Index ................................................................................. 94
Uitpakken
………………………………………………… 12
Onderdelen en functies
………………………………… 13
De batterij en geheugenkaart plaatsen
……………… 15
De batterij opladen en de camera inschakelen
……… 16
De batterij opladen
……………………………………… 16
De camera inschakelen
………………………………… 17
Uitleg over de pictogrammen
………………………… 18
Opties selecteren
………………………………………… 19
Display en geluid instellen
……………………………… 21
Het displaytype wijzigen
………………………………… 21
Het geluid instellen
……………………………………… 21
Foto's maken
…………………………………………… 22
Zoomen
………………………………………………… 23
Tips om betere foto's te maken
……………………… 24
Basisfuncties
Hier vindt u informatie over de indeling van de camera en
basisfuncties voor het maken van opnamen.
Basisfuncties
12
Uitpakken
Controleer of de doos de volgende artikelen bevat:
CameraOplaadbare batterijPolslusCd-rom met
gebruiksaanwijzing
Snelstartgids
De afbeelding kan afwijken van de werkelijke
artikelen.
Als optie verkrijgbare accessoires
Camera-etuiGeheugenkaart
(microSD™)
USB-verlengkabel
AC-adapterA/V-kabelBatterijoplader
Basisfuncties
13
Onderdelen en functies
Maak u vertrouwd met de diverse onderdelen en functies van de camera voordat u begint.
Ontspanknop
Power-knop
AF-hulplampje/timerlampje
Flitser
Luidspreker
Microfoon
Lens
Smart-knop
Instellen op Smartmodus (, )
Zoomknop
•In- en uitzoomen in de opnamemodus
•Inzoomen op een deel van een foto of
bestanden als miniaturen bekijken in de
weergavemodus
•Volume regelen in de weergavemodus
Batterijklep
Plaatsing van batterij en geheugenkaart
Statiefbevestigingspunt
USB Vergrendeling
Ingebouwde USB-stekker
Basisfuncties
14
Onderdelen en functies
Modus-knop: De lijst met opnamemodi openen.
PictogramModusBeschrijving
Smart Auto
Een foto maken door de camera een geschikte
modus voor de scène te laten selecteren
Programma
Een foto maken met instelling van opties
DIS
Een foto maken met opties die geschikt zijn om
bewegingsonscherpte te voorkomen
Scène
Een foto maken met vooraf ingestelde opties voor
een specifieke scène
Film
Een video opnemen
KnopBeschrijving
Naar opties of menu's
Navigatie
In de opnamemodusBij instellen
Weergaveoptie wijzigenOmhoog
Macro-optie wijzigenOmlaag
Flitseroptie wijzigenNaar links
Timeroptie wijzigenNaar rechts
Gemarkeerde optie of menu bevestigen
Afspelen
Naar de weergavemodus
Functie
•Toegang tot opties in de opnamemodus
•Bestanden verwijderen in de weergavemodus
Statuslampje
•Knippert: Bij opslaan van een foto of
video, uitlezen door een computer of
printer of bij een onscherp onderwerp
•Brandt: Bij aansluiting op een
computer of wanneer de camera is
scherpgesteld
1
2
Hoofdscherm
Audiovisuele poort
geschikt voor A/V
kabel
Basisfuncties
15
De batterij en geheugenkaart plaatsen
Hier vindt u informatie over het in de camera plaatsen van de batterij en van een optionele geheugenkaart.
De batterij en geheugenkaart verwijderen
Duw voorzichtig tegen de
kaart totdat deze uit de
camera loskomt en trek
de kaart vervolgens uit de
sleuf.
Druk op de vergrendeling
om de batterij los te
maken.
•Het interne geheugen kan worden gebruikt als tijdelijk opslagmedium
als er geen geheugenkaart is geplaatst.
•Plaats een geheugenkaart in de juiste richting. Als u een
geheugenkaart in de verkeerde richting plaatst, kan dit uw camera en
geheugenkaart beschadigen.
Geheugenkaart
Batterij
Batterijvergrendeling
Plaats de geheugenkaart
met de goudkleurige
contactpunten omhoog
gericht.
Plaats de batterij met het
Samsung-logo omlaag gericht.
Basisfuncties
16
De batterij opladen en de camera inschakelen
Opladen met behulp van de USB-verlengkabel
Sluit de USB-extensiekabel aan op de ingebouwde USB-stekker
en sluit het andere uiteinde van de connector aan op de USB-
poort van de computer.
•Het wordt aanbevolen een USB-extensiekabel te gebruiken.
Dit is een optioneel onderdeel, afhankelijk van de USB-
verbindingsomgeving.
•Wanneer u de batterij oplaadt door de USB-extensiekabel op de
computer aan te sluiten, kan het opladen langer duren.
De batterij opladen
Zorg ervoor dat u de batterij oplaadt voordat u de camera
gebruikt.
Opladen via de ingebouwde USB-stekker
Duw, om de ingebouwde
USB-stekker te openen, de
USB-vergrendeilng onderaan
de camera in de richting van
de pijl.
Sluit de ingebouwde USB-
stekker aan op de USB-poort
van de PC.
Indicatielampje
•Rood: bezig met opladen
•Uit: volledig opgeladen
Basisfuncties
17
De batterij opladen en de camera inschakelen
Opladen met behulp van de stroomadapter
Plaats de USB-extensiekabel in de ingebouwde USB-stekker
van de camera. Sluit het andere uiteinde van de kabel aan op de
stroomadapter en sluit deze aan op het stopcontact.
Het wordt aanbevolen een stroomadapter te gebruiken. Dit is een optioneel
onderdeel, afhankelijk van de USB-verbindingsomgeving.
De camera inschakelen
Druk op [POWER] om de camera in of uit te schakelen.
De camera inschakelen in de weergavemodus
Druk op []. De camera wordt ingeschakeld en gaat direct naar
de weergavemodus.
Als u uw camera inschakelt door [] ongeveer 5 seconden ingedrukt te
houden, geeft de camera geen enkel camerageluid.
Basisfuncties
18
Uitleg over de pictogrammen
Welke pictogrammen worden weergegeven, is afhankelijk van de geselecteerde modus of de ingestelde opties.
C. Pictogrammen links
PictogramBeschrijving
Diafragma en sluitertijd
Lange sluitertijd
Belichtingswaarde
Witbalans
Gezichttint
Gezicht retoucheren
ISO-waarde
Fotostijl
Beeldaanpassing
(scherpte, contrast, kleurverzadiging)
Geluid uit
Type serieopname
PictogramBeschrijving
Autofocuskader
Bewegingsonscherpte
Zoomverhouding
Huidige datum en tijd
B. Pictogrammen rechts
PictogramBeschrijving
Fotoresolutie
Videoresolutie
Framesnelheid
Fotokwaliteit
Lichtmeting
Flitsoptie
Zelfontspannerinstelling
Autofocusinstelling
Gezichtsdetectie
Videostabilisator
A. Informatie
PictogramBeschrijving
Geselecteerde opnamemodus
Resterend aantal foto's
Beschikbare opnametijd
Interne geheugen
Geheugenkaart geplaatst
• : Volledig opgeladen
•
: Deels opgeladen
•
(Rood): Opladen
noodzakelijk
Spraakmemo
A
B
C
Basisfuncties
19
Opties selecteren
U kunt opties selecteren door te drukken op [] en door gebruik te maken van de navigatieknoppen ([], [], [], []).
U kunt de opnameopties ook openen door op [] te drukken, maar dan zijn sommige opties niet beschikbaar.
Teruggaan naar het vorige menu
Druk op [] om naar het vorige menu terug te gaan.
Druk op de [Ontspanknop] om naar de opnamemodus terug te gaan.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Gebruik de navigatieknoppen om naar een optie of
menu te scrollen.
•Druk op [] of [] om naar links of rechts te gaan.
•Druk op [
] of [] om omhoog of omlaag te gaan.
EV
TerugVerpl.
3
Druk op [] om de gemarkeerde keuze te bevestigen.
Basisfuncties
20
Opties selecteren
5
Druk op [] of [] om naar Witbalans te bladeren
en druk vervolgens op [
] of [].
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Gezichtsdetectie
Scherpstelgebied
Afsl.Terug
6
Druk op [] of [] om naar een witbalansoptie te
bladeren.
Daglicht
TerugVerpl.
