Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
Het gebruik van gerecycleerde verbruiksartikelen, zoals
toner, kan het apparaat beschadigen.
Bij schade als gevolg van het gebruik van gerecyclede
verbruiksartikelen zullen reparatiekosten in rekening worden
gebracht.
Volg de onderstaande instructies voor verbruiksartikelen die
tonerstof bevatten (tonercartridge, cassette voor gebruikte
toner, beeldeenheid, enzovoort).
•Volg de instructies voor verwijdering wanneer u de
verbruiksartikelen weggooit. Raadpleeg de plaatselijke
verkoper voor verwijderingsinstructies.
•De verbruiksartikelen mogen niet gewassen worden.
•Gebruik de cassette voor gebruikte toner niet opnieuw
nadat u deze hebt geleegd.
Als u de bovenstaande instructies niet opvolgt, kan dit
resulterende defecten in het apparaat of verontreiniging van
het milieu. De garantie dekt geen kosten die zijn veroorzaakt
door nalatigheid van de gebruiker.
Als er tonerstof op uw kleding terechtkomt, moet u geen
warm water gebruiken.
Door warm water hecht de toner zich aan de stof. Gebruik
altijd koud water.
Zorg ervoor dat er geen tonerstof op uw lichaam of kledij
terechtkomt bij het vervangen van de tonercassette of het
verwijderen van vastgelopen papier.
Tonerstof kan gevaarlijk zijn bij inademing of opname.
17
1. Inleiding
Apparaatoverzicht
9
Onderdelen
Het werkelijke onderdeel kan verschillen van de onderstaande illustratie. Sommige onderdelen kunnen afhankelijk van de configuratie afwijken.
Apparaat
a
a. Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
Beknopte installatiehandleiding
Netsnoer
Software-cd
b
b. De software-cd bevat de stuurprogramma's van de printer, de gebruikershandleiding en softwaretoepassingen.
Div. accessoires
c
c.Diverse, bij uw printer geleverde accessoires kunnen verschillen per land van aankoop en specifiek model.
Toner
MUST READ
INSTALLATION
GUIDE
INSTALLING THE
TONER CARTRIDGE
AND IMAGING
UNIT
PREPARING
Samsung Multifunction Xpress
c267xFX series
Thank you for purchasing a Samsung product.
SAMSUNG.
PRINTING INNOVATION.
Apparaatoverzicht
18
1. Inleiding
10
Voorkant
•Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
•Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 7).
1
2
3
4
6
8
10
11
12
13
14
15
16
7
9
5
17
1Uitvoersteunlade10Voorklep
2
Uitvoerlade
11Ontgrendelknop van de
voorklep
3Bedieningspaneel12Tonercassettes
4Klep moederbord13Handgreep van tonercassette
5USB-geheugenpoort14Transportriem (ITB)
6
Lade 1
15Papierbreedtegeleiders op
een multifunctionele lade
7
Optionele lade
a
a. Plaats de optionele lade indien nodig.
16Multifunctionele
ondersteuningslade
8
Push-release van multifunctionele lade
17NFC (Near Field
Communication)-tag
b
b. Alleen C301xDW.
9Multifunctionele lade
Apparaatoverzicht
19
1. Inleiding
11
Achterkant
•Deze afbeelding kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende apparaattypes.
•Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 7).
2
3
1
4
6
5
7
1Opvangbak voor gebruikte toner
2Achterklep
3Handvat achterklep
4Aansluiting netsnoer
5USB-geheugenpoort
6USB-poort
7Netwerkpoort
20
1. Inleiding
Overzicht van het bedieningspaneel
•Dit bedieningspaneel kan afhankelijk van het model afwijken van uw
apparaat. Er zijn verschillende types bedieningspanelen.
•Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet
beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model"
op pagina 7).
3
4
7
8
11
12
6
5
2
1
10
9
1
weergavescherm
Toont de huidige status en geeft meldingen
weer tijdens het gebruik.
2
Tonerkleuren
Geven de status van elke tonercassette
weer (zie "Meldingen over de tonercassette"
op pagina 89).
3
Menu
Hiermee opent u de menumodus en bladert
u door de beschikbare menu's (zie
"Toegang tot het menu" op pagina 28).
4
Pijl
Door beschikbare waarden bladeren door
naar vorige of volgende opties te gaan.
5
OK
Hiermee bevestigt u de selectie op het
scherm.
6
Apparaat
Hiermee keert u terug naar het
bovenliggende menu.
7
Annuleren
Stopt de huidige bewerking.
8
Aan/uit/
ontwaken
Met deze knop kunt u de stroom in- en
uitschakelen. Of het apparaat weer
inschakelen vanuit de
energiebesparingsmodus.
9Status LED
De functie geeft de status van uw printer
weer (zie "Informatie over de status-LED" op
pagina 87).
a
De functie geeft de draadloze status van uw
printer weer (zie "Informatie over de status-
LED" op pagina 87).
Overzicht van het bedieningspaneel
21
1. Inleiding
10
WPS
a
Hiermee kunt u de draadloze
netwerkverbinding gemakkelijk configureren
zonder computer (zie "Het WPS-menu
gebruiken" op pagina 142).
Testpagina
Als u erop drukt, wordt een testpagina
afgedrukt.
11Eco
Overschakelen naar de eco-modus voor het
besparen van toner en papier (zie "Eco-
afdruk" op pagina 48).
12
Numeriek toetsenblokU kunt cijfers en tekens invoeren met behulp
van het toetsenblok (zie "Letters en cijfers
op het toetsenblok" op pagina 195).
a. Alleen C301xDW.
22
1. Inleiding
Het apparaat inschakelen
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de
opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw
apparaat. Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
•Gebruik het meegeleverde netsnoer voor het apparaat. Anders kan
het apparaat worden beschadigd of kan er brand ontstaan.
•Sommige onderdelen in het apparaat kunnen heet zijn wanneer de
printer aanstaat of net een taak heeft afgedrukt. Let op dat u zich niet
verbrandt wanneer u aan de binnenkant van het apparaat werkt.
•Demonteer het apparaat niet wanneer het aanstaat of aangesloten
is. U zou een elektrische schok kunnen krijgen.
1
Sluit de printer eerst op de netvoeding aan.
2
De stroom wordt automatisch ingeschakeld.
Als u het apparaat wilt uitschakelen, houdt u (Aan/uit/ontwaken)
ingedrukt.
23
1. Inleiding
Lokaal installeren van het stuurprogramma
Een lokale printer is een printer die via de USB-kabel rechtstreeks op uw
computer is aangesloten. Als uw apparaat met een netwerk is verbonden,
slaat u de onderstaande stappen over en gaat u verder met de installatie
van het stuurprogramma voor een netwerkapparaat (zie "Installeren van
een stuurprogramma over het netwerk" op pagina 133).
Lokaal installeren van het stuurprogramma
24
1. Inleiding
•Wanneer u gebruik maakt van een mac, Linux of UNIX, raadplegt u
"Installatie voor Mac" op pagina 122, "Installatie voor Linux" op
pagina 124 of "Het UNIX-printerstuurprogrammapakket installeren"
op pagina 139.
•Het installatievenster in deze Gebruikershandleiding kan verschillen
afhankelijk van het apparaat en de gebruikte interface.
•Gebruik alleen een USB-kabel die korter is dan 3 meter.
12
Windows
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Plaats de meegeleverde software-cd in uw cd-romstation.
Als het installatievenster niet verschijnt, klikt u op Start > Alle
programma's > Toebehoren > Uitvoeren.
Typ X:\Setup.exe, waarbij u "X" vervangt door de letter van uw cd-
rom-station en klik op OK.
•Voor Windows 8:
Als het installatievenster niet wordt weergegeven, gaat u naar
Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App) en
zoekt u Uitvoeren. Typ X:\Setup.exe, waarbij u 'X' vervangt door
de letter van uw cd-romstation, en klik op OK.
Als het pop-upvenster Tik om te kiezen wat met deze schijf
moet gebeuren wordt weergegeven, klikt u op het venster en
selecteert u Run Setup.exe.
•Voor Windows 10/Windows Server 2016
Als het installatievenster niet verschijnt, typt u in de taakbalk
X:\Setup.exe in het invoergebied Zoeken, waarbij u 'X' vervangt
door de letter van uw cd-romstation, en drukt u op de Enter-
toets.
3
Controleer en accepteer de installatie-overeenkomst in het
installatievenster. Klik daarna op Volgende.
4
Selecteer USB in het scherm Type printerverbinding. Klik daarna
op Volgende.
5
Volg de instructies in het installatievenster.
Lokaal installeren van het stuurprogramma
25
1. Inleiding
Vanaf het Startscherm van Windows 8
•Het V4-stuurprogramma wordt automatisch gedownload van
Windows Update als uw computer verbinding heeft met internet Als
dit niet het geval is, kunt u het V4-stuurprogramma handmatig
downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com > zoek
uw product > Ondersteuning of Downloads.
•U kunt de app Samsung Printer Experience downloaden van de
Windows Store. Als u de Windows Store(Store) wilt gebruiken,
hebt u een Microsoft-account nodig.
1 Selecteer vanuit de balk Charms(charms) de optie Zoeken.
2 Klik op Store(Store).
3 Zoek naar en klik op Samsung Printer Experience.
4 Klik op Installeer.
•Als u het stuurprogramma installeert met de meegeleverde software-
cd, wordt het V4-stuurprogramma niet geïnstalleerd. Als u het V4-
stuurprogramma wilt gebruiken in het Bureaubladscherm, kunt u
het downloaden van de Samsung-website, www.samsung.com >
zoek uw product > Ondersteuning of Downloads.
•Als u de managementhulpmiddelen voor printers van Samsung wilt
installeren, moet u deze installeren met de meegeleverde software-
cd.
1
Zorg ervoor dat uw computer is ingeschakeld en verbonden met
internet.
2
Zorg ervoor dat het apparaat is ingeschakeld.
3
Sluit de computer en het apparaat aan met een USB-kabel.
Het stuurprogramma wordt automatisch geïnstalleerd via Windows
Update.
26
1. Inleiding
Het stuurprogramma opnieuw installeren
Als het printerstuurprogramma niet naar behoren werkt, volg dan de
onderstaande stappen om het stuurprogramma opnieuw te installeren.
13
Windows
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Selecteer in het menu Start achtereenvolgens Programma’s of
Alle programma's > Samsung Printers > Samsung Printer-
software Deïnstalleren.
•Voor Windows 8:
1 Selecteer vanuit de balk Charms de optie Zoeken >
Apps(App).
2 Zoek naar en klik op Configuratiescherm.
3 Klik op Programma's en onderdelen.
4 Klik met de rechtermuisknop op het stuurprogramma dat u
wilt deïnstalleren en kies Installatie ongedaan maken.
5 Volg de instructies in het venster.
•Voor Windows 10/Windows Server 2016
1 Typ in de taakbalk Programma's en onderdelen in het
invoergebied Zoeken. Druk op de Enter-toets.
OF
Selecteer vanuit het Start-pictogram () Alle apps >
Zoeken > typ Programma's en onderdelen.
2 Klik met de rechtermuisknop op het stuurprogramma dat u
wilt deïnstalleren en kies Installatie ongedaan maken.
3
Volg de instructies in het installatievenster.
4
Plaats de software-cd in uw cd-rom-station en installeer het
stuurprogramma opnieuw (zie "Lokaal installeren van het
stuurprogramma" op pagina 23).
Vanaf het Startscherm van Windows 8
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en
ingeschakeld is.
2
Klik op de tegel Samsung-printersoftware deïnstalleren in het
Startscherm.
3
Volg de instructies in het venster.
•Als u geen tegel voor Samsung-printersoftware kunt vinden,
deïnstalleert u vanuit de bureaubladmodus.
•Als u de hulpmiddelen voor printermanagement van Samsung wilt
deïnstalleren vanuit het Startscherm, klikt u met de rechtermuisknop
op het programma dat u wilt Installatie ongedaan maken >
Installatie ongedaan maken en volgt u de instructie in het venster.
2. Menuoverzicht en
basisinstellingen
Dit hoofdstuk levert informatie over de algemene menustructuur en de opties voor de basisinstellingen.
•Menuoverzicht28
•De standaardinstellingen van het apparaat31
•Afdrukmateriaal en lade33
•Eenvoudige afdruktaken45
•Een USB-geheugenapparaat gebruiken50
28
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Menuoverzicht
Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling en het gebruik van het apparaat.
•Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
•Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
•De menu's worden beschreven in de handleiding Geavanceerd (zie "Menu´s met nuttige instellingen" op pagina 175).
1
Toegang tot het menu
1
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
2
Druk op de pijltoetsen tot het gewenste menuonderdeel verschijnt en druk op OK.
3
Herhaal stap 2 als het geselecteerde menu-item submenu’s heeft.
4
Druk op OK om de selectie op te slaan.
5
Druk op (Annuleren) om terug te keren naar de stand-bymodus.
Menuoverzicht
29
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Informatie
(Zie "Informatie" op
pagina 177.)
Lay-out
(Zie "Lay-out" op pagina
178.)
Papier
(Zie "Papier" op pagina
180.)
Grafisch
(Zie "Grafisch" op
pagina 181.)
Systeeminstellingen
(Zie "Systeeminstellingen" op pagina
182.)
Overzicht
Configuratie
Info verbruiksartikelen
Demopagina
PCL-tek.
PS Font
Gebruiksteller
Account
a
Netwerkconf.
a. Deze functie is alleen beschikbaar als Taakaccountbeheer is ingeschakeld in het programma SyncThru™ Web Admin Service.
Afdrukstand
Staand
Liggend
Marge
Algemene marge
MP-lade
Lade 1
Lade 2
b
Lade 3
b
Emulatiemarge
Dubbelzijdig
Uit
Lange zijde
Korte zijde
b. Deze optie is beschikbaar als de optionele lade is gemonteerd.
Exemplaren
MP-lade
Lade 1
Lade 2
b
Lade 3
b
Papierinvoer
Auto
Lade 1
Lade 2
b
Lade 3
b
MP-lade
Resolutie
Standaard
Hoge beeldkwal
Tekst wissen
Randverbetering
Auto CR
Scherm
Invanging
Datum & Tijd
Klokmodus
Taal
Energiebesparing
Ontwaakgebeurte
nis
Time-out taak
Standaardpapier
A4
Letter
Hoogtecorrectie
Relatieve
luchtvochtigheid
Aut. doorgaan
Auto lade wis.
Verv. papier
Lade bescherm.
Lade-modus
Lege pg oversl
Onderhoud
Toner Op
wissen
c
Gebr.duur art.
Ws tr bijna op
Beeldbeheerder
Eco-instel.
Standaardmodu
s
Sjabloon sel.
Stille modus
Stapelmodus
Smart dubbelzijdig
Vapor Mode
Auto Power Off
c.Deze optie verschijnt alleen als de tonercassette nog een kleine hoeveelheid toner bevat.
Menuoverzicht
30
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Emulatie
(Zie "Emulatie" op
pagina 186.)
Beeldmgr.
(Zie "Beeldmgr." op
pagina 187.)
Netwerk
(Zie "Netwerk" op pagina 188.)
Directe USB
a
(Zie "Directe USB" op
pagina 190.)
a. Deze optie is beschikbaar als er USB-geheugen in de USB-geheugenpoort van uw apparaat wordt geplaatst.
PrinterOn
b
(Zie "PrinterOn" op
pagina 192.)
b.Dit is alleen beschikbaar als PrinterOn is ingeschakeld in het menu Netwerk > Protocolmgr.. De submenu's die in dit menu verschijnen kunnen verschillen als uw printer wel of niet
is verbonden met de PrinterOn-server.
Type emulatie
Instellingen
Aangep. kleur
Standaard
Dichtheid afdrukken
Aut. kleurreg.
Geluidsaanp.
Standaard
Auto tintaanp.
TCP/IP (IPv4)
DHCP
BOOTP
Stat.
TCP/IP (IPv6)
IPv6-protocol
DHCPv6 config.
Ethernet
Ethernetpoort
Ethernet-snel.
802.1x
Inst. wissen
Netwerkconf.
Protocolmgr.
HTTP
SCP
PrinterOn
WINS
SNMPv1/v2
UPnP(SSDP)
mDNS
SetIP
SLP
Wi-Fi
c
Wi-Fi AAN/UIT
Wi-Fi-instellingen
WPS
Wi-Fi Direct
Wi-Fi-signaal
Wi-Fi-inst wis
c.Voor C301xND. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer de optionele Wireless/NFC-kit is geïnstalleerd.
