FOTO’S NEMEN
U kunt foto’s nemen en deze opslaan op het opslagmedium. Stel de gewenste resolutie en
kwaliteit in voordat u gaat opnemen.
pagina 51
CONTROLE VOORAF
Plaats de geheugenkaart in de camcorder.
pagina 28
Selecteer de opnamemodus door op de MODE-knop te drukken.
pagina 24
1. Controleer het op te nemen onderwerp.
Het LCD-scherm gebruiken.
Gebruik de Zoom-hendel of Zoom-knop om de grootte van
het onderwerp aan te passen.
pagina 39
2. Pas het onderwerp in het midden van het LCD-scherm aan en
druk de knop PHOTO half in.
Wanneer het onderwerp wordt scherpgesteld, wordt de
indicator (
) groen. Wanneer de indicator rood wordt, dient u
het scherpstellen opnieuw aan te passen.
3. Druk de knop PHOTO geheel in.
4. Raak het Quick View-pictogram (
) aan om de nieuwste foto’s
te bekijken.
Wanneer u terug wilt keren naar de standby-stand, tikt u op
het tabblad Terug (
).
•
•
•
•
•
•
Het aantal te nemen foto's verschilt afhankelijk van de opnameomstandigheden en de fotoresolutie.
pagina 31
Audio wordt niet opgenomen wanneer u foto’s neemt.
Als u problemen ondervindt bij het scherpstellen, kunt u de handmatige scherpstelfunctie
gebruiken.
pagina 57
Zie pagina 14 voor weergave van informatie op het scherm.
Pas met behulp van de menu-items de helderheid van het LCD-paneel aan. Dit is niet van invloed
op het opgenomen beeld.
pagina 77
Zie pagina's 49-65 voor de verschillende functies die beschikbaar zijn tijdens het afspelen.
Fotobestanden volgens de DCF-standaard (Design rule for Camera File system), vastgelegd door
de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association).
•
•
•
•
•
•
•
Tijdens het nemen van foto’s dient u de POWER-schakelaar niet in te schakelen of de geheugenkaart
niet te verwijderen omdat dit de opslagmedia of de gegevens kan beschadigen.
37
9999
STBY 00:00:00 [307Min]
9999