7
Druk op [].
Voorbeeld: in de P-modus de witbalans selecteren
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Druk op [] of [] om naar Programma te bladeren
en druk vervolgens op [
].
Smart Auto
Programma
DIS
Scène
Film
In deze modus kunt u direct versch.
opnamefuncties instellen.
3
Druk op [].
Opname
Geluid
Display
Instellingen
Fotoformaat
Kwalit.
EV
ISO
Witbalans
Gezichtsdetectie
Scherpstelgebied
Afsl.
Wijzigen
4
Druk op [] of [] om naar Opname te bladeren en
druk vervolgens op [
] of [].
Basisfuncties
21
Display en geluid instellen
Hier vindt u informatie over hoe u de basisinstellingen van het display en het geluid naar wens kunt aanpassen.
Het geluid instellen
Hiermee stelt u in of de camera een bepaald geluid laat klinken
wanneer u de camera bedient.
1
Druk in de opname- of weergavemodus op [].
2
Selecteer Geluid→Piepjes→ een optie.
OptieBeschrijving
Uit
De camera laat geen geluid klinken.
1/2/3
De camera laat een geluid klinken.
Het displaytype wijzigen
U kunt een weergavestijl voor de opname- of afspeelmodus
selecteren.
Druk meerdere keren op [] om een displaytype te
wijzigen.
Alle informatie over het
opnemen tonen.
ModusBeschrijving
Opname
•Alle opname-informatie weergeven
•Opname-informatie verbergen, behalve het aantal
resterende foto's (of de resterende opnametijd) en
het batterijpictogram
Afspelen
•Informatie over de huidige foto weergeven
•Informatie over de huidige foto verbergen
•Informatie over het huidige bestand weergeven,
behalve de opname-instellingen en de
opnamedatum
Basisfuncties
22
Foto's maken
Hier vindt u informatie over basishandelingen om in de Programmamodus eenvoudig en snel foto's te maken.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Druk op [] of [] om naar Programma te bladeren
en druk vervolgens op [
].
Smart Auto
Programma
DIS
Scène
Film
In deze modus kunt u direct versch.
opnamefuncties instellen.
3
Kadreer het onderwerp.
4
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
•Een groen kader betekent dat het onderwerp scherp in beeld
is.
5
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Zie pagina 24 voor tips om betere foto's te maken.
Basisfuncties
23
Foto's maken
Digitale zoom
Als de zoomindicator zich in het digitale bereik bevindt, gebruikt
de camera de digitale zoomfunctie. De beeldkwaliteit kan bij het
gebruik van digitale zoom achteruitgaan.
Optisch bereik
Digitaal bereik
Zoomindicator
•De digitale zoomfunctie is niet beschikbaar bij het gebruik van de
modi , , (in bepaalde scènes), en en in
combinatie met Gezichtsdetectie.
•Bij gebruik van de digitale zoomfunctie kan het langer duren voordat
een foto is opgeslagen.
Zoomen
U kunt close-upfoto's maken door in te zoomen. De camera heeft
4X optische zoom en 5X digitale zoom. Door beide te gebruiken,
kunt u tot 20 keer inzoomen.
Draai de [Zoomknop] naar rechts om op het onderwerp in te
zoomen. Draai de [Zoomknop] naar links om uit te zoomen.
InzoomenUitzoomen
Zoomverhouding
Basisfuncties
24
Tips om betere foto's te maken
De camera op de juiste manier vasthouden
Controleer of er niets
voor de lens zit.
De ontspanknop half indrukken
Druk [Ontspanknop] half in en pas de
scherpstelling aan. De scherpstelling
en belichting worden automatisch
aangepast.
Diafragma en sluitertijd worden
automatisch ingesteld.
Scherpstelkader
•Druk op [Ontspanknop] om een
foto te maken als het kader groen is.
•Pas het kader aan en druk
[Ontspanknop] nogmaals half in als
het kader rood is.
Bewegingsonscherpte voorkomen
•Selecteer de modus om
bewegingsonscherpte digitaal te verminderen.
(pag. 31)
Als wordt weergegeven
Bewegingsonscherpte
Zorg dat bij opnamen in het donker de flitser niet op Langz sync of
Uit staat ingesteld. Het diafragma blijft dan langer open, waardoor
het moeilijker is om de camera stil te houden.
•Gebruik een statief of stel de flitser in op Invulflits. (pag. 39)
•Pas de ISO-waarde aan. (pag. 40)
Basisfuncties
25
Voorkomen dat het onderwerp niet scherp is
In de volgende gevallen kan het moeilijk zijn om op het onderwerp
scherp te stellen:
-
er is weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond
(wanneer het onderwerp kleding draagt in dezelfde kleur als de
achtergrond)
-de lichtbron achter het onderwerp is te fel
-het onderwerp glanst
-het onderwerp heeft horizontale patronen, zoals jaloezieën
-het onderwerp bevindt zich niet in het midden van het beeld
Gebruik de scherpstelvergrendeling
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen. Wanneer
het onderwerp scherp in beeld is, kunt u het kader
verschuiven om de compositie aan te passen. Druk wanneer
u klaar bent op [Ontspanknop] om een foto te maken.
•Wanneer u foto's maakt bij weinig licht
Schakel de flitser in.
(pag. 39)
•Wanneer onderwerpen snel bewegen
Gebruik de functie
Continu of Bew.
detectie. (pag. 50)
Opnamemodi
…………………………………………… 27
De Smart Auto-modus gebruiken
……………………… 27
De Scènemodus gebruiken
…………………………… 28
De Beautyshot-modus gebruiken
……………………… 29
De kadergids gebruiken
………………………………… 30
De Nachtmodus gebruiken
…………………………… 30
De DIS-modus gebruiken
……………………………… 31
De Programmamodus gebruiken
……………………… 32
Een video opnemen
…………………………………… 32
Spraakmemo's opnemen
……………………………… 34
Een spraakmemo opnemen
…………………………… 34
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
…………… 34
Geavanceerde functies
Hier vindt u informatie over hoe u foto's maakt door een modus te
selecteren en hoe u video's of spraakmemo's opneemt.
Geavanceerde functies
27
Opnamemodi
Maak foto's en video's door de beste opnamemodus voor de omstandigheden te selecteren.
PictogramBeschrijving
Verschijnt bij nachtfoto's van landschappen. Alleen
beschikbaar wanneer de flitser uitstaat.
Verschijnt bij nachtelijke portretfoto's.
Verschijnt bij foto's van landschappen met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's met tegenlicht.
Verschijnt bij portretfoto's.
Verschijnt bij close-upfoto's van objecten.
Verschijnt bij close-upfoto's van tekst.
Verschijnt bij foto's van zonsondergangen.
Verschijnt bij foto's van heldere luchten.
Verschijnt bij foto's van beboste gebieden.
Verschijnt bij close-upfoto's van kleurrijke
onderwerpen.
Verschijnt bij close-upfoto's van mensen.
Verschijnt wanneer camera en onderwerp een tijdje
stabiel zijn. Dit is alleen beschikbaar als u foto’s in
het donker maakt.
Verschijnt bij foto's van actief bewegende
onderwerpen.
De Smart Auto-modus gebruiken
In deze modus kiest de camera automatisch camera-instellingen
die bij het gedetecteerde type scène passen. Dit is handig als
u niet bekend bent met de camera-instellingen voor de diverse
scènes.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Smart Auto.
3
Kadreer het onderwerp.
•De camera selecteert automatisch een scène. Het pictogram
voor de desbetreffende modus wordt linksboven in het
scherm weergegeven.
PictogramBeschrijving
Verschijnt bij foto's van landschappen.
Verschijnt bij foto's met een heldere witte
achtergrond.
Geavanceerde functies
28
Opnamemodi
De Scènemodus gebruiken
Maak een foto met vooraf ingestelde opties voor een specifieke
scène.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Scène→ een scène.
Beautyshot
Kaderlijnen
Nacht
Portret
Kinderen
Landschap
Close-up
Deze modus is geschikt om portretfoto's
te maken
•Als u de scènemodus wilt wijzigen, drukt u op [] en
selecteert u Scène→ een scène.
•Voor de Beautyshotmodus, zie “De Beautyshot-modus
gebruiken” op bladzijde 29.
•Voor de Kadergidsmodus, zie “De kadergids gebruiken" op
pagina 30.
