[52]
Speciaal Effect
Met behulp van de digitale processor van de camera kunt u speciale effecten toevoegen aan
uw opnamen. U kunt dit menu alleen selecteren in de modi PROGRAMMA, MIJNINST,
DIAFRAGMAPRIORITEIT, SLUITERPRIORITEIT en HANDMATIG.
U kunt het vooraf ingestelde kader voor scherpte-instelling en de functies Deelopn. en
Fotoframe selecteren. Als een speciaal effect wordt geselecteerd, worden de eerder
ingestelde speciale functies automatisch geannuleerd.
Zelfs als de camera wordt uitgeschakeld, blijft de instelling voor het speciale effect behouden.
U kunt het speciale effect annuleren door de optie [Uit] te selecteren voor elk menu.
Als u de indeling [TIFF] selecteert en vervolgens de veiligheidsflits of het menu [SPECIAAL
EFFECT] kiest, wordt de beeldresolutie automatisch gewijzigd in [SUPERHOOG].
Als u het menu [SPECIAAL EFFECT] selecteert en de functie [CONTINU], [AEB] of [AFB]
kiest, wordt het menu voor de speciale effecten automatisch geannuleerd.
U kunt het onderwerp extra benadrukken ten opzichte van de omgeving. Het onderwerp is
scherp in beeld, terwijl de rest niet is scherpgesteld.
1. Selecteer een van de modi PROGRAMMA, MIJNINST,
DIAFRAGMAPRIORITEIT, SLUITERPRIORITEIT of
HANDMATIG. Druk vervolgens op de menuknop.
2. Druk op de knop Links of Rechts en selecteer de menutab
[SPECIAAL EFFECT].
3.
Selecteer het menu [MARKEREN] door op de knop Omhoog
of Omlaag te drukken en druk op de knop Rechts.
4. Selecteer het gewenste submenu door op de richtingknop OMHOOG of OMLAAG en
vervolgens op OK te drukken.
- [UIT] : Het vooraf ingesteld kader voor scherpte-instelling wordt niet toegevoegd.
Speciaal Effect : Vooraf ingesteld kader voor scherpte-instelling
5. Druk tweemaal op de knop MENU om de menuweergave
te beëindigen. Als u het menu [BEREIK 1~4] selecteert,
wordt het vooraf ingestelde gebied voor het fotoframe
weergegeven.
MARKEREN
COMPOSIET
FOTOFRAME
UIT
BEREIK 1
BEREIK 2
BEREIK 3
BEREIK 4
SPECIAAL EFFECT
TERUG: STLIN:OK
OPNEMEN:SH BEW:+/-
[BEREIK 1] [BEREIK 2] [BEREIK 3] [BEREIK 4]