hiermee kunt u de uitgestelde faxtaak annuleren die
in het geheugen is opgeslagen (zie "Een
gereserveerde faxtaak annuleren" op pagina 245).
ItemOmschrijving
Menu Faxen
194
3. Menu´s met nuttige instellingen
5
Ontvangstinstellingen
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (faxen) > (Menu) > Faxinstel. > Ontvangen op het
configuratiescherm.
•Of druk op Instelling > Apparaatinst. > Standaardinstelling >
Standaard faxen.
ItemBeschrijving
Aantal kiespogingen
Hiermee kunt u het aantal kiespogingen instellen.
Als u 0 invoert, zal het apparaat niet opnieuw kiezen.
Tijd tussen
kiespogingen
Hiermee kunt u het tijdsinterval instellen voor
automatisch opnieuw kiezen.
Kengetal kiezen
Hiermee kunt u een prefix van maximaal vijf cijfers
instellen. Dit nummer wordt dan altijd gekozen
voordat er een automatisch kiesnummer wordt
gevormd. Dit is nuttig om toegang te krijgen tot een
telefooncentrale.
ECM-modus
Hiermee kunt u de foutcorrectiemodus (ECM)
inschakelen om faxen zonder fouten te verzenden.
Als u deze modus inschakelt, kan het verzenden van
faxen langer duren.
Faxbevestiging
Hiermee stelt u het apparaat in om een rapport te
verzenden, ongeacht of the faxverzending geslaagd
is of niet. Wanneer u Bij fout selecteert, drukt het
apparaat alleen een rapport af wanneer de
verzending niet geslaagd is.
Afbeelding TCR
Hiermee drukt u een verzendrapport af dat een
miniatuurafbeelding van de eerste pagina van de
verzonden fax bevat.
Kiesmodus
Hiermee stelt u de kiesmodus in op tonen of pulsen.
Deze instelling is niet in alle landen beschikbaar.
ItemBeschrijving
Ontvangstmodus
Hiermee kunt u de standaardmodus voor het
ontvangen van fax selecteren.
Aant. x
Hiermee kunt u opgeven hoe vaak het apparaat
moet overgaan voordat een inkomende oproep
wordt beantwoord.
Ontv.g. stemp.
Hiermee kunt u instellen dat het paginanummer en
de ontvangstdatum en -tijd automatisch onder aan
elke pagina van een ontvangen fax worden
afgedrukt.
Menu Faxen
195
3. Menu´s met nuttige instellingen
Startc. ontv.
Hiermee kunt u een fax ontvangen vanaf een
telefoontoestel dat aangesloten is op de EXT-
uitgang aan de achterkant van het apparaat. Als u
de hoorn van het telefoontoestel neemt en faxtonen
hoort, voert u de code in. De code is
voorgeprogrammeerd op *9*.
Auto verkleinen
Hiermee kunt u een binnenkomende fax
automatisch verkleinen zodat de fax op het papier
past dat in het apparaat is geplaatst.
Afdrukb. geb.
Hiermee kunt u instellen dat een bepaald gedeelte
aan het einde van de ontvangen fax niet wordt
afgedrukt.
Inst. ong. fax
Hiermee kunt u faxen blokkeren die in het geheugen
zijn opgeslagen als ongewenste faxnummers. Deze
instelling is niet in alle landen beschikbaar.
DRPD-modus
Hiermee kan een gebruiker met één telefoonlijn
verschillende telefoonnummers beantwoorden. U
kunt het apparaat zo instellen dat verschillende
belsignalen worden herkend voor de afzonderlijke
nummers. Deze instelling is niet in alle landen
beschikbaar (zie "Faxen ontvangen in DRPD-
modus" op pagina 250).
ItemBeschrijving
196
3. Menu´s met nuttige instellingen
Systeeminstallatie
6
Apparaatinstellingen
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Systeeminstellingen > Apparaatinst. op het
configuratiescherm.
•Of druk op Instelling > Apparaatinst. > Initiële instellingen.
ItemBeschrijving
Apparaat-id
Hiermee stelt u de apparaat-id in die boven aan elke
faxpagina die u verzendt, wordt afgedrukt.
Faxnummer
Hiermee stelt u het faxnummer in dat boven aan elke
faxpagina die u verzendt, wordt afgedrukt.
Datum & TijdHiermee stelt u de datum en tijd in.
Klokmodus
Stelt de indeling voor het weergeven van de tijd in, 12-
uur of 24-uur.
Menu Formulier
•Uit: Hiermee kunt u afdrukken in de modus
Normaal.
•Enkel formulier: Hiermee worden alle pagina’s
afgedrukt met het eerste formulier.
•Dubbel formulier: Hiermee wordt het voorblad
afgedrukt met het eerste formulier, en de
achterpagina met het tweede formulier.
Formulier
selecteren
Formulier-overlay zijn afbeeldingen die op een
massaopslagapparaat (HDD) van de printer zijn
opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die in
een willekeurig document in lagen kunnen worden
afgedrukt.
In wachtrij
Als deze optie Aan staat, worden documenten op het
massaopslagapparaat (HDD) opgeslagen voor
afdrukken op het netwerk.
TaalStelt de taal van de tekst op het bedieningspaneel in.
Standaardmodus
Hiermee stelt u de standaardmodus van het apparaat
in op de fax-, kopieer- of scanmodus.
Stand.formaat
Hiermee kunt u het standaard papierformaat
selecteren.
ItemBeschrijving
Systeeminstallatie
197
3. Menu´s met nuttige instellingen
Energ.besparing
Stel in na welke wachttijd de printer overschakelt naar
de energiebesparende modus.
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd geen
gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik
automatisch verlaagd.
En.sprst. scan
Hiermee stelt u hoe lang het duurt voor de scanner
overschakelt naar de energiebesparende modus.
Als de scanner gedurende enige tijd geen gegevens
ontvangt, wordt het stroomverbruik automatisch
verlaagd.
Time-out syst.
Hiermee stelt u in hoelang het apparaat eerder
gebruikte kopieerinstellingen bewaart. Nadat de time-
out is opgetreden, worden de standaardinstellingen
voor kopiëren hersteld.
Time-out taak
Hiermee kunt u instellen hoe lang de printer moet
wachten voordat de laatste pagina wordt afgedrukt
van een afdruktaak die niet eindigt met een opdracht
om de pagina af te drukken.
ItemBeschrijving
Ontwaakgebeurte
nis
U kunt instellen in welke situaties de printer moet
ontwaken uit sluimerstand. Zet het onderdeel aan.
•Toets indrukken: Als u op een willekeurige knop
drukt, uitgezonderd de aan/uitknop, wordt het
apparaat wakker uit sluimerstand.
•Scanner: Wanneer u papier invoert in de
documentinvoer, ontwaakt het apparaat uit de
sluimerstand.
•Printer: Als u de papierlade opent of sluit,
ontwaakt het apparaat uit de sluimerstand.
Automatisch
doorgaan
Bepaalt of de printer door moet gaan met afdrukken
als waargenomen wordt dat het gebruikte papier niet
overeenkomt met de instellingen.
•Uit: Als het type of formaat papier niet
overeenkomt, wacht het apparaat tot u de juiste
papiersoort invoert.
•Aan: Als er een papierstoring optreedt, wordt er
een foutbericht getoond. De printer zal ongeveer
30 seconden wachten, het bericht automatisch
wissen en doorgaan met afdrukken.
•Hoogtecorrectie
•Hoogtecorrectie
Afdrukkwaliteit optimaliseren naargelang de hoogte
boven zeeniveau.
Auto CR
Met deze optie kunt u een harde return plaatsen aan
het einde van een regel, zeer handig voor DOS-
gebruikers.
ItemBeschrijving
Systeeminstallatie
198
3. Menu´s met nuttige instellingen
Firmwareversie
Hiermee kunt u de firmwareversie van het product
weergeven.