•Voor de Nachtmodus, zie “De Nachtmodus gebruiken ” op
pagina 30.
3
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
4
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
4
Druk [Ontspanknop] half in om scherp te stellen.
5
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
•Als de camera geen scènemodus herkent, wordt weergegeven
en worden de standaardinstellingen gebruikt.
•Ook als er een gezicht wordt gedetecteerd, is het mogelijk dat de
camera geen portretmodus selecteert. Dit hangt af van de positie van
het onderwerp en de lichtval.
•Door verscheidene opnameomstandigheden kan het gebeuren dat
de camera de juiste scène niet kan selecteren, bijvoorbeeld door het
trillen van de camera, de lichtval en de afstand tot het onderwerp.
•Zelfs als u een statief gebruikt, wordt de modus
mogelijk niet
herkend, afhankelijk van de bewegingen van het onderwerp.
Geavanceerde functies
29
Opnamemodi
6
Selecteer Opname→Gezichtretouch.→ een optie.
•Selecteer een hogere instelling om een groter aantal
onvolkomenheden te verbergen.
Niveau 3
TerugVerpl.
7
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
8
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
De scherpstelafstand wordt op Auto macro ingesteld.
De Beautyshot-modus gebruiken
Een foto van iemand nemen met opties om onvolkomenheden in
het gezicht te verbergen.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Scène→Beautyshot.
3
Als u de huidtint van het onderwerp lichter wilt laten
lijken (alleen het gezicht), drukt u op [
].
4
Selecteer Opname→Gezichtstint→ een optie.
•Selecteer een hogere instelling om de huidtint lichter te laten
lijken.
Niveau 2
TerugVerpl.
5
Druk op [] om onvolkomenheden in het gezicht te
verbergen.
Geavanceerde functies
30
Opnamemodi
De Nachtmodus gebruiken
Gebruik de Nachtmodus om een foto te nemen met opties voor
nachtelijke opnamen. Gebruik een statief om te voorkomen dat
de camera beweegt.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Scène→Nacht.
3
Kadreer het onderwerp en druk de [Ontspanknop] half
in om scherp te stellen.
4
Druk de [Ontspanknop] volledig in om een foto te
maken.
De belichting in de Nachtmodus aanpassen
In de Nachtmodus kunt u door een langere belichtingstijd te
gebruiken korte lichtflitsen als gebogen strepen vastleggen.
Gebruik een lange sluitertijd om de sluiter lang open te laten
staan. Gebruik een hogere diafragmawaarde om overbelichting
te voorkomen.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Scène→Nacht.
3
Druk op [].
4
Selecteer Opname→Lange sluitert..
De kadergids gebruiken
Wanneer u iemand anders een foto van u wilt laten maken, kunt u
deze in scène zetten met behulp van de kadergids. De kadergids
helpt degene die een foto van u maakt door het gedeelte van de
vooraf gekadreerde scène te laten zien.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Scène→Kaderlijnen.
3
Kadreer het onderwerp en druk op [Ontspanknop].
•Aan de linker- en rechterkant van het beeld verschijnen
doorzichtige lijnen.
Kader annuleren: OK
4
Vraag een andere persoon om een foto te maken.
•Deze persoon kan het onderwerp kadreren met behulp van de
kaderlijnen en vervolgens op [Ontspanknop] drukken om de
foto te maken.
5
Druk op [] om de kadergids op te heffen.
Geavanceerde functies
31
Opnamemodi
De DIS-modus gebruiken
Voorkom vage foto's als gevolg van bewegingsonscherpte met
de functies voor Digitale beeldstabilisatie (DIS).
Vóór correctieNa correctie
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer DIS.
3
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
4
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
•De digitale zoomfunctie werkt in deze modus niet.
•Als het onderwerp snel beweegt, kan de foto onscherp worden.
•De DIS-functie werkt mogelijk niet op een plek met belichting die
helderder is dan een tl-lamp.
5
Selecteer de diafragmawaarde of sluitersnelheid.
Diafragmawaarde
Sluitertijd
Diafragma
Auto
Auto
TerugVerpl.
6
Selecteer een optie.
•Als u Auto selecteert, worden diafragma en sluitertijd
automatisch aangepast.
7
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
8
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's onscherp worden.
Geavanceerde functies
32
Opnamemodi
Een video opnemen
Neem video's van maximaal 2 uur op.
De video wordt als een MJPEG-bestand opgeslagen.
•Sommige geheugenkaarten ondersteunen mogelijk geen opname
met High Definition-kwaliteit. Stel in dit geval een lagere resolutie in.
(pag. 36)
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Film.
3
Druk op [].
4
Selecteer Film→Framesnelheid→ een framesnelheid
(het aantal frames per seconde).
•Bij een hoger aantal frames doet de actie natuurlijker aan,
maar wordt het bestand ook groter.
De Programmamodus gebruiken
In de Programmamodus kunt u diverse opties instellen (met
uitzondering van de sluitertijd en diafragmawaarde).
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Programma.
3
Stel opties in. (Voor een lijst met opties, zie
“Opnameopties”.)
4
Kadreer het onderwerp en druk [Ontspanknop] half in
om scherp te stellen.
5
Druk [Ontspanknop] volledig in om een foto te maken.
Geavanceerde functies
33
Opnamemodi
Het opnemen onderbreken
U kunt tijdens het opnemen van een video de opname tijdelijk
onderbreken. Met deze functie kunt u uw favoriete scènes in één
video opnemen.
Druk op [
]
om tijdens het opnemen te pauzeren.
Druk nogmaals om de opname te hervatten.
StopPauze
5
Druk op [].
6
Selecteer Film→Spraak→ een geluidsoptie.
OptieBeschrijving
Aan: een video met geluid opnemen.
Uit : een video zonder geluid opnemen.
Zoom gedempt : Tijdens in-/uitzoomen wordt de
geluidsopname onderbroken.
7
Druk op [].
8
Selecteer Film→Stabilisator→ een stabilisatoroptie.
OptieBeschrijving
Uit: een video opnemen met de beeldstabilisatiefunctie
uitgeschakeld.
Aan: een video opnemen met de beeldstabilisatiefunctie
ingeschakeld, om onscherpe beelden te voorkomen.
9
Stel naar wens andere opties in.
(Voor een lijst met opties, zie “Opnameopties”.)
10
Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten.
11
Druk nogmaals op [Ontspanknop] om de opname te
stoppen.
Geavanceerde functies
34
Spraakmemo's opnemen
Hier vindt u informatie over hoe u een spraakmemo opneemt die u op elk gewenst moment kunt afspelen. U kunt een spraakmemo aan
een foto toevoegen als een korte herinnering aan de opnameomstandigheden.
U bereikt de beste geluidskwaliteit als u op 25 cm afstand van de camera opneemt.
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→Spraak→Memo.
3
Kadreer het onderwerp en maak een foto.
•Direct nadat de foto is gemaakt, begint u met het opnemen
van een spraakmemo.
4
Neem een korte spraakmemo op (maximaal
10 seconden).
•Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo
te stoppen.
Een spraakmemo opnemen
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→Spraak→Opname.
3
Druk op [Ontspanknop] om de opname te starten.
•U kunt spraakmemo's van maximaal 10 uur opnemen.
•Druk op [
] als u de opname wilt onderbreken of hervatten.
StopPauze
4
Druk op [Ontspanknop] om de opname te stoppen.
•Druk nogmaals op de [Ontspanknop] om een nieuwe
spraakmemo op te nemen.
5
Druk op [] om naar de opnamemodus te gaan.
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
…… 36
De resolutie selecteren
……………………… 36
De beeldkwaliteit selecteren
………………… 36
De timer gebruiken
………………………… 37
Opnamen in het donker maken
………… 39
Rode ogen voorkomen
……………………… 39
De flitser gebruiken
…………………………… 39
De ISO-waarde aanpassen
………………… 40
De scherpstelling aanpassen
…………… 41
Macro gebruiken
…………………………… 41
Autofocus gebruiken
………………………… 41
Meebewegende autofocus gebruiken
……… 42
Het scherpstelgebied aanpassen
…………… 43
Gezichtsdetectie gebruiken
……………… 44
Gezichten detecteren
………………………… 44
Een zelfportret maken
……………………… 45
Een foto van een lachend gezicht maken
…… 45
Knipperende ogen detecteren
……………… 46
Helderheid en kleur aanpassen
…………… 47
De belichting handmatig aanpassen (EV)
…… 47
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
………… 47
De lichtmeetmethode wijzigen
……………… 48
Een lichtbron selecteren (Witbalans)
………… 48
Serieopname
……………………………… 50
Uw foto's mooier maken
………………… 51
Fotostijlen toepassen
………………………… 51
Uw foto's aanpassen
………………………… 52
Opnameopties
Hier vindt u informatie over de instellingen waarvoor u in de opnamemodus kunt kiezen.
