[98]
Voordat u contact opneemt met een servicecentrum
De camera maakt geen foto's wanneer u op de sluiterknop drukt
ㆍEr is onvoldoende geheugen beschikbaar.
→ Verwijder afbeeldingsbestanden die u niet meer nodig hebt
ㆍDe geheugenkaart is niet geformatteerd
→ Formatteer de geheugenkaart (p.87)
ㆍHet geheugen is vol
→ Plaats een nieuwe geheugenkaart
ㆍDe geheugenkaart is vergrendeld
→ Raadpleeg het foutbericht [KAART VERGRENDELD!] (p.97)
ㆍDe camera is uitgeschakeld
→ Zet de camera aan
ㆍDe batterijen zijn zwak
→ Opgeladen batterij plaatsen.
ㆍDe batterijen zijn verkeerd om geplaatst
→ Plaats de batterijen en zorg ervoor dat deze in de juiste richting zitten (+/ -)
De camera wordt plotseling uitgeschakeld tijdens het gebruik
ㆍDe camera is uitgeschakeld vanwege een storing
→ Verwijder de batterijen en plaats deze opnieuw en schakel daarna de camera opnieuw in
De foto's zijn wazig
ㆍEr werd een opname gemaakt vanaf een afstand van minder dan 0,8m van het onderwerp
zonder dat de juiste macromodus is ingesteld
→ Selecteer de macromodus als de afstand tot het onderwerp minder dan 0,8m bedraagt
ㆍEen opname maken buiten het flitserbereik
→ Een opname maken binnen het flitserbereik
ㆍDe lens zit vol vlekken of is vuil
→ Maak de lens schoon
De flitser gaat niet af
ㆍDe flitser is uitgeschakeld
→ Schakel de modus flash off uit
ㆍIn deze cameramodus kan de flitser niet worden gebruikt
→ Raadpleeg de instructies bij de flitser (p.33)
De weergegeven datum en tijd zijn onjuist
ㆍ
De datum en tijd zijn onjuist ingesteld of de camera heeft de standaardinstellingen geactiveerd
→ Stel de datum en tijd in op de juiste waarde