Afdrukken vanaf
Bestandsbeheer
Contr. of er ruimte is
31
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
De standaardinstellingen van het apparaat
U kunt de apparaatinstellingen van het apparaat wijzigen met Samsung
Easy Printer Manager of SyncThru™ Web Service.
•Als uw apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het
apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager > Geavanc.
mediatype, mediaformaat, complexiteit van de afdruktaak, enz.
50
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u een USB-geheugenapparaat samen
met uw apparaat kunt gebruiken.
13
Over USB-geheugen
Er bestaan USB-geheugenapparaten met verschillende
geheugencapaciteiten die meer ruimte bieden voor de opslag van
documenten, presentaties, gedownloade muziek en video’s,
hogeresolutieafbeeldingen en alle andere bestanden die u wilt opslaan of
verplaatsen.
U kunt het volgende doen met uw apparaat en een USB-
geheugenapparaat.
•afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
•het USB-geheugenapparaat formatteren
•de beschikbare geheugenruimte controleren
14
Een USB-geheugenapparaat aansluiten
De USB-geheugenpoort op de voorkant van uw apparaat ondersteunt
USB V1.1- en USB V2.0-geheugenapparaten. Op uw apparaat worden
USB-geheugenapparaten met FAT16/FAT32 en sectoren van 512 bytes
ondersteund.
Controleer het bestandssysteem van het USB-geheugenapparaat van uw
leverancier.
U mag alleen een geautoriseerd USB-opslagapparaat met een A
plugverbinding gebruiken.
Gebruik alleen een metalen en afgeschermd USB-geheugenapparaat.
Gebruik alleen een USB-geheugenapparaat dat compatibel is, anders
wordt het mogelijk niet herkend.
AB
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
51
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort van uw
apparaat.
•Verwijder het USB-geheugenapparaat niet terwijl het apparaat actief
is of bezig is met lezen van of schrijven naar het USB-geheugen.
Schade veroorzaakt door onjuist gebruik valt niet onder de garantie.
•Als uw USB-geheugenapparaat bepaalde functies heeft, zoals
beveiligings- en wachtwoordinstellingen, kan uw apparaat het
mogelijk niet automatisch detecteren. Raadpleeg de
Gebruikershandleiding van het USB-geheugenapparaat voor meer
informatie over deze functies.
15
Afdrukken vanaf een USB-geheugenapparaat
U kunt bestanden die opgeslagen zijn op een USB-geheugenapparaat
rechtstreeks afdrukken.
Bestandstypen die door de optie Rechtstreeks afdrukken worden
ondersteund:
•PRN: Alleen bestanden die zijn gemaakt met het bijgeleverde
stuurprogramma zijn compatibel. PRN-bestanden kunnen worden
gemaakt door het selectievakje Afdrukken naar bestand in te
schakelen voor het afdrukken. Het document wordt dan niet afgedrukt,
maar als een PRN-bestand opgeslagen. Alleen PRN-bestanden die op
deze wijze zijn gemaakt, kunnen rechtstreeks vanuit het USB-
geheugenapparaat worden afgedrukt.
•TIFF: TIFF 6.0 Baseline
•JPEG: JPEG Baseline
•PDF: PDF 1.7 of ouder
•XPS: XML Papierspecificatie 1.0
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
52
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
Om een document af te drukken vanaf een USB-
geheugenapparaat
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
3
Druk op Directe USB > Afdrukken vanaf.
4
Ga met de pijl naar de gewenste map of het gewenste bestand en
druk op OK.
Als [+] of [D] voor de naam van een map staat, staat er een of meer
bestanden of mappen in de geselecteerde map.
5
Selecteer het aantal exemplaren dat u wilt afdrukken of geef een
getal op.
6
Druk op OK.
16
USB-geheugen beheren
U kunt afbeeldingsbestanden op een USB-geheugenapparaat een voor
een of allemaal tegelijk verwijderen door het apparaat opnieuw te
formatteren.
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
3
Druk op Directe USB > Bestandsbeheer.
4
Ga met de pijl naar Verwijderen of het gewenste Indeling en druk
op OK.
5
Selecteer de gewenste map of het gewenste bestand en druk op
OK.
Als [+] of [D] voor de naam van een map staat, staat er een of meer
bestanden of mappen in de geselecteerde map.
6
Om te verwijderen, drukt u op de pijl tot de gewenste map of het
gewenste bestand verschijnt. Druk vervolgens op Ja > OK.
OF
Om het formaat te wijzigen, selecteert u Aan > OK.
Bestanden kunnen niet meer worden teruggezet nadat u ze hebt
verwijderd of nadat u het USB-geheugenapparaat opnieuw hebt
geformatteerd. Voordat u ze verwijdert, moet u dan ook nagaan of u ze
niet meer nodig hebt.
Een USB-geheugenapparaat gebruiken
53
2. Menuoverzicht en basisinstellingen
17
De USB-geheugenstatus weergeven
U kunt controleren hoeveel geheugenruimte er nog beschikbaar is voor het
opslaan van documenten.
1
Sluit een USB-geheugenapparaat aan op de USB-geheugenpoort
van uw apparaat.
2
Druk op de knop (Menu) op het bedieningspaneel.
3
Druk op Directe USB > Contr. of er ruimte is.
Op het scherm wordt de beschikbare geheugenruimte
weergegeven.
3. Onderhoud
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe u verbruiksartikelen, accessoires en onderdelen voor het onderhoud van
uw apparaat kunt aankopen.
•
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen55
•Beschikbare verbruiksartikelen56
•Beschikbare accessoires57
•Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud58
•De tonercassette bewaren59
•Toner herverdelen61
•De tonercassette vervangen63
•De cassette voor gebruikte toner vervangen66
•Accessoires installeren68
•De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren70
•Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op"71
•Het apparaat reinigen72
•
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat75
55
3. Onderhoud
Verbruiksartikelen en toebehoren bestellen
De verkrijgbare accessoires kunnen verschillen van land tot land. Neem contact op met uw verkoper voor de lijst met beschikbare verbruiksartikelen en
onderdelen.
Als u door Samsung goedgekeurde verbruiksartikelen, accessoires of reserveonderdelen wilt bestellen, neemt u contact op met de lokale Samsung-dealer
of de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Of ga naar www.samsung.com/supplies en selecteer uw land/regio voor de contactgegevens van de
klantenservice.
56
3. Onderhoud
Beschikbare verbruiksartikelen
Als benodigdheden aan het einde van hun levensduur zijn, kunt u de volgende verbruiksartikelen bestellen voor uw apparaat:
De levensduur van de tonercassette kan variëren afhankelijk van de opties, het percentage afbeeldingen en de taakmodus.
Als u nieuwe tonercassettes of verbruiksartikelen aanschaft, kunt u dit het beste doen in het land waar u het apparaat hebt gekocht. Nieuwe tonercassettes of andere
verbruiksartikelen zijn mogelijk niet compatibel met het apparaat omdat de configuratie van tonercassettes en andere verbruiksartikelen per land kunnen verschillen.
Samsung raadt gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes (bijv. hervulde of gereviseerde tonercassettes) af. Samsung kan de kwaliteit van niet-
originele Samsung-tonercassettes niet garanderen. Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik van andere tonercassettes dan
die van Samsung vallen niet onder de garantie van het apparaat.
Type
Gemiddeld aantal afdrukken
a
a. Opgegeven gebruiksduur overeenkomstig ISO/IEC 19798. Het aantal pagina's kan worden beïnvloed door de gebruiksomstandigheden, de tijd tussen afdruktaken, afbeeldingen en
het type en formaat van het afdrukmateriaal.
Benaming van onderdeel
Standaardrendemen
t tonercassette
b
b. De standaardrendement-tonercassette is alleen beschikbaar voor C301xDW.
•Gemiddeld aantal onafgebroken afdrukken met een zwarte tonercassette: Circa 2.500
standaardpagina’s (zwart)
•Gemiddeld aantal onafgebroken afdrukken met een kleurentonercassette: Circa 2.500
standaardpagina’s (geel/magenta/cyaan)
•CLT-K503S: Zwart
•CLT-Y503S: Geel
•CLT-M503S: Magenta
•CLT-C503S: Cyaan
Tonercassette met
hoge capaciteit
•Gemiddeld aantal onafgebroken afdrukken met een zwarte tonercassette: Circa 8.000
standaardpagina’s (zwart)
•Gemiddeld aantal onafgebroken afdrukken met een kleurentonercassette: Circa 5.000
standaardpagina’s (geel/magenta/cyaan)
•CLT-K503L: Zwart
•CLT-Y503L: Geel
•CLT-M503L: Magenta
•CLT-C503L: Cyaan
Opvangbak voor
gebruikte toner
Circa 20.000 zwarte pagina's of 5.000 kleurenpagina'sCLT-W506
57
3. Onderhoud
Beschikbare accessoires
U kunt accessoires aanschaffen en installeren om de prestaties en capaciteit van uw apparaat te vergroten.
Sommige functies en optionele onderdelen zijn mogelijk niet beschikbaar afhankelijk van model of land (zie "Functies per model" op pagina 7).
OptieFunctieBenaming van onderdeel
Optionele lades (lade 2, lade 3)
Als u frequent problemen met de papiertoevoer hebt, kunt u een extra 550 vastmaken
a
bladladen.
a. voor normaal papier van 75 g/m
2
(bankpostpapier)
SL-SCF3000
Wireless/NFC-kit
b
b. Alleen C301xND.
Deze kit stelt u in staat om uw apparaat als een Wireless- of NFC-apparaat te gebruiken.SL-NWE001X
58
3. Onderhoud
Verkrijgbare onderdelen voor onderhoud
U dient de onderhoudsgevoelige onderdelen regelmatig te vervangen om de machine in goede conditie te houden, en problemen met de afdrukkwaliteit
en aanvoerstoringen als gevolg van versleten onderdelen te voorkomen. Onderhoudsgevoelige onderdelen zijn voornamelijk rollen, riemen en
rubbermatten. De vervangingsperiode en betreffende onderdelen kunnen per model verschillen. Laat onderhoudsonderdelen alleen vervangen door een
erkende servicemedewerker, de leverancier of personeel van de winkel waar u het apparaat hebt gekocht. Neem contact op met de oorspronkelijke
leverancier van de machine voor aankoop van onderhoudsonderdelen. De vervangingsperiode voor de onderhoudsonderdelen wordt aangegeven door
het programma "Samsung-printerstatus". Het kan ook op de gebruikersinterface worden aangegeven als uw apparaat een weergavescherm heeft. De
vervangingsperiode kan afhangen van het gebruikte besturingssysteem, rekenprestaties, toepassingssoftware, verbindingsmethode, papiertype,
papierformaat, en complexiteit van de taak.
59
3. Onderhoud
De tonercassette bewaren
Tonercassettes bevatten componenten die gevoelig zijn voor licht,
temperatuur en vochtigheid. Samsung raadt u aan deze aanbevelingen te
volgen om optimale prestaties, de beste kwaliteit en een lange levensduur
van uw nieuwe Samsung-tonercassette te garanderen.
Bewaar deze cassette op de plaats waar de printer wordt gebruikt. Idealiter
in een omgeving met gecontroleerde temperatuur en vochtigheid. Haal de
tonercassette pas uit haar originele, ongeopende verpakking op het
moment dat u de cassette gaat installeren. Als de originele verpakking
ontbreekt, moet u de bovenste opening van de cassette bedekken met
papier en moet u de cassette in een donkere kast bewaren.
Door de verpakking van de cassette te openen voor u de cassette in gebruik
neemt, zal de levensduur en bewaartijd van de cassette aanzienlijk
verkorten. Bewaar tonercassetten niet op de grond. Volg de onderstaande
procedures om een tonercassette die u uit de printer hebt verwijderd, te
bewaren.
•Bewaar de cassette in de beschermhoes van de originele verpakking.
•Bewaar de tonercassette liggend (niet staand) met dezelfde kant boven
als bij de installatie.
•Bewaar geen verbruiksartikelen onder de volgende omstandigheden:
-Temperaturen boven 40 °C.
-In een omgeving met een luchtvochtigheid van minder dan 20% of
van meer dan 80%.
-In een omgeving met extreme temperatuur- of
vochtigheidsschommelingen.
-In direct zon- of kunstlicht.
-Op stoffige plaatsen.
-In een auto gedurende een lange periode.
-In een omgeving met corrosieve dampen.
-In een omgeving met zilte lucht.
1
Behandelingsinstructies
•Raak het oppervlak van de fotogeleidende drum in de cassette niet aan.
•Stel de cassette niet bloot aan onnodige trillingen of schokken.
•Roteer de drum niet handmatig, vooral in de tegengestelde richting. Dit
kan interne schade en een tonerlek veroorzaken.
2
Gebruik tonercassette
Het gebruik van tonercassettes van een ander merk dan Samsung in uw
printer wordt door Samsung Electronics niet aangeraden of goedgekeurd.
Hetzelfde geldt voor generieke, hervulde of gereviseerde tonercassettes,
alsook tonercassettes van een bepaald winkelmerk.
Samsung dekt geen schade aan het apparaat die ontstaan is door het
gebruik van hervulde tonercassettes, gerecyclede tonercassettes of
tonercassettes van een ander merk dan Samsung.
De tonercassette bewaren
60
3. Onderhoud
3
Geschatte gebruiksduur van tonercassette
De geschatte levensduur van een cassette is afhankelijk van de
hoeveelheid toner die afdruktaken vereisen. De eigenlijke capaciteit kan
variëren afhankelijk van de afdrukdichtheid van de pagina’s waarop u
afdrukt, de omgeving, percentage afbeeldingen, de tijd tussen de
afdruktaken, het type media en het mediaformaat. Als u bijvoorbeeld veel
afbeeldingen afdrukt, wordt er meer toner verbruikt en moet de cassette
waarschijnlijk vaker worden vervangen.
61
3. Onderhoud
Toner herverdelen
Als de tonercassette bijna leeg is:
•Witte strepen, onduidelijke afdruk en/of verschillende dichtheid aan beide kanten.
•De Status-led knippert oranje. Er verschijnt mogelijk een bericht op het scherm dat aangeeft dat de toner bijna op is.
•Het programmavenster van Samsung-printerstatus verschijnt op het computerscherm om aan te geven welke kleurentonercassette bijna leeg is (zie
"Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 230).
In dat geval kunt u de afdrukkwaliteit tijdelijk verbeteren door de resterende toner in de tonercassette opnieuw te verdelen. Soms blijven die witte strepen
of lichtere gebieden voorkomen, ook nadat de toner opnieuw is verdeeld. Controleer het type tonercassette voor uw machine (zie "Beschikbare
verbruiksartikelen" op pagina 56).
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
•Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
•Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
•Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of een schaar, om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken
mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
•Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner
zich aan de stof.
Toner herverdelen
62
3. Onderhoud
63
3. Onderhoud
De tonercassette vervangen
Het apparaat gebruikt vier kleuren en heeft voor elke kleur een andere tonercassette: geel (G), magenta (M), cyaan (C) en zwart (Z).
•De status-LED en de boodschap over de toner op het scherm geven aan welke individuele tonercassettes vervangen moeten worden.
•Het programmavenster van Samsung-printerstatus verschijnt op het computerscherm om aan te geven welke kleurentonercassette leeg is (zie
"Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 230).
Controleer het type tonercassette voor uw machine (zie "Beschikbare verbruiksartikelen" op pagina 56).
•Schud de tonercassette grondig heen en weer. Dit verhoogt de afdrukkwaliteit in het begin.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
•Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
•Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
•Gebruik geen scherpe voorwerpen, zoals een mes of een schaar, om de verpakking van de tonercassette te openen. Scherpe voorwerpen veroorzaken
mogelijk krassen op het oppervlak van de cassette.
•Krijgt u per ongeluk toner op uw kleding, veeg de toner dan af met een droge doek en was de kleding in koud water. Door warm water hecht de toner
zich aan de stof.
De tonercassette vervangen
64
3. Onderhoud
De tonercassette vervangen
65
3. Onderhoud
66
3. Onderhoud
De cassette voor gebruikte toner vervangen
Als de cassette voor gebruikte toner versleten is, verschijnt er een bericht op het display van het bedieningspaneel om aan te geven dat de cassette voor
gebruikte toner vervangen moet worden. Controleer de cassette voor gebruikte toner van uw apparaat (zie "Beschikbare verbruiksartikelen" op pagina 56).