Opnameopties
36
Resolutie en beeldkwaliteit selecteren
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de beeldresolutie en -kwaliteit kunt aanpassen.
Bij het maken van een video:
1
Druk in de -modus op [].
2
Selecteer Film→Filmformaat→ een optie.
OptieBeschrijving
640 X 480: Weergeven op een algemene tv.
320 X 240: Op een webpagina plaatsen.
De beeldkwaliteit selecteren
De foto's die u maakt, worden gecomprimeerd en in JPEG-
indeling opgeslagen. Een hogere kwaliteit resulteert in grotere
bestanden.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→Kwalit.→ een optie.
OptieBeschrijving
Superhoog
Hoog
Normaal
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
De resolutie selecteren
Als u de resolutie verhoogt, zullen de foto's en video's meer pixels
bevatten en daardoor groter worden afgedrukt en weergegeven.
Bij een hoge resolutie neemt ook de bestandsgrootte toe.
Bij het maken van een foto:
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→Fotoformaat→ een optie.
OptieBeschrijving
4000 X 3000: Afdrukken op A1-formaat.
3984 X 2656: Afdrukken op A2-formaat in brede
verhouding (3:2).
3968 X 2232: Afdrukken op A2-formaat in
panoramaverhouding (16:9) of weergeven op een HDTV.
3264 X 2448: Afdrukken op A3-formaat.
2592 X 1944: Afdrukken op A4-formaat.
2048 X 1536: Afdrukken op A5-formaat.
1024 X 768: Voor e-mailbijlagen.
Opnameopties
37
De timer gebruiken
Hier vindt u informatie over hoe u de timer instelt om de opname met een vertraging te maken.
3
Druk op [Ontspanknop] om de timer te starten.
•Het AF-hulplampje/timerlampje gaat knipperen en de camera
maakt na de ingestelde tijdsduur automatisch een foto.
•Druk op [] om de timer te annuleren.
•Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectie-optie is de timer
niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar.
1
Druk in de opnamemodus op [].
Uit
2
Selecteer een optie.
OptieBeschrijving
Uit: De timer is uitgeschakeld.
10 sec: Over 10 seconden een foto maken.
2 sec: Over 2 seconden een foto maken.
Dubbel: Over 10 seconden een foto maken en twee
seconden later nog een.
Bewegingstimer: Detecteert uw beweging en maakt
dan een foto. (pag. 38)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
Opnameopties
38
De timer gebruiken
6
Poseer voor de foto terwijl het AF-hulplampje/
timerlampje knippert.
•Vlak voordat de camera een foto maakt, stopt het AF-
hulplampje/timerlampje met knipperen.
De bewegingstimer werkt mogelijk niet in de volgende omstandigheden:
•u bevindt zich op meer dan 3 m afstand van de camera
•uw bewegingen zijn niet opvallend genoeg
•er is te veel licht of tegenlicht
De bewegingstimer gebruiken
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer .
3
Druk op [Ontspanknop].
4
Zorg dat u binnen 6 seconden nadat u op
[Ontspanknop] hebt gedrukt voor de camera staat, op
maximaal 3 m afstand.
5
Maak een beweging, zoals een armzwaai, om de timer
te activeren.
•Wanneer de camera u detecteert, begint het AF-hulplampje/
timerlampje snel te knipperen.
Het detectiebereik van de
bewegingstimer
Opnameopties
39
Opnamen in het donker maken
Hier vindt u informatie over hoe u 's nachts of bij weinig licht foto's kunt maken.
De flitser gebruiken
Gebruik de flitser wanneer u foto's in het donker maakt of
wanneer u meer licht in de foto's wilt hebben.
1
Druk in de opnamemodus op [].
Auto
2
Selecteer een optie.
OptieBeschrijving
Uit:
•De flitser gaat niet af.
•De waarschuwing voor bewegingsonscherpte
(
) wordt weergegeven wanneer u bij weinig licht
opnamen maakt.
Auto: De camera selecteert een geschikte flitsinstelling
voor de gedetecteerde scène in de modus
.
Rode ogen voorkomen
Als u in het donker een foto van iemand maakt met gebruik van
de flitser, kan er een rode gloed in de ogen van het onderwerp
verschijnen. U kunt dit voorkomen door Rode ogen of Anti-
rode ogen te selecteren. Voor de flitseropties, zie “De flitser
gebruiken”.
Opnameopties
40
Opnamen in het donker maken
•Als u opties voor serie-opname instelt of Knipperen selecteert, zijn
er geen flitseropties beschikbaar.
•Zorg dat uw onderwerp zich binnen de aanbevolen afstand van de
flitser bevindt. (pag. 89)
•Als er licht wordt gereflecteerd of er te veel stof in de lucht is, kunnen
er kleine spikkels op de foto zichtbaar zijn.
De ISO-waarde aanpassen
De ISO-waarde is een eenheid voor de mate waarin film gevoelig
is voor licht, zoals gedefinieerd door de International Organisation
for Standardisation (ISO). Hoe hoger de ISO-waarde, des te
gevoeliger wordt de camera voor licht. Met een hogere ISO-
waarde kunt u gemakkelijker foto's zonder flits maken.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→ISO→ een optie.
•Selecteer om een geschikte ISO-waarde te gebruiken op
basis van de helderheid van het onderwerp en de lichtval.
•Hoe hoger de ISO-waarde, des te meer beeldruis kan er optreden.
•Wanneer Bewegingsopname is ingesteld, wordt de ISO-waarde
ingesteld op Auto.
OptieBeschrijving
Anti-rode ogen*:
•De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de
achtergrond donker is.
•De camera corrigeert rode ogen door middel van
geavanceerde softwarematige analyse van de opname.
Langz sync:
•De flitser gaat af en de sluiter blijft langer open.
•Selecteer deze optie wanneer u het omgevingslicht wilt
gebruiken om meer details in de achtergrond zichtbaar
te maken.
•Gebruik een statief om te voorkomen dat de foto's
onscherp worden.
Invulflits:
•De flitser gaat altijd af.
•De lichtintensiteit wordt automatisch bijgesteld.
Rode ogen*:
•De flitser gaat af wanneer het onderwerp of de
achtergrond donker is.
•De camera gaat rode ogen tegen.
Auto: De flitser gaat automatisch af wanneer het
onderwerp of de achtergrond donker is.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
* Er zit een korte tijd tussen twee flitsen. Beweeg de camera niet totdat
de tweede flits is afgegaan.
Opnameopties
41
De scherpstelling aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u de manier waarop de camera scherpstelt voor diverse onderwerpen kunt aanpassen.
Autofocus gebruiken
Om scherpe foto's te maken, selecteert u de scherpsteloptie die
bij de afstand tot het onderwerp past.
1
Druk in de opnamemodus op [].
Normaal (AF)
2
Selecteer een optie.
OptieBeschrijving
Normaal (AF): Scherpstellen op een onderwerp op
meer dan 80 cm afstand (meer dan 1 m bij het gebruik
van de zoomfunctie).
Macro: Scherpstellen op een onderwerp op 12-80 cm
afstand (0,7-1 m bij het gebruik van de zoomfunctie).
Auto macro: Scherpstellen op een onderwerp op meer
dan 12 cm afstand (meer dan 0,7 m bij het gebruik van
de zoomfunctie).
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
Macro gebruiken
Gebruik macro om close-upfoto's te maken van onderwerpen
zoals bloemen en insecten. Voor de macro-opties, zie “Autofocus
gebruiken”.
•Probeer de camera heel stil te houden, om te voorkomen dat de
foto's onscherp worden.
•Schakel de flitser uit als de afstand tot het onderwerp minder dan
40 cm bedraagt.
