[35]
ƈ Belichtingscorrectie : Deze camera past automatisch de belichtingsinstelling aan
op basis van de omgevingsverlichting.
U kunt met de knop +/- ook de belichtingswaarde
selecteren.
3. Druk nogmaals op de knop +/-. De waarde die u hebt ingesteld, wordt
opgeslagen en de instellingsmodus voor belichtingscorrectie wordt afgesloten.
Als u de belichtingswaarde wijzigt, wordt de belichtingsindicator ( )
onderaan het LCD-scherm weergegeven.
ſ Een negatieve waarde voor de belichtingscorrectie resulteert in een geringere
belichting.
Bij een positieve waarde voor belichtingscorrectie neemt de belichting toe en
is het LCD-scherm wit of zijn de opnamen mogelijk niet goed.
ƃ De belichting corrigeren
1. Druk op de knop +/- en gebruik vervolgens de
knoppen OMHOOG en OMLAAG om het
pictogram voor de belichtingscorrectie ( ) te
selecteren. De menubalk voor de
belichtingscorrectie wordt weergegeven, zoals
hiernaast te zien is.
2. Gebruik de knoppen LINKS en RECHTS om de
gewenste factor voor belichtingscorrectie in te
stellen.
Knop +/-
ƈ Lange sluitertijd : Deze camera past automatisch de sluitersnelheid en de
diafragmainstelling aan op basis van de opname-omgeving. In
de modus NACHTOPNAME, echter, kunt u de sluitersnelheid
en de diafragmainstelling aanpassen aan uw eigen
voorkeuren.
ƃ De sluitersnelheid en diafragma-instelling aanpassen
1. Selecteer de scènemodus voor nachtopname [NACHT].
2. Druk op de knop +/-. Het menu voor de lange sluitertijd (LT, voor het
selecteren van sluitersnelheid en diafragma-instelling) wordt weergegeven.
3. Configureer de waarde voor de lange sluitertijd
met de knoppen OMHOOG, OMLAAG, LINKS of
RECHTS.
4. Druk nogmaals op de knop +/-. De waarde die u
hebt ingesteld, wordt opgeslagen en de modus
NACHTOPNAME wordt actief.
Diafragmawaarde
Sluitersnelheid
AUTO,1~15S
AUTO, WIDE : F2.8 ~ F7.1,
TELE : F5.1 ~ F13.1