•Er kunnen tonerdeeltjes loskomen in het apparaat maar dit betekent niet dat het apparaat beschadigd is. Neem contact op met de klantenservice als
er zich problemen met de afdrukkwaliteit voordoen.
•Als u de cassette voor gebruikte toner uit het apparaat haalt, beweegt u deze voorzichtig en laat u deze niet vallen.
•Plaats de cassette voor gebruikte toner op een horizontaal oppervlak, zodat de toner niet uit de cassette kan lekken.
De cassette voor gebruikte toner vervangen
67
3. Onderhoud
Draai de cassette voor gebruikte toner niet om en houd deze niet schuin.
1
2
68
3. Onderhoud
Accessoires installeren
4
Voorzorgsmaatregelen
•Koppel het netsnoer los.
Verwijder nooit het toegangspaneel tot het moederbord als de stroom is
ingeschakeld.
Koppel steeds het netsnoer los als u interne of externe accessoires
installeert of verwijdert om het risico op een elektrische schok te
voorkomen.
•Ontlaad statische elektriciteit.
Het moederbord en de interne accessoires (netwerkinterfacekaart of
geheugenmodule) zijn gevoelig voor statische elektriciteit. Voordat u
interne accessoires installeert of verwijdert, moet u de statische
elektriciteit van uw lichaam ontladen door een metalen voorwerp aan te
raken, zoals de metalen achterplaat van een willekeurig apparaat dat
op een geaarde stroombron is aangesloten. Als u voor het beëindigen
van de installatie rondwandelt, herhaalt u deze procedure om nogmaals
eventuele statische elektriciteit te ontladen.
Let op bij de installatie van accessoires: het vervangen van de batterij
in het apparaat valt onder de service. Vervang ze niet zelf. Er bestaat
een explosierisico als de batterij wordt vervangen door een verkeerd
type. Uw dienstverlener dient de oude batterij uit uw apparaat te
verwijderen en deze volgens de regionale wetgeving af te voeren.
5
Apparaatopties instellen
Dit apparaat detecteert en stelt automatisch de optionele apparaten in die
u installeert, zoals een optionele lade, geheugen, enz. Als u de optionele
apparaten die u installeerde niet kunt gebruiken in deze driver, kunt u de
optionele apparaten instellen inApparaatopties.
1
voor Windows XP Service Pack 3/Server 2003 selecteert u vanuit
het menu Start de optie Printer.
•Voor Windows Server 2008/Vista selecteert u vanuit het Start-
menu Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
•Voor Windows 7 selecteert u vanuit het Start-menu
Configuratiescherm > Apparaten en printers.
Voor Windows 8 selecteert u vanuit de Charms(charms)
Zoeken > Instellingen > Configuratiescherm > Apparaten en
printers.
•In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
•Voor Windows 10/Windows Server 2016
Typ in de taakbalk Apparaten en printers in het invoergebied
Zoeken. Druk op de Enter-toets.
OF
Selecteer vanuit het Start-pictogram () Instellingen >
Apparaten > Printers en scanners >Apparaten en printers.
Accessoires installeren
69
3. Onderhoud
Klik met de rechtermuisknop op het Start-pictogram () en selecteer
Configuratiescherm > Apparaten en printers.
2
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
3
In Windows XP/2003/2008/Vista selecteert u Eigenschappen.
In Windows 7, Windows 8 en Windows Server 2008 R2 selecteert u
Eigenschappen van printer in het snelmenu.
Als bij het item Eigenschappen van printer het teken ? staat, kunt u
andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde printer
selecteren.
4
Selecteer Apparaatopties.
Het venster Eigenschappen kan variëren afhankelijk van het
stuurprogramma of besturingssysteem dat u gebruikt.
5
Selecteer de juiste optie.
Bepaalde menu's kunnen niet voorkomen op het scherm, afhankelijk
van de opties of modellen. Indien dit het geval is, is dit niet van
toepassing op uw apparaat.
•Ladeopties: Selecteer de optionele lade die u heeft
geïnstalleerd. U kunt de lade selecteren.
•Opslagopties: Selecteer het optionele geheugen dat u heeft
geïnstalleerd. Als deze mogelijkheid aangevinkt is, kunt u de
Afdrukmodus selecteren.
•Geavanceerde functies: U kunt de Printerstatus en Stijlvolle
gebruikersinterface selecteren.
•
Taakaccountbeheer:
Hiermee kunt u de gebruiker koppelen aan de
accountidentificatie-informatie bij elk document dat u afdrukt.
-
Gebruikersmachtiging:
Als u deze optie aanvinkt, kunnen alleen
gebruikers met gebruikermachtiging een afdruktaak starten.
-
Groepsmachtiging:
Als u deze optie aanvinkt, kunnen alleen
groepen met groepsmachtiging een afdruktaak starten.
Als u het wachtwoord voor taakaccountbeheer wilt coderen, vinkt u
Wachtwoordcodering taakaccountbeheer aan.
•Aang. papierform. inst.: U kunt een aangepast papierformaat
opgeven.
6
Klik op OK totdat u het venster Eigenschappen of Eigenschappen
van printer verlaat.
70
3. Onderhoud
De gebruiksduur van de verbruiksartikelen controleren
Als u regelmatig geconfronteerd wordt met papierstoringen of afdrukproblemen, controleert u het aantal pagina’s dat het apparaat heeft afgedrukt of
gescand. Vervang indien nodig de betrokken onderdelen.
•Het openen van de menu's kan verschillen per model (zie "Toegang tot het menu" op pagina 28).
•Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
•Voor bepaalde modellen moet u mogelijk op OK drukken om naar menu's op lagere niveaus te gaan.
1
Selecteer (Menu) > Systeeminstellingen > Onderhoud > Gebr.duur art. op het bedieningsscherm.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
3
Druk op (Annuleren) om terug te keren naar stand-bymodus.
71
3. Onderhoud
Instellen van de waarschuwing "Toner bijna op"
Als de tonercassette bijna leeg is, verschijnt een bericht of gaat er een LED branden die aangeeft dat u de tonercassette moet vervangen. U kunt instellen
of u wenst dat dit bericht of deze LED verschijnt of niet.
Het openen van de menu's kan verschillen per model (zie "Toegang tot het menu" op pagina 28).
1
Selecteer (Menu) > Systeeminstellingen > Onderhoud > Ws tr bijna op op het bedieningspaneel.
2
Selecteer de gewenste optie en druk op OK.
3
Druk op (Annuleren) om terug te keren naar stand-bymodus.
72
3. Onderhoud
Het apparaat reinigen
Als er zich problemen voordoen met de afdrukkwaliteit of als u uw apparaat in een stofrijke omgeving gebruikt, moet u uw apparaat regelmatig
schoonmaken om het in goede staat te houden en de gebruiksduur te verlengen.
•Als u de behuizing van het apparaat reinigt met reinigingsmiddelen die veel alcohol, oplosmiddelen of andere agressieve substanties bevatten, kan de
behuizing verkleuren of vervormen.
•Als er toner in het apparaat of in de directe omgeving ervan is terecht gekomen, raden wij u aan om de toner te verwijderen met een zachte, met water
bevochtigde doek of tissue. Als u een stofzuiger gebruikt, wordt de toner in de lucht geblazen. Dit kan schadelijk voor u zijn.
6
De buitenkant of het schermpje reinigen
Maak het apparaat aan de buitenkant en het schermpje van het display schoon met een zachte, pluisvrije doek. U kunt de doek enigszins bevochtigen met
water, maar let erop dat er geen water op of in het apparaat terechtkomt.
7
De binnenkant reinigen
Tijdens het afdrukken kunnen zich in het apparaat papierresten, toner en stof verzamelen. Dit kan op een gegeven moment problemen met de
afdrukkwaliteit veroorzaken, zoals tonervlekken of vegen. Deze problemen kunnen worden gereduceerd en verholpen door de binnenkant van het apparaat
te reinigen.
•Om schade aan de tonercassette te voorkomen, moet u ervoor zorgen dat deze niet langer dan enkele minuten wordt blootgesteld aan licht. Dek de
cassette zo nodig af met een stuk papier.
•Raak het groene gedeelte van de tonercassette niet aan. Neem de cassette vast bij de handgreep om te vermijden dat u de onderkant aanraakt.
•Gebruik een droge pluisvrije doek voor het reinigen van de binnenkant van het apparaat. Let op dat u de transportrol of andere onderdelen niet
beschadigt. Gebruik geen oplosmiddelen, zoals benzeen of verdunner. Dit kan de afdrukkwaliteit negatief beïnvloeden en het apparaat beschadigen.
Het apparaat reinigen
73
3. Onderhoud
•Gebruik een niet-pluizende doek om het apparaat te reinigen.
•Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. Als uw apparaat een aan/uit-schakelaar heeft,
zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
Het apparaat reinigen
74
3. Onderhoud
8
Reinigen van de opneemrol
•Schakel het apparaat uit en haal de stekker uit het stopcontact. Wacht totdat het apparaat is afgekoeld. Als uw apparaat een aan/uit-schakelaar heeft,
zet u de aan/uit-schakelaar uit voordat u het apparaat reinigt.
•De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
1
2
75
3. Onderhoud
Tips voor het verplaatsen en opbergen van uw apparaat
•U mag het apparaat bij het verplaatsen niet ondersteboven of op zijn kant houden. Er kan immers toner vrijkomen binnenin het apparaat waardoor er
schade aan het apparaat kan ontstaan of de afdrukkwaliteit kan verslechteren.
•Als u het apparaat verplaatst, moet u ervoor zorgen dat ten minste twee mensen het apparaat goed vasthouden.
4. Problemen oplossen
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem optreedt.
•Tips om papierstoringen te voorkomen77
•Papierstoringen verhelpen78
•Informatie over de status-LED87
•Informatie over displaymeldingen88
In dit hoofdstuk vindt u nuttige informatie over wat u moet doen als er een probleem
optreedt. Als uw apparaat beschikt over een displayscherm, moet u eerst hierop kijken om
de fout op te lossen. Als u in dit hoofdstuk geen oplossing voor uw probleem kunt vinden,
kijkt u in het hoofdstuk Problemen oplossen in de handleiding Handleiding Geavanceerd
(zie "Problemen oplossen" op pagina 238). Als u geen oplossing kunt vinden in de
Gebruikershandleiding of als het probleem blijft optreden, kunt u met de klantenservice
bellen.
77
4. Problemen oplossen
Tips om papierstoringen te voorkomen
U kunt de meeste papierstoringen voorkomen door het juiste type afdrukmedia te gebruiken. Zie de volgende tips om storingen met vastzittend papier te
voorkomen:
•Zorg ervoor dat de verstelbare geleiders correct zijn ingesteld (zie "Lade overzicht" op pagina 34).
•Verwijder geen papier uit de papierlade tijdens het afdrukken.
•Buig het papier, waaier het uit en maak er een rechte stapel van voordat u het in de lade plaatst.
•Gebruik geen gekreukt, vochtig of sterk gekruld papier.
•Plaats geen verschillende soorten en formaten papier in een lade.
•Gebruik alleen aanbevolen afdrukmateriaal (zie "Specificaties van de afdrukmedia" op pagina 98).
•Verwijder alle stoffen (stof, stukken papier, plakband) in het pad waarin het papier wordt geladen of waar het papier langs wordt gevoerd.
78
4. Problemen oplossen
Papierstoringen verhelpen
Trek het vastgelopen papier voorzichtig en langzaam naar buiten om te voorkomen dat het scheurt.
1
In lade 1
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
Papierstoringen verhelpen
79
4. Problemen oplossen
2
In optionele lade
De procedure is voor alle optionele laden hetzelfde.
Papierstoringen verhelpen
80
4. Problemen oplossen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
Papierstoringen verhelpen
81
4. Problemen oplossen
3
In de multifunctionele lade
Papierstoringen verhelpen
82
4. Problemen oplossen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
1
2
3
Papierstoringen verhelpen
83
4. Problemen oplossen
4
Binnenin het apparaat
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
De afbeeldingen in deze gebruikershandleiding zijn afhankelijk van de opties en het model, en komen mogelijk niet helemaal overeen met uw apparaat.
Controleer het type apparaat (zie "Voorkant" op pagina 18).
Papierstoringen verhelpen
84
4. Problemen oplossen
5
In het uitvoergebied
Het gebied rond de fixeereenheid is heet. Wees voorzichtig wanneer u papier uit het apparaat verwijdert.
Papierstoringen verhelpen
85
4. Problemen oplossen
Ga naar de volgende stap als u geen papier ziet in dit gebied:
Papierstoringen verhelpen
86
4. Problemen oplossen
6
Rond de duplexeenheid
87
4. Problemen oplossen
Informatie over de status-LED
De kleur van de LED geeft de huidige status van het apparaat aan.
•Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 20).
•Zie de foutmelding en de bijbehorende instructies om de fout op te lossen (zie "Informatie over displaymeldingen" op pagina 88).
•U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster Samsung-printerstatus (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina 230).
•Neem contact op met een medewerker van de klantenservice als het probleem zich blijft voordoen.
LEDStatusOmschrijving
() Status
Uit•Het apparaat is offline.
•Het apparaat bevindt zich in energiebesparende modus.
Blauw
KnippertAls het lampje knippert, is het apparaat bezig met het ontvangen of afdrukken van gegevens.
Aan•Het apparaat is online en klaar voor gebruik.
Oranje
Knippert
•Er is een kleine storing opgetreden en het apparaat wacht tot het probleem is verholpen. Bekijk het
bericht op het display. Als het probleem is opgelost, gaat de printer door met afdrukken.
•De tonercassette is bijna leeg. Geschatte levensduur van een cassette
a
van de tonercassette is bijna
bereikt. Bereid een nieuwe cassette voor ter vervanging van de oude. U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk
verhogen door de toner te herverdelen (zie "Toner herverdelen" op pagina 61).
b
a. De geschatte gebruiksduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte gebruiksduur van een tonercassette. Dit geeft aan hoeveel afdrukken er gemiddeld kunnen
worden gemaakt met de cassette conform ISO/IEC 19798. Het aantal pagina’s kan worden beïnvloed door de omgevingsomstandigheden, het percentage van de afbeelding, de tijd
tussen afdruktaken, media en formaat van het afdrukmateriaal. Er kan wat toner achterblijven in de cassette, ook als de oranje LED brandt en de printer stopt met afdrukken.
b. Afhankelijk van het model of land zijn enkele LED´s mogelijk niet beschikbaar (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 20).
Aan
•De tonercassette heeft de geschatte levensduur
a
bijna bereikt. Het wordt aanbevolen de tonercassette
te vervangen (zie "De tonercassette vervangen" op pagina 63).
•De klep is geopend. Sluit de klep.
•De papierlade is leeg tijdens het ontvangen of afdrukken van gegevens. Plaats papier in de lade.
•Het apparaat is gestopt als gevolg van een ernstige fout. Bekijk de melding op het display (zie "Informatie
over displaymeldingen" op pagina 88).
•Er is een papierstoring opgetreden (zie "Papierstoringen verhelpen" op pagina 78).
•De cassette voor gebruikte toner is niet geïnstalleerd in het apparaat of de cassette voor gebruikte toner
is vol (zie "De cassette voor gebruikte toner vervangen" op pagina 66).
()Aan/uit/ontwaken
Blauw
AanHet apparaat bevindt zich in energiebesparende modus.
UitHet apparaat staat in de gereedmodus of het apparaat is uitgeschakeld.
EcoGroen
AanEco-modus is ingeschakeld (zie "Eco-afdruk" op pagina 48).
UitEco-modus is uitgeschakeld.
88
4. Problemen oplossen
Informatie over displaymeldingen
Er verschijnen berichten op het display van het bedieningspaneel om de
status van het apparaat of fouten te melden. Raadpleeg de onderstaande
tabellen voor de betekenis van de berichten en verhelp indien nodig het
probleem.
•U kunt de fout ook oplossen met de tips in het programmavenster
Afdrukstatus (zie "Samsung-printerstatus gebruiken" op pagina
230).
•Als het bericht niet in de tabel voorkomt, schakelt u het apparaat uit
en weer in en probeert u de afdruktaak opnieuw uit te voeren. Neem
contact op met een medewerker van de klantenservice als het
probleem zich blijft voordoen.
•Als u contact opneemt met de klantenservice, is het nuttig dat u het
bericht op het display doorgeeft aan een medewerker van de
klantenservice.
•Afhankelijk van de opties of het model verschijnen sommige
meldingen mogelijk niet op het display.
•[foutnummer] geeft het foutnummer aan.