Opnameopties
42
De scherpstelling aanpassen
•Het volgen van een onderwerp kan in de volgende gevallen
mislukken:
-het onderwerp is te klein of verplaatst zich vaak
-er is sprake van tegenlicht of u maakt foto's op een donkere plaats
-kleuren of patronen van het onderwerp komen met de achtergrond
overeen
-de camera trilt enorm
In deze gevallen ziet het scherpstelkader eruit als een kader met
één witte lijn.
•Als de camera het onderwerp niet volgt, moet u het te volgen
onderwerp opnieuw selecteren.
•Als de camera er niet in slaagt om scherp te stellen, wordt het
scherpstelkader een kader met één rode lijn.
•Als u deze functie niet kunt gebruiken, is het niet mogelijk om de
opties voor gezichtsdetectie en fotostijlen in te stellen.
Meebewegende autofocus gebruiken
Met Tracking AF kunt u het onderwerp volgen en automatisch
scherp in beeld houden, ook wanneer u beweegt.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→Scherpstelgebied→Tracking AF.
3
Stel scherp op het onderwerp dat u wilt volgen en druk
op [
].
•Er verschijnt een scherpstelkader rond het onderwerp dat het
onderwerp volgt als u de camera beweegt.
Tracking AF
•Een wit kader betekent dat de camera het onderwerp volgt.
•Een groen kader wanneer u de [Ontspanknop] half indrukt,
betekent dat het onderwerp scherp in beeld is.
Opnameopties
43
De scherpstelling aanpassen
Het scherpstelgebied aanpassen
U kunt betere foto's krijgen door een scherpstelgebied te kiezen
op basis van de locatie van het onderwerp in de scène.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→Scherpstelgebied→ een optie.
OptieBeschrijving
Centrum AF: Scherpstelling op het midden (geschikt
voor onderwerpen in het midden van het beeld).
Multi AF: Scherpstelling op een of meer van de
9 mogelijke gebieden.
Tracking AF: Stel scherp op en beweeg mee met het
onderwerp.
(pag. 42)
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
Opnameopties
44
Gezichtsdetectie gebruiken
Wanneer u de gezichtsdetectiefunctie gebruikt, herkent de camera automatisch gezichten van mensen. Wanneer u op een gezicht
scherpstelt, past de camera de belichting automatisch aan. Maak snel en eenvoudig foto's met Knipperen om gesloten ogen op de foto te
voorkomen en Smile shot om een lachend gezicht vast te leggen.
Gezichten detecteren
De camera detecteert automatisch menselijke gezichten
(maximaal 10 gezichten).
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→Gezichtsdetectie → Normaal.
•Het dichtstbijzijnde gezicht wordt in een wit scherpstelkader
gevangen, de andere gezichten in grijze kaders.
•Hoe dichter u bij het onderwerp bent, des te sneller detecteert de
camera gezichten.
•In sommige scènes is gezichtsdetectie niet beschikbaar.
•Gezichtsdetectie is mogelijk in de volgende gevallen niet effectief:
-het onderwerp bevindt zich te ver van de camera af (het
scherpstelkader kleurt bij Smile shot en Knipperen oranje)
-het is te licht of te donker
-het onderwerp kijkt niet in de richting van de camera
-het onderwerp draagt een zonnebril of een masker
-het onderwerp heeft tegenlicht of de lichtomstandigheden zijn
veranderlijk
-de gezichtsuitdrukking van het onderwerp wijzigt drastisch
•Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij het gebruik van een
fotostijl, een beeldaanpassingsoptie of als Tracking AF wordt
gebruikt.
•Gezichtsherkenning is niet beschikbaar bij gebruik van digitale zoom.
•Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectie-optie is de timer
niet beschikbaar of zijn sommige timeropties niet beschikbaar.
•Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn bepaalde
opties voor reeksopnamen niet beschikbaar.
Opnameopties
45
Gezichtsdetectie gebruiken
Een foto van een lachend gezicht maken
De camera maakt automatisch een foto wanneer er een lachend
gezicht wordt gedetecteerd.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→Gezichtsdetectie → Smile shot.
•De camera herkent de lach eerder wanneer het onderwerp
breeduit lacht.
Een zelfportret maken
U kunt foto's van uzelf maken. De scherpstelafstand wordt op
close-up ingesteld en de camera laat een piepsignaal horen.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→Gezichtsdetectie → Zelfportret.
3
Wanneer u een piep hoort, drukt u op [Sluiter].
Opnameopties
46
Gezichtsdetectie gebruiken
Knipperende ogen detecteren
Als de camera gesloten ogen detecteert, worden er automatisch
2 foto's na elkaar gemaakt.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→Gezichtsdetectie → Knipperen.
•Houd de camera stil terwijl “Bezig met vastleggen” op het scherm
wordt weergegeven.
•Als de knipperdetectie niet heeft gewerkt, wordt de melding “Foto
gemaakt met gesloten ogen” weergegeven. Neem in dat geval
nog een foto.
Opnameopties
47
Helderheid en kleur aanpassen
Hier vindt u informatie over hoe u instellingen voor de helderheid en kleur kunt aanpassen om een betere beeldkwaliteit te bereiken.
Compenseren voor tegenlicht (ACB)
Wanneer de lichtbron zich achter het onderwerp bevindt, of als er
een groot contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond,
komt het onderwerp waarschijnlijk donker op de foto. Schakel in
dat geval de optie Auto Contrast Balance (ACB) in.
Zonder ACBMet ACB
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→ ACB→ een optie.
OptieBeschrijving
Uit: ACB is uitgeschakeld
Aan: ACB is ingeschakeld
•U kunt opties voor reeksopnamen instellen wanneer deze functie is
ingeschakeld.
De belichting handmatig aanpassen
(EV)
Afhankelijk van de intensiteit van het omgevingslicht kunnen foto's
te licht of te donker uitvallen. U kunt dan de belichting aanpassen
om een beter resultaat te krijgen.
Donkerder (-)Neutraal 0)Helderder (+)
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→ EV.
3
Selecteer een waarde om de belichting aan te passen.
•Nadat u de belichting hebt aangepast, blijft deze instelling van
kracht. Mogelijk moet dit later weer worden bijgesteld om onder- of
overbelichting te voorkomen.
•Als u niet weet wat de juiste belichting zou zijn, selecteert u AEB
(Auto Exposure Bracket). De camera maakt dan een reeks foto's
met verschillende belichtingen: normaal, onderbelicht en overbelicht.
(pag. 50)
Opnameopties
48
Helderheid en kleur aanpassen
Een lichtbron selecteren (Witbalans)
De kleuren in een foto zijn afhankelijk van het soort lichtbron en
de kwaliteit daarvan. Als u wilt dat uw foto's realistische kleuren
hebben, selecteert u een passende lichtomstandigheid om
de witbalans mee te kalibreren, zoals Auto witbalans, Daglicht,
Bewolkt of Kunstlicht.
(Auto witbalans) (Daglicht)
(Bewolkt) (Kunstlicht)
De lichtmeetmethode wijzigen
De lichtmeetmethode is de manier waarop de camera de
hoeveelheid opvallend licht meet. De helderheid en belichting van
de foto's varieert met de gekozen lichtmeetmethode.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→ L.meting→ een optie.
OptieBeschrijving
Multi:
•De camera verdeelt het beeld onder in diverse
gebieden en meet de lichtintensiteit in elk gebied.
•Geschikt voor algemene foto's.
Spot:
•De camera meet alleen de lichtintensiteit in het uiterste
midden van het kader.
•Als een onderwerp zich niet midden in het beeld
bevindt, kan de foto verkeerd belicht worden.
•Geschikt voor een onderwerp met tegenlicht.
Centr. gewogen:
•De camera bepaalt een gemiddelde voor de
lichtmeting van het gehele beeld, maar met nadruk op
het midden.
•Geschikt voor foto's waarbij het onderwerp zich in het
midden van het beeld bevindt.
Opnameopties
49
Helderheid en kleur aanpassen
Uw eigen witbalansinstelling configureren
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→ Witbalans→Aangep. instelling.
3
Richt de lens op een wit stuk papier.
4
Druk op [Ontspanknop].
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→ Witbalans→ een optie.
PictogramBeschrijving
Auto witbalans: Gebruik automatische instellingen
op basis van de lichtomstandigheden.
Daglicht: Selecteer deze optie voor buitenfoto's op
een zonnige dag.
