Instructiesymbolen
Opmerking
Opmerkingen, gebruikstips of aanvullende informatie
→
Gevolgd door
De volgorde van de opties of menu’s die u moet selecteren
om een stap uit te voeren, bijvoorbeeld: Druk op <Menu > →
Berichten → Bericht maken (betekent Menu, gevolgd door
Berichten, gevolgd door Bericht maken)
[ ]
Vierkante haken
T elefoontoetsen; bijvoorbeeld: [
] (staat voor Aan-uitknop/
toets Menu afsluiten)
< >
Punth aken
Funct ietoetse n die ve rschille nde funct ies uitv oeren in verschi llende
scher men, bij voorbeel d: <OK > ( betekent : de fun ctietoet s OK )
De telefoon in- of uitschakelen
1. Houd de toets [
] ruim twee seconden ingedrukt
om te telefoon aan te zetten.
2. Houd de toets [
] ruim twee seconden ingedrukt
om de telefoon uit te zetten.
De weerga vetaal wijzigen
1.
Druk in de standby-stand op <Menu > → Instellingen →
T elefoon → T aal.
2. Selecteer een taal.
Een oproep tot stand brengen
1. Geef in de s tandby-s tand he t netnum mer en abonneen ummer
in
en druk op
[
]
.
2. Druk op [
] om de oproep te beëindigen.
Een oproep beantwoor den
1. Druk op [
] wanneer de telefoon overgaat om een oproep
te beantwoorden. Druk op <Weiger > of [ ] om de oproep
te weigeren.
2. Druk op [ ] om de oproep te beëindigen.
Het volume regelen
1. Dr uk i n de sta ndby -st and op <Menu> → Inst ell inge n → T ele foon →
T elefoonproelen.
2. Selecteer het telefoonproel met de navigatietoetsen omhoog
en omlaag.
3. Dr uk o p de lin ker nav igat ieto ets om T e lef oon gelu iden te sele cte ren
4. Blader omhoog om V olume te selecteren.
5. Druk op [
OK ] en op de linker- of rechternavigatietoets om het
volume aan te passen. Druk vervolgens op <OK >.
6. Se le ct ee r <O pti es> → Pr oe l op sl aa n om de i ns te ll ing en o p te s laa n.
Een beltoon voor opr o epen wijzigen
1. Druk in de standby-stand op <Menu> → Instellingen→
T elefoon → T elefoonproelen → Normaal.
2. Selecteer het telefoonproel met de navigatietoetsen omhoog
en omlaag.
3. Druk op de linker- of rechternavigatietoets om Inkomende
oproepen te selecteren.
4. Blader omhoog om Beltoon te selecteren.
5. Druk op [
OK ] en blad er omhoo g of om laag om een bel toon
te s electere n. Druk vervolg ens op <Kies>.
6. Se le ct ee r <O pti es> → Pr oe l op sl aa n om de i ns te ll ing en o p te s laa n.
Recente nummers bellen
1. Druk in de standby-stand op [ ].
2. Druk op de linker- of rechternavigatietoets om een oproeptype
te selecteren.
3. Bl ad er om hoo g of oml aa g o m het n umm er of d e n aa m t e s el ect er en.
4. Druk op <
Opties> om gegevens van de oproep te bekijken
of op [
] om het nummer te bellen.
T elef oonindeling en toetsen
Beltoets
Bellen of oproepen
beantwoorden. In de
stand by-stand de recent
gebelde nummers of de
nummers van gemiste
of ontvangen oproepen
weergeven.
T oets voor
toe tsve rgre ndel ing
► T oetsen
vergrendelen
Fu nct ie toe tse n
Functies uitvoeren
die onder in het
scherm worden
weergegeven.
T oe ts v oor
web toeg ang of O K
In de standby- stand:
toega ng tot de
webbr owser .
De ge markeerde optie
wordt geselect eerd of
de in voer word t
beves tigd in d e
menu- stand.
T oe ts v oor aan/ uit
of menu afs luit en
T elefoon aan- of
uitzetten (toets
ingedrukt houden);
gesprek wordt
beëindigd; in
menustand: invoer
annuleren en
terugkeren naar
standby-stand.
T oets Stille stand
► Stille stand
Alfanumerieke
toetsen
4-weg navigatietoetsen
In de menu-stand
bladert u hiermee door
menuopties.
In de standby-stand
gaat u hiermee
rechtstreeks naar uw
favoriete menu’s.