•[ladenummer] geeft het ladenummer aan.
•[media type] toont het mediatype.
•[media size] toont de mediagrootte.
•[kleur] geeft de kleur van de toner aan.
7
Foutmeldingen gerelateerd aan vastgelopen papier
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Pap.st.
in uitv.gebied
Er is papier vastgelopen
bij de uitgang.
Verwijder het vastgelopen
papier (zie "In het
uitvoergebied" op pagina 84).
Pap.st.
in app.
Er is papier vastgelopen
in het apparaat.
Verwijder het vastgelopen
papier (zie "Binnenin het
apparaat" op pagina 83).
Pap.st.
in lade 1
Er is papier vastgelopen
in de lade.
Verwijder het vastgelopen
papier (zie "In lade 1" op
pagina 78).
Pap.st.
in lade 2
Er is papier vastgelopen
in de optionele lade.
Verwijder het vastgelopen
papier (zie "In optionele lade"
op pagina 79).
Pap.st.
in lade 3
Er is papier vastgelopen
in de optionele lade.
Verwijder het vastgelopen
papier (zie "In optionele lade"
op pagina 79).
Pap.st.
in MF-lade
Er is papier vastgelopen
in de multifunctionele
lade.
Verwijder het vastgelopen
papier (zie "In de
multifunctionele lade" op
pagina 81).
Pap.st.
in DE
Het papier is vastgelopen
bij het dubbelzijdig
afdrukken. Dit geldt
alleen voor apparaten die
over deze functie
beschikken.
Verwijder het vastgelopen
papier (zie "Rond de
duplexeenheid" op pagina
86).
Informatie over displaymeldingen
89
4. Problemen oplossen
8
Meldingen over de tonercassette
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Plaats
cassette[kleur]
met toner
Er is geen
tonercassette
geplaatst.
Installeer de tonercassette
opnieuw.
Er is geen
tonercassette
geplaatst.
Installeer de tonercassette twee
of drie keer om er zeker van te
zijn dat deze juist is geplaatst.
Als het probleem aanhoudt moet
u contact opnemen met de
servicevertegenwoordiger.
Beschermende film
niet verwijderd van de
toner.
Verwijder de beschermende laag
van de tonercassette.
Raadpleeg de Beknopte
installatiehandleiding die met uw
apparaat is meegeleverd.
Niet compatibel
[kleur] toner
cart.
De aangegeven
tonercassette is niet
geschikt voor uw
apparaat.
Vervang de tonercassette door
een tonercassette van Samsung
die speciaal is ontworpen voor
uw apparaat (zie "De
tonercassette vervangen" op
pagina 63).
Ber. toner voor
▼
De tonercassette
bevat nog een kleine
hoeveelheid toner. De
tonercassette heeft de
geschatte levensduur
bijna bereikt.
a
Houd een nieuwe cassette gereed
om de oude cassette te vervangen.
U kunt de afdrukkwaliteit tijdelijk
verhogen door de toner te
herverdelen (zie "Toner
herverdelen" op pagina 61).
Vervang toner
▼
De aangegeven
tonercassette is bijna
aan het einde van de
geschatte
levensduur
a
.
•U kunt kiezen tussen Stop of
Doorgaan, zoals
weergegeven op het
bedieningspaneel. Als u Stop
selecteert, zal de printer
stoppen met afdrukken. Als u
Doorgaan kiest, gaat de
printer door met afdrukken
maar kan de afdrukkwaliteit
niet worden gegarandeerd.
•Als u van een optimale
afdrukkwaliteit wilt blijven
genieten, dient u de
tonercassette te vervangen
wanneer dit bericht verschijnt.
Als u de cassette verder blijft
gebruiken kunnen er
problemen optreden met de
afdrukkwaliteit (zie "De
tonercassette vervangen" op
pagina 63).
De aangeduide
tonercassette heeft
haar geschatte
levensduur bereikt
a
.
Vervang de tonercassette (zie
"De tonercassette vervangen" op
pagina 63).
a. De geschatte gebruiksduur van een cassette verwijst naar de verwachte of geschatte
gebruiksduur van een tonercassette. Het geeft aan hoeveel afdrukken er met de
cassette gemiddeld kunnen worden gemaakt conform ISO/IEC 19798 (zie "Beschikbare
verbruiksartikelen" op pagina 56). Het aantal pagina’s kan afhankelijk zijn van de
omgevingsomstandigheden, het percentage afbeeldingen, de tijd tussen de
afdruktaken, media en het mediaformaat. Het is mogelijk dat de cassette nog wat toner
bevat wanneer de desbetreffende melding verschijnt en de printer stopt met afdrukken.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Informatie over displaymeldingen
90
4. Problemen oplossen
Samsung raadt het gebruik van niet-originele Samsung-tonercassettes
(bijv. hervulde of gerecyclede cassettes) af. Samsung kan de kwaliteit
van niet-originele Samsung-tonercassettes immers niet garanderen.
Onderhoud en herstellingen die vereist zijn als gevolg van het gebruik
van andere tonercassettes dan die van Samsung worden niet gedekt
door de garantie van het apparaat.
9
Meldingen over de papierlade
10
Meldingen over het netwerk
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Papier op
in [ladenummer]
De aangegeven
papierlade is leeg.
Plaats papier in de lade
(zie "Papier in de lade
plaatsen" op pagina 35).
MF-lade
leeg
De aangegeven
papierlade is leeg.
Plaats papier in de lade
(zie "Papier in de lade
plaatsen" op pagina 35).
Papier is op
in alle lades
De aangegeven
papierlade is leeg.
Plaats papier in de lade
(zie "Papier in de lade
plaatsen" op pagina 35).
[ladenummer]
Verk. pap.frm.
Het in de
printereigenschappen
opgegeven
papierformaat stemt
niet overeen met het
door u geplaatste
papier.
Plaats het correcte papier
in de lade.
Multifunctionele lade
Verk. pap.frm.
Het in de
printereigenschappen
opgegeven
papierformaat stemt
niet overeen met het
door u geplaatste
papier.
Plaats het correcte papier
in de lade.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Netw.probl.:
IP-conflict
Het IP-adres wordt
elders gebruikt.
Controleer het IP-adres of
vraag een nieuw IP-adres
aan.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Informatie over displaymeldingen
91
4. Problemen oplossen
Draadloos netw.
niet gevonden
Draadloze module is
niet geïnstalleerd.
Start het apparaat
opnieuw op en probeer
nogmaals af te drukken.
Als het probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
802.1x
netwerkfout
Verificatie mislukt.Controleer het
netwerkverificatieprotocol.
Neem contact op met uw
netwerkbeheerder als dit
probleem zich blijft
voordoen.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Inst. draadloos
niet juist
•De opties voor het
draadloos netwerk
zijn onjuist
geconfigureerd
voor de
beveiligingsmetho
de.
•Het ingevoerde
wachtwoord in de
draadloze
beveiligingsopties
is onjuist.
•Het apparaat
ondersteunt de
beveiligingsmetho
de niet die door het
toegangspunt of de
draadloze router
wordt gebruikt.
•Het toegangspunt
of de draadloze
router werkt niet
goed.
Configureer de opties voor
draadloos opnieuw op het
apparaat, de SWS, het
toegangspunt of de
draadloze router. De
beveiligingsmethode
WPA2-PSK/AES wordt
aanbevolen. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Informatie over displaymeldingen
92
4. Problemen oplossen
11
Div. meldingen
Draadloos AP
niet verbonden
Het apparaat kan
geen verbinding
maken met het
draadloos
toegangspunt (of de
draadloze router).
Controleer de status van
het toegangspunt.
Controleer ook de
configuratie, de
stroomaansluitingen en
apparaten die de
draadloze communicatie
mogelijk beïnvloeden. Als
het probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Verbinding met
WPS mislukt
Het apparaat kan
geen verbinding
maken met het
draadloos
toegangspunt (of de
draadloze router).
Controleer de status van
het toegangspunt of WPS.
Controleer ook de
configuratie, de
stroomaansluitingen en
apparaten die de
draadloze communicatie
mogelijk beïnvloeden. Als
het probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Wi-Fi Direct
niet gereed
Het apparaat kan de
Wi-Fi Direct-
verbinding niet
initialiseren.
Start het apparaat
opnieuw op om de
draadloze instellingen te
initialiseren. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Wi-Fi Direct
niet verbonden
Het apparaat kan
geen verbinding
maken via Wi-Fi
Direct.
Schakel de functie Wi-Fi
Direct uit en weer aan, of
start het apparaat of het
mobiele apparaat opnieuw
op. Als het probleem zich
blijft voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Aanp.
kleurreg.
Het apparaat is de
kleurregistratie aan het
aanpassen.
Een ogenblik geduld.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Informatie over displaymeldingen
93
4. Problemen oplossen
Kalibreren
van BDH.
Het apparaat is de
afbeeldingsdichtheid aan
het kalibreren.
Een ogenblik geduld.
Klep open
Sluit klep
De klep is niet goed
gesloten.
Sluit de klep goed. Deze
moet vastklikken.
kleurtonerdichth
[foutnummer]
Installeren [kleur]
plaatsen
De aangegeven
tonercassette is niet juist
geplaatst of de
aansluiting is vies.
Installeer de tonercassette
van Samsung twee of drie
keer om er zeker van te zijn
dat deze juist is geplaatst.
Als het probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Fout
[foutnummer]
Zet uit en aan
Het apparaat kan niet
bestuurd worden.
Start het apparaat opnieuw
op en probeer nogmaals af
te drukken. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Fout
[foutnummer]
Cont. klantend.
Plts transport
riemeenheid.
De transportriem is niet
geïnstalleerd.
Installeer een originele
transportriem van
Samsung.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Niet compatibele
transportriem
De transportriem van het
apparaat is niet geschikt
voor uw apparaat.
Installeer een origineel
Samsung-onderdeel dat
voor uw apparaat werd
ontwikkeld.
Geen opvangbak
gepl.
De cassette voor
gebruikte toner is niet
geïnstalleerd.
Installeer een originele
Samsung-cassette voor
gebruikte toner.
Niet op kamer
temp. Verplaats.
Het apparaat staat
opgesteld in een vertrek
met een ongeschikte
kamertemperatuur.
Verplaats het apparaat naar
een vetrek met de geschikte
kamertemperatuur.
Uitvoervak vol
Verw. pap.
De uitvoerlade is vol.Zodra het papier uit de
uitvoerlade is verwijderd,
gaat de printer door met
afdrukken. Neem contact
op met de klantendienst als
het probleem zich blijft
voordoen.
Bereid nieuwe
transp.riem voor
De levensduur van de
transportriem zal
binnenkort verlopen.
Vervang de transportriem
met een nieuwe. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Plaats nieuwe
transportriem
De transportriem is
versleten.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
Informatie over displaymeldingen
94
4. Problemen oplossen
Bereid fixeer-
eenheid voor
De fixeereenheid is
versleten.
Vervang de fixeereenheid
door een nieuwe. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Plaats nieuwe
fixeereenheid
De fixeereenheid is
versleten.
•Plaats nieuwe
rol voor lade 1
•Plaats nieuwe
rol voor lade 2
De laderol is bijna
versleten.
Vervang de laderol door
een nieuwe. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
De laderol is bijna
versleten.
Fout
transportriem
De transportriem kan niet
worden gecontroleerd.
Start het apparaat opnieuw
op en probeer nogmaals af
te drukken. Als het
probleem zich blijft
voordoen, neem dan
contact op met een
servicecentrum.
Opvangbak vol
Plaats nieuwe
De cassette voor
gebruikte toner is vol.
Vervang de cassette voor
gebruikte toner.
MeldingBetekenisVoorgestelde oplossing
5. Bijlage
In dit hoofdstuk staan productspecificaties en informatie met betrekking tot toepasbare regelgeving.
•Specificaties96
•Informatie over wettelijke voorschriften106
•Copyright117
96
5. Bijlage
Specificaties
1
Algemene specificaties
Deze specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Ga naar www.samsung.com voor meer specificaties en informatie over
wijzigingen van de specificaties.
ItemsOmschrijving
Afmetingen
a
Breedte x Diepte x Hoogte420 x 452,5 x 311,3 mm
Gewicht
a
Apparaat inclusief
verbruiksartikelen
19,74 kg (43,52 lbs)
Geluidsniveau
b
c
Stand-bymodusMinder dan 37 dB (A)
AfdrukmodusMinder dan 52 dB (A)
TemperatuurGebruik10 tot 30 °C
Opslag (in verpakking)-20 tot 40 °C
VochtigheidGebruik20 tot 80 % RV
Opslag (in verpakking)10 tot 90% RV
Nominaal vermogen
d
Modellen op 110 voltAC 110 - 127 V
Modellen op 220 voltAC 220 - 240 V
Specificaties
97
5. Bijlage
Stroomverbruik
e
Gemiddeld vermogenMinder dan 500 W
Stand-bymodusMinder dan 40 W
Energiebesparende modus •C301xND: Minder dan 0,9 W
•C301xDW: Minder dan 1,4 W
Uitgeschakelde toestand
f
Minder dan 0,5 W (0,1 W
g
)
Draadloos
h
ModuleSPW-B4319U
a. De afmetingen en het gewicht zijn gebaseerd op een apparaat zonder accessoires.
b. Geluidsdrukniveau, ISO 7779. Geteste configuratie: basisinstallatie apparaat, A4-papierformaat, enkelzijdig afdrukken.
c.Alleen voor China Als het geluid van de apparatuur luider is dan 63 dB (A), moet de apparatuur in een aparte ruimte worden geplaatst.
d. Zie het typeplaatje op het apparaat voor het juiste voltage (V), de frequentie (hertz) en het type stroom (A) voor uw apparaat.
e. Het stroomverbruik is afhankelijk van de status van de machine, de instellingen, de omgevingsvoorwaarden en de meetapparatuur en -methode die het land gebruikt.
f.Stroomverbruik kan alleen volledig worden voorkomen wanneer de voedingskabel niet is aangesloten.
g. Alleen voor Korea.
h. Alleen C301xDW.
ItemsOmschrijving
Specificaties
98
5. Bijlage
2
Specificaties van de afdrukmedia
TypeFormaatAfmetingen
Gewicht/Capaciteit
a
Lade 1/Optionele ladeMultifunctionele lade
Gewoon papier
b
c
Letter216 x 279 mm
70 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•Lade 1: 250 vellen van 75 g/m
2
•Optionele lade: 550 vellen van 75 g/m
2
70 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•50 vellen
Legal216 x 356 mm
US Folio216 x 330 mm
A4210 x 297 mm
Oficio216 x 343 mm
JIS B5182 x 257 mm
ISO B5176 x 250 mm
Executive184 x 267 mm
Statement140 x 216 mm
A5148 x 210 mm
A6
105 x 148 mm
70 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•150 vellen van 75 g/m
2
Niet beschikbaar in de optionele lade.
Specificaties
99
5. Bijlage
EnvelopEnvelop-
Monarch
98 x 191 mm
75 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•20 vellen
Niet beschikbaar in de optionele lade.
75 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•5 vellen
Envelop Nr. 10105 x 241 mm
Envelop Nr. 998 x 225 mm
Envelop DL110 x 220 mm
Envelop C5162 x 229 mm
Envelop C6114 x 162 mm
Dik papier
b
c
Zie Normaal
papier
Zie Normaal papier
91 tot 105 g/m
2
(bankpostpapier)
•50 vellen van 105 g/m
2
(bankpostpapier)
91 tot 105 g/m
2
(bankpostpapier)
•5 vellen
Dikker papier
b
c
Zie Normaal
papier
Zie Normaal papier
164 tot 220 g/m
2
(bankpostpapier)
•50 vellen van 220 g/m
2
(bankpostpapier)
Niet beschikbaar in de optionele lade.
164 tot 220 g/m
2
(bankpostpapier)
•5 vellen
Dun papierZie Normaal
papier
Zie Normaal papier
60 tot 70 g/m
2
(bankpostpapier)
•250 vellen van 70 g/m
2
(bankpostpapier)
60 tot 70 g/m
2
(bankpostpapier)
•50 vellen
TypeFormaatAfmetingen
Gewicht/Capaciteit
a
Lade 1/Optionele ladeMultifunctionele lade
Specificaties
100
5. Bijlage
Katoen, Kleur,
Voorgedrukt
Zie Normaal
papier
Zie Normaal papier
75 tot 90 g/m
2
•250 vellen van 75 g/m
2
Niet beschikbaar in de optionele lade.