Automatisch
aanvullen
Hiermee worden suggesties geboden terwijl u een e-
mailadres of faxnummer typt. Zo kunt u de gegevens
vinden en selecteren zonder deze volledig uit te
typen.
•Ladekoppeling
•Automatische
ladekeuze
Hiermee bepaalt u of het apparaat moet doorgaan
met afdrukken als wordt vastgesteld dat het gebruikte
papier niet overeenkomt met de instellingen. Als
bijvoorbeeld lade 1 en lade 2 zijn gevuld met hetzelfde
papierformaat, drukt het apparaat automatisch af
vanuit lade 2 als het papier op is in lade 1.
Deze optie wordt niet weergegeven als u
Automatisch hebt geselecteerd bij
Invoerlade in het printerstuurprogramma.
Verv. papier
Papiervervanging
Hiermee wordt het ingestelde papierformaat in het
printerstuurprogramma automatisch vervangen om
inconsistenties tussen A4- en Letter-papier te
voorkomen. Als u bijvoorbeeld A4-papier in de lade
hebt geplaatst, maar u het papierformaat in het
printerstuurprogramma op Letter hebt ingesteld, zal
het apparaat afdrukken op A4-papier en omgekeerd.
ItemBeschrijving
Verkeerd papier
Hiermee wordt bepaald of de foutmelding Verkeerd
papier wordt genegeerd of niet. Wanneer u Uit
selecteert, stopt het apparaat niet met afdrukken,
zelfs niet wanneer het papier verkeerd is.
Lege pg. afdr.
De printer detecteert de afdrukgegevens van de
computer ongeacht of de pagina leeg is of gegevens
bevat. U kunt instellen dat de pagina moet worden
afgedrukt of overgeslagen.
Meerdere vakken
•Modus: Selecteert de gewenste modus met
meerdere vakken.
•Standaardlade: Selecteert de gewenste lade als
standaardlade.
Standaardbron
Hiermee wordt de gewenste lade ingesteld als
standaardlade.
Adresboek
Hiermee kan de telefoonlijst of de lijst met e-
mailadressen worden weergegeven en afgedrukt.
ItemBeschrijving
Systeeminstallatie
199
3. Menu´s met nuttige instellingen
Onderhoud
•Drum reinigen: Reinigt de OPC-drum van de
cassette door middel van het afdrukken van een
vel.
•Fuser reinigen: Reinigt de fixeereenheid door
middel van het afdrukken van een vel.
•Toner Op wissen: Deze optie verschijnt alleen als
de tonercassette leeg is.
•Info verbruiksartikelen: Via dit menu-item kunt u
zien hoeveel afdrukken er zijn gemaakt en hoeveel
toner er nog in de cassette zit.
•Toner bijna op: Als er geen toner meer in de
tonercassette zit, verschijnt een bericht waarin de
gebruiker wordt gevraagd om de tonercassette te
vervangen. U kunt de weergave van dit bericht in-
en uitschakelen.
•Papier stapel.: Als u het apparaat in een vochtige
omgeving gebruikt of afdrukmaterialen gebruikt die
vochtig zijn als gevolg van een hoge
luchtvochtigheid, kunnen de afgedrukte vellen
krullen vertonen en worden ze mogelijk niet goed
gestapeld. In dit geval kunt u het apparaat instellen
om de functie te gebruiken waarmee de afdrukken
goed gestapeld worden. Deze functie zal de
afdruksnelheid echter verlagen.
Inst. import.
Importeert gegevens opgeslagen op een USB-
geheugenstick naar het apparaat.
ItemBeschrijving
Inst. export.
Exporteert de op het apparaat opgeslagen
instellingen naar een geheugenstick.
Tonerbesparing
Als u deze modus activeert, gaat uw tonercassette
langer mee en zijn de kosten per pagina lager dan
wanneer u in de normale modus afdrukt. Dit gaat
echter wel ten koste van de afdrukkwaliteit.
Stille modus
Met dit menu kan de hoeveelheid lawaai tijdens het
afdrukken verminderd worden. De snelheid en de
kwaliteit van de afdruk kunnen echter lager worden.
Eco-instel.
Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen en
milieuvriendelijke afdrukken maken.
•Standaardmodus: Selecteer of de Eco-modus in-
of uitgeschakeld wordt.
Geforc. (Aan-verplicht): Schakelt de Eco-
modus in en beveiligt de instelling met een
wachtwoord. Als een gebruiker de Eco-modus
wil wijzigen, moet deze het wachtwoord
invoeren.
•Sjabloon selecteren (Sjabloon sel.): Kiest het
ingestelde eco-sjabloon via de SyncThru™ Web
Service.
Instel. wissenHerstelt de standaardinstellingen vanuit de fabriek.
ItemBeschrijving
Systeeminstallatie
200
3. Menu´s met nuttige instellingen
7
Papierinstellingen
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Systeeminstellingen > Papierinstelling op het
bedieningspaneel.
•Of druk op Instelling > Apparaatinst. > Papierinstelling.
8
Geluid/Volume
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 33).
Om de menuopties te wijzigen:
•Druk op (Menu) > Systeeminstellingen > Geluid/Volume op het
Als een item reeds is opgeslagen in het door u gekozen nummer, toont
het display het bericht dat u het kunt wijzigen. Als u opnieuw wilt
beginnen met een ander snelkiesnummer, drukt u op (Back).
3
Zoek naar het snelkiesnummer dat u wilt toevoegen aan de groep
door de eerste letters van de naam in te voeren.
4
Selecteer de gewenste naam en het gewenste nummer en druk op
OK.
5
Selecteer Ja als Toevoegen? wordt weergegeven.
6
Herhaal stap 3 om andere snelkiesnummers in de groep op te
nemen.
7
Als u klaar bent, selecteert u Nee als Nog een nummer? wordt
weergegeven en drukt u op OK.
8
Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
Het faxadresboek instellen
214
4. Speciale functies
9
Groepsnummers bewerken
1
Selecteer (faxen) >(Address Book) > Nieuw en bew. >
Groepsnummer op het bedieningspaneel.
Of selecteer Instelling > Apparaatinst. > Volg. > Adresboek >
Telefoonlijst > Lijst bekijken > Groep op het aanraakscherm.
2
Voer het groepskiesnummer in dat u wilt bewerken en druk op OK.
3
Als u een nieuw snelkiesnummer invoert dat u wilt toevoegen en op
OK drukt, wordt Toevoegen? weergegeven.
Als u een snelkiesnummer invoert dat in de groep is opgeslagen en
op OK drukt, wordt Verwijderd weergegeven.
4
Druk op OK om het nummer toe te voegen of te verwijderen.
5
Herhaal stap 3 om meer nummers toe te voegen of te verwijderen.
6
Selecteer Nee als Nog een nummer? wordt weergegeven en druk
op OK.
7
Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
10
Een item in het adresboek zoeken
U kunt op twee manieren een nummer in het geheugen opzoeken. U
doorzoekt het adresboek alfabetisch of u voert de eerste letters in van de
naam die aan dat nummer is gekoppeld.
1
Selecteer (fax) > (Address Book) > Zoek. en kiez. >
Snelkiesnummers of Groepskeuze op het configuratiescherm.
2
Voer Alle of ID in en druk op OK.
3
Druk op de naam en het nummer, of op de toetsenblokknop met de
letter waarnaar u wilt zoeken.
Als u bijvoorbeeld de naam “MOBIEL” zoekt, drukt u op de toets 6
met het opschrift “MNO.”
4
Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
Het faxadresboek instellen
215
4. Speciale functies
11
Adresboek afdrukken
U kunt de instellingen van uw (Address Book) controleren door ze in
een lijst af te drukken.
1
Selecteer (faxen) > (Address Book) > Afdrukken op het
configuratiescherm.
2
Druk op OK.