Gebruik de
navigatietoetsen
omhoog/omlaag/links/
rechts om door de
menuopties te
bladeren. Met deze
toetsen selecteert
u de menuopties.
De SIM-kaar t en batterij installeren
De batterij opladen
1. Sluit de meegeleverde
reisadapter aan.
2. Wanneer de batterij
is opgeladen, verwijdert
u de adapter .
1. V erwijder de klep van het batterijcompartiment en plaats de
SIM-kaart.
2. Plaats de batterij en sluit de klep van het batterijcompartiment.
Klep van het
batterijcompartiment
Batterij
Naar stopcontact
Boven in het d isplay w orden de volgende statusi ndicator en weerg egeven:
Picto-
gram
Beschrijving
Sterkte ontvangstsignaal
In gesprek
Bui ten berei k va n uw serv icege bied ; u k unt niet bell en en gee n
oproepen ontvangen, met uitzondering van noodoproepen
Functie voor SOS-berichten actief
SMS-bericht
Alarm ingesteld
Instelling telefoonproel:
•
: Normaal • : V ergadering • : Eigen
•
: Stille stand • : Buiten proel
•
: Auto • : Vliegtuigstand
Stille stand
Batterijsterkte
T ekst in voeren
De tekstinvoerstand wijzigen
Dru k in e en te kstinv oerve ld op [ ] en sele cteer de ge wenste invo erstan d.
T9-stand
1. Druk op [
2 ] tot [ 9 ] om een woord in te voeren. Druk voor elke letter
de toets slechts één keer in. Het woord dat u invoert, verschijnt op het
display . Het woord kan met elke ingevoerde tekens veranderen. Geef
het hele woord in voordat u tekens wijzigt of verwijdert. V oorbeeld: Als
u " Hallo" wilt typen in d e T9- stand , druk t u o p [
4 ] , [ 2 ], [ 5 ], [ 5 ] en [ 6 ].
2. Druk op [
] als u een spatie wilt invoegen voordat u het volgende
woord typt.
ABC- of abc-stand
Druk op de toetsen met de gewenste letter . Druk eenmaal voor de eerste
letter , tweemaal voor de tweede letter, enzovoort.
Druk bijvoorbeeld driemaal op [ 2 ] om de letter "C" te typen en tweemaal
op [ 5 ] om de letter "K" te typen in de ABC-stand.
Cijferstand
Druk op de bi jbehoren de cijfe rtoetsen om de ge wenste c ijfers i n te voer en.
Symboolstand
Houd in de tekstinvoerstand [ ] ingedrukt om de symboolstand
te activeren.
Druk op de bijbehorende cijfertoetsen om de gewenste symbolen
in te voeren. Druk links of rechts om meer symbolen weer te geven.
● Druk op de navigatietoetsen om de cursor te verplaatsen.
●
Druk op <Wissen > om tekens één voor één te verwijderen.
Houd <Wissen > ingedrukt om de tekens links van de cursor
te verwijderen.
● Druk [ ] om een spatie tussen twee tekens in te voegen.
● Druk op [
1 ] om interpunctietekens in te voegen.
Berichten verzenden en bekijken
Een SMS-bericht verzenden
1. Druk in de standby-stand op <
Menu> → Berichten →
Bericht maken.
2. T yp de tekst van het SMS-bericht.
3. Druk op <
Opties> om Opslaan en verzenden of Alleen
verzenden te selecteren.
4. Geef het telefoonnummer in.
5. Druk op <Opties> → V erzenden om het bericht te verzenden.
SMS-berichten bekijken
1. Druk in de standby-stand op <
Menu> → Berichten→
Mijn berichten → Postvak IN.
2. Selecteer het SMS-bericht dat u wilt lezen.
T elef oonopsp oring activeren
De f unctie M obiel op sporen is een b aanbrek ende nie uwe func tie die
u kan helpen uw telefoon terug te vinden als u deze bent verloren
of als deze is gestolen.
Als uw telefoon is gestolen of als iemand probeert uw telefoon
te gebruiken met een andere SIM-kaart, verzendt de telefoon
automatisch een vooraf ingesteld bericht naar familie of vrienden.
Of deze functie beschikbaar is, is afhankelijk van de mogelijkheden
die door uw serviceprovider worden ondersteund.
1. Druk in de standby-stand op <
Menu> → Instellingen →
Beveiliging → Mobiel opsporen.
