Onderdelen van de telefoon
Instructiepictogrammen
Op:
in
Gev:
die
bijMe> Be (s
vooMen,B)
[ ]
Vi: ]
(st
< >
Pun:
schOK>
vooOK)
De telefoon in- en uitschakelen
1. ] inge
te z
2.
] in
te z
De menu’
Ga a
te o
1.
Menu> om
stan
2.
(sub
3.
Ja>,Op>, o ] om
gema
Een oproep tot stand brengen
1.
abon
2.
] om
3.
] om
Het
via
ste
Een oproep aannemen
1. ] wanne
2.
] om
Het volume aanpassen
Het volume van de beltoon aanpassen
1. Ins→
T→ T.
2. B
3. DO> →Wij.
4. SBelt.
5. B
aan
6. DO> →Pro.
Het volume aanpassen tijdens een gesprek
Druk
om
De beltoon wijzigen
1. Ins→
T→ T.
2. B
3. DO> →Wij.
4. SBelt.
5. S
Een recent gekozen nummer bellen
1. ].
2.
te s
3.
te s
4.
] om
[ ] om he
T
De tekstinvoerstand wijzigen
Houd ] in
Afha
invo
Druk ] om
en k
Ho ]
•
•
•
T9-stand
1.
keer
2.
]
sp
sele
vers
Druk
gewe
Cijferstand
Druk
cijf
Symboolstand
Druk
symb
Dr
DrC]
AlC]
Dr ]
in
Dr1]
•
•
•
•
De SIM-kaart en de batterij plaatsen
1.
en p
2.
De batterij opladen
1.
2.
is o
rei
ver
Nieuwe contactpersoon toevoegen
1.
in eOp>.
2.
Opsl
(telN.
3.
4.
5.
Op> O>O.
Berichten verzenden en bekijken
Een SMS-bericht verzenden
1. Ber →
Beri.
2.
].
3.
4.
Opti> V
te v
SMS-berichten bekijken
1. Ber →
Mijn→ Post.
2.
De functie Mobiel opsporen activeren
Deze
is v
gebr
een
uw v
besc
uw s
1.
Inst
Beve →Mob.
2.
OK>.
3.
Aan.
4.
] om
ontv
5.
] om
te o
6.
].
7.
8.
geseOpti> Sel
om t
9.
Opti> Ops om
op t
10.
1
] → OK>
Alarm instellen en gebruiken
Een nieuw alarm instellen
1. Ala.
2.
].
3.
4.
Opsl>
Een alarm afzetten
Als
Druk
slui
DrukOK > ] o
sluiSlu> of
will
de s
Een alarm uitschakelen
1. Ala.
2.
op [ ].
3.
Uit.
4.
Opsl>
nie
•
•
1
4-w
In
ver
oml
aan
men
bla
2
We
bev
In
ope
gem
of
3
Bel
Num
in
laa
opr
4
T
In
voi
hou
5
Pau
Een
kie
6
Fun
De
dis
7
T
T
ing
beë
ann
sta
8
Wi
T
9
Alf
10
T
In
in-
hou
Bove
Pic Bes
Sig
V
Roa
In
Doo
Ala
Bin
Bin
Nie
Nie
Nor
Sti
Bat
3
5
Kl
ba
SIM
Bat
Naa
Calculator gebruiken
1. Ext→ Ca.
2.
disp
Afteltimer instellen
1. Ext→T.
2.
Stel>
3.
op <
OK>.
4.
] om
of t
5.
<OK >
Stopwatch gebruiken
1. Ext→ St.
2.
] om
en (
3.
Stop> al
4.
T>
6
1
4
9
10
7
2
8