Het apparaat begint met afdrukken.
216
4. Speciale functies
Gemachtigde gebruikers registreren
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of
de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 8).
Als uw apparaat aangesloten is op een netwerk en de netwerkparameters
juist zijn ingesteld, kunt u via het netwerk afbeeldingen scannen en
versturen. Om een ingescande afbeelding op een veilige manier via e-mail
of de netwerkserver te verzenden, moet u de accountgegevens van
gemachtigde gebruikers met behulp van SyncThru™ Web Service op uw
lokale computer of op de netwerkserver registreren.
1
De SyncThru™ Web Service weergeven (zie "SyncThru™ Web
Service gebruiken" op pagina 258).
2
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
3
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login.
•ID: admin
•Password: sec00000
4
Klik op Security > User Access Control > Authentication.
5
Selecteer Local Authentication bij Authentication Method en klik
op Apply.
6
Klik op OK in het berichtvenster voor de bevestiging.
7
Klik op User Profile > Add.
8
Voer een waarde in voor User Name, Login ID, Password,
Confirm Password, E-mail Address en Fax Number.
U kunt gemakkelijk individuele adressen toevoegen als u Yes voor Add
individual(s) after this group is created inschakelt.
9
Klik op Apply.
217
4. Speciale functies
Afdrukfuncties
•Voor basisfuncties voor het afdrukken, raadpleeg de
Basishandleiding (zie "Eenvoudige afdruktaken" op pagina 53).
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model
of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 8).
12
De standaardafdrukinstellingen wijzigen
1
Klik op het menu Start van Windows.
2
Selecteer Configuratiescherm > Apparaten en printers.
3
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
4
Open Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Als bij Voorkeursinstellingen voor afdrukken het symbool ► staat,
kunt u andere printerstuurprogramma's voor de geselecteerde printer
selecteren.
5
Wijzig de instellingen op elk tabblad.
6
Klik op OK.
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor
elke afdruktaak wijzigen.
13
Uw apparaat instellen als standaardprinter
1
Klik op het menu Start van Windows.
2
Selecteer Configuratiescherm > Apparaten en printers.
3
Selecteer uw apparaat.
4
Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
standaard instellen.
Als bij Voorkeursinstellingen voor afdrukken het symbool ► staat,
kunt u andere printerstuurprogramma's voor de geselecteerde printer
selecteren.
Afdrukfuncties
218
4. Speciale functies
14
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te drukken in een
XPS-bestandsindeling
•Zie "Functies per model" op pagina 8.
•Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden op
Windows Vista OS of een recentere versie.
•Installeer extra geheugen wanneer een XPS-taak niet wordt
afgedrukt omdat de printer onvoldoende geheugen heeft.
•Voor modellen waarbij het XPS-stuurprogramma wordt geleverd op
de bijgeleverde cd-rom:
-U kunt het XPS-stuurprogramma installeren wanneer u de
software-cd in het cd-rom-station plaatst. Wanneer het
installatiescherm wordt weergegeven, selecteert u
Geavanceerde installatie > Aangepaste installatie. U kunt het
XPS-printerstuurprogramma selecteren in het scherm Selecteer
te installeren software en hulpprogramma's.
•Voor modellen waarbij het XPS-stuurprogramma beschikbaar is via
de website van Samsung, www.samsung.com > zoek uw product >
Ondersteuning of Downloads.
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een
bestand.
1
Kruis het selectievak Afdrukken naar bestand in het venster
Afdrukken aan.
2
Klik op Afdrukken.
3
Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld c:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch
opgeslagen in Mijn documenten, Documents and Settings of
Gebruikers. De opslagmap kan verschillen, afhankelijk van uw
besturingssysteem of het gebruikte programma.
Afdrukfuncties
219
4. Speciale functies
Speciale afdrukfuncties verklaard
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken van de toepassing
om de afdrukinstellingen te wijzigen. De apparaatnaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van het gebruikte
apparaat.
•Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
•Selecteer het menu Help, of klik op de knop uit het venster, of druk op F1 op uw toetsenbord, en klik op de optie waar u meer over wilt weten (zie
"Help gebruiken" op pagina 56).
ItemOmschrijving
Meerdere pagina’s
per vel
U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt worden de pagina’s
verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken.
Afdrukfuncties
220
4. Speciale functies
Poster afdrukken
U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van 4x4) papier drukken om
ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken.
Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan rechts op het
tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken.
Boekje afdrukken
a
Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het
afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
•Als u een boekje wilt maken, moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
•De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Kies de Formaat-optie onder het tabblad Papier
om te kijken welke papierformaten beschikbaar zijn.
•Als u een onbeschikbaar papierformaat selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Selecteer alleen
beschikbaar papier (papier waarbij geen of staat).
ItemOmschrijving
8
9
Afdrukfuncties
221
4. Speciale functies
•Dubbelzijdig
afdrukken
•Dubbelzijdig
afdrukken
(handmatig)
a
U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document
opgeven.
•U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
•Als uw printer geen duplexeenheid heeft, moet u de afdruktaak handmatig uitvoeren. De printer drukt eerst elke andere pagina
van het document af. Hierna verschijnt er een bericht op uw computer.
•De functie Blanco pagina's overslaan werkt niet als u de dubbelzijdige optie heeft ingeschakeld.
•Dubbelzijdig
afdrukken
•Dubbelzijdig
afdrukken
(handmatig)
a
•Standaardinstelling printer: Als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die u hebt opgegeven op het
bedieningspaneel van de printer. Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/XPS-printerstuurprogramma.
•Geen: Hiermee schakelt u deze functie uit.
•Lange zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die bij boekbinden wordt gebruikt.
•Korte zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die voor kalenders wordt gebruikt.
•Omgekeerd dubbelzijdig afdrukken: Schakel deze optie in om de afdrukvolgorde om te keren bij het dubbelzijdig afdrukken. Deze
optie is niet beschikbaar wanneer u Dubbelzijdig afdrukken (handmatig) gebruikt.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
222
4. Speciale functies
PapieroptiesWijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een percentage in te voeren
waarmee het document vergroot of verkleind wordt.
WatermerkMet de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document, U gebruikt de optie bijvoorbeeld om in grote grijze letters
"DRAFT" of "CONFIDENTIAL" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s van een document af te drukken.
Watermerk
(Een watermerk
maken)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
c Voer een tekst in het vak Tekst watermerk in.
U kunt maximaal 256 tekens invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.
Watermerk
(Een watermerk
bewerken)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de opties.
d Klik op Wijzigen als u de wijzigingen wilt opslaan.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
223
4. Speciale functies
Watermerk
(Een watermerk
verwijderen)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Verwijderen.
d Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Overlay
a
Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/SPL-printerstuurprogramma (zie "Software" op pagina 8).
Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer is opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die
in een willekeurig document kan worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorgedrukte formulieren en papier
met een briefhoofd. In plaats van een voorgedrukt briefhoofd kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als
u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U
drukt het briefhoofd gewoon als overlay op uw document af.
Als u een paginaoverlay wilt gebruiken, moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of afbeelding.
•Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van de documenten die u met de overlay afdrukt. Maak geen
overlay met een watermerk.
•De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de overlay wilt afdrukken.
Overlay
a
(Een nieuwe
paginaoverlay
maken)
a Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het document als een overlay wilt opslaan.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst. Het venster Overlay bewerken verschijnt.
c Klik in het venster Overlay bewerken op Maken.
d Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak Opslaan als in het venster Bestandsnaam. Selecteer indien nodig de map
waarin u het overlaybestand wilt opslaan. Standaard is dit de map C:\Formover.
e Klik op opslaan. De naam verschijnt in Overzicht overlays.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de harde schijf van uw computer.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
224
4. Speciale functies
Overlay
a
(Een paginaoverlay
gebruiken)
a Klik op het tabblad Geavanceerd.
b Selecteer de gewenste overlay in de vervolgkeuzelijst Tekst.
c Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de vervolgkeuzelijst Tekst voorkomt, selecteert u Bewerken... in de lijst en klikt u op Laden.
Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.
Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster Openen.
Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden afgedrukt.
Selecteer de overlay in de vervolgkeuzelijst Overzicht overlays.
d Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld, verschijnt
telkens als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay
op uw document wilt afdrukken.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch op uw document afgedrukt.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Overlay
a
(Een paginaoverlay
verwijderen)
a Klik in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het tabblad Geavanceerd.
b Selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Tekst.
c Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt verwijderen.
d Klik op Verwijderen.
e Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten. Paginaoverlays die u niet meer gebruikt, kunt u verwijderen.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
225
4. Speciale functies
Afdrukmodus
•Deze functie is alleen beschikbaar als u het optionele geheugen of optionele massaopslagapparaat (HDD) hebt geïnstalleerd
(zie "Verschillende functies" op pagina 10).
•Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is,
zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
•Afdrukmodus: de standaard Afdrukmodus is Normaal, en is bedoeld om af te drukken zonder het afdrukbestand op te slaan in het
geheugen.
-Normaal: in deze modus wordt uw document afgedrukt zonder het op te slaan in het optioneel geheugen.
-Proefafdruk: deze modus is handig als u meer dan een exemplaar wilt afdrukken. U kunt eerst een exemplaar afdrukken om te
controleren en daarna de andere exemplaren afdrukken.
-Vertrouwelijk: deze modus wordt gebruikt voor het afdrukken van vertrouwelijke documenten. U moet een wachtwoord invoeren
om af te drukken.
-Opslaan: Selecteer deze instelling om een document op het massaopslagapparaat (HDD) op te slaan zonder het af te drukken.
-Opslaan en afdrukken: Deze modus wordt gebruikt wanneer een document tegelijkertijd wordt opgeslagen en afgedrukt.
-Wachtrij: deze optie is handig om een grote hoeveelheid gegevens te verwerken. Als u deze instelling selecteert, wordt het
document op het massaopslagapparaat (HDD) in een afdrukwachtrij geplaatst en vervolgens van daaruit afgedrukt. Op die manier
wordt de belasting van de computer lager.
-Afdrukschema: selecteer deze instelling om het document op een opgegeven tijdstip af te drukken.
•Gebruikersnaam: deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand wilt vinden via het bedieningspaneel.
•Taaknaam: deze optie wordt gebruikt als u een opgeslagen bestand wilt vinden via het bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
226
4. Speciale functies
Taakcodering
Hiermee worden afdrukgegevens eerst gecodeerd en vervolgens verzonden naar het apparaat. Met deze functie blijven de
afdrukgegevens beveiligd, zelfs als de gegevens worden onderschept op een netwerk.
De functie Taakcodering is alleen beschikbaar als het massaopslagapparaat (HDD) is geïnstalleerd. Het massaopslagapparaat
(HDD) wordt gebruikt om afdrukgegevens te decoderen (zie "Verschillende functies" op pagina 10).
a. Deze optie is alleen beschikbaar als u het XPS-stuurprogramma gebruikt.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
227
4. Speciale functies
15
Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken
•Hulpprogramma direct afdrukken is mogelijk niet beschikbaar
afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op
pagina 8).
•Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-
besturingssystemen.
Wat is Hulpprogramma Direct afdrukken?
Hulpprogramma Direct afdrukken is een programma dat PDF-bestanden
rechtstreeks naar uw printer stuurt om ze af te drukken zonder dat u deze
bestanden hoeft te openen.
Als u dit programma wilt installeren, selecteert u Geavanceerde installatie
> Aangepaste installatie en schakelt u het selectievakje voor het
programma in tijdens de installatie van het printerstuurprogramma.
•Uw massaopslagapparaat (HDD) moet geïnstalleerd zijn op uw
apparaat om met dit programma bestanden af te drukken. (zie
"Verschillende functies" op pagina 10).
•U kunt geen PDF-bestanden afdrukken waarvoor een
afdrukbeperking geldt. Schakel de functie voor de afdrukbeperking
uit en probeer opnieuw af te drukken.
•U kunt geen PDF-bestanden afdrukken die met een wachtwoord
worden beschermd. Schakel de wachtwoordfunctie uit en probeer
opnieuw af te drukken.
•Of een PDF-bestand al dan niet afgedrukt kan worden met het
Hulpprogramma Direct afdrukken is afhankelijk van de manier
waarop het PDF-bestand is gemaakt.
•Het programma Hulpprogramma Direct afdrukken ondersteunt PDF
versie 1.7 en lager. Bestanden van latere versies moet u openen om
te kunnen afdrukken.
Afdrukken
Er zijn verschillende manieren waarop u kunt afdrukken met het
Hulpprogramma Direct afdrukken.
1
Selecteer in het menu StartProgramma’s of Alle programma's >
Samsung Printers > Hulpprogramma Direct afdrukken >
Hulpprogramma Direct afdrukken.
Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend.
2
Selecteer uw printer uit de vervolgkeuzelijst Printer selecteren en
klik op Bladeren.
3
Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en klik op Openen.
Het bestand wordt nu toegevoegd aan de sectie Bestanden
selecteren.
Afdrukfuncties
228
4. Speciale functies
4
Pas de printerinstellingen naar wens aan.
5
Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de
printer verzonden.
Via het contextmenu
1
Klik met de rechtermuisknop op het PDF-bestand dat u wilt
afdrukken en kies Direct afdrukken.
Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend. Het
PDF-bestand is hierin al toegevoegd.
2
Kies het te gebruiken apparaat.
3
De apparaatinstellingen aanpassen.
4
Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de
printer verzonden.
16
Afdrukken vanaf een Mac
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Een document afdrukken
Als u afdrukt met een Mac, moet u in elke toepassing die u gebruikt de
instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de
onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Mac:
1
Open het af te drukken document.
2
Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling
(Documentinstellingen in enkele toepassingen).
3
Selecteer papierformaat, -oriëntatie, -schaal en andere opties, en
zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK.
4
Open het menu Bestand en klik op Afdrukken.
5
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt
afdrukken.
6
Klik op Afdrukken.
Afdrukfuncties
229
4. Speciale functies
Printerinstellingen wijzigen
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Open een toepassing en selecteer Afdrukken in het menu Bestand. De
printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is
afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is
afgezien van de naam vergelijkbaar met het onderstaande venster.
Meerdere pagina's per vel afdrukken
U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een
goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken.
1
Open een toepassing en selecteer Afdrukken uit het menu
Bestand.
2
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand. Selecteer in
de vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina’s dat u op
één vel papier wilt afdrukken.
3
Kies de andere te gebruiken opties.
4
Klik op Afdrukken.
Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina´s op één vel papier af.
Dubbelzijdig afdrukken
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund (zie
"Verschillende functies" op pagina 10).
Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke rand u de
pagina's wilt inbinden. De bindopties zijn:
•Lange kant binden: dit is de klassieke opmaak die bij het boekbinden
wordt gebruikt.
•Korte kant binden: deze optie wordt vaak gebruikt voor kalenders.
1
Selecteer Afdrukken in het menu Bestand van uw Mac-toepassing.
2
Selecteer Lay-out in de vervolgkeuzelijst Afdrukstand.
3
Selecteer een bindrichting in de optie Dubblezijdig.
4
Kies de andere te gebruiken opties.
5
Als u op Afdrukken klikt, drukt de printer op beide zijden van het
papier af.
Afdrukfuncties
230
4. Speciale functies
Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en de tweede kopie
op hetzelfde vel papier worden afgedrukt. Vermijd op beide zijden van
het papier af te drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt.
Help gebruiken
Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en klik op het
onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster
met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma
beschikt.
17
Afdrukken in Linux
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Afdrukken vanuit een toepassing
Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common
UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw
printer afdrukken.
