141
NNaassllaagg--iinnffoorrmmaattiiee
140
NNaassllaagg--iinnffoorrmmaattiiee
Gebruiksomgeving
Houd u altijd aan de voorschriften voor mobiele
telefoons op plaatsen waar deze gelden. Zet uw
telefoon altijd uit op plaatsen waar het gebruik van
mobiele telefoons verboden is, of als dit storingen in
apparatuur kan veroorzaken of gevaar kan opleveren
(zoals in een ziekenhuis).
Wilt u de telefoon op een ander apparaat aansluiten,
kijk dan eerst in de gebruiksaanwijzing hoe het met
de veiligheidsvoorschriften zit. Sluit geen
incompatibele producten op elkaar aan.
Net als voor andere mobiele apparatuur die
radiosignalen uitzendt, geldt dat u deze telefoon voor
een juiste werking en uw persoonlijke veiligheid
alleen in de normale stand mag gebruiken (tegen uw
oor, waarbij de antenne over uw schouder wijst).
Elektronische apparatuur
De meeste moderne elektronische apparaten zijn
afgeschermd tegen radiofrequentie (RF) signalen. Het
kan echter voorkomen dat bepaalde elektronische
apparatuur niet afgeschermd is tegen de RF signalen
van uw mobiele telefoon. Neem in dat geval contact
op met de fabrikant voor een alternatieve oplossing.
Pacemakers
Om interferentie met de pacemaker te voorkomen,
adviseren fabrikanten van pacemakers tussen de
telefoon en de pacemaker een afstand van minimaal
15 cm aan te houden. Deze aanbeveling stemt
overeen met onafhankelijk onderzoek door en
aanbevelingen van Wireless Technology Research.
5. Maak geen aantekeningen en zoek geen
telefoonnummers op tijdens het rijden. Dit soort
activiteiten leiden ertoe dat u niet uw volle
aandacht bij het rijden en het verkeer kunt houden.
6. Gebruik uw telefoon in de auto alleen als dat echt
nodig is. Bel zo mogelijk alleen wanneer u stilstaat
of voordat u zich in het verkeer begeeft. Wilt u toch
iemand bellen tijdens het rijden, draai dan de
eerste twee cijfers, richt uw blik weer op de weg
en het verkeer, draai dan de volgende twee cijfers,
enzovoort.
7. Houd tijdens het rijden geen gesprekken die met
stress of emoties gepaard gaan. Maak de persoon
met wie u aan het telefoneren bent duidelijk dat u
op de weg zit en stel het gesprek uit tot een later
tijdstip.
8. Bel bij een brand, verkeersongeval of wanneer
dringend medische assistentie noodzakelijk is het
landelijke alarmnummer (voor Nederland: 112).
Meestal kunt u deze nummers gratis bellen.
9. Gebruik uw telefoon om anderen in noodsituaties
te helpen. Ziet u een ongeluk gebeuren, een overval
of een andere situatie waarbij levens in gevaar zijn,
bel dan het alarmnummer (112 of een ander
officieel alarmnummer).
10. In minder ernstige situaties, bijvoorbeeld een
ongeluk zonder lichamelijk letsel, kunt u de lokale
politie (0900-8844) en eventueel de wegenwacht
bellen.