9
Uit kas:
[UIT KAS] wordt gebruikt als er geld uit de kassa wordt gehaald. Dit gebeurt meestal als een leverancier direct
betaald moet worden, of als er bepaalde artikelen voor de zaak gekocht moeten worden (nieuwe lamp).
Gebruiken van [UIT KAS]: [UIT KAS], voer bedrag in, voer wijze van betalen in, [UIT KAS]
Afrekenen:
Afrekenen is mogelijk met de toetsen [CONTANT], [PIN], [OP REK.]. Tevens is wisselgeldberekening mogelijk en
uitbetaling van een cheque voor kontant geld. Ook het op verschillende manieren betalen van het totaal bedrag is
mogelijk (gescheiden betalen). Bijv. een gedeelte kontant en een gedeelte met de pin.
Directe betaling met [CONTANT]: Registreer alle artikelen en druk op [CONTANT]
Directe betaling met [PIN]: Registreer alle artikelen en druk op [PIN]
Directe betaling met [OP REK.]: Registreer alle artikelen en druk op [OP REK.]
Wisselgeld berekenen met [CONTANT]: Registreer alle artikelen, [SUB TTL], voer bedrag in waarmee de
klant betaald, [CONTANT]
Wisselgeld berekenen met [PIN]: Registreer alle artikelen, [SUB TTL], voer bedrag in waarmee de
klant betaald, [PIN]
Wisselgeld berekenen met [OP REK.]: Registreer alle artikelen, [SUB TTL], voer bedrag in waarmee de
klant betaald, [OP REK.]
Extra pinnen: Voer bedrag in en druk op [PIN CONTANT]
Gescheiden betalen: Registreer alle artikelen, voer bedrag in waarmee de klant
gedeeltelijk wil betalen en reken af met de afrekentoets, voer
bedrag in waarmee de klant het restbedrag wil betalen en reken af
met de afrekentoets.
Wisselkoersen:
Het is mogelijk om het totaal bedrag om te rekenen naar een andere valuta (bijv. Amerikaanse Dollars). Het
wisselgeld wordt wel weer omgerekend naar Euro’s.
Gebruiken van [KOERS]: Registreer alle artikelen, [KOERS], voer bedrag in en reken af
Tafels:
De volgende toetsen zijn van belang wanneer u gebruik maakt van tafels:
[OPEN] (toetscode 48; voor het openen van een tafelnummer)
[SLUIT] (toetscode 93; voor het sluiten van het tafelnummer)
[NOTA] (toetscode 86; voor het printen van de tafelnota)
Eventueel kunt u ook nog gebruik maken van de volgende toetsen:
[TAFEL#] (toetscode 94; om een specifiek tafelnummer aan te geven)
[KLANTEN] (toetscode 61; om het aantal klanten per tafel in te voeren)
U kunt bijvoorbeeld als volgt registreren:
[1] [OPEN]
Artikelen registreren
[SLUIT]
Een complete nota printen gaat als volgt:
[1] [OPEN] [NOTA]
Afrekenen (met [CONTANT] gaat als volgt:
[1] [OPEN] [CONTANT]
Overboeken van een tafel gaat als volgt (programmeer ook systeemoptie 30):
[1][0][0] [SUB TTL] (oude tafelnummer) [OPEN] (nieuwe tafelnummer) [OPEN]
Stel dat een bepaalde klant een vast klantnummer (125) heeft, aan een bepaalde tafel (12) gaat eten met een
bepaald aantal personen (6); dan kunt u dat als volgt registreren:
[1][2][5] [OPEN]
[1][2] [TAFEL#]
[6] [KLANTEN]
Artikelen registreren
[SLUIT]
Met [1][2][5] [OPEN] kunt u later de rekening van de klant weer openen.