75 tot 90 g/m
2
•50 vellen
KringlooppapierZie Normaal
papier
Zie Normaal papier
70 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•250 vellen van 75 g/m
2
70 tot 90 g/m
2
(bankpostpapier)
•50 vellen
Etiketten
d
Letter, Legal, US
Folio, A4, JIS B5,
ISO B5,
Executive, A5
Zie Normaal papier
120 tot 150 g/m
2
(bankpostpapier)
•50 vellen
Niet beschikbaar in de optionele lade.
120 tot 150 g/m
2
(bankpostpapier)
•5 vellen
Kartonpapier
b
c
Letter, Legal, US
Folio, A4, JIS B5,
ISO B5,
Executive, A5
Zie Normaal papier
121 tot 163 g/m
2
(bankpostpapier)
•20 vellen
121 tot 163 g/m
2
(bankpostpapier)
•5 vellen
BankpostpapierZie Normaal
papier
Zie Normaal papier
105 tot 120 g/m
2
(28 tot 32
bankpostpapier)
•50 vellen
105 tot 120 g/m
2
(28 tot 32
bankpostpapier)
•5 vellen
Archief,
Geperforeerd
papier, Briefhoofd
Zie Normaal
papier
Zie Normaal papier •250 vellen•50 vellen
TypeFormaatAfmetingen
Gewicht/Capaciteit
a
Lade 1/Optionele ladeMultifunctionele lade
Specificaties
101
5. Bijlage
Glossy foto
b
Letter, A4,
Postkaart 4x6
Zie Normaal papier
111 tot 130 g/m
2
(bankpostpapier) voor
lade
•Lade 1: 30 vellen
•Optionele lade: 50 vellen
111 tot 130 g/m
2
(30 tot 35
bankpostpapier)
•5 vellen
Zie Normaal papier
131 tot 175 g/m
2
(35 tot 47
bankpostpapier)
•Lade 1: 30 vellen
•Optionele lade: 50 vellen
131 tot 175 g/m
2
(35 tot 47
bankpostpapier)
•5 vellen
Zie Normaal papier
176 tot 220 g/m
2
(47 tot 59
bankpostpapier)
•Lade 1: 30 vellen
•Optionele lade: 50 vellen
176 tot 220 g/m
2
(47 tot 59
bankpostpapier)
•5 vellen
Minimaal formaat (aangepast)•Papierlade 1: 98 x 127 mm
•Optionele lade: 148,5 × 210 mm
•Multifunctionele lade: 76 x
127 mm
•60 tot 220 g/m
2
(bankpostpapier) voor
lade1.
•60 tot 163 g/m
2
(bankpostpapier) voor
optionele lade.
60 tot 220 g/m
2
(bankpostpapier)
Maximaal formaat (aangepast)216 x 356 mm
a. De maximumcapaciteit kan verschillen en is afhankelijk van het gewicht en de dikte van afdrukmedia en de omgevingsomstandigheden.
b. Postkaart 4 x 6 wordt ondersteund voor lade 1 of de multifunctionele lade.
c.Indexkaart (3 x 5) wordt ondersteund door handmatige toevoer en multifunctionele lade.
d. De zachtheid van de voor dit apparaat gebruikte etiketten moet tussen 100 tot 250 (sheffield) bedragen. Deze getallen verwijzen naar het gladheidsniveau.
TypeFormaatAfmetingen
Gewicht/Capaciteit
a
Lade 1/Optionele ladeMultifunctionele lade
Specificaties
102
5. Bijlage
3
Systeemvereisten
Microsoft
®
Windows
®
•Internet Explorer 6.0 of hoger is minimum vereist voor alle Windows-besturingssystemen.
•Gebruikers kunnen de software installeren als ze beheerdersrechten hebben.
•Windows Terminal Services is compatibel met uw apparaat.
Besturingssysteem
Vereisten (aanbevolen)
ProcessorRAMVrije schijfruimte
Windows
®
XPIntel
®
Pentium
®
III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (256 MB)1,5 GB
Windows Server
®
2003Intel
®
Pentium
®
III 933 MHz (Pentium IV 1 GHz)
128 MB (512 MB)1,25 GB tot 2 GB
Windows Server
®
2008Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz (Pentium IV 2 GHz)
512 MB (2 GB)10 GB
Windows Vista
®
Intel
®
Pentium
®
IV 3 GHz
512 MB (1 GB)15 GB
Windows
®
7Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
1 GB (2 GB)16 GB
•Ondersteuning voor DirectX
®
9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
•DVD-R/W-station
Windows Server
®
2008 R2Intel
®
Pentium
®
IV 1,4 GHz-processoren (x64) (2 GHz of sneller)
512 MB (2 GB)10 GB
Windows
®
8
Windows
®
8.1
Windows
®
10
Windows Server
®
2016
Intel
®
Pentium
®
IV 1 GHz 32-bit of 64-bit-processor of hoger
2 GB20 GB
•Ondersteuning voor DirectX
®
9 graphics met 128 MB geheugen (om het Aero-thema in te schakelen).
Selecteer Enable voor het inschakelen van PrinterOn Cloud Print
Protocol.
7
Klik op Apply.
Uw printer is nu geregistreerd voor de PrinterOn-service.
33
Het gebruiken van de PrinterOn-service
Voor instructies over het afdrukken met de PrinterOn-service raadpleegt u
de PrinterOn-servicewebsite (www.printeron.com).
172
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Google Cloud Print™
Google Cloud Print™ is een service waarmee u met uw smartphone, tablet
en alle andere apparaten met webverbinding een document op een printer
kunt afdrukken. U hoeft alleen uw Google-account bij de printer te
registreren om de service Google Cloud Print™ te kunnen gebruiken. U
kunt uw document afdrukken of mailen vanuit Chrome OS, de Chrome-
browser of een Gmail™/ Google Docs™-toepassing op uw mobiele
apparaat. U hoeft het printerstuurprogramma dus niet op uw mobiele
apparaat te installeren. Raadpleeg de Google-website (http://
www.google.com/cloudprint/learn/ of http://support.google.com/cloudprint)
voor meer informatie over Google Cloud Print™.
34
Uw Google-account bij de printer registreren
Registreren via de Chrome-browser
•Zorg dat de printer is ingeschakeld en is verbonden met een
bekabeld of draadloos netwerk met toegang tot internet.
•Maak eerst uw Google-account.
1
Open de Chrome-browser.
2
Ga naar www.google.com.
3
Meld u aan bij de Google-website met uw Gmail™-adres.
4
Voer in het adresveld het IP-adres van de printer in en druk
vervolgens op de Enter-toets of klik op Ga naar.
5
Klik op Login in de rechterbovenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
6
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. Als u zich voor het eerst aanmeldt bij SyncThru™ Web
Service, voert u onderstaande standaard-ID en wachtwoord in. We
raden u aan om het wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen.
•ID: admin
•Password: sec00000
Als uw netwerkomgeving met een proxyserver werkt, moet u het IP-
adres en het poortnummer van de proxyserver instellen in Settings >
Network Settings > Google Cloud Print > Proxy Settings. Neem
contact op met uw netwerkprovider of -beheerder voor meer informatie.
7
Wanneer het venster SyncThru™ Web Service wordt geopend,
klikt u op Settings > Network Settings > Google Cloud Print.
8
Voer de naam en beschrijving van uw printer in.
9
Klik op Register.
De verschijnt een pop-upvenster met de bevestiging.
Google Cloud Print™
173
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
Als u uw browser hebt ingesteld om pop-ups te blokkeren, verschijnt het
bevestigingsvenster niet. Sta pop-ups van deze site toe.
10
Klik op Finish printer registration.
11
Klik op Manage your printers.
Uw printer is nu geregistreerd bij de service Google Cloud Print™.
In de lijst worden apparaten weergegeven die gereed zijn voor
Google Cloud Print™.
35
Afdrukken met Google Cloud Print™
Het afdrukproces is afhankelijk van de toepassing of het apparaat dat u
gebruikt. U kunt de lijst bekijken met toepassingen die de service Google
Cloud Print™ ondersteunen.
Zorg dat de printer is ingeschakeld en is verbonden met een bekabeld
of draadloos netwerk met toegang tot internet.
Afdrukken via een toepassing of mobiel
apparaat.
De volgende stappen zijn een voorbeeld van het gebruik van Google
Docs™ op een mobiele telefoon met Android.
1
Installeer de toepassing Cloud Print op uw mobiele apparaat.
Als u die toepassing nog niet hebt, kunt u deze in de Android Market of
App Store downloaden.
2
Open de toepassing Google Docs™ vanaf uw mobiele apparaat.
3
Tik op de knop Opties van het document dat u wilt afdrukken.
4
Tik op de knop Verzenden .
5
Tik op de knop Cloud Print .
6
Stel indien nodig de gewenste afdrukopties in.
7
Tik op Click here to Print.
Afdrukken via de Chrome-browser
De onderstaande stappen zijn een voorbeeld van hoe u de Chrome-
browser kunt gebruiken.
Google Cloud Print™
174
2. Een via een netwerk aangesloten apparaat gebruiken
1
Start Chrome.
2
Open het document of de e-mail die u wilt afdrukken.
3
Klik op het moersleutelpictogram in de rechterbovenhoek van
de browser.
4
Klik op Afdrukken. Er verschijnt een nieuw tabblad met
afdrukopties.
5
Selecteer Afdrukken via Google Cloud Print.
6
Klik op de knop Afdrukken.
3. Menu´s met nuttige
instellingen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de huidige status van het apparaat controleert en hoe u geavanceerde
apparaatinstellingen instelt.
•Voordat u een hoofdstuk gaat lezen176
•Informatie177
•Lay-out178
•Papier180
•Grafisch181
•Systeeminstellingen182
•Emulatie186
•Beeldmgr.187
•Netwerk188
•Directe USB190
•Taakbeheer191
•PrinterOn192
176
3. Menu´s met nuttige instellingen
Voordat u een hoofdstuk gaat lezen
In dit hoofdstuk worden alle beschikbare functies voor dit model beschreven om gebruikers te helpen deze functies te begrijpen. U kunt controleren welke
functies beschikbaar zijn voor ieder model in de Basishandleiding (zie "Menuoverzicht" op pagina 28).
Hier volgen een aantal tips voor het gebruiken van dit hoofdstuk:
•Het bedieningspaneel biedt toegang tot verschillende menu’s voor de instelling en het gebruik van het apparaat. Druk op (Menu) om toegang te
krijgen tot deze menu’s.
•Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
•Deze functie is niet van toepassing op modellen zonder (Menu) op het configuratiescherm (zie "Overzicht van het bedieningspaneel" op pagina 20).
•Afhankelijk van het model kunnen sommige menu-onderdelen op uw apparaat een andere naam hebben.
177
3. Menu´s met nuttige instellingen
Informatie
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 28).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op (Menu) > Informatie op het bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
Overzicht
Drukt het menuoverzicht met de lay-out en de
huidige instellingen van dit apparaat af.
Configuratie
Drukt een overzicht van de globale instellingen van
het apparaat af.
Info
verbruiksartikelen
Een pagina met gegevens over verbruiksartikelen
afdrukken.
Demopagina
Druk de demopagina af om te controleren of uw
apparaat goed werkt.
PCL-lettert.De lijst met PCL-lettertypen afdrukken.
Lijst met PS-lettert.De lijst met PS-lettertypen afdrukken.
Gebruiksteller
Drukt een gebruikspagina af. De pagina met
gebruiksinformatie bevat het totaal aantal
afgedrukte pagina’s.
Account
Deze functie is alleen beschikbaar als
Taakaccountbeheer is ingeschakeld in het
programma SyncThru™ Web Admin Service. Voor
elke gebruiker kunt u een rapport met aantal
afdrukken printen.
Netwerkconf.Hiermee drukt u een overzicht af van de huidige
netwerkconfiguratie van het apparaat.
178
3. Menu´s met nuttige instellingen
Lay-out
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 28).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op (Menu) > Lay-out op het bedieningspaneel.
ItemBeschrijving
Afdrukstand
Selecteert de richting waarin informatie wordt afgedrukt
op een pagina.
•Staand
•Liggend
Algemene marge
•Marge enkelzijdig: Stelt de marge voor enkelzijdig
afdrukken in.
•Dubbelzijdig: Stelt de marge voor dubbelzijdig
afdrukken in.
•Binding: Bij het afdrukken op beide zijden van het
papier is de marge op kant A het dichtst bij de
bindrand evengroot als de smalste marge op zijde B.
De marges aan de andere kant van de bindrind zijn in
beide gevallen ook hetzelfde.
MP-lade
Stelt de papiermarge in de multifunctionele lade in.
•Marge enkelzijdig: Stelt de marge voor enkelzijdig
afdrukken in.
•Dubbelzijdig: Stelt de marges voor dubbelzijdig
afdrukken in.
<Lade X>
Stelt de papiermarges in de laden in.
•Marge enkelzijdig: Stelt de marge voor enkelzijdig
afdrukken in.
•Dubbelzijdig: Stelt de marges voor dubbelzijdig
afdrukken in.
Emulatiemarge
Stelt de papiermarge voor de emulatie-afdrukpagina in.
•Bovenmarge: Stelt de bovenmarge in.
•Linkermarge: Stelt de linkermarge in.
ItemBeschrijving
Lay-out
179
3. Menu´s met nuttige instellingen
Dubbelzijdig
Als u op beide zijden van het papier wilt afdrukken kiest
u de bindrand.
•Uit: Hiermee schakelt u deze optie uit.
•Lange zijde
•Korte zijde
ItemBeschrijving
180
3. Menu´s met nuttige instellingen
Papier
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 28).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op (Menu) > Papier op het bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
ExemplarenHiermee kunt u het aantal kopieën selecteren.
MP-lade/ [Lade
<x>]
•Papierformaat: Selecteert het standaard
papierformaat.
•Papiertype: Selecteert het type papier dat zich
momenteel in de lade bevindt.
Papierinvoer
Bepaalt welke papierlade standaard wordt gebruikt.
Auto: U kunt instellen dat als de gebruikte lade
leeg is, automatisch een lade met hetzelfde
papierformaat wordt gebruikt.
181
3. Menu´s met nuttige instellingen
Grafisch
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 28).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op (Menu) > Grafisch op het bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
Resolutie
Specificeert het aantal afgedrukte punten per inch (dpi
- dots per inch). Hoe hoger de instelling, hoe scherper
de tekens en afbeeldingen worden afgedrukt.
Tekst wissen
Drukt de tekst donkerder af dan op een normaal
document.
Randverbetering
Hiermee kunnen gebruikers de scherpte van tekst en
afbeeldingen aanpassen om de leesbaarheid te
verbeteren.
Auto CR
Met deze optie kunt u een harde return plaatsen aan
het einde van een regel, zeer handig voor Unix- of
DOS-gebruikers.
Scherm
Deze optie heeft invloed op de resolutie en helderheid
van de weergegeven kleuren.
•Normaal: Deze modus genereert afdrukken
waarbij de toner gelijkmatig over de volledige
pagina wordt verdeeld.
•Verbeterd: Deze modus genereert een pagina-
afdruk met scherp afgelijnde tekst en vloeiende
afbeeldingen/foto's.
•Gedetailleerd: Deze modus genereert afdrukken
met scherpe details over de volledige pagina.
Invanging
Hiermee wordt de witte ruimte verminderd die wordt
veroorzaakt door het verkeerd uitlijnen van
kleurkanalen in de kleurenafdrukmodus. Zwarte tekst
wordt ook overschreven op andere kleuren.
ItemOmschrijving
182
3. Menu´s met nuttige instellingen
Systeeminstellingen
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 28).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op (Menu) > Systeeminstellingen op het bedieningspaneel.
ItemBeschrijving
Datum & TijdHiermee stelt u de datum en tijd in.
Klokmodus
Stelt de indeling voor het weergeven van de tijd in,
12-uur of 24-uur.
Taal
Stelt de taal van de tekst op het bedieningspaneel
in.
Energiebesparing
Stel in na welke wachttijd de printer overschakelt
naar de energiebesparende modus.
Wanneer het apparaat gedurende langere tijd geen
gegevens ontvangt, wordt het energiegebruik
automatisch verlaagd.
Ontwaakgebeurtenis
Als deze optie Aan is, voert u de volgende
handelingen uit om het apparaat uit de
energiespaarstand te laten ontwaken:
•Op een willekeurige knop op het
bedieningspaneel drukken.
•Papier in een lade plaatsen.
•De voorklep openen of sluiten.
•Een lade verwijderen of een lade in de printer
plaatsen.