1
Open een toepassing en selecteer Print in het menu File.
2
Open het menu File en klik op Page Setup (Print Setup in een
aantal toepassingen).
3
Selecteer papierformaat en afdrukstand en zorg ervoor dat uw
apparaat is geselecteerd. Klik op Apply.
4
Open het menu File en klik op Print.
5
Selecteer het apparaat waarmee u wilt afdrukken.
6
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt
afdrukken.
Afdrukfuncties
231
4. Speciale functies
7
Wijzig indien nodig andere afdrukopties in elk tabblad.
8
Klik op Print.
Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet
beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. Als alternatief kunt u het
lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het
afdrukken van even en oneven pagina's.
Bestanden afdrukken
U kunt een groot aantal bestandstypen afdrukken op dit apparaat door de
standaard-CUPS-methode direct vanaf de opdrachtregel toe te passen. U
werkt dan met het CUPS lpr-programma. U kunt deze bestanden afdrukken
met de onderstaande opdrachtnotatie.
“lp -d <printernaam> -o <optie> <bestandsnaam>”
Raadpleeg de man-pagina voor lp of lpr op uw systeem voor meer
informatie.
Printereigenschappen configureren
U kunt de standaardopties voor afdrukken of het verbindingstype wijzigen
met het hulpprogramma voor afdrukken van het besturingssysteem.
1
Start het hulpprogramma voor Afdrukken (ga naar System >
Administration > Printing of voer de opdracht "System-config-
printer" uit in het terminalprogramma.)
2
Dubbelklik op uw printer.
3
Wijzig de standaardopties voor afdrukken of het verbindingstype.
4
Klik op de knop Apply.
232
4. Speciale functies
Scanfuncties
•Voor basisfuncties voor het scannen, raadpleeg de
Basishandleiding (zie "Basisfuncties voor scannen" op pagina 64).
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model
of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 8).
•De maximale resolutie die kan worden bereikt hangt af van
verschillende factoren, zoals de snelheid van de computer, de
beschikbare schijfruimte, het geheugen, de grootte van de
afbeelding die wordt gescand en de bitdiepte-instellingen. Dus
afhankelijk van uw systeem en wat u wilt scannen, kunt u mogelijk
niet op een bepaalde resolutie scannen, vooral wanneer verbeterde
dpi wordt gebruikt.
18
Basisscanmethode
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of
de optionele onderdelen (zie "Verschillende functies" op pagina 10).
U kunt de originelen met uw apparaat scannen via een USB-kabel of via het
netwerk. De volgende methodologieën kunnen worden gebruikt voor het
scannen van uw documenten:
•Naar pc scan.: Hiermee kunt u originelen via het bedieningspaneel
scannen. De gescande gegevens worden vervolgens opgeslagen in de
map Mijn documenten op de verbonden computers (zie "Basisfuncties
voor scannen" op pagina 64).
•TWAIN: TWAIN is een van de vooraf ingestelde beeldtoepassingen.
Wanneer u een afbeelding scant, wordt de geselecteerde toepassing
gestart zodat u het scanproces kunt beheren. U kunt deze functie
gebruiken via de lokale verbinding of de netwerkverbinding (zie
"Scannen vanuit een programma voor het bewerken van afbeeldingen"
op pagina 237).
•Samsung Easy Document Creator: U kunt dit programma gebruiken
voor het scannen van afbeeldingen of documenten (zie "Scannen met
Samsung Easy Document Creator" op pagina 238).
•WIA: WIA staat voor Windows Images Acquisition. U kunt deze functie
alleen gebruiken als de computer rechtstreeks op het apparaat is
aangesloten met een USB-kabel (zie "Scannen met het WIA-
stuurprogramma" op pagina 238).
•USB-geheugen: U kunt een document scannen en de gescande
afbeelding op een USB-geheugenapparaat opslaan.
•FTP/SMB: Hiermee kunt u een afbeelding scannen en naar een FTP/
SMB-server uploaden (zie "Scannen naar een FTP-/SMB-server" op
pagina 236).
Scanfuncties
233
4. Speciale functies
19
De scaninstellingen in de computer configureren
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of
de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 8).
1
Open Samsung Easy Printer Manager (zie "Samsung Easy Printer
Manager gebruiken" op pagina 263).
2
Selecteer het juiste apparaat in de Lijst met printers.
3
Selecteer het menu Instellingen voor scannen naar pc.
4
Selecteer de gewenste optie.
•Scannen activeren: Hiermee bepaalt u of de scanfunctie is
ingeschakeld op het apparaat.
•Het tabblad Standaard: Dit tabblad bevat algemene scan- en
apparaatinstellingen.
•Het tabblad Afbeelding: Dit tabblad bevat instellingen voor
beeldbewerking.
5
Druk op Opslaan > OK.
20
Scannen vanaf een apparaat dat is aangesloten
op een netwerk
Wanneer het apparaat de netwerkinterface niet ondersteunt, kunt u
deze functie niet gebruiken (zie "Achterkant" op pagina 24).
U moet het printerstuurprogramma op uw computer installeren vanaf de
software-cd omdat het scanprogramma onderdeel is van het
printerstuurprogramma (zie basishandleiding"Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 30).
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 49).
2
Selecteer (Scan) > Naar pc scan. > Netwerk-pc op het
configuratiescherm.
Of selecteer Scan > Netwerk-pc .
Als u het bericht Niet beschikbaar ziet, controleert u de
poortverbinding.
Scanfuncties
234
4. Speciale functies
3
Selecteer uw geregistreerd computer-Id en voer indien nodig het
Wachtwoord in.
•ID is hetzelfde ID als het geregistreerde scan-ID voor de Samsung
Easy Printer Manager > Geavanceerde modus activeren >
Instellingen voor scannen naar pc.
•Wachtwoord is het geregistreerde wachtwoord van vier cijfers voor
de Samsung Easy Printer Manager > Geavanceerde modus
activeren > Instellingen voor scannen naar pc.
4
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
5
Het apparaat begint te scannen.
De gescande afbeelding wordt opgeslagen op de computer in
C:\Gebruikers\gebruikersnaam\Mijn documenten. De opslagmap
kan verschillen, afhankelijk van uw besturingssysteem of het gebruikte
programma.
21
Naar WSD scannen
Scant de originelen en slaat de scangegevens op de aangesloten computer
op als deze de WSD-functie (Web Service for Device) ondersteunt. Als u de
WSD-functie wilt gebruiken, moet u het WSD-printerstuurprogramma op uw
computer installeren. In Windows 7 kunt u het WSD-stuurprogramma
installeren om door te gaan naar Configuratiescherm > Apparaten en
printers > Een printer toevoegen. Klik op Een netwerkprinter
toevoegen via de wizard.
•Wanneer het apparaat de netwerkinterface niet ondersteunt, kunt u
deze functie niet gebruiken (zie "Functies per model" op pagina 8).
•De WSD-functie werkt alleen met Windows Vista® of latere versies
op een WSD-compatibele computer.
•Volg onderstaande installatiestappen voor een Windows 7
computer.
Een WSD-printerstuurprogramma installeren
1
Klik op Start > Configuratiescherm > Apparaten en printers >
Een printer toevoegen.
2
Klik op Netwerkprinter, draadloze printer of Bluetooth-printer
toevoegen via de wizard.
Scanfuncties
235
4. Speciale functies
3
Selecteer in de printerlijst de printer die u wilt gebruiken en klik op
Volgende.
•Het IP-adres voor een WSD-printer is http://IP address/ws/
(voorbeeld: http://111.111.111.111/ws/).
•Als er geen WSD-printer wordt weergegeven in de lijst, klikt u op De
printer die ik wil gebruiken staat niet in de lijst > Een printer met
behulp van een TCP/IP-adres of hostnaam toevoegen en
selecteert u Apparaat voor webservices via Apparaattype. Voer
vervolgens het IP-adres van de printer in.