Bewolkt: Selecteer deze optie voor buitenfoto's op
een bewolkte dag of in de schaduw.
TL-licht H: Selecteer deze optie voor foto's bij
daglichtlampen of drie-wegfluorescentielampen.
TL-licht L: Selecteer deze optie voor foto's bij wit
TL-licht.
Kunstlicht: Selecteer deze optie wanneer u
binnenfoto's maakt bij licht van gloeilampen of
halogeenlampen.
Aangep. instelling: Hiermee gebruikt u uw eigen,
vooraf geconfigureerde instellingen.
Opnameopties
50
Serieopname
Het kan soms moeilijk zijn om foto's van snelbewegende onderwerpen te maken en om de natuurlijke gezichtsuitdrukkingen en gebaren van
uw onderwerpen op de foto vast te leggen. Selecteer in dergelijke gevallen een van de modi voor serieopname.
OptieBeschrijving
AEB:
•Maak 3 foto's met een verschillende belichting:
normaal, onderbelicht en overbelicht.
•Gebruik een statief om onscherpe foto's te
voorkomen.
Afhankelijk van de opnamemodus kunnen de opties verschillen.
•U kunt de flitser, de timer en ACB alleen gebruiken wanneer u
1 opname selecteert.
•Als u Bewegingsopname selecteert, wordt de resolutie
ingesteld op VGA en de ISO-instelling op Auto gezet.
•Afhankelijk van de geselecteerde gezichtsdetectieoptie zijn
bepaalde opties voor reeksopnamen niet beschikbaar.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→ Snelheid→ een optie.
OptieBeschrijving
1 opname: Eén foto maken.
Continu:
•Terwijl u [Ontspanknop] ingedrukt houdt, blijft de
camera achter elkaar foto's maken.
•Het maximumaantal foto's is afhankelijk van de
capaciteit van de geheugenkaart.
Bewegingsopname:
•Terwijl u de [Ontspanknop] ingedrukt houdt, maakt
de camera VGA-foto's (5 foto's per seconde, met een
maximum van 30 foto's).
•De camera geeft de zojuist gemaakte foto's
automatisch weer en slaat ze vervolgens op.
Opnameopties
51
Uw foto's mooier maken
Hier vindt u informatie over hoe u uw foto's mooier kunt maken door fotostijlen en -tinten toe te passen en door aanpassingen te doen.
Uw eigen RGB-tint definiëren
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→ Fotostijlkeuze → Aangep. RGB.
3
Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw).
TerugVerpl.
4
Pas de hoeveelheid van de geselecteerde kleur aan.
(-: minder of +: meer)
Fotostijlen toepassen
Pas verschillende stijlen op uw foto's toe, zoals Zacht, Helder en
Bos.
ZachtHelderBos
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→ Fotostijlkeuze→ een optie.
•Selecteer Aangep. RGB om uw eigen RGB-tint te definiëren.
•Als u deze functie gebruikt, is het niet mogelijk om de opties voor
gezichtsdetectie en beeldaanpassingsopties in te stellen.
Opnameopties
52
Uw foto's mooier maken
KleurverzadigingsoptieBeschrijving
-
Verminder de kleurverzadiging.
+
Verhoog de kleurverzadiging.
•Selecteer 0 als u geen effect wilt toepassen (geschikt voor
afdrukken).
•Als Beeld aanpassen is ingesteld is de functie Fotostylerkeuze niet
beschikbaar.
Uw foto's aanpassen
Pas het contrast, de scherpte en de kleurverzadiging van uw
foto's aan.
1
Druk in de opnamemodus op [].
2
Selecteer Opname→ Beeld aanpassen.
3
Selecteer een aanpassingsoptie.
•Contrast
•Scherpte
•Kleurverz.
4
Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel
aan te passen.
ContrastoptieBeschrijving
-
Verminder kleuren en helderheid.
+
Verhoog kleuren en helderheid.
ScherpteoptieBeschrijving
-
Verzacht randen in de foto (geschikt voor
fotobewerking op de computer).
+
Verscherp randen om de foto duidelijker te
maken. Hierdoor kan ook de beeldruis in de
foto's toenemen.
Weergeven
………………………………… 54
De weergavemodus starten
………………… 54
Foto's weergeven
…………………………… 58
Een video afspelen
…………………………… 59
Spraakmemo's afspelen
…………………… 60
Foto's bewerken
…………………………… 62
Foto's in grootte aanpassen
………………… 62
Een foto draaien
……………………………… 62
Fotostijlen toepassen
………………………… 63
Belichtingsproblemen corrigeren
…………… 64
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
………… 65
Bestanden op een tv weergeven
………… 66
Bestanden naar de computer overbrengen
(Windows)
…………………………………… 67
Bestanden overbrengen met behulp van
Intelli-studio
………………………………… 68
Bestanden overbrengen door de camera als
een verwisselbare schijf aan te sluiten
……… 70
De camera loskoppelen (Windows XP)
……… 71
Bestanden naar de computer overbrengen
(Macintosh)
………………………………… 72
Foto's met een fotoprinter afdrukken
(PictBridge)
………………………………… 73
Afspelen/bewerken
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe
u foto's en video's kunt bewerken. Ook leest u hier hoe u de camera op een computer, fotoprinter of
televisie aansluit.
Afspelen/bewerken
54
Weergeven
Hier vindt u informatie over hoe u foto's, video's en spraakmemo's kunt weergeven of afspelen en hoe u bestanden beheert.
Het scherm in de weergavemodus
Informatie
PictogramBeschrijving
Foto heeft een spraakmemo
Videobestand
Afdrukbestelling ingesteld (DPOF)
Beschermd bestand
Mapnaam – Bestandsnaam
De weergavemodus starten
Bekijk foto's en video's en beluister spraakmemo's die in de
camera zijn opgeslagen.
1
Druk op [].
•Het laatste bestand dat u hebt gemaakt of opgenomen wordt
weergegeven.
•Als de camera is uitgeschakeld, schakelt u deze in.
2
Druk op [] of [] om door de bestanden te bladeren.
•Houd de knop ingedrukt om snel door de bestanden te
bladeren.
•Als u bestanden in het interne geheugen wilt weergeven, verwijdert u
de geheugenkaart.
•Bestanden die te groot zijn of die met een camera van een ander
fabrikant zijn gemaakt, kunnen niet goed door de camera worden
weergegeven.
Afspelen/bewerken
55
Weergeven
4
Druk op [] of [] om door de bestanden te bladeren.
•Houd de knop ingedrukt om snel door de bestanden te bladeren.
5
Druk op [] om terug te gaan naar de normale
weergave.
Bestanden op categorie bekijken in Smart Album
Bekijk en beheer bestanden op categorie, zoals datum, week of
bestandstype.
1
Draai in de Weergavemodus de [Zoomknop] naar links.
2
Druk op [].
3
Selecteer een categorie.
Type
Datum
Kleur
Week
TerugInstellen
OptieBeschrijving
Type
Geef bestanden gesorteerd op bestandstype weer.
Datum
Geef bestanden op volgorde van de opslagdatum
weer.
Kleur
Geef bestanden gesorteerd op de dominante kleur in
het beeld weer.
Week
Geef bestanden weer op volgorde van de weekdag
waarop ze zijn opgeslagen.
Het kan enige tijd duren voordat Smart Album op de camera is geopend
of de categorie is gewijzigd en de bestanden opnieuw zijn geordend.
Afspelen/bewerken
56
Weergeven
Bestanden beveiligen
Beveilig uw bestanden om te voorkomen dat ze per ongeluk
worden gewist.
1
Druk in de weergavemodus op [].
2
Selecteer Bestandopties → Beveiligen → Select..
•Als u alle bestanden wilt beveiligen, selecteert u Alles →
Vergrendel.
3
Selecteer het bestand dat u wilt beveiligen en druk op
[
].
•Druk nogmaals op [] om uw selectie op te heffen.
Select.Instellen
4
Druk op [].
Bestanden als miniatuur weergeven
Blader vlug door miniaturen van bestanden heen.
Draai in de weergavemodus de [Zoomknop] naar
links om 9 of 20 miniaturen weer te geven (draai de
[Zoomknop] naar rechts om naar de vorige modus
terug te keren).
Filter
FunctieActie
Door bestanden scrollen
Druk op [], [], [] of [].
Bestanden wissen
Druk op [] en selecteer Ja.