Als het apparaat geen aanraakscherm heeft,
kunt u het apparaat uit de energiespaarstand
activeren door op een willekeurige knop op
het bedieningspaneel te drukken, ongeacht
de instelling van deze optie.
Time-out taak
Als er gedurende een bepaalde periode geen
gegevens worden ontvangen, wordt een taak
afgesloten. U kunt instellen hoe lang het apparaat
moet wachten voordat de taak wordt afgesloten.
StandaardpapierHiermee kunt u het standaard papierformaat kiezen.
Hoogtecorrectie
Afdrukkwaliteit optimaliseren naargelang de hoogte
boven zeeniveau ("Aanpassing aan luchtdruk of
hoogte" op pagina 194).
ItemBeschrijving
Systeeminstellingen
183
3. Menu´s met nuttige instellingen
Relatieve
luchtvochtigheid
Hiermee optimaliseert u de afdrukkwaliteit aan de
hand van de relatieve luchtvochtigheid in de
omgeving.
Aut. doorgaan
Bepaalt of de printer door moet gaan met afdrukken
als waargenomen wordt dat het gebruikte papier
niet overeenkomt met de instellingen.
•Uit: Als het type of formaat papier niet
overeenkomt, wacht het apparaat tot u de juiste
papiersoort invoert.
•Aan: Als er een papierstoring optreedt, wordt er
een foutbericht getoond. De printer zal ongeveer
30 seconden wachten, het bericht automatisch
wissen en doorgaan met afdrukken.
Auto lade wis.
Hiermee bepaalt u of het apparaat moet doorgaan
met afdrukken als wordt vastgesteld dat het
gebruikte papier niet overeenkomt met de
instellingen. Als bijvoorbeeld lade 1 en lade 2 zijn
gevuld met hetzelfde papierformaat, drukt het
apparaat automatisch af vanuit lade 2 als het papier
op is in lade 1.
Deze optie wordt niet weergegeven als u
Automatisch hebt geselecteerd bij
Invoerlade in het printerstuurprogramma.
ItemBeschrijving
Verv. papier
Hiermee wordt het ingestelde papierformaat in het
printerstuurprogramma automatisch vervangen om
inconsistenties tussen A4- en Letter-papier te
voorkomen. Als u bijvoorbeeld A4-papier in de lade
hebt geplaatst, maar u het papierformaat in het
printerstuurprogramma op Letter hebt ingesteld, zal
het apparaat afdrukken op A4-papier en
omgekeerd.
Ladebeveilig.
Bepaalt of de functie Auto lade wis. wel of niet
wordt gebruikt. Als u deze functie bijvoorbeeld
inschakelt voor lade 1, wordt lade 1 bij de
ladewisseling uitgesloten.
Lade-modusGeeft aan of de printer automatisch de
papierinstellingen wijzigt naar de vereiste
instellingen als u de lade sluit.
•Stat.: De lade-instellingen wijzigen niet als u de
lade opent en sluit.
•Dynamisch: Als u een lade opent en sluit
wanneer het type of formaat papier niet
overeenkomt, worden de papierinstellingen
(formaat en type) automatisch gewijzigd in de
voor de taak vereiste instellingen. (Als u de lade
opent en sluit in de modus Dynamisch, gaat het
apparaat ervan uit dat het papier in de lade is
vervangen met papier van het juiste type en
formaat vereist voor de taak.)
ItemBeschrijving
Systeeminstellingen
184
3. Menu´s met nuttige instellingen
Lege pg oversl
De printer detecteert de afdrukgegevens van de
computer ongeacht of de pagina leeg is of gegevens
bevat. U kunt instellen dat de pagina moet worden
afgedrukt of overgeslagen.
Onderhoud
•Toner Op wissen: Deze optie verschijnt alleen
als de tonercassette leeg is.
•Gebr.duur art.: Via dit menu-item kunt u zien
hoeveel afdrukken er zijn gemaakt en hoeveel
toner er nog in de cassette zit.
•Ws tr bijna op: Als er geen toner meer in de
tonercassette zit, verschijnt een bericht waarin de
gebruiker wordt gevraagd om de tonercassette te
vervangen. U kunt de weergave van dit bericht in-
en uitschakelen.
•Beeldbeheerder: In dit menu kunt u het contrast
aanpassen.
ItemBeschrijving
Eco-instel.
Met deze optie kunt u hulpbronnen besparen en
milieuvriendelijke afdrukken maken (zie "Eco-
afdruk" op pagina 48).
•Standaardmodus: Selecteer of de Eco-modus
in- of uitgeschakeld wordt.
Gedwongen: Schakelt de Eco-modus in. Als
een gebruiker de Eco-modus wil
uitschakelen, moet deze het wachtwoord
invoeren.
•Sjabloon sel.: Kiest het ingestelde eco-sjabloon
via de SyncThru™ Web Service.
Vapor ModeU kunt de hoeveelheid waterdamp die tijdens het
afdrukken wordt geproduceerd verminderen.
•Aan: Schakelt Vapor Mode in.
•Uit: Schakelt Vapor Mode uit.
•Auto: Schakelt automatisch over op Vapor Mode
als het apparaat langer in vochtige omgevingen
staat.
Als u de Vapor Mode inschakelt, kan de
afdruksnelheid verminderen.
ItemBeschrijving
Systeeminstellingen
185
3. Menu´s met nuttige instellingen
Auto Power OffSchakelt het apparaat automatisch uit als het een
bepaalde tijd in de sluimerstand staat. Deze
tijdsduur is ingesteld in Auto Power Off > Aan >
Time-out.
•Om het apparaat weer aan te zetten, dient
u op de knop (Aan/uit/ontwaken) op
het bedieningspaneel te drukken (zorg
ervoor dat de stroom is ingeschakeld).
•Als u het printerstuurprogramma of
Samsung Easy Printer Manager uitvoert,
wordt de tijdsduur automatisch verlengd.
•Als het apparaat aan het netwerk is
verbonden of een afdruktaak uitvoert,
werkt de functie Auto Power Off niet.
Stille modusMet dit menu kan de hoeveelheid lawaai tijdens het
afdrukken verminderd worden. Dit kan wel de
afdruksnelheid en -kwaliteit verminderen.
Smart dubbelzijdigMaakt gebruik van de enkelzijdige modus wanneer
u slechts één origineel of een lege pagina afdrukt,
ook al is de dubbelzijdige optie ingeschakeld.
ItemBeschrijving
186
3. Menu´s met nuttige instellingen
Emulatie
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 28).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op (Menu) > Emulatie op het bedieningspaneel.
ItemBeschrijving
Type emulatie
De apparaattaal definieert hoe de computer met het
apparaat communiceert.
Instellingen
Stelt de gedetailleerde instellingen voor het
geselecteerde emulatietype in.
187
3. Menu´s met nuttige instellingen
Beeldmgr.
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 28).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op (Menu) > Beeldmgr. op het bedieningspaneel.
OptieBeschrijving
Aangep. kleurIn dit menu kunt u het contrast kleur per kleur
aanpassen.
•Standaard: Hiermee worden de kleuren
automatisch geoptimaliseerd.
•Dichtheid afdrukken: Hiermee kunt u
handmatig de kleurdichtheid van de afdruk
aanpassen. Wijzig de afdrukdichtheid.
Er wordt aanbevolen om de instelling Standaard
te gebruiken voor de beste kleurkwaliteit.
Autom. kleurreg.het apparaat drukt virtueel een bepaalde
afbeelding met een patroon af om de
kleurafdrukpositie te kalibreren. Deze functie
verbetert de scherpte en duidelijkheid van de
gekleurde afbeelding, hetgeen betekent dat het
apparaat de gekleurde afbeelding meer als de
afbeelding op de monitor op het papier afdrukt.
Als u het apparaat hebt verplaatst, wordt
ten zeerste aangeraden om dit menu
handmatig te bedienen.
Geluidsaanp.•Standaard: Het apparaat berekent
automatisch de tonerdichtheid van het
apparaat voor de best mogelijke
kleurafdrukkwaliteit. Als u Uit selecteert wordt
het apparaat gekalibreerd volgens de in de
fabriek ingestelde tonerdichtheid.
•Auto tintaanp.: Hiermee kunt u automatisch
de kleurtoon aanpassen voor de best mogelijke
kleurafdrukkwaliteit.
OptieBeschrijving
188
3. Menu´s met nuttige instellingen
Netwerk
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 28).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op (Menu) > Netwerk op het bedieningspaneel.
U kunt deze functie ook gebruiken via de SyncThru™ Web Service.
Open de webbrowser vanaf uw netwerkcomputer en typ het IP-adres
van uw apparaat. Als de SyncThru™ Web Service wordt geopend, klikt
u op Settings > Network Settings (zie "SyncThru™ Web Service" op
pagina 215).
OptieOmschrijving
TCP/IP (IPv4)
Selecteer het passende protocol en de
configuratieparameters voor gebruik in de
netwerkomgeving (zie "Het IP-adres instellen" op
pagina 128).
Er moeten veel parameters ingesteld worden.
Als u niet zeker bent, laat u ze ongemoeid of
raadpleegt u de netwerkbeheerder.
TCP/IP (IPv6)
Selecteer deze optie om gebruik te maken van een
IPv6-netwerkomgeving (zie "IPv6-configuratie" op
pagina 130).
Ethernet
Hiermee kunt u de transmissiesnelheid van het
netwerk configureren.
Zet het apparaat uit en aan nadat u deze
instelling hebt gewijzigd.
802.1x
U kunt de gebruikersverificatie voor
netwerkcommunicatie instellen. Raadpleeg uw
netwerkbeheerder voor details.
Instell. wissen
Hiermee zet u de standaard netwerkinstellingen terug.
Schakel het apparaat uit en weer in.
Netwerkconf.
Deze lijst toont informatie over de netwerkverbinding
en -configuratie van uw apparaat (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina
128).
OptieOmschrijving
Netwerk
189
3. Menu´s met nuttige instellingen
Protocolmgr.
•
HTTP
a
:
U kunt selecteren of u al dan niet gebruik wilt
maken van de functie SyncThru™ Web Service.
•SCP: U kunt de instellingen voor Samsung Cloud
Print instellen.
•PrinterOn: U kunt de PrinterOn-instellingen
instellen.
•WINS
a
: U kunt de WNS-server configureren. WINS
(Windows Internet Name Service) wordt gebruikt in
het Windows-besturingssysteem.
•SNMP V1/V2: U kunt het SNMP (Simple Network
Management Protocol) instellen.
Systeembeheerders kunnen gebruikmaken van
SNMP om apparaten in het netwerk te monitoren
en beheren.
•SNTP: U kunt het SNTP (Simple Network Time
Protocol) instellen. Met SNTP worden de klokken
van computersystemen via internet
gesynchroniseerd (NTP) zodat er geen
tijdsverschil is als er gegevens worden
uitgewisseld.
•UPnP(SSDP)
a
: U kunt het UPnP-protocol (SSDP)
instellen.
•mDNS: U kunt mDNS-instellingen (Multicast
Domain Name System) opgeven.
•SetIP: U kunt SetIP-instellingen opgeven.
•
SLP
a
:
U kunt SLP-instellingen (Service Location
Protocol) configureren. Met dit protocol kunnen host-
toepassingen diensten in een LAN vinden zonder dat
daarvoor eerst instellingen hoeven te worden
geconfigureerd.
Zet het apparaat uit en aan nadat u deze
instelling hebt gewijzigd.
a. Zet het apparaat uit en aan nadat u deze instelling hebt gewijzigd.
OptieOmschrijving
190
3. Menu´s met nuttige instellingen
Directe USB
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 28).
Als u deze functie wilt gebruiken, moet u een USB-geheugenapparaat aan
te sluiten op de USB-geheugenpoort van uw apparaat.
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op (Menu) > Directe USB op het bedieningspaneel (zie "Een USB-
geheugenapparaat gebruiken" op pagina 50).
ItemOmschrijving
Afdrukken vanaf
U kunt bestanden die opgeslagen zijn op een USB-
geheugenapparaat rechtstreeks afdrukken.
Bestandsbeheer
U kunt afbeeldingsbestanden op een USB-
geheugenapparaat een voor een of allemaal tegelijk
verwijderen door het apparaat opnieuw te formatteren.
Contr. of er
ruimte is
U kunt controleren hoeveel geheugenruimte er nog
beschikbaar is voor het opslaan van documenten.
191
3. Menu´s met nuttige instellingen
Taakbeheer
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 28).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op (Menu) > Taakbeheer op het bedieningspaneel.
ItemOmschrijving
Actieve taak
Hiermee worden de afdruktaken weergegeven die nog
moeten worden afgedrukt.
192
3. Menu´s met nuttige instellingen
PrinterOn
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk
niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet
van toepassing op uw apparaat (zie "Menuoverzicht" op pagina 28).
Om de menuopties te wijzigen:
Druk op (Menu) > PrinterOn op het bedieningspaneel.
U kunt de functie PrinterOn inschakelen in het menu PrinterOn.
Voordat u de functie PrinterOn kunt gebruiken, moet u de
netwerkfunctie van de machine configureren. Als u geen verbinding
met de printer kunt maken na het configureren van de
netwerkverbinding, moet u waarschijnlijk de externe verbinding van het
netwerk controleren.
Als de functie PrinterOn is ingeschakeld, kunt u deze instellen op de
modus Vrijgavecode of Auto. Deze modi kunnen worden gewijzigd op
de PrinterOn-server.
•Vrijgavecode: Gebruikers moeten een Vrijgavecode invoeren om
een document dat via PrinterOn is verzonden, af te drukken.
•Auto: De printer drukt automatisch documenten die via PrinterOn
zijn verzonden af, zonder dat de gebruiker een Vrijgavecode hoeft in
te voeren.
4. Speciale functies
In dit hoofdstuk worden speciale afdrukfuncties verklaard.
•Aanpassing aan luchtdruk of hoogte194
•Verschillende tekens invoeren195
•Afdrukfuncties196
194
4. Speciale functies
Aanpassing aan luchtdruk of hoogte
De afdrukkwaliteit wordt beïnvloed door de atmosferische druk, die wordt bepaald door de hoogte boven zeeniveau waar het apparaat staat. De volgende
informatie zal u helpen bij de instelling van uw apparaat voor de beste afdrukkwaliteit.
Ga na op welke hoogte u zich bevindt en stel de juiste luchtdruk in.
•Normaal: 0-1.000 m
•Hoog 1: 1.000-2.000 m
•Hoog 2: 2.000-3.000 m
•Hoog 3: 3.000-4.000 m
•Hoog 4: 4.000-5.000 m
U kunt de hoogtewaarde instellen in Apparaatinstellingen in Samsung Easy Printer Manager.
•Als uw apparaat lokaal is verbonden, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via Samsung Easy Printer Manager > Geavanc. inst. >
Apparaatinstellingen (zie "Samsung Easy Printer Manager gebruiken" op pagina 227).
•Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de instellingen van het apparaat instellen via SyncThru™ Web Service > het tabblad Settings
> Machine Settings (zie "SyncThru™ Web Service" op pagina 215).
•Als uw apparaat is verbonden met het netwerk, kunt u de hoogte instellen via SyncThru™ Web Service (zie "SyncThru™ Web Service" op pagina 215).
•U kunt de hoogte ook instellen via de optie Systeeminstellingen op het display van het apparaat (zie "De standaardinstellingen van het apparaat" op
pagina 31).
195
4. Speciale functies
Verschillende tekens invoeren
U zult voor verschillende taken namen en nummers moeten invoeren.
1
Alfanumerieke tekens invoeren
Druk een aantal keren op deze toets tot de gewenste letter op het display
verschijnt. Om de letter O in te voeren drukt u bijvoorbeeld op cijfertoets 6
met opschrift MNO. Telkens wanneer u op cijfertoets 6 drukt, verschijnt er
een andere letter op het display, M, N, O, m, n, o en ten slotte 6. Zie "Letters
en cijfers op het toetsenblok" op pagina 195 om de letter te vinden die u wilt
invoeren.
•U kunt een spatie invoeren door twee keer op 1 te drukken.
•U kunt het laatste cijfer of teken verwijderen door op de pijlknop te
drukken.
2
Letters en cijfers op het toetsenblok
•Afhankelijk van het model en de geïnstalleerde opties kan uw
apparaat andere speciale tekensets bevatten.
•Enkele van de volgende sleutelwaarden verschijnen mogelijk niet
afhankelijk van de taak die u uitvoert.