4
Volg de instructies in het installatievenster.
Scannen via de WSD-functie
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 49).
3
Selecteer (Scan) > Scan naar WSD op het bedieningspaneel.
Als u het bericht Niet beschikbaar ziet, controleert u de
poortverbinding. Of controleer of het printerstuurprogramma voor WSD
juist is geïnstalleerd.
4
Selecteer uw computernaam via de WSD PC-lijst.
5
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
6
Het apparaat begint te scannen.
Scanfuncties
236
4. Speciale functies
22
Scannen naar een FTP-/SMB-server
Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of
de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 8).
Een FTP-/SMB-server instellen
1
De SyncThru™ Web Service weergeven (zie "SyncThru™ Web
Service gebruiken" op pagina 258).
2
Selecteer Address Book > Individual > Add.
3
Schakel het selectievakje naast Add FTP of Add SMB in.
4
Voer het IP-adres in als decimale notatie met punten of als een
hostnaam.
5
Voer het poortnummer van de server in, een getal tussen 1 en
65535.
6
Schakel het selectievakje naast Anonymous zodat de server
toegang geeft aan ongemachtigde gebruikers.
7
Voer de aanmeldingsnaam en het wachtwoord in.
8
Voer de domeinnaam in als de server is verbonden met een bepaald
domein of geef de naam van de computer op die is geregistreerd op
de SMB-server.
9
Voer het pad in naar de locatie waar de gescande afbeelding moet
worden opgeslagen.
•De map waarin de gescande afbeelding wordt opgeslagen, moet
zich in de root van de server bevinden.
•De map moet zijn ingesteld als een netwerkshare.
•Voor uw gebruikersnaam moeten lees- en schrijfrechten voor de
map zijn ingesteld.
10
Druk op Apply.
Scanfuncties
237
4. Speciale functies
Scannen en verzenden naar een FTP-/SMB-
server
1
Controleer of uw apparaat met een netwerk is verbonden.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 49).
3
Selecteer (scannen) > Naar SMB scannen of Naar FTP
scannen op het configuratiescherm.
Of selecteer Scannen > SMB of FTP.
4
Selecteer de gewenste server en scanindeling.
5
Het apparaat begint met te scannen en verzendt het origineel
daarna naar de opgegeven server.
23
Scannen vanuit een programma voor het
bewerken van afbeeldingen
U kunt documenten scannen en importeren via software voor het bewerken
van afbeeldingen, zoals Adobe Photoshop, als de software TWAIN-
compatibel is. Volg de onderstaande stappen om te scannen met TWAIN-
compatibele software:
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 49).
3
Open een toepassing, bijvoorbeeld Adobe Photoshop.
4
Klik op Bestand > Importeren en selecteer de scanner.
5
Stel de scanopties in.
6
Scan uw afbeelding en sla deze op.
Scanfuncties
238
4. Speciale functies
24
Scannen met het WIA-stuurprogramma
Uw apparaat ondersteunt ook het WIA-stuurprogramma (Windows Image
Acquisition) voor het scannen van afbeeldingen. WIA is een van de
standaardonderdelen van Microsoft Windows 7 en werkt met digitale
camera’s en scanners. In tegenstelling tot het TWAIN-stuurprogramma
kunt u met het WIA-stuurprogramma zonder aanvullende software
moeiteloos afbeeldingen scannen en bewerken:
Het WIA-stuurprogramma werkt alleen onder besturingssystemen van
Windows (behalve Windows 2000) met een USB-poort.
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 49).
3
Klik op Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden >
Apparaten en printers.
4
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het
apparaatstuurprogramma in Printers en faxapparaten en kies .
5
De toepassing Nieuwe scan wordt gestart.
6
Geef uw scanvoorkeuren op en klik op Voorbeeld om te zien welke
invloed uw voorkeuren op de afbeelding hebben.
7
Scan uw afbeelding en sla deze op.
25
Scannen met Samsung Easy Document Creator
Samsung Easy Document Creator is een programma dat u helpt bij het
scannen, verzamelen en bewaren van documenten in verschillende
formaten, inclusief het .epub formaat.
Wij adviseren u om scanfuncties te gebruiken in combinatie met het
programma Samsung Easy Document Creator op de meegeleverde
software-cd.
•Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-
besturingssystemen.
•U hebt minimaal Windows XP of recenter en Internet Explorer 6.0 of
hoger nodig om met Samsung Easy Document Creator te kunnen
werken.
•Samsung Easy Document Creator wordt automatisch geïnstalleerd
wanneer u de apparaatsoftware installeert (zie "Werken met
Samsung Easy Document Creator" op pagina 262).
Scanfuncties
239
4. Speciale functies
1
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 49).
2
Selecteer in het menu StartProgramma’s of Alle programma's.
•Als u Windows 8 gebruikt, gaat u naar Charms(charms) en
selecteert u Zoeken > Apps(App).
3
Klik op Samsung Printers en start Samsung Easy Document
Creator.
Klik op Scannen () in het startscherm.
4
Selecteer de scanmethode of een favoriet en klik op Starten.
5
Pas de afbeelding aan met de opties (Scaninstellingen en Meer
opties).
6
Klik op Scannen om een definitieve afbeelding te scannen of op
Voorbeeldscan om eerst nog een voorbeeld te zien te krijgen.
7
Selecteer Opslaan op locatie, Verzenden via e-mail of Verzenden
naar SNS.
8
Klik op Opslaan (een scan opslaan), Verzenden (een scan e-
mailen) of Delen (Uploaden).
Als er ruimte is op de glasplaat, kan er meer dan één item tegelijkertijd
worden gescand. Gebruik het hulpmiddel om meerdere
selectiegebieden te kiezen.
26
Scannen met de Mac
Scannen via een apparaat dat is aangesloten via
USB
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 49).
3
Start Programma's en klik op Fotolader.
Scanfuncties
240
4. Speciale functies
Als het bericht Er is geen apparaat voor het vastleggen van
afbeeldingen aangesloten. verschijnt, maakt u de USB-kabel los en
verbindt u hem opnieuw. Als het probleem blijft bestaan, raadpleegt u
de help bij Fotolader.
4
Selecteer de gewenste optie.
5
Scan uw afbeelding en sla deze op.
Als u niet kunt scannen met Fotolader moet u Mac OS opwaarderen
tot de laatste versie.
Scannen vanaf een apparaat dat is aangesloten
op een netwerk
Alleen voor draadloze of netwerkmodellen (zie "Functies per model" op
pagina 8).
1
Controleer of uw apparaat met een netwerk is verbonden.
2
Plaats originelen in de documentinvoer met de bedrukte zijde naar
boven of plaats een enkel document met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat van de scanner (zie "Originelen plaatsen" op
pagina 49).
3
Start Programma's en klik op Fotolader.
4
Gebruik de onderstaande stappen voor het betreffende
besturingssysteem.
•Voor 10.5
-Klik op de menubalk op Apparaten > Blader door
apparaten.
-Controleer of het selectievakje Verbonden naast uw
apparaat is ingeschakeld is in Bonjour-apparaten.
•Voor 10.6 - 10.7 selecteert u uw apparaat bij GEDEELD.
5
Stel de scanopties in dit programma in.
6
Scan uw afbeelding en sla deze op.
•Als u niet kunt scannen met Fotolader, moet u Mac OS bijwerken
met de nieuwste versie.
•Raadpleeg de Help bij Fotolader voor meer informatie.
•U kunt ook TWAIN-compatibele software gebruiken, zoals Adobe
Photoshop.
•U kunt scannen met de Samsung Scanassistent-software. Open de
Voer een wachtwoord van vier cijfers in en druk op OK.
3
Alle in het geheugen opgeslagen faxberichten worden afgedrukt.