Afspelen/bewerken
57
Weergeven
Bestanden naar de geheugenkaart kopiëren
U kunt bestanden van het interne geheugen naar een
geheugenkaart kopiëren.
1
Druk in de weergavemodus op [].
2
Selecteer Bestandopties→ Kopie.
3
Selecteer Ja om bestanden te kopiëren.
Bestanden wissen
Wis afzonderlijke bestanden of alle bestanden tegelijk. Beveiligde
bestanden kunnen niet worden gewist.
Afzonderlijke bestanden wissen:
1
Selecteer een bestand in de weergavemodus en druk
op [
].
2
Selecteer Ja om het bestand te wissen.
Meerdere bestanden tegelijk wissen:
1
Druk in de weergavemodus op [].
2
Selecteer Meer wissen.
3
Selecteer de bestanden die u wilt wissen en druk op [].
•Druk nogmaals op [] om uw selectie op te heffen.
4
Druk op [].
5
Selecteer Ja.
Alle bestanden wissen:
1
Druk in de weergavemodus op [].
2
Selecteer Bestandopties→Wissen→Alles→Ja.
Afspelen/bewerken
58
Weergeven
Een diavoorstelling starten
U kunt de diavoorstelling van geluid en effecten voorzien.
1
Druk in de weergavemodus op [].
2
Selecteer Diashow.
3
Selecteer een effect voor de diavoorstelling.
•Ga naar stap 5 als u een diavoorstelling zonder effect wilt.
OptieBeschrijving
Foto's
Kies de foto's die u in een diavoorstelling wilt
weergeven.
•Alles: Alle foto's in een diavoorstelling weergeven.
•Datum: Alle foto's van een specifieke datum in een
diavoorstelling weergeven.
•Select.: Geselecteerde foto's in een diavoorstelling
weergeven.
Interval
•Het interval tussen foto's instellen.
•Dit is alleen mogelijk als Uit is geselecteerd in het
menu Effect.
Muziek
Achtergrondmuziek selecteren.
Effect
•Selecteer een overgangseffect.
•Selecteer Uit als u geen effect wilt.
Foto's weergeven
Inzoomen op een deel van een foto of foto's als diavoorstelling
bekijken.
Een foto vergroten
Draai in de weergavemodus de [Zoomknop]
naar rechts om een foto te vergroten (draai
de [Zoomknop] naar links om een foto te
verkleinen).
Boven aan het scherm worden het vergrote gedeelte en de
zoomverhouding weergegeven. De maximale zoomverhouding
kan per resolutie verschillen.
Bijsnijden
FunctieActie
Het vergrote gebied
verplaatsen
Druk op [], [], [] of [].
De vergrote foto
bijsnijden
Druk op [] (de foto wordt opgeslagen
als een nieuw bestand).
Afspelen/bewerken
59
Weergeven
Een video afspelen
U kunt video's afspelen, afzonderlijke beelden uit video's opslaan
en video's bijsnijden.
1
Selecteer in de weergavemodus een video en druk op
[
].
Pauze
2
Gebruik de volgende knoppen voor de bediening:
Druk opFunctie
[
]
Terugspoelen
[]
Het afspelen onderbreken of hervatten
[]
Vooruitspoelen
[Zoomknop] naar links
of rechts
Het volume regelen
4
Stel het effect voor de diavertoning in.
5
Selecteer Starten → Afspelen.
•Selecteer Herhalen om de diavoorstelling continu af te
spelen.
•Druk op [
] om de diavoorstelling te pauzeren of te
hervatten.
Als u de diavertoning wilt stoppen en terug wilt naar de Weergavemodus,
drukt u op [
] en vervolgens op [] of [].
Afspelen/bewerken
60
Weergeven
Spraakmemo's afspelen
Een spraakmemo afspelen
1
Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo en
druk op [
].
2
Gebruik de volgende knoppen voor de bediening:
Druk opFunctie
[
]
Terugspoelen
[]
Het afspelen onderbreken of hervatten
[]
Vooruitspoelen
[]
Het afspelen stoppen
[Zoomknop] naar links
of rechts
Het volume regelen
Een video tijdens het afspelen bijsnijden
1
Druk op [] op het punt waar u de videoclip wilt laten
beginnen en draai de [Zoomknop] naar rechts.
2
Druk op [] om het afspelen te hervatten.
3
Druk op [] op het punt waar u de videoclip wilt laten
eindigen en draai de [Zoomknop] naar rechts.
4
Selecteer Ja.
•De oorspronkelijke video moet ten minste 10 seconden lang zijn.
•De bewerkte video wordt als nieuw bestand opgeslagen.
Een beeld vastleggen tijdens het afspelen
1
Druk op [] op het punt waarop u een foto wilt
opslaan.
2
Druk op [].
Afzonderlijke beelden die worden bewaard hebben dezelfde grootte als het
oorspronkelijke videobestand en worden als een nieuw bestand opgeslagen.
Afspelen/bewerken
61
Weergeven
Een spraakmemo aan een foto toevoegen
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Bestandopties →Spraakmemo→Aan.
3
Druk op [Ontspanknop] om een korte spraakmemo op
te nemen (maximaal 10 seconden).
•Druk op [Ontspanknop] om de opname van de spraakmemo
te stoppen.
U kunt geen spraakmemo toevoegen aan beschermde bestanden.
Een aan een foto toegevoegde spraakmemo afspelen
Selecteer in de weergavemodus een spraakmemo met een
spraakmemo en druk op [
].
•Druk op [] als u het afspelen wilt onderbreken of hervatten.
Afspelen/bewerken
62
Foto's bewerken
Bewerk foto's door ze te draaien, in grootte aan te passen, rode ogen te verwijderen en de helderheid, het contrast en de kleurverzadiging
aan te passen.
Bewerkte foto's worden als nieuw bestand opgeslagen.
Een foto draaien
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen→Draaien→ een optie.
Terug
Rechts 90 gr.
Verpl.
Foto's in grootte aanpassen
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen→Res.wijz→ een optie.
•
Selecteer om de foto als beginafbeelding op te slaan.
(pag. 76)
Terug
2048 x 1536
Verpl.
De beschikbare opties verschillen, afhankelijk van de grootte van de
geselecteerde foto.
Afspelen/bewerken
63
Foto's bewerken
Uw eigen RGB-tint definiëren
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen→Fotostijlkeuze→Aangep. RGB.
3
Selecteer een kleur (R: rood, G: groen, B: blauw).
TerugVerpl.
4
Pas de hoeveelheid van de geselecteerde kleur aan.
(-: minder of +: meer)
Fotostijlen toepassen
Pas verschillende stijlen op de foto toe, zoals Zacht, Helder en
Bos.
ZachtHelderBos
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen→ Fotostijlkeuze→ een optie.
•Selecteer Aangep. RGB om uw eigen RGB-tint te definiëren.
Terug
Zacht
Verpl.
Afspelen/bewerken
64
Foto's bewerken
2
Selecteer Wijzigen→Beeld aanpassen→
Gezichtretouch..
3
Selecteer een niveau.
•Het gezicht wordt egaler naarmate u het getal verhoogt.
Helderheid/contrast/kleurverzadiging aanpassen
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen→Beeld aanpassen.
3
Selecteer een aanpassingsoptie.
•: Helderheid
•
: Contrast
•
: Kleurverz.
4
Selecteer een waarde om het geselecteerde onderdeel
aan te passen. (-: minder of +: meer)
Ruis aan de foto toevoegen
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen→Beeld aanpassen→
Ruis toevoegen.
Belichtingsproblemen corrigeren
U kunt ACB (automatische contrastbalans), helderheid, contrast
en kleurverzadiging aanpassen, rode ogen wegwerken,
onvolkomenheden in het gezicht verbergen of ruis toevoegen aan
de foto.
ACB (automatische contrastbalans) aanpassen
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen→Beeld aanpassen→ACB.
Rode ogen verwijderen
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
2
Selecteer Wijzigen→Beeld aanpassen→
Anti-rode ogen.
Onvolmaaktheden in het gezicht verbergen
1
Selecteer een foto in de weergavemodus en druk op
[
].
Afspelen/bewerken
65
Foto's bewerken
4
Druk op [].
5
Selecteer Bestandopties→DPOF→Formaat→ een
optie.
OptieBeschrijving
Select.