ToetsToegewezen cijfers, letters of tekens
1@ / . ’ 1
2A B C a b c 2
3D E F d e f 3
4G H I g h i 4
5J K L j k l 5
6M N O m n o 6
7P Q R S p q r s 7
8T U V t u v 8
9W X Y Z w x y z 9
0& + - , 0
** % ^ _ ~ ! # $ ( ) [ ]
(Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw
netwerkidentificatiegegevens)
## = | ? " : { } < > ;
(Deze symbolen zijn beschikbaar voor het invoeren van uw
netwerkidentificatiegegevens)
196
4. Speciale functies
Afdrukfuncties
•Voor basisfuncties voor het afdrukken, raadpleeg de
Basishandleiding (zie "Eenvoudige afdruktaken" op pagina 45).
•Deze functie is mogelijk niet beschikbaar, afhankelijk van het model
of de optionele onderdelen (zie "Functies per model" op pagina 7).
raden wij u aan eerst alle afdrukinstellingen in uw programma te
wijzigen en alleen de instellingen die u daar niet vindt aan te passen in
het printerstuurprogramma.
1
Voor Windows XP Service Pack 3/Server 2003 selecteert u vanuit
het Start de optie Printers en faxapparaten.
•Voor Windows Server 2008/Vista selecteert u vanuit het Start-
menu Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
•Voor Windows 7 selecteert u vanuit het Start-menu
Configuratiescherm > Apparaten en printers.
Voor Windows 8 selecteert u vanuit de Charms(charms)
Zoeken > Instellingen > Configuratiescherm > Apparaten en
Printers.
•In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
•Voor Windows 10/Windows Server 2016
Typ in de taakbalk Apparaten en printers in het invoergebied
Zoeken. Druk op de Enter-toets.
OF
Selecteer vanuit het Start-pictogram () Instellingen >
Apparaten > Printers en scanners >Apparaten en printers.
Klik met de rechtermuisknop op het Start-pictogram () en selecteer
Configuratiescherm > Apparaten en printers.
2
Klik met de rechtermuisknop op uw apparaat.
3
Voor Windows Windows XP Service Pack 3/Server 2003/Server
2008/Vista selecteert u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
Voor Windows 7/8, Windows Server 2008 R2, Windows 10 of
Windows Server 2016 selecteert u Voorkeursinstellingen voor
afdrukken in de contextmenu's.
Als bij het item Voorkeursinstellingen voor afdrukken het teken ►
staat, kunt u andere printerstuurprogramma’s voor de geselecteerde
printer selecteren.
4
Wijzig de instellingen op elk tabblad.
5
Klik op OK.
In Voorkeursinstellingen voor afdrukken kunt u de instellingen voor
elke afdruktaak wijzigen.
Afdrukfuncties
197
4. Speciale functies
4
Uw apparaat instellen als standaardprinter
1
Voor Windows XP Service Pack 3/Server 2003 selecteert u vanuit
het Start de optie Printers en faxapparaten.
•Voor Windows Server 2008/Vista selecteert u vanuit het Start-
menu Configuratiescherm > Hardware en geluiden > Printers.
•Voor Windows 7 selecteert u vanuit het Start-menu
Configuratiescherm > Apparaten en printers.
Voor Windows 8 selecteert u vanuit de Charms(charms)
Zoeken > Instellingen > Configuratiescherm > Apparaten en
printers.
•In Windows Server 2008 R2 selecteert u Configuratiescherm >
Hardware > Apparaten en printers.
•Voor Windows 10/Windows Server 2016
Typ in de taakbalk Apparaten en printers in het invoergebied
Zoeken. Druk op de Enter-toets.
OF
Selecteer vanuit het Start-pictogram () Instellingen >
Apparaten > Printers en scanners >Apparaten en printers.
Klik met de rechtermuisknop op het Start-pictogram () en selecteer
Configuratiescherm > Apparaten en printers.
2
Selecteer uw apparaat.
3
Klik met uw rechtermuisknop op uw apparaat en selecteer Als
standaard instellen.
Als bij het item Als standaard instellen voor Windows 7 of Windows
Server 2008 R2 het teken ► staat, kunt u andere
printerstuurprogramma’s selecteren die met de geselecteerde printer
verbonden zijn.
5
Geavanceerde afdrukfuncties gebruiken
XPS-printerstuurprogramma: wordt gebruikt om af te drukken in een
XPS-bestandsindeling.
•Zie "Functies per model" op pagina 7.
•Het XPS-printerstuurprogramma kan alleen geïnstalleerd worden op
Windows Vista OS of een recentere versie.
•Installeer extra geheugen wanneer een XPS-taak niet wordt
afgedrukt omdat de printer onvoldoende geheugen heeft.
•Voor modellen waarbij het XPS-stuurprogramma beschikbaar is via
de website van Samsung, http://www.samsung.com > zoek uw
product > Ondersteuning of Downloads.
Afdrukfuncties
198
4. Speciale functies
Afdrukken naar een bestand (PRN)
Het kan soms handig zijn om de af te drukken gegevens op te slaan als een
bestand.
1
Kruis het selectievak Naar bestand in het venster Afdrukken aan.
2
Klik op Afdrukken.
3
Voer het doelpad en de bestandsnaam in en klik vervolgens op OK.
Bijvoorbeeld c:\Temp\bestandsnaam.
Als u enkel de bestandsnaam invoert wordt het bestand automatisch
opgeslagen in Mijn documenten, Documents and Settings of
Gebruikers. De opslagmap kan verschillen, afhankelijk van uw
besturingssysteem of het gebruikte programma.
Afdrukfuncties
199
4. Speciale functies
Speciale afdrukfuncties verklaard
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Om de printerfuncties van uw printerstuurprogramma te gebruiken, klikt u op Eigenschappen of Voorkeuren in het venster Afdrukken van de toepassing
om de afdrukinstellingen te wijzigen. De apparaatnaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is afhankelijk van het gebruikte
apparaat.
•Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn deze opties niet van
toepassing op uw apparaat.
•Selecteer het menu Help, of klik op de knop uit het venster, of druk op F1 op uw toetsenbord, en klik op de optie waar u meer over wilt weten (zie
"Help gebruiken" op pagina 48).
ItemOmschrijving
Meerdere pagina’s
per vel
U kunt het aantal pagina’s selecteren dat u op één vel wilt afdrukken. Als u meer dan één pagina per vel afdrukt worden de pagina’s
verkleind en in de door u opgegeven volgorde gerangschikt. U kunt op één vel tot 16 pagina’s afdrukken.
Afdrukfuncties
200
4. Speciale functies
Poster afdrukken
U kunt een document van één enkele pagina op 4 (poster van 2x2), 9 (poster van 3x3) of 16 vellen (poster van 4x4) papier drukken om
ze aan elkaar te plakken en er een poster van te maken.
Selecteer de waarde Posteroverlap. Geef de Posteroverlap op in millimeters of inches door het keuzerondje bovenaan rechts op het
tabblad Basis te selecteren om de vellen gemakkelijker aan elkaar te kunnen plakken.
Boekje afdrukken
a
Met deze functie kunt u een document op beide zijden van het papier afdrukken en worden de pagina’s zo gerangschikt dat u het
afgedrukte papier dubbel kunt vouwen om een boekje te maken.
•Als u een boekje wilt maken, moet u afdrukken op afdrukmateriaal van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
•De optie Boekje afdrukken is niet beschikbaar voor alle papierformaten. Kies de Grootte-optie onder het tabblad Papier om
te kijken welke papierformaten beschikbaar zijn.
•Als u een onbeschikbaar papierformaat selecteert, wordt deze optie mogelijk automatisch geannuleerd. Selecteer alleen
beschikbaar papier (papier waarbij geen of staat).
Tweezijdig
afdrukken
U kunt op beide zijden van een vel papier afdrukken (dubbelzijdig). Voor u afdrukt, moet u de gewenste afdrukstand van het document
opgeven.
U kunt deze functie gebruiken met papier van het formaat Letter, Legal, A4, US Folio of Oficio.
ItemOmschrijving
8
9
Afdrukfuncties
201
4. Speciale functies
Tweezijdig
afdrukken
Afhankelijk van de opties of het model zullen sommige menu’s mogelijk niet op het display verschijnen. Als dit het geval is, zijn
deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
•Standaardinstelling printer: Als u deze optie selecteert, wordt deze functie bepaald door de instelling die u hebt opgegeven op het
bedieningspaneel van de printer.
•Geen: Hiermee schakelt u deze functie uit.
•Lange zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die bij boekbinden wordt gebruikt.
•Korte zijde: Deze optie is de conventionele lay-out die voor kalenders wordt gebruikt.
•Omgekeerd dubbelzijdig afdrukken: Schakel deze optie in om de afdrukvolgorde om te keren bij het dubbelzijdig afdrukken.
PapieroptiesWijzigt de afmetingen van een document zodat deze kleiner of groter op het vel afgedrukt wordt, door een percentage in te voeren
waarmee het document vergroot of verkleind wordt.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
202
4. Speciale functies
WatermerkMet de optie Watermerk kunt u tekst afdrukken over een bestaand document. U gebruikt het bijvoorbeeld om in grote grijze letters
"DRAFT" of "CONFIDENTIAL" diagonaal op de eerste pagina of op alle pagina’s af te drukken.
Watermerk
(Een watermerk
maken)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
c Voer een tekst in het vak Tekst watermerk in.
U kunt maximaal 256 tekens invoeren. De tekst wordt in het voorbeeldvenster weergegeven.
Watermerk
(Een watermerk
bewerken)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt bewerken en wijzig de tekst van het watermerk en de opties.
d Klik op Wijzigen als u de wijzigingen wilt opslaan.
e Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Watermerk
(Een watermerk
verwijderen)
a Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
b Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Bewerken in de vervolgkeuzelijst Watermerk. Het venster Watermerken bewerken
wordt geopend.
c Selecteer in het vak Huidige watermerken het watermerk dat u wilt verwijderen en klik op de knop Wissen.
d Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
203
4. Speciale functies
Overlay
a
Deze optie is alleen beschikbaar bij gebruik van het PCL/SPL-printerstuurprogramma (zie "Software" op pagina 7).
Een overlay is tekst en/of een afbeelding die op de harde schijf van de computer is opgeslagen in een speciale bestandsindeling en die
in een willekeurig document kan worden afgedrukt. Overlays worden vaak gebruikt in plaats van voorgedrukte formulieren en papier
met een briefhoofd. In plaats van een voorgedrukt briefhoofd kunt u een overlay samenstellen die precies dezelfde informatie bevat. Als
u een brief met het briefhoofd van uw bedrijf wilt afdrukken, hoeft u geen voorbedrukt briefhoofdpapier in het apparaat te plaatsen. U
drukt het briefhoofd gewoon als overlay op uw document af.
Als u een paginaoverlay wilt gebruiken, moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of afbeelding.
•Het formaat van het overlaydocument moet hetzelfde zijn als dat van de documenten die u met de overlay afdrukt. Maak geen
overlay met een watermerk.
•De resolutie van het overlaydocument moet dezelfde zijn als die van het document waarop u de overlay wilt afdrukken.
Overlay
a
(Een nieuwe
paginaoverlay
maken)
Als u een paginaoverlay wilt gebruiken, moet u een nieuwe paginaoverlay maken met uw logo of afbeelding.
a Maak of open een document met de tekst of afbeelding die u voor de overlay wilt gebruiken. Zorg ervoor dat de tekst of afbeelding
precies op de plaats staat waar deze als overlay moet worden afgedrukt.
b Ga naar de Voorkeursinstellingen voor afdrukken als u het document als een overlay wilt opslaan.
c Klik op het tabblad Geavanceerd en selecteer Maken in de vervolgkeuzelijst Overlay.
d Typ een naam van maximaal acht tekens in het vak Opslaan als in het venster Bestandsnaam. Selecteer indien nodig de map waarin
u het overlaybestand wilt opslaan. Standaard is dit de map C:\Formover.
e Klik op Opslaan.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja.
g Het bestand wordt niet afgedrukt. Het wordt opgeslagen op de harde schijf van uw computer.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
204
4. Speciale functies
Overlay
a
(Een paginaoverlay
gebruiken)
Nadat u een overlay hebt gemaakt kan deze met uw document worden afgedrukt. Dit doet u als volgt:
a Maak of open het document dat u wilt afdrukken.
b Als u de afdrukinstellingen vanuit de softwaretoepassing wilt wijzigen, opent u Voorkeursinstellingen voor afdrukken.
c Klik op het tabblad Geavanceerd.
d Selecteer Overlay afdrukken van de vervolgkeuzelijst Overlay.
e Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de vervolgkeuzelijsten Overlaybes. 1 of Overlaybes. 2, selecteer dan Laden van de
Overzicht overlays Selecteer het overlaybestand dat u wilt gebruiken.
Als u het gewenste overlaybestand op een externe bron hebt opgeslagen, kunt u het bestand ook laden vanuit het venster Openen.
Klik op Openen als u het bestand hebt geladen. Het bestand verschijnt in het vak Overzicht overlays en kan worden afgedrukt.
Selecteer de overlay in de vervolgkeuzelijst Overzicht overlays.
f Schakel indien nodig het selectievakje Overlay bevestigen voor afdrukken in. Als dit selectievakje is ingeschakeld, verschijnt telkens
als u een document naar de printer verzendt een berichtvenster waarin u gevraagd wordt om te bevestigen of u een overlay op uw
document wilt afdrukken.
Als dit selectievakje niet is ingeschakeld en er een overlay is geselecteerd, wordt de overlay automatisch op uw document afgedrukt.
g Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
De geselecteerde overlay wordt op uw document afgedrukt.
Overlay
a
(Een paginaoverlay
verwijderen)
Paginaoverlays die u niet meer gebruikt, kunt u verwijderen.
a Klik in het venster Voorkeursinstellingen voor afdrukken op het tabblad Geavanceerd.
b Selecteer Overlay afdrukken in de vervolgkeuzelijst Overlay.
c Selecteer in het vak Overzicht overlays de overlay die u wilt verwijderen.
Als het overlaybestand dat u zoekt niet in de Overzicht overlays verschijnt, selecteer dan Laden van de Overlaylijst. Selecteer het
overlaybestand dat u wilt wissen.
d Klik op Wissen.
e Als er een venster verschijnt waarin u om bevestiging wordt gevraagd, klikt u op Ja.
f Klik op OK of Afdrukken tot het venster Afdrukken wordt afgesloten.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
205
4. Speciale functies
Taakaccountbeheer
Met deze optie kunt u afdrukken met de gegeven machtiging.
•Gebruikersmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen alleen gebruikers met gebruikermachtiging een afdruktaak starten.
•Groepsmachtiging: Als u deze optie aanvinkt, kunnen alleen groepen met groepsmachtiging een afdruktaak starten.
•Selecteer het menu Help of druk op F1 op uw toetsenbord en klik op de optie waarover u meer wilt weten (zie "Help gebruiken"
op pagina 48).
•Beheerders kunnen Taakaccountbeheer inschakelen en machtigingen instellen op het bedieningspaneel of via SyncThru™
Web Admin Service.
a. Deze optie is alleen beschikbaar als u het XPS-stuurprogramma gebruikt.
ItemOmschrijving
Afdrukfuncties
206
4. Speciale functies
6
Werken met Hulpprogramma Direct afdrukken
•Hulpprogramma direct afdrukken is mogelijk niet beschikbaar
afhankelijk van model of optionele onderdelen (zie "Software" op
pagina 7).
•Alleen beschikbaar voor gebruikers met Windows-
besturingssystemen.
Wat is het Hulpprogramma direct afdrukken?
Hulpprogramma Direct afdrukken is een programma dat PDF-bestanden
rechtstreeks naar uw printer stuurt om ze af te drukken zonder dat u deze
bestanden hoeft te openen.
Dit programma installeren:
Download de software van de website van Samsung. Pak de software
vervolgens uit en installeer deze op uw computer: (http://
www.samsung.com > zoek uw product > Ondersteuning of Downloads).
•U kunt geen PDF-bestanden afdrukken waarvoor een
afdrukbeperking geldt. Schakel de functie voor de afdrukbeperking
uit en probeer opnieuw af te drukken.
•U kunt geen PDF-bestanden afdrukken die met een wachtwoord
worden beschermd. Schakel de wachtwoordfunctie uit en probeer
opnieuw af te drukken.
•Of een PDF-bestand kan worden afgedrukt met het Hulpprogramma
Direct afdrukken hangt af van de manier waarop het PDF-bestand is
gemaakt.