43
Faxen ontvangen in het geheugen
Aangezien het apparaat meerdere taken tegelijk kan uitvoeren, kan het
faxen ontvangen terwijl u kopieert of afdrukt. Als u tijdens het kopiëren of
afdrukken een fax ontvangt, slaat het apparaat de inkomende fax in het
geheugen op. Zodra u klaar bent met kopiëren of afdrukken, wordt de fax
automatisch afgedrukt.
Wanneer de fax is ontvangen en wordt afgedrukt, kunnen tegelijkertijd
geen andere kopieer- of afdrukopdrachten worden verwerkt.
44
Automatisch een verzendrapport afdrukken
U kunt het apparaat zo instellen dat een rapport wordt afgedrukt met
gedetailleerde informatie over de 50 laatste faxen (zowel verzonden als
ontvangen), met vermelding van datum en tijd.
1
Druk op (faxen) > (Menu) > Fax instellen > Autom.
rapport > Aan op het bedieningspaneel.
2
Druk op (Cancel of Stop/Clear) om terug te keren naar de
gereedmodus.
252
4. Speciale functies
Functies voor gedeelde map gebruiken
Met deze functie kan het geheugen van het apparaat als een gedeelde map
worden gebruikt. Het voordeel van deze functie is dat u gemakkelijk gebruik
kunt maken van de gedeelde map via het scherm van uw computer.
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model
of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 8).
•U kunt deze functie gebruiken bij de modellen die over een
opslagapparaat beschikken (zie "Verschillende functies" op pagina
10).
•De beheerder kan de id en het wachtwoord instellen om de toegang
van de gebruiker te beperken. Daarnaast kan de beheerder het
maximaal aantal gelijktijdige gebruikers instellen.
45
Een gedeelde map maken
1
Open het venster van de Windows Verkenner op de computer.
2
Voer het \\[IP-adres] van de printer in (bijvoorbeeld:
\\169.254.133.42) in het adresveld en druk op de Enter-toets of klik
op Ga naar.
3
Maak een nieuwe map in de map nfsroot.
46
De gedeelde map gebruiken
U kunt de gedeelde map op precies dezelfde manier gebruiken als op de
normale computer. Maak, bewerk en verwijder de map of het bestand zoals
een normale Windows-map. U kunt ook de gescande gegevens in de
gedeelde map opslaan. U kunt bestanden die zijn opgeslagen in een
gedeelde map rechtstreeks afdrukken. U kunt de bestanden in de
indelingen TIFF, BMP, JPEG en PRN afdrukken.
253
4. Speciale functies
Gebruik van geheugen-/harde schijffuncties
U kunt deze functie gebruiken bij de modellen die over een
massaopslagapparaat (HDD) of geheugen beschikken (zie
"Verschillende functies" op pagina 10).
47
Het optionele geheugen instellen
vanuit het stuurprogramma van de printer
Als het optionele geheugen is geïnstalleerd, kunt u gebruikmaken van
geavanceerde afdrukfuncties, zoals een afdruktaak opslaan of in de
wachtrij op de harde schijf plaatsen, een afdruktaak controleren en een
persoonlijke afdruktaak specificeren in het venster Afdrukken. Kies
Eigenschappen of Voorkeur en stel de afdrukmodus in.
Via het bedieningspaneel
Als uw apparaat beschikt over een optioneel geheugen of een optionele
harde schijf, dan kunt u deze functies gebruiken via de knop (Menu) >
Systeeminst. > Taakbeheer.
•Actieve taak: Alle afdruktaken die nog niet zijn afgedrukt bevinden zich
in de actieve wachtrij in de volgorde waarin u ze naar de printer hebt
gestuurd. U kunt een afdruktaak verwijderen uit de wachtrij voordat
deze wordt afgedrukt of een afdruktaak sneller laten afdrukken.
•Bestandsbeleid: U kunt het bestandsbeleid kiezen voor het genereren
van een bestandsnaam voor u doorgaat met een afdruktaak vanaf het
optioneel geheugen. Als de naam reeds in het optioneel geheugen is
opgeslagen, wijzigt u de naam of overschrijft u de bestaande naam.
•Opgeslagen taak: Hiermee kunt u een opgeslagen afdruktaak
afdrukken of verwijderen.
•Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s
mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze
opties niet van toepassing op uw apparaat.
•Na het installeren van de harde schijf kunt u ook de vooraf
gedefinieerde documentsjablonen afdrukken via de knop
(Menu) > Systeeminst. > Menu Formulier.
5.Nuttige
beheerprogramma's
Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt
benutten.
•Easy Capture Manager255
•Samsung AnyWeb Print256
•Easy Eco Driver257
•SyncThru™ Web Service gebruiken258
•Werken met Samsung Easy Document Creator262
•Samsung Easy Printer Manager gebruiken263
•Samsung-printerstatus gebruiken267
255
5. Nuttige beheerprogramma's
Easy Capture Manager
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 8).
•Alleen beschikbaar voor gebruikers van Windows-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 8).
Maak een schermafbeelding en start Easy Capture Manager door op de toets Scherm afdrukken te drukken. U kunt nu gemakkelijk uw schermafbeelding
onbewerkt of bewerkt afdrukken.
256
5. Nuttige beheerprogramma's
Samsung AnyWeb Print
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 8).
•Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows- en Mac-besturingssystemen (zie "Software" op pagina 8).
Met dit hulpprogramma kunt u van schermen in Windows Internet Explorer een schermopname of afdrukvoorbeeld maken en afdrukken, op een veel
eenvoudigere manier dan in het gebruikelijke programma. Klik op Start > Alle programma's > Samsung Printers > Samsung AnyWeb Print > Download
the latest version om naar de website te gaan waar u het hulpprogramma kunt downloaden.
257
5. Nuttige beheerprogramma's
Easy Eco Driver
•Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-besturingssystemen.
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 8).
Met Easy Eco Driver kunt u ecofuncties toepassen om papier en toner te besparen voordat u afdrukt. Als u deze toepassing wilt gebruiken, moet u het
selectievakje Easy Eco Driver starten starten vóór afdrukken in de printereigenschappen inschakelen.
Met Easy Eco Driver kunt u ook eenvoudige bewerkingen uitvoeren, zoals het verwijderen van afbeeldingen en tekst, het wijzigen van lettertypen, en meer.
U kunt instellingen die u vaak gebruikt, opslaan als voorinstelling.
Gebruiken:
1 Open een document dat u wilt afdrukken.
2 Druk het document af.
Er verschijnt een voorbeeldvenster.
3 Selecteer de opties die u wilt toepassen op het document.
U kunt een voorbeeld van de toegepaste functies bekijken.
4 Klik op Afdrukken.
258
5. Nuttige beheerprogramma's
SyncThru™ Web Service gebruiken
•Voor SyncThru™ Web Service is minimaal Internet Explorer 6.0 of
hoger vereist.
•De uitleg over SyncThru™ Web Service in deze
gebruikershandleiding kan afhankelijk zijn van de opties en het
model, en komt mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
•Alleen voor draadloos model (zie "Software" op pagina 8).
1
SyncThru™ Web Service weergeven
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
Aanmelden bij SyncThru™ Web Service
Voor u de opties in SyncThru™ Web Service kunt instellen, moet u zich
aanmelden als beheerder. U kunt SyncThru™ Web Service nog altijd
gebruiken zonder u aan te melden, maar u zult geen toegang hebben tot
het tabblad Settings en het tabblad Security.
1
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
2
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login.
•ID: admin
•Password: sec00000
SyncThru™ Web Service gebruiken
259
5. Nuttige beheerprogramma's
2
SyncThru™ Web Service overzicht
Afhankelijk van uw model zullen sommige menu's mogelijk niet
verschijnen.
Het tabblad Information
Op dit tabblad wordt algemene informatie over het apparaat weergegeven.
U kunt diverse gegevens controleren, waaronder de resterende
hoeveelheid toner. U kunt ook verslagen uitprinten.