Het afdrukformaat van de geselecteerde foto
opgeven.
Alles
Het afdrukformaat van alle foto's opgeven.
Reset
De instellingen terugzetten.
6
Als u Select., selecteert, bladert u naar een foto
en draait u de [Zoomknop] naar links of rechts om
het afdrukformaat te selecteren. Herhaal dit voor de
gewenste foto's en druk op [
].
•Als u Alles selecteert, drukt u op [] of [] om het
afdrukformaat te selecteren en drukt u op [
].
Foto's afdrukken als miniaturen
1
Druk in de weergavemodus op [].
2
Selecteer Bestandopties→DPOF→Index→Ja.
Als u het afdrukformaat opgeeft, kunt u alleen foto's afdrukken met
DPOF 1.1-compatibele printers.
Een afdrukbestelling maken (DPOF)
Selecteer foto's om af te drukken en stel opties in zoals het aantal
afdrukken en het papierformaat.
•De geheugenkaart kan naar een printshop die DPOF (Digital Print
Order Format) ondersteunt worden gebracht, maar u kunt ook uw
foto's thuis rechtstreeks op een DPOF-compatibele printer afdrukken.
•Brede foto's worden mogelijk met verlies van de linker- en rechterkant
afgedrukt, dus houd rekening met de afmetingen van de foto's.
•Voor de foto's in het interne geheugen kunt u geen DPOF gebruiken.
1
Druk in de weergavemodus op [].
2
Selecteer Bestandopties→DPOF→Standaard→
een optie.
OptieBeschrijving
Select.
De geselecteerde foto's afdrukken.
Alles
Alle foto's afdrukken.
Reset
De instellingen terugzetten.
3
Als u Select., selecteert, bladert u naar een foto en
draait u de [Zoomknop] naar links of rechts om het
aantal exemplaren te selecteren. Herhaal dit voor de
gewenste foto's en druk op [
].
•Als u Alles selecteert, drukt u op [] of [] om het aantal
exemplaren te selecteren en drukt u op [
].
Afspelen/bewerken
66
Bestanden op een tv weergeven
Geef foto's en video's weer door de camera met behulp van de A/V-kabel op een televisie aan te sluiten.
•Bij bepaalde televisies kan er digitale ruis optreden of kan het
gebeuren dat het beeld niet geheel wordt weergegeven.
•Afhankelijk van de televisie-instellingen kan het voorkomen dat de
beelden niet gecentreerd op het scherm worden weergegeven.
•Terwijl de camera op de televisie is aangesloten, kunt u gewoon
foto's en video's maken.
1
Druk in de opname- of weergavemodus op [].
2
Selecteer Instellingen→Video.
3
Selecteer een video-uitgang voor uw land of regio.
4
Schakel de camera en de televisie uit.
5
Sluit de camera met behulp van de A/V-kabel op de
televisie aan.
Video
Audio
6
Schakel de televisie in en selecteer de
videouitvoermodus met de afstandsbediening van de
televisie.
7
Schakel de camera in en druk op [].
8
Bekijk foto's of speel video's af met behulp van de
knoppen op de camera.
Afspelen/bewerken
67
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Breng bestanden naar de computer over met behulp van het ingebouwde Intelli-studio-programma. U kunt tevens bestanden bewerken en
uploaden naar uw favoriete websites.
•Het is mogelijk dat Intelli-studio op bepaalde computers niet naar
behoren werkt, ook niet als de computer in kwestie aan de vereisten
voldoet.
•Als uw computer niet aan de vereisten voldoet, worden video’s
mogelijk niet naar behoren afgespeeld of duurt het langer om video’s
te bewerken.
•Installeer DirectX 9.0c of een nieuwere versie alvorens het
programma te gebruiken.
•U moet Windows XP/Vista/7 of Mac OS 10.4 of hogere versies
gebruiken om de camera als een verwisselbare schijf aan te sluiten.
Het gebruik van een zelfgemonteerde pc of een niet-ondersteunde pc en
besturingssysteem kan tot gevolg hebben dat uw garantie vervalt.
Vereisten voor Intelli-studio
OnderdeelVereisten
Processor
Intel Pentium 4, 3,0 GHz of hoger/
AMD Athlon
TM
FX 2,2 GHz of hoger
RAM
Minimaal 512 MB RAM
(1 GB of meer aanbevolen)
Besturingssysteem
Windows XP SP2/Vista/7
Schijfruimte
250 MB of meer (1 GB of meer aanbevolen)
Overig
•Cd-romstation
•nVIDIA Geforce 7600GT of hoger/ATI X1600
series of hoger
•1024 x 768 pixels, monitor met
ondersteuning voor 16-bits kleuren
(1280 x 1024 pixels, ondersteuning voor
32-bits kleuren aanbevolen)
•USB-poort, Microsoft DirectX 9.0c of nieuwer
* De programma’s werken mogelijk niet goed onder de 64-bits versies van
Windows XP, Vista en 7.
Afspelen/bewerken
68
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
5
Schakel de camera in.
6
Selecteer Instellingen→USB →Computer.
Als u de USB-optie instelt op Selecteer een modus, selecteert u
Computer in het pop-upvenster.
7
Selecteer een map op de computer waarin u de
bestanden wilt opslaan.
•Als de camera geen nieuwe bestanden bevat, zal het
pop-upvenster voor het opslaan van nieuwe bestanden niet
verschijnen.
8
Selecteer Ja.
•Nieuwe bestanden worden automatisch naar de computer
overgebracht.
Bij Windows Vista selecteert u Run iStudio.exe in het AutoPlay-venster.
Bestanden overbrengen met behulp van
Intelli-studio
Wanneer u uw camera met uw computer aansluit met gebruik van
de ingebouwde USB-stekker, begint de S/W (Intelli-studio) voor
uw PC automatisch te werken.
Terwijl uw camera is aangesloten op uw computer, laadt de batterij op.
1
Druk in de opname- of weergavemodus op [].
2
Selecteer Instellingen→Pc-software→Aan.
3
Schakel de camera uit.
4
Sluit uw camera aan op uw computer met gebruik van
de ingebouwde USB-stekker.
Afspelen/bewerken
69
Bestanden naar de computer overbrengen (Windows)
Intelli-studio gebruiken
Intelli-studio is een ingebouwd programma waarmee u bestanden kunt afspelen, weergeven of bewerken. U kunt er ook bestanden mee
uploaden naar websites zoals Flickr of YouTube. Selecteer Help→Help in het programma voor meer informatie.
•Als u Intelli-studio op de computer installeert, start het programma sneller. Om het programma te installeren, selecteert u Tool→Install Intelli-studio on PC.
•Bestanden kunnen niet in de camera worden bewerkt. Breng bestanden naar een map op de computer over om ze te bewerken.
•Bestanden op de computer kunnen niet naar de camera worden gekopieerd.
•Intelli-studio ondersteunt de volgende bestandstypen:
Libble takes abuse of its services very seriously. We're committed to dealing with such abuse according to the laws in your country of residence. When you submit a report, we'll investigate it and take the appropriate action. We'll get back to you only if we require additional details or have more information to share.
Product:
Forumrules
To achieve meaningful questions, we apply the following rules:
First, read the manual;
Check if your question has been asked previously;
Try to ask your question as clearly as possible;
Did you already try to solve the problem? Please mention this;
Is your problem solved by a visitor then let him/her know in this forum;
To give a response to a question or answer, do not use this form but click on the button 'reply to this question';
Your question will be posted here and emailed to our subscribers. Therefore, avoid filling in personal details.
Register
Register getting emails for Samsung PL 90 at:
new questions and answers
new manuals
You will receive an email to register for one or both of the options.
Get your user manual by e-mail
Enter your email address to receive the manual of Samsung PL 90 in the language / languages: Dutch as an attachment in your email.
The manual is 3,89 mb in size.
You will receive the manual in your email within minutes. If you have not received an email, then probably have entered the wrong email address or your mailbox is too full. In addition, it may be that your ISP may have a maximum size for emails to receive.
The manual is sent by email. Check your email
If you have not received an email with the manual within fifteen minutes, it may be that you have a entered a wrong email address or that your ISP has set a maximum size to receive email that is smaller than the size of the manual.
The email address you have provided is not correct.
Please check the email address and correct it.
Your question is posted on this page
Would you like to receive an email when new answers and questions are posted? Please enter your email address.