•Het programma Hulpprogramma Direct afdrukken ondersteunt PDF
versie 1.7 en lager. Bestanden van latere versies moet u openen om
te kunnen afdrukken.
Afdrukken
Er zijn verschillende manieren waarop u kunt afdrukken met het
Hulpprogramma Direct afdrukken.
1
Selecteer in het menu StartProgramma’s of Alle programma's >
Samsung Printers.
•Als u Windows 8 gebruikt, gaat u naar Charms(charms) en
selecteert u Zoeken > Apps(App).
•Voor Windows 10/Windows Server 2016
Typ in de taakbalk Samsung Printers in het invoergebied
Zoeken. Druk op de Enter-toets.
OF
Selecteer vanuit het Start-pictogram () Alle apps >
Samsung Printers.
2
Druk op Hulpprogramma Direct afdrukken.
Afdrukfuncties
207
4. Speciale functies
3
Selecteer uw printer uit de vervolgkeuzelijst Printer selecteren en
klik op Bladeren.
4
Selecteer het bestand dat u wilt afdrukken en klik op Openen.
Het bestand wordt nu toegevoegd aan de sectie Bestanden
selecteren.
5
Pas de printerinstellingen naar wens aan.
6
Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de
printer verzonden.
Via het contextmenu
1
Klik met de rechtermuisknop op het PDF-bestand dat u wilt
afdrukken en kies Direct afdrukken.
Het venster Hulpprogramma Direct afdrukken wordt geopend. Het
PDF-bestand is hierin al toegevoegd.
2
Kies het te gebruiken apparaat.
3
De apparaatinstellingen aanpassen.
4
Klik op Afdrukken. Het geselecteerde PDF-bestand wordt naar de
printer verzonden.
7
Afdrukken vanaf een Mac
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Een document afdrukken
Als u afdrukt met een Mac, moet u in elke toepassing die u gebruikt de
instellingen van het printerstuurprogramma controleren. Volg de
onderstaande stappen om af te drukken vanaf een Mac:
1
Open het af te drukken document.
2
Open het menu Bestand en klik op Pagina-instelling
(Documentinstellingen in enkele toepassingen).
3
Selecteer papierformaat, -oriëntatie, -schaal en andere opties, en
zorg ervoor dat uw apparaat is geselecteerd. Klik op OK.
4
Open het menu Bestand en klik op Druk af.
5
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt
afdrukken.
6
Klik op Druk af.
Afdrukfuncties
208
4. Speciale functies
Printerinstellingen wijzigen
U kunt geavanceerde afdrukfuncties gebruiken voor uw printer.
Open een toepassing en selecteer Druk af in het menu Bestand. De
printernaam die in het printereigenschappenvenster wordt weergegeven is
afhankelijk van de gebruikte printer. Het printereigenschappenvenster is
afgezien van de naam vergelijkbaar met het onderstaande venster.
Meerdere pagina's per vel afdrukken
U kunt meer dan één pagina afdrukken op één vel papier. Dit is een
goedkope manier om conceptpagina’s af te drukken.
1
Open een toepassing en selecteer Druk af uit het menu Bestand.
2
Selecteer Layout in de vervolgkeuzelijst Richting. Selecteer in de
vervolgkeuzelijst Pagina's per vel het aantal pagina’s dat u op één
vel papier wilt afdrukken.
3
Kies de andere te gebruiken opties.
4
Klik op Druk af.
Het apparaat drukt het gekozen aantal pagina´s op één vel papier af.
Dubbelzijdig afdrukken
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Voordat u dubbelzijdig afdrukt, moet u aangeven langs welke rand u de
pagina's wilt inbinden. De bindopties zijn:
•Lange kant binden: dit is de klassieke opmaak die bij het boekbinden
wordt gebruikt.
•Korte kant binden: deze optie wordt vaak gebruikt voor kalenders.
1
Selecteer Druk af in het menu Bestand van uw Mac-toepassing.
2
Selecteer Layout in de vervolgkeuzelijst Richting.
3
Selecteer een bindrichting in de optie Dubblezijdig.
4
Kies de andere te gebruiken opties.
5
Als u op Druk af klikt, drukt de printer op beide zijden van het papier
af.
Als u meer dan 2 kopieën afdrukt, kunnen de eerste en de tweede kopie
op hetzelfde vel papier worden afgedrukt. Vermijd op beide zijden van
het papier af te drukken als u meer dan 1 kopie afdrukt.
Afdrukfuncties
209
4. Speciale functies
Help gebruiken
Klik op het vraagteken in de linkeronderhoek van het venster en klik op het
onderwerp waarover u meer wilt weten. Er verschijnt een pop-upvenster
met informatie over de functie van die optie waarover het stuurprogramma
beschikt.
8
Afdrukken in Linux
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Afdrukken vanuit een toepassing
Vanuit een groot aantal Linux-toepassingen kunt u afdrukken met Common
UNIX Printing System (CUPS). U kunt vanuit al deze toepassingen met uw
printer afdrukken.
1
Open het af te drukken document.
2
Open het menu File en klik op Page Setup (Print Setup in een
aantal toepassingen).
3
Selecteer papierformaat en afdrukstand en zorg ervoor dat uw
apparaat is geselecteerd. Klik op Apply.
4
Open het menu File en klik op Print.
5
Selecteer het apparaat waarmee u wilt afdrukken.
6
Kies het aantal exemplaren en geef aan welke pagina’s u wilt
afdrukken.
7
Wijzig indien nodig andere afdrukopties in elk tabblad.
8
Klik op Print.
Afdrukfuncties
210
4. Speciale functies
Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet
beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. Als alternatief kunt u het
lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het
afdrukken van even en oneven pagina's.
Bestanden afdrukken
U kunt tekst-, afbeeldings- of PDF-bestanden afdrukken op dit apparaat
door de standaard-CUPS-methode direct vanaf de opdrachtregel toe te
passen. U werkt dan met het CUPS lpr-programma. U kunt deze bestanden
afdrukken met de onderstaande opdrachtnotatie.
"lp -d <printernaam>-o<optie> <bestandsnaam>"
Raadpleeg de man-pagina voor lp of lpr op uw systeem voor meer
informatie.
Printereigenschappen configureren
U kunt de standaardopties voor afdrukken of het verbindingstype wijzigen
met het hulpprogramma voor afdrukken van het besturingssysteem.
1
Start het hulpprogramma voor afdrukken (ga naar System >
Administration > Printing of voer de opdracht 'system-config-
printer' uit in het terminalprogramma).
2
Dubbelklik op uw printer.
3
Wijzig de standaardopties voor afdrukken of het verbindingstype.
4
Klik op de knop Apply.
9
Afdrukken in Unix
Afhankelijk van het model of opties zijn enkele functies mogelijk niet
beschikbaar. Dit betekent dat de functies niet worden ondersteund.
Doorgaan met de afdruktaak
Kies na de installatie van de printer een afbeelding, tekst of PS-bestand om
af te drukken.
Afdrukfuncties
211
4. Speciale functies
1
Voer de opdracht "printui <file_name_to_print>" uit.
U wilt bijvoorbeeld "document1" afdrukken.
printui document1
Hiermee wordt Print Job Manager van het UNIX-
printerstuurprogramma geopend waarin de gebruiker verschillende
afdrukopties kan instellen.
2
Selecteer een printer die reeds is toegevoegd.
3
Selecteer de afdrukopties uit het venster, zoals Page Selection.
4
Selecteer in Number of Copies hoeveel exemplaren u nodig hebt.
Druk op Properties om gebruik te maken van de printerfuncties die uw
printerstuurprogramma biedt.
5
Druk op OK om te beginnen met de afdruktaak.
Printerinstellingen wijzigen
Het UNIX-printerstuurprogramma Print Job Manager waarin de gebruiker
verschillende afdrukopties kan selecteren in printer Properties.
De volgende sneltoetsen kunnen worden gebruikt: "H" voor Help, "O" voor
OK, "A" voor Apply en "C" voor Cancel.
Het tabblad General
•Paper Size: Hiermee kunt u naar eigen keuze het papierformaat
instellen op A4, Letter of andere papierformaten.
•Paper Type: hiermee kiest u het type papier. Beschikbare opties uit de
keuzelijst zijn: Printer Default, Plain en Thick.
•Paper Source: Kiest uit welke lade het papier gehaald moet worden.
De standaardinstelling is Auto Selection.
•Orientation: hiermee selecteert u de richting waarin informatie wordt
afgedrukt op een pagina.
•Duplex: hiermee worden beide zijden van het papier bedrukt om papier
te besparen.
Automatisch/handmatig dubbelzijdig afdrukken kan mogelijk niet
beschikbaar zijn, afhankelijk van het model. Als alternatief kunt u het
lpr-afdruksysteem of andere programma's gebruiken voor het
afdrukken van even en oneven pagina's.
•Multiple pages: Hiermee worden meerdere pagina's afgedrukt op één
vel papier.
•Page Border: Hiermee kunt een van de randstijlen kiezen (bv.: Single-
line hairline, Double-line hairline).
Het tabblad Image
Op dit tabblad kunt u de helderheid, resolutie of de positie van een
afbeelding op uw document wijzigen.
Afdrukfuncties
212
4. Speciale functies
Het tabblad Text
Stel de tekenafstand, regelafstand of de kolommen op de afdruk in.
Het tabblad Margins
•Use Margins: Hiermee stelt u de marges van het document in. De
marges zijn standaard uitgeschakeld. De gebruiker kan de marges
instellen door de waarde in de respectieve velden aan te passen.
Standaard worden deze waarden bepaald door het geselecteerde
papierformaat.
•Unit: Hiermee kunt u de eenheden wijzigen in points, inches of
centimeters.
Het tabblad Printer-Specific Settings
Selecteer verschillende opties in de JCL en General frames om
verschillende instellingen aan te passen. Deze opties zijn specifiek voor de
printer en afhankelijk van het PPD-bestand.
5. Nuttige
beheerprogramma's
Dit hoofdstuk introduceert beheerprogramma’s waarmee u de mogelijkheden van uw apparaat maximaal kunt
benutten.
•Managementhulpmiddelen gebruiken214
•SyncThru™ Web Service215
•Easy Capture Manager221
•Samsung AnyWeb Print222
•Easy Eco Driver223
•Het Samsung Printer Center gebruiken224
•Samsung Easy Printer Manager gebruiken227
•Samsung-printerstatus gebruiken230
•Samsung Printer Experience gebruiken232
214
5. Nuttige beheerprogramma's
Managementhulpmiddelen gebruiken
Samsung biedt verschillende managementhulpmiddelen voor Samsung-printers.
1
Controleer of de printer op uw computer is aangesloten en ingeschakeld is.
2
Selecteer in het menu StartProgramma’s of Alle programma's.
•Als u Windows 8 gebruikt, gaat u naar Charms(charms) en selecteert u Zoeken > Apps(App).
•Voor Windows 10/Windows Server 2016
Typ in de taakbalk Samsung-printer in het invoergebied Zoeken. Druk op de Enter-toets.
OF
Selecteer vanuit het Start-pictogram () Alle apps > Zoeken > Samsung-printer.
3
Zoek naar Samsung-printer.
4
Onder Samsung-printer ziet u geïnstalleerde managementhulpmiddelen.
5
Klik op de managementhulpmiddelen die u wilt gebruiken.
•Nadat het stuurprogramma is geïnstalleerd, kunt u bepaalde managementhulpmiddelen rechtstreeks openen vanuit het Startmenu > Programma’s of
Alle programma's.
•Als u Windows 8 gebruikt, kunt u nadat het stuurprogramma is geïnstalleerd, bepaalde managementhulpmiddelen rechtstreeks openen vanuit het
Startscherm door op de bijbehorende tegel te klikken.
215
5. Nuttige beheerprogramma's
SyncThru™ Web Service
Dit hoofdstuk geeft u stap voor stap instructies voor het instellen van de
netwerkomgeving via SyncThru™ Web Service.
•Voor SyncThru™ Web Service is minimaal Internet® Explorer 8,0 of
hoger vereist.
•Afhankelijk van de instellingen of het model kunnen sommige
menu’s niet op het weergavescherm verschijnen. Als dit het geval is,
zijn deze opties niet van toepassing op uw apparaat.
1
Wat is SyncThru™ Web Service?
Als u uw apparaat hebt aangesloten op een netwerk en de TCP/IP-
parameters correct hebt ingesteld, kunt u uw apparaat beheren via
SyncThru™ Web Service. Gebruik SyncThru™ Web Service om:
•de eigenschappen van het apparaat weer te geven en de huidige status
te controleren,
•de TCP/IP-parameters te wijzigen en andere netwerkparameters in te
stellen.
•de voorkeurinstellingen van uw printer te wijzigen,
•e-mailberichten te verzenden die u op de hoogte houden van de status
van het apparaat,
•ondersteuning op te vragen bij het gebruik van het apparaat.
•de software van het apparaat bij te werken.
2
Vereiste webbrowser
Om SyncThru™ Web Service te gebruiken, hebt u één van de volgende
webbrowsers nodig.
•Internet Explorer® 8,0 of hoger
•Chrome 27,0 of hoger
•FireFox 21,0 of hoger
•Safari 5.9.1 of hoger
3
Verbinden met SyncThru™ Web Service
Webbrowser met IPv4-ondersteuning
1
Start een webbrowser zoals Internet Explorer® die IPv4-adressering
als URL ondersteunt.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
U vindt het IP-adres van het apparaat in het apparaatrapport (zie "Een
netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 128).
SyncThru™ Web Service
216
5. Nuttige beheerprogramma's
2
De website SyncThru™ Web Service van uw apparaat wordt
geopend.
Webbrowser met IPv6-ondersteuning
1
Start een webbrowser (bijv. Internet Explorer®) die IPv6-
adressering als URL ondersteunt.
2
Selecteer een van de IPv6-adressen (Stateless Address, Stateful
Address, Manual Address) uit het netwerkconfiguratierapport.
U vindt het IPv6-adress van het apparaat in het apparaatrapport (zie
"Een netwerkconfiguratierapport afdrukken" op pagina 128).
3
Voer de IPv6-adressen in (bijv., http://
[3ffe:10:88:194:213:77ff:fe82:75b]).
Het adres moet tussen "[]" haakjes worden geplaatst.
4
De website SyncThru™ Web Service van uw apparaat wordt
geopend.
4
SyncThru™ Web Service weergeven
1
Open een webbrowser in Windows, zoals Internet Explorer.
Typ het IP-adres van het apparaat (http://xxx.xxx.xxx.xxx) in het
adresveld en druk op de Enter-toets of klik op Ga naar.
2
De in het apparaat geïntegreerde website wordt geopend.
Aanmelden bij SyncThru™ Web Service
Voor u de opties in SyncThru™ Web Service kunt instellen, moet u zich
aanmelden als beheerder. U kunt SyncThru™ Web Service nog altijd
gebruiken zonder u aan te melden, maar u zult geen toegang hebben tot
het tabblad Settings en het tabblad Security.
1
Klik op Login in de rechterbovbenhoek van de SyncThru™ Web
Service-website.
2
Typ de juiste gegevens bij ID en Password en klik vervolgens op
Login. Geef de standaard-ID en het standaardwachtwoord op die
hieronder worden weergegeven. We raden u aan om het
wachtwoord om veiligheidsredenen te wijzigen.
•ID: admin
•Password: sec00000
SyncThru™ Web Service
217
5. Nuttige beheerprogramma's
5
SyncThru™ Web Service-overzicht
Het tabblad Information
Op dit tabblad wordt algemene informatie over het apparaat weergegeven.
U kunt bijvoorbeeld de status van het apparaat en van de
Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.
Product:
Forumrules
To achieve meaningful questions, we apply the following rules:
First, read the manual;
Check if your question has been asked previously;
Try to ask your question as clearly as possible;
Did you already try to solve the problem? Please mention this;
Is your problem solved by a visitor then let him/her know in this forum;
To give a response to a question or answer, do not use this form but click on the button 'reply to this question';
Your question will be posted here and emailed to our subscribers. Therefore, avoid filling in personal details.
Register
Register getting emails for Samsung SL-C3010 Pro Xpress at:
new questions and answers
new manuals
You will receive an email to register for one or both of the options.
Get your user manual by e-mail
Enter your email address to receive the manual of Samsung SL-C3010 Pro Xpress in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.
The manual is 39,1 mb in size.
You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.
The manual is sent by email. Check your email
If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.
The email address you have provided is not correct.
Please check the email address and correct it.
Your question is posted on this page
Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.