NL
18
BEDIENING
Druk tijdens het afspelen op de knop STOP om
het afspelen te beëindigen.
•
Als u éénmaal op deze knop drukt, wordt het bericht “PRESS PLAY”
weergegeven en wordt de positie waarin werd gestopt, opgeslagen in het
geheugen.
Als u op de knop voor PLAY/PAUSE ( ) of op de knop ENTER drukt,
wordt het afspelen hervat vanaf de positie waarin werd gestopt. (Deze
functie werkt alleen bij DVD’s.)
•
Als u tweemaal op deze knop drukt, wordt “STOP” weergegeven en als u
dan opnieuw op de knop voor PLAY/PAUSE ( ) drukt, wordt de schijf
weer vanaf het begin afgespeeld.
Druk tijdens het afspelen op de knop voor
PLAY/PAUSE om het afspelen tijdelijk te onderbreken.
•
U kunt het afspelen hervatten door nogmaals op de knop voor
PLAY/PAUSE( ) te drukken.
DVD CD
•
Het afspelen wordt automatisch gestart.
De video-indeling selecteren
Houd de knop NT/PAL van de afstandsbediening langer dan 5 seconden
ingedrukt terwijl het apparaat is uitgeschakeld.
•
De video-indeling is standaard ingesteld op "PAL".
•
De aanduiding "NTSC" of "PAL" wordt weergegeven op het display.
Druk nu kort op de knop NT/PAL om een keuze te maken tussen "NTSC" en "PAL".
•
Elk land heeft een eigen standaard video-indeling.
•
De video-indeling van uw schijven moet overeenkomen met de video-indeling
van uw TV om de schijven normaal te kunnen afspelen.
Schijven afspelen
2
Plaats één schijf.
•
Leg voorzichtig een disk in de lade, met het etiket
omhoog.
•
Afhankelijk van de inhoud van
de schijf, kan het beginscherm
er anders uitzien.
1
Druk op de knop OPEN/CLOSE om de
schijflade te openen.
3
Druk op de knop OPEN/CLOSE om de
schijflade te sluiten.
Opmerking
17
•
In deze handleiding hebben de instructies die zijn voorzien van de markering "DVD ( )"
betrekking op DVD-VIDEO's en DVD-R/RW's.
Als een bepaald type dvd wordt genoemd, wordt dit apart aangegeven.
•
Afhankelijk van de mogelijkheden van uw TV, is het mogelijk dat deze functie niet werkt.
DVD
Opmerking
Titels en hoofdstukken (DVD-VIDEO)
•
DVD-VIDEO's zijn onderverdeeld in verschillende grote secties die "titels" en kleinere secties die
"hoofdstukken" worden genoemd. Deze secties krijgen een nummer. Deze nummers worden
"titelnummers" en "hoofdstuknummers" genoemd.