•Active Alerts: Toont de waarschuwingen die in het apparaat zijn
gegenereerd en hun ernst.
•Supplies: Toont hoeveel pagina´s zijn afgedrukt en hoeveel toner er
nog in de cassette zit.
•Usage Counters: Toont de gebruiksteller
•Current Settings: Toont informatie of het apparaat en het netwerk.
•Print information: Drukt rapporten af zoals systeemgerelateerde
rapporten, e-mailadressen en lettertyperapporten.
Het tabblad Settings
Op dit tabblad kunt u de configuratie van uw apparaat en netwerk instellen.
U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad weer te geven.
•Het tabblad Machine Settings: Stelt de door uw machine geleverde
opties in.
•Het tabblad Network Settings: Toont opties voor de netwerkomgeving.
Stelt opties in zoals TCP/IP en netwerkprotocollen.
Het tabblad Security
Op dit tabblad kunt u de beveiligingsgegevens van uw systeem en van het
netwerk instellen. U moet zich aanmelden als beheerder om dit tabblad
weer te geven.
•System Security: Stelt de gegevens van de systeembeheerder in en
schakelt tevens de apparaatfuncties in- of uit.
•Network Security: Stelt instellingen voor HTTPs, IPSec, IPv4/IPv6
filtering, 802.1x en verificatieservers in.
•User Access Control: Hiermee worden gebruikers ingedeeld in
verschillende groepen op basis van de rol van de afzonderlijke
gebruikers. De machtigings-, verificatie- en accountinstellingen van
elke gebruiker worden bepaald door de rol die aan de groep is
toegewezen.
SyncThru™ Web Service gebruiken
260
5. Nuttige beheerprogramma's
Het tabblad Maintenance
Op dit tabblad kunt u uw apparaat onderhouden door de firmware te
upgraden en contactgegevens voor het versturen van e-mails in te stellen.
U kunt ook verbinding maken met de website van Samsung of
stuurprogramma's downloaden door het menu Link te selecteren.
•Firmware Upgrade: Bijwerken van de firmware van uw apparaat.
•Contact Information: Contactgegevens tonen.
•Link: Toont koppelingen naar nuttige sites waar u informatie kunt
downloaden of lezen.
3
E-mailmelding instellen
U kunt e-mails ontvangen over de status van uw apparaat door deze optie
in te stellen. Door gegevens, zoals IP-adressen, hostnaam, e-mailadressen
en SMTP-servergegevens in te stellen zal de apparaatstatus (tonercassette
leeg of machinefout) automatisch naar het e-mailadres van een bepaald
persoon worden verzonden. Deze optie wordt mogelijk vaker gebruikt door
een apparaatbeheerder.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
3
Selecteer Machine Settings > E-mail Notification op het tabblad
Settings.
SyncThru™ Web Service gebruiken
261
5. Nuttige beheerprogramma's
Als u de server voor uitgaande e-mail nog niet hebt geconfigureerd,
gaat u naar Settings > Network Settings > Outgoing Mail
Server(SMTP) om de netwerkomgeving te configureren voor u e-
mailmelding instelt.
4
Schakel het selectievakje voor Enable in om E-mail Notification te
gebruiken.
5
Klik op de knop Add om een gebruiker van e-mailmelding in te
stellen.
Stel de naam van de ontvanger in en het (de) e-mailadres(sen) met
meldingsitems waarvoor u een waarschuwing wilt ontvangen.
6
Klik op Apply.
Als de firewall is ingeschakeld, zal de e-mail mogelijk niet verzonden
kunnen worden. Neem in dat geval contact op met de
netwerkbeheerder.
4
Informatie over de systeembeheerder instellen
Deze instelling is nodig om gebruik te kunnen maken van de optie e-
mailmelding.
Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige menu's
mogelijk niet op het display. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
3
Selecteer op het tabblad SecuritySystem Security > System
Administrator
4
Voer de naam, het telefoonnummer, locatie en e-mailadres van de
beheerder in.
5
Klik op Apply.
262
5. Nuttige beheerprogramma's
Werken met Samsung Easy Document Creator
Samsung Easy Document Creator is een programma dat u helpt bij het
scannen, verzamelen en bewaren van documenten in verschillende
formaten, inclusief het .epub formaat. Deze documenten kunnen
vervolgens via sociale netwerken of fax worden gedeeld. Of u nu als
student onderzoeksgegevens uit de bibliotheek moet ordenen of als
moeder foto's van het verjaardagsfeestje van vorig jaar wilt delen, met
Samsung Easy Document Creator beschikt u over alle benodigde
hulpmiddelen.
De Samsung Easy Document Creator omvat de volgende functies:
•Afbeelding scannen: Te gebruiken voor het scannen van een of
meerdere afbeeldingen.
•Document scannen: Te gebruiken voor het scannen van
tekstdocumenten of documenten met tekst en afbeeldingen.
•Tekst converteren: Te gebruiken voor documenten die in een
bewerkbare tekstopmaak moeten worden opgeslagen.
•Boek scannen: Te gebruiken om boeken via de glasplaat te scannen.
•Uploaden naar SNS: Biedt een eenvoudige en snelle manier om
gescande of bestaande afbeeldingen te uploaden naar diverse sociale
netwerksites (SNS).
•Converteren naar e-book: Biedt de mogelijkheid om meerdere
documenten als één e-book te scannen of bestaande bestanden naar
e-bookopmaak.
•Plug-in: Scannen, faxen en naar e-book converteren direct vanuit
Microsoft Office.
Klik op de knop Help () in het venster, en klik op de optie waar u meer
over wilt weten.
263
5. Nuttige beheerprogramma's
Samsung Easy Printer Manager gebruiken
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model
of de optionele onderdelen (zie "Software" op pagina 8).
•Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows- en Mac-
besturingssystemen (zie "Software" op pagina 8).
•Voor Samsung Easy Printer Manager met Windows is minimaal
Internet Explorer 6.0 of hoger vereist.
Samsung Easy Printer Manager is een programma waarbinnen alle
printerinstellingen van Samsung op een enkele plaats samengebracht zijn.
Samsung Easy Printer Manager combineert printerinstellingen met
omgevingsfactoren, instellingen/taakopties en startopties. Met al deze
functies heeft overzichtelijk toegang tot alle functies van uw Samsung-
printer. Samsung Easy Printer Manager biedt twee verschillende interfaces
waaruit de gebruiker kan kiezen: een basisinterface en een interface voor
gevorderde gebruikers. Overschakelen tussen de twee interfaces is
eenvoudig: klik gewoon op een knop.
5
Informatie over Samsung Easy Printer Manager
Openen van het programma:
Voor Windows:
Kies Start > Programma’s of Alle programma's > Samsung Printers >
Hi everything I print a document the bottom margin is extremely large. I have checked my laptop margin setting and tried to Google troubleshooting. Also when I print to a secondary printer the bottom margin is correct. Can you please assist? Thank you. Laetitia
Submitted on 8-1-2022 at 15:11
Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.
Product:
Forumrules
To achieve meaningful questions, we apply the following rules:
First, read the manual;
Check if your question has been asked previously;
Try to ask your question as clearly as possible;
Did you already try to solve the problem? Please mention this;
Is your problem solved by a visitor then let him/her know in this forum;
To give a response to a question or answer, do not use this form but click on the button 'reply to this question';
Your question will be posted here and emailed to our subscribers. Therefore, avoid filling in personal details.
Register
Register getting emails for Samsung SL-M2070 at:
new questions and answers
new manuals
You will receive an email to register for one or both of the options.
Get your user manual by e-mail
Enter your email address to receive the manual of Samsung SL-M2070 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.
The manual is 38,15 mb in size.
You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.
If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.
The email address you have provided is not correct.
Please check the email address and correct it.
Your question is posted on this page
Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.