2. Geef uw wachtwoord in en druk op <OK >.
3. Blader naar links of naar rechts om de functie Mobiel opsporen
in te schakelen.
4. Blader omlaag om Ontvangers te selecteren en druk op [
OK ]
om de lijst met ontvangers in te voeren.
5. U kunt een telefoonnummer of een andere mobiele telefoon
opgeven waarnaar een SMS-bericht moet worden verzonden.
Geef het telefoonnummer in en druk op <Opties> → Opslaan .
6. De f unc ti e M ob iel op sp ore n wor dt in ge sch ak eld a ls u o p <
OK> dru kt .
Als u de functie Mobiel opsporen voor het eerst instelt,
wordt u gevraagd de gebruikersovereenkomst te
accepteren.
Als u de ops poringsf unctie voor het eerst gebruikt , wordt
u g evraa gd ee n wac htwoo rd te creër en en te b evest igen.
SOS-bericht verzenden
In geval van nood kunt u een SOS-bericht naar uw familie of
vrienden verzenden.
SOS-bericht instellen
1. Druk in de standby-stand op <
Menu> → Berichten →
SOS-berichten.
2. Stel de verzend- en ontvangstopties in.
3. Bl ader naa r li nks of naar rec hts om d e ve rze nd- en o ntva ngst opt ies
in te schakelen.
4. Blader omlaag om Ontvangers te selecteren en druk op [
OK ]
om de lijst met ontvangers in te voeren.
5. U kunt een telefoonnummer of een andere mobiele telefoon
opgeven waarnaar het SOS-bericht moet worden verzonden.
Geef het telefoonnummer in en druk op <Opties> → Opslaan .
Een SOS-bericht verzenden
1. Druk in de standby-stand viermaal op de beltoets om een
SOS-bericht te verzenden naar vooraf ingestelde nummers.
2. De telefoon schakelt over naar de SOS-stand en verzendt
het vooraf ingestelde SOS-bericht.
3. Druk op [
]
om de SOS-stand te beëindigen.
De eerste keer dat u het SOS-bericht activeert, wordt
u gevraagd de ontvangers op te geven.
Het alarm instellen
Een nieuw alarm instellen
1. Druk in de standby-stand op <Menu> → Alarm .
2. Stel het alarm in zoals u wenst.
3. Druk op <Opslaan >.
Een alarm afzetten
1. Druk op <
OK> als het alarm klinkt om een alarm zonder
sluimerfunctie af te zetten.
2. Druk op <
Sluimer> of een willekeurige toets om een alarm met
sluimerfunctie af te zetten, en druk op een willekeurige toets
om het alarm gedurende de sluimerperiode uit te zetten.
Een alarm uitschakelen
1. Druk in de standby-stand op <Menu> → Alarm .
2. Selecteer het alarm dat u wilt uitschakelen en druk
op <
Opties> → Wissen.
Sti lle s tand
Houd [ ] ingedrukt in de standby-stand om alle geluiden
van de telefoon uit te schakelen. Houd deze toets opnieuw
ingedrukt om de stille stand af te sluiten.
T oe tse n v er-
gr end ele n
Houd [ ] ingedrukt in de standby-stand om de toetsen te
vergrendelen en te voorkomen dat u per ongeluk een toets
indrukt. Druk op de linker functietoets en vervolgens op [ ]
om de toetsvergrendeling weer op te heffen.
SOS-stand
Druk in de standby-stand viermaal op de beltoets om een SOS-
bericht te verzenden naar vooraf ingestelde nummers. Nadat het
SOS-bericht is verzonden, zal de telefoon in de SOS-stand blijven
en alleen oproepen ontvangen van de geregistreerde ontvangers.
Wanneer u een oproep ontvangt van de ontvangers van het SOS-
berich t, wordt de oproep automatisc h aangenom en. Druk o p [ ]
om de SOS-stand te beëindigen.
SIM-kaart
T oets
V oicem ailserve r
T oegang tot de
voicemailserver
(ingedrukt houden).
Het B130-model gebruikt een UART -poort om verbinding te
maken met een pc. Gebruik voor de verbinding met een pc een
goedgekeurde seriële UART -kabel.
●
Haal altijd de adapter uit de telefoon voordat u de batterij verwijdert.
Anders kan de telefoon worden beschadigd.
●
Als u de reisadapter aansluit, duurt het mogelijk 5 minuten voordat
de oplaadindicator verschijnt. De batterij wordt intussen echter wel
opgeladen.