3534
TTeelleeffoonneerreenn
Toonkiezen
Desgewenst kunt u toonkiezen aan- of uitzetten.
Wilt u toonkiezen uitzetten, kies dan voor de optie
DTMF uit . U kunt dan tijdens gesprekken gebruik
maken van de toetsen zonder dat er hinderlijke tonen
hoorbaar zijn.
NB: Wanneer u via de toetsen opdracht wilt geven
aan een antwoordapparaat of een
telefooncentrale, moet u DTMF aan zetten.
SMS tekstberichten
Wanneer u tijdens een gesprek een SMS (Short
Message Service) tekstbericht ontvangt, gaat in het
LCD-venster het symbool
() knipperen.
Nadat u uw gesprek beëindigd hebt, kunt u het bericht
lezen (zie voor meer informatie pagina 59.
Telefoonlijst
In het geheugen van uw SIM-kaart kunt u telefoon-
nummers en de bijbehorende namen opslaan. Daarnaast
kunt u maximaal 500 nummers en namen in het
geheugen van de telefoon opslaan. De geheugens van
de SIM-kaart en de telefoon worden, hoewel het twee
aparte geheugens zijn, als één geheel behandeld en
samen de Telefoonlijst genoemd.
Naam en nummer vastleggen
Zodra u een nummer intoetst, verschijnt de linker
functietoets Opslaan waarmee u het nummer in uw
telefoonlijst kunt opslaan.
1.
Toets het nummer in dat u wilt opslaan.
2. Weet u zeker dat het nummer juist is, druk dan op de
functietoets
Opslaan.
Opmerkingen:
• Heeft u bij het intoetsen van een nummer een
fout gemaakt, dan kunt u dit met behulp van
de functietoets
❙!
verbeteren. Zie pagina 22
voor meer informatie.
• Voor bepaalde diensten, zoals telebankieren,
is het nodig een pauze in het nummer in te
voegen. Dit doet u door de toets inge-
drukt te houden. De ‘P’ geeft de pauze aan.
3. Geef de bijbehorende naam in (de maximumlengte is
afhankelijk van uw SIM-kaart). Meer informatie over
het intoetsen van namen vindt u op pagina 42.
4. Als u klaar bent met intoetsen, drukt u op de functie-
toets
Opslaan. Uw telefoon toont het eerste vrije
geheugennummer in het geheugen dat u het laatst
hebt gebruikt voor het opslaan van een nummer en
naam.
Is dit geheugen vol, dan wordt de eerste
vrije locatie in het andere geheugen getoond.