20
AAaann ddee ssllaagg
21
AAaann ddee ssllaagg
Batterij opladen met de adapter
NB: Terwijl de batterij wordt opgeladen kunt u de
telefoon gewoon gebruiken. De batterij laadt
echter sneller op wanneer de telefoon is
uitgeschakeld.
1. Steek de aansluiting van de adapter in de
onderkant van de telefoon. De pijl op de adapter
moet in de richting van de telefoon wijzen.
2. Doe de stekker van de adapter in een normaal
stopcontact.
Tijdens het opladen van de batterij worden de
balkjes van het batterij symbool rechtsboven in
het hoofddisplay een voor een gevuld.
3. Als de batterij is opgeladen, haalt u de adapter
weer uit het stopcontact. Maak de adapter los van
de telefoon door de grijze knopjes aan de zijkant
van de connector in te drukken en de connector uit
de telefoon te trekken.
Batterij opladen met de batterij-oplader
1. Steek de aansluiting van de adapter in de
onderkant van de batterij-oplader.
2. Schuif de nokjes aan de onderkant van de batterij
in de uitsparingen van de batterij-oplader en duw
de batterij tegen de batterij-oplader aan tot deze op
zijn plaats klikt.
3. Doe de stekker van de adapter in een normaal
stopcontact.
Het lampje geeft aan de status van het opladen
van de batterij aan:
Rood: De batterij wordt opgeladen.
Groen: De batterij is volledig opgeladen.
Oranje: De batterij is niet juist in de oplader
geplaatst of de adapter is niet juist aangesloten.
Controleer dit.
4. Voordat u de batterij verwijdert, haalt u de adapter
van de oplader af of de stekker uit het stopcontact.
U kunt de batterij verwijderen door het knopje
boven de batterij ingedrukt te houden en de batterij
eraf te lichten.
Indicatie Batterij bijna leeg
Als de batterij bijna leeg is en u nog maar een paar
minuten kunt bellen, wordt u op diverse manieren
gewaarschuwd: in het display gaat het batterijsymbool
knipperen ( ), u hoort een waarschuwingssignaal
en in het display verschijnt regelmatig een melding.
Als de batterij zo leeg is dat de telefoon niet meer kan
werken, schakelt de telefoon automatisch uit.